Doorgaan naar de inhoud
Uw zoekacties: Burgerlijke Stand in Overijssel

0087 Hofarchivalia, collectie ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Onder de bisschoppelijke domeingoederen behoorden vanouds ook een aantal hofhorige erven en goederen, die onder de hoven van Borne, Delden, Goor, Kagelink, Oldenzaal, Ootmarsum en Weddehoen ressorteerden. Na de overdracht van de temporaliteit door de bisschop van Utrecht aan Karel V in 1528 werden deze domeingoederen onder het toezicht van de Hollandse Rekenkamer gesteld. Na de afzwering van Philips II door de Staten van Overijssel in 1578 werden ze formeel onder hun toezicht gebracht *  .
Voor het beheer ervan stelden de Staten een landrentmeester aan. Doch aangezien een groot deel van Twente, waarin de meeste hofhorige goederen lagen, tot 1632 in Spaanse handen bleef, bleven de hofmeiers (veelal ook hofrichters) feitelijk hun rekening en verantwoording aan de Spaanse Rekenkamer te Roermond afleggen *  . Daarna ressorteerden ze weer onder de Staten van Overijssel.
Naast de bovengenoemde hoven bezat de bisschop, later de Staten van Overijssel, ook de hof van de St. Maartenslieden te Giethoorn *  . Daarnaast waren er in Twente twee hoven, die in het bezit waren van het kapittel resp. de proosdij van Oldenzaal. Deze hoven werden in 1633 geconfisceerd en onder het toezicht van de Staten van Overijssel gebracht, en sinds 1663 onder dat van de Ridderschap van Overijssel *  .
In 1811 werd bij keizerlijk decreet van 18 oktober 1810 alle oude rechterlijke Instellingen, waaronder de hofgerichten, afgeschaft, en op 1 maart daaropvolgend werd de Franse wetgeving ingevoerd *  . De landrentmeesters van Twente, en Vollenhove, die tot 1811 de hoven beheerden, droegen ze over aan de Directeur van de Régie de L`Enregistrement et des Domaines in het Departement van de Monden van de IJssel te Zwolle.
Voorzover ze in 1811 en de volgende jaren niet verkocht waren, kwam het beheer van de hofhorige goederen aan de ontvangers van de Régie, in wier ressort ze lagen, en vervolgens aan hun rechts- opvolgers in de staatsdomeinorganisatie in de loop van de 19e eeuw *  . Aan het hoofd van elk hof stond een hofmeier, veelal tevens hofrichter, die met twee hofgenoten als keurnoten de vrijwillige en contentieuze rechtspraak uitoefende. Tevens administreerde hij de opvaart, versterf, erf winning en vrijkoop van de hofhorigen, -vrijen, en -kamerlingen, de zgn. casuele prestaties *  . Na de opheffing van de hofgerichten in 1811 werden de door de hofmeiers/ -richters van de Twentse hoven gehouden registers en stukken naar de rechtbank te Almelo overgebracht, waarna ze bij het Domeinbestuur terechtkwamen, dit in verband met o.a. de afkoop van de zgn. casuele prestaties, en de afwikkeling van de uit de opheffing in 1811 ontstane geschillen *  .
De fiscaal der Domeinen, Mr. H.J. De Raedt, onder wie deze registers en stukken berustten, vervaardigde in 1841 een lijst ervan. Helaas verzuimde hij deze archivalia aan zijn ambtsopvolger over te dragen, want na de Raedt's overlijden in 1855 werden ze publiekelijk verkocht. Een deel ervan werd door Mr. R.E. Hattink te Almelo aangekocht. Deze schonk zijn stukken 30 jaar later, in 1885, aan het Rijksarchief in Overijssel. Bij deze schenking was naast twee registers van de hof Ootmarsum (1618-1633) en een register van de hof Oldenzaal (1746-1807) ook de lijst van de Raedt uit 1841 inbegrepen *  .
Een register van de hof Ootmarsum (1740-1792) kwam terecht in het gemeentearchief van Ootmarsum en werd in 1896 door B. en W. aan het Rijksarchief overgedragen. Van drie registers van vrijwillige en contentieuze zaken, en van opvaart, versterf, erf winning en vrijkoop van de hof Delden met index (1636-1793) , eertijds berustend onder De Raedt, is bekend dat ze na de schenking door de erfgenamen van de Enschedese historicus C. J. Snuif in de Collectie Archivalia van de Oudheidkamer Twenthe te Enschedé berusten *  .
