
Hiervan afgespleten nr. 47 en naderhand gewisseld met nr. 45.
Johan Sleusken, minderjarige zoon van wijlen Johan Sleusken, onder hulderschap van Hinrick ten Hamme den jungen.
Get.: Gerijt van Pesye en Otto Momme.
Johan Sleusken wordt van zijn "manstat" van dit vijfmarkenleen ontslagen, dat wordt omgezet in een Zutphens leen.
Johan Sleusken.
Get.: Johan van Grymberge en Herman Peyse.
Mathias Gisbetzen van Campen, als volmacht van zijn zwager Johan Sleusken, na de dood van Johan Sleusken, vader van zijn echtgenote Lubben.
Get.: Johan van Leyden, eigen leenman, en Wylhem Kryet, Stichts leenman.
Matthias Gisbertz. van Campen ten behoeve van Johan Sleusken.
Get.: Volkier Sloet en Hademan van Laer.
Johan Sleusken zelf, na de dood van Mathias Gisbertz.
Get.: Otte van Bellinchof en Cales then Kemenade.
Lambert Sleuseken, na de dood van zijn broer Johan Sleuseken.
Get.: Otte van Bellinchof en Cales then Kemenade.
Lambert Sleuseken verkoopt een jaarlijkse rente van 11 mudden rogge uit het goed aan Johan Kuckman, rector, Johan van Gellemuden, procurator, en de andere gemene priesters van het Klerkenhuis binnen Zwolle, waarbij hij tot zekerheid van de rentebetaling het goed als onderpand stelt.
Get.: Otte van Bellinchof en Cales then Kemenade.
Evert Kockman, na opdracht door Lambert Sleuseken.
Get.: Johan Kockman, Stichts leenman, en Johan Splitloef, eigen leenman.
Macharius van Oldeneel, na de dood van zijn vader Henryck van Oldeneel.
Get.: Herman ter Kemenade en Tonys Reyger.
Joachim vonn Oldennell, wettige zoon van wijlen Micharius vonn Oldenell.
Johan van Oldeneel ther Haer, als leenvolger van wijlen zijn broer Jochum van Oldeneel, met de ledige hand.
Jonker Diederick van Oldeneel toe der Her, na de dood van zijn vader jonker Johan van Oldeneel tho der Haer.
Jonker Joan van Coeverden tot de Haer, zoals Frederik van Oldeniel hiermee beleend was.
Joan van Coeverden toe Scherpenseel en de Haer, krijgt goedkeuring van zijn voor het gericht van Olst gepasseerde besloten testament.
Adam van Heerd, als voogd over zijn minderjarige kinderen, aan wie het leen bij boedelscheiding van 15 december 1687, na de dood van Joan van Coeverden tot de Haere, was toebedeeld, belooft het goed, op verzoek van Agneta Vos, weduwe van Henrik Marrienburgh, wegens een door Van Coeverden verleende hypotheek niet opnieuw te zullen bezwaren of verkopen, zolang de procedure over het goed nog voor het gericht loopt.
Adam van Heerde, als voogd over zijn dochter Everhardina van Heerde, na de dood van Joan van Coeverden toe de Haer volgens het op 17 september 1685 voor het gericht van Olst gepasseerde testament.
De juffers Everhardina en Catharina Elisabeth van Heerd, na de dood van hun vader Adam van Heerd, met de ledige hand, onder hulderschap van de procureur Marcelis Baerselman; tevens krijgen zij toestemming uit dit erve een bij de Katenhorst gelegen stuk hooiland verkopen.
Catharina Elsabée van Heerdt, onder hulderschap van haar man Godert Henrick van Bellinkhave toe Bellinkhave, met de ledige hand.
Markies de Thouars tot Bellinkhof, Hofstede en Woeste wordt vergund dat de leenplicht van dit leengoed wordt overgebracht op "Jan Blenkenplaats" in het kerkdorp Hellendoorn, waarna dit goed allodiaal zal zijn.