
"Hij heeft zich, de diplomatieke loopbaan verlatende, later berucht gemaakt door geestige, satirische, staatkundige en en andere geschriften; en door handelingen, welke hem ten laatsten groote onaangenaamheden, gerechtelijke vervolgingen en grove mishandelingen van de zijde der ondergeschikte Justitie- en Politiebeambten hebben berokkend, alles tot groot leedwezen en verdriet zijner Ouders en Bloedverwanten. Hij was begaafd met uitstekende talenten, de Latijnsche, Fransche, Hoogduitsche en Engelsche talen machtig, kundig musicus en tekenaar. Indien hij de Vaderlijke raad had willen volgen, dan zou hij voorzeker een der beroemdste en nuttigste mannen van zijn tijd zijn geworden. Hij luisterde daarentegen naar dien van schijnvrienden, bevordende de inzichten en belangen derzelven ter goeder trouw die hem later verloochenden en stortte zich in het verderf. Hij vergrootte nog daarenboven zijn ongeluk door zich heimelijk te Londen den 16 mei 1841 te mistrouwen aan M.M. Ferminet, dochter van een voornamen Amsterdamsche kapper". Hieruit blijkt wel, dat Adrien door zijn familie als het zwarte schaap gezien werd. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat in dit archief van Adrien niet meer aanwezig is, dan wat stukken uit zijn jeugd. Echter toch wel interressant, omdat zich daartussen de eerste pennevruchten van deze beroemde journalist bevinden.