Daarnaast waren drie, tevens in de lijst uit 1841 genoemde, registers, met name twee van de hof van Weddehoen en één van de hof Oldenzaal, óók in het bezit van Snuif's erfgenamen, maar hun verblijfplaats is tot op heden nog niet te lokaliseren! *  . De overige stukken uit De Raedt's lijst zijn verdwenen. In 1932 schonk de Oudheidkamer van Oldenzaal twee registers van de hof van de Proosdij van Oldenzaal (1609-1729) en een register van de hof van het Kapittel van Oldenzaal (1718-1760) aan het Rijksarchief. De registers ontkwamen aan de voorgeschreven overbrenging naar de rechtbank van Almelo in 1812, doordat ze toen niet meer onder de desbetreffende hofmeiers/ -richters maar onder de bekende Oldenzaalse advocaat Mr. J.W. Racer berustten. Door vererving kwamen ze in de familie Palthe, die ze aan de Oudheidkamer van Oldenzaal schonken *  .
Mr. A. Haga, indertijd rijksarchivaris in Overijssel, maakte in de jaren dertig van deze eeuw een voorlopige inventaris van de toen ten Rijksarchieve aanwezige hofarchivalia *  . Hoe voorlopig deze inventaris was, bleek wel uit de aanwezigheid van enige hofarchivalia in de Collectie Aanwinsten R.A.O. 1948 nr. 3. In verband met de inventarisatie van de archieven van de Ontvangers der Registratie en Domeinen in Overijssel (1863-c. 1941/1945) met de daarin gedeponeerde retroacta van hun voorgangers werd deze aanwinst uit de collectie gelicht. Naast de domeinarchivalia werden hierin enige hofarchivalia aangetroffen. Uit het onderzoek bleek dat deze stukken via de Ontvangers der Registratie en Domeinen (1863-1941) en/ of hun voorgangers tenslotte in het archief van het Ministerie van Financiën te 's-Gravenhage belandden. Dat ministerie droeg deze in 1902 over aan het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, dat ze in 1948 aan het Rijksarchief in Overijssel deed toekomen.
Aangezien de hofarchivalia uit deze aanwinst ten behoeve van de overzichtelijkheid in de door Haga beschreven collectie hofarchivalia ondergebracht moest worden, was herinventarisatie van deze collectie noodzakelijk, waarvan het resultaat thans voor u ligt. De indeling van de inventaris is gebaseerd op de alfabetische indeling van de standplaats van de desbetreffende hofgerichten. De beschrijvingen van Haga werden waar nodig aangepast en ook bleek in enkele gevallen herordening van de stukken noodzakelijk te zijn. Achter elke beschrijving volgt een NB waarin naast eventuele aanvullende informatie over de beschreven stukken hun herkomstgegevens en/ of onder welk nummer ze in de Haga's inventaris figureerden, vermeld worden. Drie registers van de hoven van de kapittel, en de Proosdij van Oldenzaal, vermeld onder de nummers 14-16 in de inventaris van Haga, zijn in het archief van de Ridderschap van Overijssel 1578-1795 geplaatst, aangezien de Ridderschap sinds 1663 de eigenaar was van deze hoven. Deze zijn in deze inventaris onder blanco nummers beschreven met vermelding van hun bevindplaats in het hiervoor genoemde archief *  . Als bijlage bij deze inventaris zijn de concordansen van de door Haga genummerde stukken, en de Aanwinst 1948, nr. 3 met de huidige inventarisnummers gevoegd.
Tot slot dient nog vermeld te worden, dat in de archieven van de Ridderschap van Overijssel (1578- 1795), en van de Staten van Overijssel (1578-1812) ook stukken betreffende de hofgerichten, dan wel het beheer en de administratie van de hofhorige goederen door de landrentmeesters, en de rentmeesters van de rentambten, waaronder ze ressorteerden te vinden zijn *  . Verder bevinden zich in de collectie Land-, stad-, dijk- en hofrechten van het R.A.O. drie handschriften over de hofrechten in Twente *  .
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1546 - 1811
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Omvang archiefblok:
3 63 microfilm fiche en jacket
Toegang:
Haga, A.; aangevuld en herzien door Wigger, J.H., Inventaris van de collectie Hofarchivalia, 1546 - 1811, Zwolle (1986).
Opmerkingen:
De gehele collectie is op microfiche beschikbaar op de studiezaal
Bijzonderheden:
Bevat archivalia van de hofgrichten te Borne, Delden, Espelo, Giethoorn (St.Maartenslieden), Oldenzaal (ook Kapittel en Proosdij), Ootmarsum en Wedehoen.
Openbaarheid:
Het archief is openbaar.