
Sinds 1869 kende Nederland de Begraafwet. In 1956 werden echter de Gezondheidswet en de Wet op de lijkbezorging van kracht. De Wet op de lijkbezorging verving de 19e eeuwse Begraafwet. Artsen hadden voortaan de wettelijke verplichting tot het invullen van een doodsoorzaakverklaring, in verband met statistische doeleinden. Om aan bezwaren van artsen tegemoet te komen, hoefde op het A-formulier niet meer de oorzaak van overlijden te worden ingevuld. Sinds 1927 bestond de Verklaring van overlijden namelijk uit een A- en een B-formulier (Doodsoorzaakverklaring). * * Ook in dit archief is de letter A vanaf dat jaar te zien bovenaan de stukken. B-formulieren worden (geanonimiseerd) gebruikt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) * en zitten niet in dit archief.
Naast de Verklaringen van overlijden bestaat het archief uit Verklaringen van een geneeskundige betreffende een levenloos (aangegeven) kind.