
Berent van Thie, die het leen gekocht zou hebben van wijlen Johan Hegehus, priester.
Get.: Bertholt ten Bussche en Johan Jeger.
Pelchrym van Tye, dijkgraaf.
Get.: Deryck van Bedtber, richter van Delden, en Hermen ter Kemmenade.
De weduwe van Pelgrym van Thye, ten behoeve van haar oudste dochter Agnes, onder hulderschap van Jasper van Twyckeloe.
Get.: Otto van Bellynchave dye olde en Deryck van Bedtber, richter van Delden.
Andries Kuyper, burgemeester van Goor, als hulder voor en volmacht van Frans van Asschenberch zur Geist und Venne, die het leen volgens getoonde akte van verkoop had verkregen van Agnes van Tye, waarvoor Jasper van Twickelo hulder was.
Jan Mulert tot Bakenhagen.
Joan Ludolph Mulart toe den Baeckenhagen, na de dood van zijn vader Jan Mulart toe den Baeckenhagen.
Joan Ludolph Mulert tot den Baeckenhagen krijgt goedkeuring van zijn testament.
Henrick ten Caete en zijn vrouw, na opdracht door juffer Lucia Anna en juffer Joanna Mechteld Mulert, vertegenwoordigd door dr. Adolph Hendrik Putman, die het goed was toebedeeld bij boedelscheiding van 14 februari 1712, na de dood van hun ouders Johan Ludolph Mulert en Fenna Roelinck, in leven heer en vrouwe van Bakenhaegen.
Derck Mulert tot Baeckenhaege, ritmeester, na opdracht tot zekerheid van een geldlening van ?2.200,-, door Henrick ten Caete, burger te Almelo, nu deze lening is afbetaald.
Derck Mulert verleent hypotheek aan Henrick van der Sluis te Haaksbergen, tot zekerheid van een geldlening van ?2.200,-, nadat de voorgaande lening was afgelost.
Derk Mulert toe den Bakkenhagen, luitenant-kolonel, met de ledige hand.
Joan Arnold Ludolph baron Mulert, na opdracht door Derk Mulert tot Bakkenhagen, beiden vertegenwoordigd door Antonij Lammers.
Jan Arnold Ludolph baron van Mulart toe den Bakenhagen, vertegenwoordigd door Andreas Wilmink, met de ledige hand.