Juffer Hadewich van der Schulenborch, weduwe van Sweder van Bosseler, onder hulderschap van Boldewijn van Lar, na de dood van haar broer heer Henrik van den Schulenborch, kanunnik te Deventer.
Get.: Henrick Oesterhoff, Stichts leenman, en Johan van Haerst, eigen leenman.
Johan van Boisseler Derycksz., na de dood van zijn vader Deryck Boisseler, die het weer had verkregen van diens overleden moeder juffer Hadewych van den Schulenborch.
Get.: Otto van Bellynchave die olde en Herman ther Kemenade.
Frantz de Wenth heer tho Krasselsteen en Mollen, onder hulderschap van Wolter Pickart, na de dood van Johan van den Boetzeler.
Coenraet van Keteler, vrijheer zu der Asse en Schulenborch, onder hulderschap van Jan Berentsen, rentmeester van de heer van der Asse.
Mechteld Sloot, weduwe van Borchardt van Oohr, vrouwe van Buckhorst en Zalk, krijgt, wegens een vordering van geleend geld en achterstallige rente op Odilia van Ketteler, vrouwe ter Assen en Schoulenborch, toestemming op het leen beslag te leggen.
Eva van Ketteler, onder hulderschap van haar man Gosen Ketteler heer tot Havestadt en Asse, tot Waldenborch en Marcklinckhausen, Keuls drost van Ostinckhausen.
Johan vrijheer van Ketler tot Monsioi, Amboten en Assen, heer tot Oyen, onder hulderschap van Georgius van Ittersum.
Catharina van Lohe, weduwe Van Keteler toe Monioy, onder hulderschap van Johan Berendtsen, rentmeester op de Schuilenborg, ten behoeve van haar jongere zoon Frederik Wilhelm van Keteler.
Jacob Smitt, burger te Delden. Het leenverzuim wordt hem kwijtgescholden nu hij onder ede heeft verklaard niet van de leenroerigheid op de hoogte te zijn geweest.
Jan Smit, burger te Delden, na de dood van zijn schoonvader Jacob Smit.
Aelbert Smit, burger te Delden, ten behoeve van zijn minderjarige zoon Aelbert (of Aloff) Aelberts Smit, na de dood van zijn neef Jan Smit.
Jan Aelberts Smit te Delden, onder hulderschap van zijn vader Aelbert Smit, na de dood van zijn broer Aloff Aelberts, met de ledige hand, omdat Aelbert Smit voor Aloff Aelberts ook al hulder was.
Dithmar Aelberts, onder hulderschap van zijn vader Aelbert Smid, na de dood van Jan Aelberts, met de volle en de ledige hand.
Henricus ten Holscher, voor zichzelf en als volmacht van Margrita Wensink, weduwe van Gerrit ten Holscher, en voor Janna ten Holscher, met 1/4 deel van het leengoed.
Gerrit Keusekamp, na opdracht door Henricus Holscher, met 1/4 deel van het leen.
Henricus Driesman, als erfgenaam van Geertruyd Smits en als volmacht van de overige erfgenamen, te weten: Catharina Smits, Johanna Engelina Smits en Maria Smits, weduwe van Pieter de Graaf; tevens verkrijgen zij toestemming hun 1/4 deel te verkopen.
Bernardus Helmichs, op verzoek van zijn vader Hermannus Helmichs, hofmeier te Borne, met 1/4 deel, na opdracht door Henricus Driesman c.s
Jan Hilgerink alias Smit met 1/4 deel.
Gerrit Keusekamp, na opdracht door Jan Hilgerink of Jan Smit, met 1/4 deel.
Hermannus Helmichs, hofmeier te Borne, na de dood van zijn zoon Bernard Helmichs, met 1/4 deel.
Jan Hendrik Musebelt met 1/4 deel, na opdracht door Aelbert Smit, als volmacht van zijn vader Diethmer Smit.
Jan Hendrik Musebelt, met de ledige hand, met 1/4 deel.
De weduwe van Gerrit Keusekamp, onder hulderschap van Jan Musebelt, met twee 1/4 delen, die nu weer tot één 1/2 deel verenigd worden, met de volle en de ledige hand.
Hermannus Helmich, hofmeier te Borne, vertegenwoordigd door Gerh. Wolt. Westerlo, advocaat, met 1/4 deel, met de ledige hand.