
Ffrederick van Keppel, mijn [= leenheer] neef, na opdracht door Tomas Blommendael mijn [= leenheer] neef, die het in leen had ontvangen na opdracht door Vrederick van Keppel, heer tot Verwoelde, onder voorbehoud van hetgeen is opgenomen in de huwelijkse voorwaarden van juffer Steven van Keppel gen. Grevenisse, nicht van de leenheer.
Get.: Aleff Reyger en Otto van Ruytenborch.
Thomas Blommendael, enige overlevende zoon van juffer Steven van Keppel.
Get.: Otto van Bellynchave die olde en Frans ter Bruggen.
Aellert van Haefften, mijnen [= leenheer] zwager, na opdracht door Tomas Blommendael.
Get.: Johan Grubbe van Vleronge en Deryck van Betber, richter van Delden.
Arendt Reyger, na opdracht door Aellerdt van Hafften, heer tot Verwoelde.
Get.: Otto van Bellynchave en Johan Goyssens.
De weduwe en minderjarige kinderen van Arendt Reyger, onder hulderschap van Thoma Reyger.
Get.: Herman van Kemenade en Johan Goissens.
Juffer Gertruidt van Armel, weduwe van Steven de Reyger, onder hulderschap van Everhardt de Reyger, ten behoeve van haar en Steven de Reyger, tot voldoening van hun testament van 28 september 1606 en hun huwelijkse voorwaarden van 19 mei 1603, beide vertoond.
Juffer Geertruidt van Armeloe, vertegenwoordigd door jonker Johan Rammelman, met de ledige hand.
Juffer Frans Margaretha de Reyger, onder hulderschap van Joannes Richters, zoals Everhard de Reyger als hulder voor Gertruyt van Almen beleend was; tevens wordt haar toegestaan het goed bij testament aan haar broer Goert de Reyger te vermaken.
Guerdt de Reyger, onder hulderschap en vertegenwoordiging van Albertus de Booth alias Greven IUD.
Guerdt de Reyger, vertegenwoordigd door Albertus de Booth alias Greven IUD., krijgt toestemming over het goed te beschikken
Guerdt de Reyger, vertegenwoordigd door Albertus de Booth alias Greven IUD., krijgt goedkeuring van zijn testament.
Juffer Hesina de Baeck, weduwe van jonker Geurt de Reyger, luitenant, ten behoeve van haar minderjarige kinderen bij Geurt de Reyger, onder hulderschap van Frans de Reyger toe Warmerinck.
Juffer Fransina Margrieta de Reiger, onder hulderschap van haar man Jan Ripperbant, na de dood van haar moeder juffer Hesina de Baeck, weduwe van Geurt de Reiger.
De weduwe Ripperbant wordt voor één maand uitstel van belening verleend.
Francina Margrieta Reiger, weduwe van luitenant Joan Ripperbant, met de ledige hand.
Jan Godefridt Ripperbant, kapitein-luitenant in het regiment te voet van overste Van Haersolte, na de dood van zijn moeder.
Jan Godefridt Ripperbant, kapitein, met de ledige hand.
Jacob Christoffer Ripperbant, na de dood van zijn vader Joan Godefriedt Ripperbant.
J[acob] C[hristoffer] Ripperbant, vertegenwoordigd door procureur P.J. Schutte, met de ledige hand.