Zoals alle archieven van stad- en landgerichten begon dat van Oldenzaal zijn afzonderlijk (en archivistisch gezien: kunstmatig) bestaan in 1811, toen de stukken van juridische aard uit het stadsarchief werden gelicht om te worden overgebracht naar de griffie van de rechtbank in eersten aanleg. Dat was voor Oldenzaal Almelo.
Van de inventaris, die bij die gelegenheid is opgemaakt, verschilt de hierna volgende niet alleen door opzet, maar ook wat de inhoud betreft. Deze nieuwe inventaris bevat enerzijds minder, anderzijds meer. Het een en ander dient nauwkeuriger te worden nagegaan.
Stellig verloren is wat volgt.
Eerstgenoemde portefeuille is uit elkaar genomen en de inhoud over de zeven andere verdeeld; zij vormen de nrs 113-119 van onze inventaris.
Bovenstaande lijst overziende kan men in het algemeen contateren:
1. Dat in elk geval bij de opheffing van het stadsgericht in 1811 de protocollen, zowel van vrijwillige als van contentieuse zaken vanaf 1641 nog vrijwel zonder lacunes doorliepen, terwijl er mogelijk minder lacunes waren in de protocollen van vóór 1641.
2. Dat een niet onaanzienlijk deel van de losse, in pakken gebonden stukken, en wel voornamelijk protocollaria, verloren ging.
3. Dat de processtukken, grotendeels, vermoedelijk op slechts enkele dossiers na, behouden bleven.
Is dus, hoofdzakelijk door verwaarlozing en deels misschien door verkeerde belangstelling, een deel van het stadsgerichtarchief blijvend voor ons verloren, anderzijds is het sedert de overbrenging in 1881 naar het rijksarchief door aanwinsten verrijkt.
De eerste belangrijke aanwinst was een schenking van de erven van mr. A.A.W. van Wulfften Palthe, die in 1901 op het rijksarchief kwam.
Men vindt de lijst van deze zeer omvangrijke verzameling achter de Verslagen van dat jaar. De nrs 1-4 van deze lijst zijn de nrs 65, 66, 106 en 120 van onze inventaris. Nr 5 van de lijst: "Losse stukken uit procedures etc. 17e en 18e en begin 19e eeuw, 3 portef." bleek een agglomeraat te zijn van stukken van de meeste heterogene aard en de meest diverse herkomst. Slechts een klein gedeelte behoorde tot het stadsgericht Oldenzaal. Deze stukken zijn verdeeld over de nrs 121, 123, 124, 130.
In 1938 volgde een tweede belangrijke aanwinst. Tussen het stadsarchief en de oudheidkamer van Oldenzaal ener en het rijksarchief anderzijds vond toen een omvangrijke uitwisseling plaats *
Uit de Oudheidkamer kwam het register van vrijwillige en executoriale verkopingen, dat thans het nummer 63 draagt, en uit het stadsarchief zelf een aantal losse stukken uit de beide "Tijdrekenkundige Lijsten", die over de nummers van de nieuwe inventaris als volgt zijn verdeeld:
Inv. nr.
57a
83
121
122
123
124
126
130
131
133
134
136
T.L.
461
204
245, 276, 277, 289
290
288, 293, 295, 297
200, 239, 274, 275
246, 284, 287
65, 271, 273, 278, 283, 285
201, 279, 296
286
291, 292
469
Tenslotte dient nog vermeld te worden, dat bij de inventarisatie een pak gevonden werd, dat op de omslag de titel droeg: Varia, en waarvan de inhoud dan ook van geheel uiteenlopende aard was. Uit dit pak zijn de nrs 64 en 75 gevormd, terwijl de rest van de stukken over een aantal nummers werd verdeeld.