Met het oog op de goede diensten, bij het heersen van vroegere cholera-epidemieën door speciale commissies bewezen, besloot de gemeenteraad op 18 juni 1866 tot de instelling van een cholera-commissie. De commissie werd belast met het voorlichten van het gemeentebestuur en Zwolse ingezetenen omtrent de maatregelen, " welke bij het uitbreken der ziekte tot hare beteugeling nuttig en dienstig zouden geacht worden ". De commissie, onder voorzitterschap van burgemeester Mr.J.A.G. Baron de Vos van Steenwijk, kwam 6 maal bijeen, tw. op 21 en 28 juni, 4 en 30 juli, 4 september en 17 november 1866.
In haar eerste vergadering besloot men tot de instelling van een viertal subcommissies:
1. een subcommissie, belast met een goede oppassing en verpleging der zieken en voor hun tijdig vervoer naar het ziekenhuis, als ook voor de behandeling der lijken en het spoedig vervoeren daarvan.
2. een subcommissie, belast met het voorzien in de behoefte aan kleding, ligging, dekking en wat daartoe verder behoort en zorgen voor de uitdeling van stroo en de reiniging der woningen.
3. een subcommissie, belast met de verstrekking van goed en versterkend warm voedsel.
4. een subcommissie, belast met de financiële afwikkeling van de spijsuitdelingen en andere benodigdheden.
Deze subcommissies brachten verslag uit aan de cholera-commissie. Bij raadsbesluit van 12 november 1866 no.448 werd de cholera-commissie ontbonden.