
Hieruit afgespleten de nrs. 10 en 11.
Geerden Ludekenssone. Hij heeft het leen gekocht van Hermanne van Hoonhorst.
Get.: Zeyne van Myllynghen en Johan die Smyt.
In de marge: "Rechteren" en "hefft Johan ten Thorne".
Johan ten Toirne.
Get.: Geert Sticker en Ludeken Johansz., weert to Rechteren.
Johanne ten Toerne, met de ledige hand.
Get.: Steven van Haren en mr. Henrick van Eerthe.
Johan ten Toerne Johansz.
Get.: Evert Spijcker en Steven van Rutenborch.
Johan then Toerne is nog niet beleend, hoewel Johan Splitlof het heergewaad al wel betaald heeft
Evert ten Bussche, kanunnik te Suncte Peter toe Utrecht, onder hulderschap van meester Wolter ten Bussche zijn broer, na de dood van Johan ten Torne, zoon van Johan ten Torne.
Get.: Hermen ten Bussche Gerbrantsonne en Thomas Knoppert, Stichts leenmannen.
Meester Johan Oestendarp.
Get.: Otto van Rutenberge en Reyndt van Coverden de jonge.
Meester Johan Oestendarp wordt toegestaan om bij zijn overlijden het leen in vruchtgebruik te geven aan zijn vrouw Kateryne, en het bij testament aan zijn kinderen te vermaken. Het goed was hem aangekomen met de dood van Johan ten Thoirne.
Get.: Meester Johan van Langen, doctor, en Bartolt van Langen, broers.
Fredrick van Oostendorp, "innocent", onder hulderschap van Wulff de Sweerden, zoals voor hem Johan van Oostendorp en daarna diens zoon Gerrit van Oostendorp beleend waren. Het leenverzuim wordt vereffend.
Jonker Peter van Oostendorp, raad en ontvanger-generaal des konings te Antwerpen, vertegenwoordigd door Gerryt van Luick, na de dood van zijn broer Frederik van Oostendorp.
Juffrouw Gertruidt van Ostendorp, weduwe Van Haersolte, onder hulderschap van Rotger van Haersolte, commissaris en burgemeester van Zwolle, na dood van haar broer Peter van Ostendorp.
Nicolaes van Haersolte, na opdracht door Rotger van Haersolte, commissaris en burgemeester van Zwolle, als hulder voor juffrouw Gertruidt van Ostendorp, weduwe Van Haersolte.
Dr. Cornelis van Twenhuysen als hulder voor jonker Poulus van Salmede, schepen van Antwerpen, en mr. Andries van Langenberge, licentiaat en advocaat- postulaat te Antwerpen, als voogden over de kinderen van wijlen Lubbert van Vilsteren alsmede voor heer Lammeraell van den Berge, heer van Pieterbeis en Byel, raad en meester-ordinaris van de Brabantse Rekenkamer, als voogd over de nagelaten kinderen van jonker Acelmo van Oostendorp en joffer Petronella de Haese zijn vrouw. Het aandeel in het leen is door genoemde kinderen geërfd van wijlen Peter van Oostendorp.
Juffer Johanna van Oostendorp, weduwe Van Vilsteren, onder hulderschap van jonker Henrick Glauwe, na opdracht door Cornelis van Twenhuysen IUD., als hulder.
Gerardt van Vilsteren ten Voorde, heer van Ter Straten, zoals voorheen Johanna van Vilsteren beleend was.
Gerhardt van Vilsteren, heer tot Laerne en Straeten, vertegen-woordigd door Hendrik Lambert Bruins, met de ledige hand.
Gerhardt van Vilsteren, heer tot Laerne en Straeten, met de ledige hand.
Derk van Rees, als volmacht van Levina Maria de Beer, douarière van Gerhard van Vilsteren, heer van Vilsteren, baron van Laerne, heer van Asselare en Ter Straeten, en als hulder voor hun zoon jonker Charles van Vilsteren.
Jacob Joseph van Vilsteren, baron van Laerne, heer van Straeten en Asselaer, onder hulderschap van Derck van Haerst, na de dood van zijn broer Carel van Vilsteren.
Dr. Willem van Grootvelt, na opdracht door Jacob Joseph van Vilsteren, baron van Laerne, vertegenwoordigd door dr. Gerhard van Rees.
Dr. Willem van Grootveld, vertegenwoordigd door zijn zoon Alexander van Grootveld, met de ledige hand.
Lambert Hendrikse, na opdracht door dr. Willem van Grootveld, vertegenwoordigd door zijn zoon Alexander van Grootveld.