
Juffer Elisabeth van Rumeler, met Sweder van Averhagen als haar voogd, verkrijgt toestemming een jaarlijkse rente van 4½ mud rogge te vestigen ten behoeve van Otto van Bellynchoff, af te lossen met 12 gouden Rijnse guldens.
Get.: Bertolt ten Bussche en Hermen Grubbe.
Tekst is doorgestreept.
Adolph van Rutenbergen, na de dood van zijn moeder Elysabeth van Rumeler.
Get.: Otto van Bellynchave en Adolph Reyger.
Deryck van Bethbur, richter van Delden, na opdracht door Aleff van den Rutenberge en zijn vrouw Anna van Kronyngen.
Get.: Aleff Retgher en Brun Jansoen.
Deryck van Bethbur, richter van Delden, krijgt toestemming op het leen het vruchtgebruik te vestigen ten gunste van zijn vrouw Jutte, totdat hun dochter Thonnis gehuwd zal zijn.
Get.: Crystoffer Offerhaegen en Herman van Kemnae.
Tonys Reyger, na opdracht door hopman Rodoleff van Coverden en Johannes Coest, als voogden van Tonyes van Betber, dochter van wijlen Deryck van Betber en Jutta diens vrouw, ten behoeve van genoemde Tonyes de Reyger, haar stiefvader, ter voldoening aan een getoonde akte van boedelscheiding.
Get.: Joryen van Bermentlo, richter van Kedingen, en Johan Goessen.
Tonyes de Reger en zijn vrouw Margrete Smallink, met Hermannus Rouwerdink als haar voogd, krijgen toestemming testamentair over het goed te beschikken.
Get.: Herman to Kemenade en Derick Goessens.
Everhardt de Reyger krijgt uitstel van belening.
Diderick de Reyger, na een eerder verleend uitstel, na de dood van zijn vader Tonnys de Reyger.
Get.: Johan Gosens alias ter Mollen en Johan Herinck, goudsmid.
Frans de Reyger toe Gladbeck en Wermelinck.
Jonker Arnold Adolph de Reiger, volgens de tussen zijn vader Frans de Reiger en diens kinderen gemaakte boedelscheiding.
Jonker Arnold Adolph de Reiger toe den Glatbeecke vestigt een hypotheek tot zekerheid van een geldlening van ?2246,- aan burgemeester Henrick Schuitemaker en diens vrouw.
Jonker Arnold Adolph de Reiger toe de Glatbeecke vestigt ten behoeve van Hendrick van Rechteren en diens vrouw een jaarlijkse rente van 60 Carolusguldens, losbaar met 1200 Carolusguldens.
Jonker Anthoni Stephan de Reiger toe Warmelink en jonker Arnold Adolph de Reiger toe de Glatbecke bekennen gezamenlijk aan Jan ten Caete, koopman te Almelo, en diens vrouw Judith Willincks een bedrag van ?1140,- schuldig te zijn. Juffer Francina Aleida de Reiger belooft deze schuld voor haar bovengenoemde broers te voldoen, waarvoor zij als zekerheid haar aandeel van ?6000,- in de Gladbeckse boedel stelt. Als tegenprestatie hiervoor cedeert Arnold Adolph de Reiger een jaarlijkse rente van ?57,- uit erve en goed het Reve.
Jonker Arnold Adolph de Reiger toe den Glatbecke vestigt ten behoeve van Johan Swam, burgemeester van Almelo, voor ?1800,- een jaarlijkse rente van ?90,-.
Jonker Arnold Adolph de Reiger toe Glatbeecke met de ledige hand.
Henrick Schuitemaker.
Henrick Schuitemaker, burgemeester van Almelo, na opdracht door jonker Arnold Adolph de Reyger.
Geertruid Schuitemaker, onder hulderschap van haar man dr. Theodorus Bruins, na de dood van haar vader Henrick Schuitemaker; tevens krijgt zij toestemming het goed onder haar kinderen te verdelen.
Hendrik Jan Bruins, oudste zoon van wijlen secretaris dr. Theodorus Bruins, zoals hij het leen met zijn zuster en broers nog in onverdeeld eigendom heeft, met de volle en de ledige hand.
Burgemeester Hendrik Jan Bruins, na opdracht door de andere erfgenamen van zijn ouders dr. Theodorus Bruins en Geertruid Schuitemaker van hun 4 vijfde aandelen, te weten de voogden over Anthony Bruins, nog minderjarig, Rudolphine Maria Bruins, gehuwd met Pieter Warnaer, en Jacobus Bruins, gehuwd met Johanna Cupers en voogd over de kinderen van dr. [Andreas Joan] Dull, bij zijn eerste vrouw Henrica Bruins.
Derk Bruyns, koopman te Almelo, na de dood van zijn vader burgemeester Hendrik Jan Bruyns.
Derk Bruyns, burgemeester, met de ledige hand.