De Hoven van Assises hadden dus uitsluitend crimineele rechtspraak. Zij waren samengesteld uit een President en vier rechters. De President was steeds een Raadsheer van het Keizerlijk Hof en werd door den eersten President van het Hof benoemd. Evenwel konden ook de andere leden uit genoemd Hof worden genomen, zooals het steeds het geval was in het Departement, waar de zetel van het Keizerlijke Hof was gevestigd. In de andere Departementen gold echter als regel, dat de President en de oudste leden van de rechtbank van eersten aanleg in de hoofdplaats als rechters fungeerden. Zij vormden als het ware de plaatsvervangers van de Raadsheren van het Keizerlijke Hof, die in zoo grooten getale moeilijk konden worden onttrokken aan den dienst van dat Hof.
Bepaalde misdrijven, o.a. gewapende smokkelarij en het vervaardigen van valsche munten, benevens de misdrijven, bedreven door den bepaald soort personen, als vagebonden en zij, die reeds tot een lijf- of onteerende straf waren veroordeeld, werden niet verwezen naar een Hof van Assises, maar naar een speciaal Hof, dat was samengesteld gelijk aan de Hoven van Assises, echter met toevoeging van drie militairen, die minstens den Kapiteinsrang moesten hebben bereikt. Zij vonnisten evenwel zonder jury.
Na het herstel der onafhankelijkheid bleven de rechterlijke colleges uit den Franschen tijd provisioneel bestaan * , echter werd bij Souverein besluit van 11 December 1813, Stbl. no. 10 art. 16 bepaald dat voortaan de Hoven van Assises zonder jury zouden worden gehouden, terwijl bij art. 17 de speciale hoven werden afgeschaft en bepaald werd, dat de zaken die tot hun competentie behoorden, voortaan eveneens naar de Hoven van Assises zouden worden verwezen.
Bij art. 53 en 54 der Grondwet van 1814 werden de oude Provinciale namen en grenzen hersteld en bij besluit van den Gouverneur der Provincie Overijssel van 16 Mei 1814 werd bepaald. dat voortaan de naam "Departement van de Monden van de IJssel" uit alle particuliere en publieke acten zouden worden weggelaten en vervangen door dien van "Provincie Overijssel".
De functies van het Hof van Assises den 1sten October 1838 overgegaan op de nieuw opgerichte Arrondissementsrechtbanken, terwijl de archieven werden overgebracht naar de Arrondissementsrechtbank te Zwolle, vanwaar zij in Januari 1929 naar het Rijksarchiefdepot werden gebracht en overgedragen aan het Rijk krachtens Kon. Besluit van 28 Augustus 1919, Stbl. no. 547.
De archieven van den Procureur-Crimineel zijn blijkbaar overgedragen aan het nieuw opgerichte Provinciale Gerechtshof, zetelend te Zwolle, welks archieven, na de opheffing van dit Gerechtshof, met ingang van 1 Januari 1876, krachtens Kon. Besluit van 17 December 1875, Stbl. no. 245, zijn overgebracht naar het Gerechtshof te Arnhem, vanwaar het archief van den Procureur-Crimineel, ingevolge het bovengenoemde Kon. Besluit van 28 Augustus 1919, eenige jaren later is overgebracht naar Zwolle en geplaatst in de Rijksarchiefbewaarplaats daar ter stede.
K.D. Hartmans