
Vervolgd als leen van Rechteren, vgl. A.J. Mensema, Repertoria op de registers van de particuliere leenkamers in Overijssel 1400-1809 (Zwolle, 1988), p. 376 en 406.
Hinric Rouwenoirt die olde, hulder voor Hadewich van Vlederingen, weduwe van Dirick van Vlederingen, doet opdracht.
Get.: Gheert Palike van Engehuesen en Hinric van der Hovelick, leenmannen van der heerscap van Keppel.
Hinric Ovyng, proost van Swartenwater, onder hulderschap van Geert Kuyrkamp, na opdracht door Hadewich van Vlederingen, met Geert Sticker als haar hulder en voogd.
Get.: Seyger van Rechter en Evert van Graes.
Heren Hermen Scarphof, proost van Swartenwater, onder hulderschap van Geert Ovyng.
Get.: Gerijt Sticker en Ludeken Johanssoen.
De proost van Zwartenwather.
Johan Dericksz., proost van Swartenwater, onder hulderschap van Werner Duesterbeke.
Get.: Johan van Vorst en Johan van Haerst, Stichtse leenmannen.
Het klooster of convent genaamd "thom Swarten Water" vertegenwoordigd door de proost Albert van den Hardenberghe, onder hulderschap van Alfert ther Lynden.
Get.: Otto van Bellynchave die olde en Johan Clawesson.
Jonker Johan van Rechteren, mijn [= leenheer] broeder.
Get.: Otto van Bellynchave en Herman ter Kemenade.
Otto van Rechteren, zoals voor hem Johan van Rechteren beleend was. Het leenverzuim wordt vereffend.
Jonker Johan van Haersolte, burgemeester, met het halve erve.
Johan van Haersolte, burgemeester te Zwolle, krijgt toestemming het halve erve als één geheel of in gedeelten te verkopen.
Willem Geertsen te Dalfsen, na opdracht door Johan van Haersolte, met "den halve Veltkamp".
Berendt Jansen te Dalfsen, na opdracht door Johan van Haersolte, met "den huisstede met den hoff met het waertall in die Ruite en het halve Heedtlandt en het halve Bliekersbuys".
Zeiger Geerssen te Dalfsen, na opdracht door Johan van Haersolte, met "het halve Hoogestucke saylands".
Zeiger Geerssen te Dalfsen, na opdracht door Johan van Haersolte, met "dat halve Hoyslach".
Jan Henricksen, wonende op het Grooten Erve te Dalfsen, na opdracht door Johan van Haersolte, met "3/4 waars in die marke van Luessen, ende nog seeckere helffte van soeven rooden in den Brandt, ende nog die helffte van soeven roeden in den Roosengaarden.