
Zeiger van Rechteren van Voerst, voor een verlaten leen, zoals Roloff van Peisye, diens voorvaderen en nakomelingen beleend waren.
Get.: Henryck van Peyse, eigen leenman, en Henryck van Bevervorden, Stichts leenman.
Bertolt ten Bussche, na aankoop van heer Otto van Rechteren, ridder.
Get.: Volkier Sloet en Evert van Langen.
Juffer Wygbolt van den Bussche onder hulderschap van Brun van Langen.
Get.: Mr. Johan van Langen en Adolph Reyger.
Otto van den Bussche, na de dood van zijn zuster juffer Wygbolt van den Bussche; tevens vestigt hij op het goed vruchtgebruik ten behoeve van zijn vrouw juffer Kale.
Get.: Otto van Bellynchave die olde en Johan Goissens.
Johan van Laer tot Honloe, na opdracht door Otto van den Bussche en zijn vrouw juffer Kale zijn vrouw.
Get.: Renolt van Coverden en Johan van den Boisseler.
Gerryt van Lhaer tot Honloe, na de dood van zijn vader Gerrit van Laer.
Gerryt van Lhaer, met de ledige hand.
Willem van Laer, na de dood van zijn broer Gerhardt van Laer.
Jonker Hendrik van Laer tot Baerle, vertegenwoordigd door Willem Lippert.
Wilhelm van Haersolte toe Elsen, drost van Bredenvoort, vertegenwoordigd door Tomas Tomassen den ouden, rentmeester.
Salomon Lange, kamerbewaarder van de Staten van Overijssel, na opdracht door jonker Joan van Haersolte, burgemeester van Zwolle, en jonker Rutger van Haersolte toe den Cranenborch, hoogschout van Hasselt, als voogden over jonker Anthonis van Haersolte, zoon van wijlen jonker Wilhelm van Haersolte tot Elsen, drost van Bredevoort.
Antoni van Haersolte, nu meerderjarig.
Antoni van Haersolte tot Elssen, met de ledige hand.
Vrouw Conradina Willemina baronesse van Dedem, douarière Van Haersolte, vrouwe tot Elsen, Staverden en Swaluwenburg, als moeder en voogdes over haar minderjarige zoon jonker Coenraad Willem van Haersolte, onder hulderschap van Willem van Arnhem IUD., griffier van de Ridderschap van Overijssel.
A[rent] van Raesfelt tot Elsen, vertegenwoordigd door J.C. Pothoff IUD. en advocaat te Goor, zoals hiervoor Conradina Willemina baronesse van Dedem beleend was.
baron van Raesfelt, drost van Haaksbergen, vertegenwoordigd door mr. Paulus Putman, griffier van de Ridderschap van Overijssel.