
Gewisseld met nr. 65.
Henr. Menger, als hulder van en volmacht van Wilhelm Ripperda tot Buxbergen, Hengelo, Boekelo en Ruischenborch, na opdracht van het goed en nadat het "erve de Haere gelegen toe Wyrden" van de leenplicht was ontslagen.
Unico Ripperda tot Hengelo, Buxberge, Boekelo, Ruesschenborch en Solmsborch, heer tot Wimnom en Outlandt, vertegenwoordigd door zijn hulder Henr. Menger IUD., na de dood van zijn vader Wilhelm Ripperda.
Juffer Anna Wilhelmina van Lintelo tot Boxbergen, onder hulderschap van Wolter ten Brinck, zoals Unico Ripperda beleend was.
Anna Wilhelmina van Lintelo tot Boxbergen, vertegenwoordigd door dr. Wolter ten Brinke, verleent hypotheek op het goed tot zekerheid van een geldlening van ?1.150,-, verschuldigd aan de erfgenamen van Henrick Jordens, zijnde een restant van een in 1677 door wijlen Unico Ripperda tot Hengelo en diens vrouw wijlen Margarita van Merode aangegane geldlening.
Volgens een marginale aantekening van 8 april 1732 vond op verzoek van de "erfgenamen Jordens", met name dr. Aug. Besier, getrouwd met Gerhardina Jordens, zijn zwager dr. Gerhard Jordens en de controleur Engelbert Marienborg, getrouwd met Maria Jordens, royering van de hypotheekinschrijving plaats.
Willem van Lintelo, landcommandeur van de Balije van Utrecht, en freule Joachemina Mulert, dochter van de Leemcule, beiden vertegenwoordigd door Jacob ten Brinck IUD., na de dood van Anna Wilhelmina van Lintelo.
Christoffer Daniel van Coeverden tot Rande, na opdracht wegens verkoop van 3 april 1730 door Willem van Lintelo en Joachemina Mulert.
Willem van Ittersum en Margaretha Isabella van den Capellen toe den Oosterhof, echtelieden, na opdracht door Christoffel Daniel van Coeverden en zijn vrouw Jurriana Cunera Rodica van Lennep, heer en vrouw tot Rande, beide partijen vertegenwoordigd door Berent Schimmelpenninck, koopman te Almelo; tevens verlenen zij hypotheek ten gunste van Jan Herman van Hoevele, heer van 't Wesevelt, tot zekerheid van een geldlening van ca. ?2.900,-.
Volgens een marginale aantekening van 12 maart 1741 vond op verzoek van de heer van Ittersum tot Oosterhof royering van de hypotheekinschrijving plaats, na vertoning van de door L.H. van Hövel afgegeven kwitantie.
Wilhelm van Ittersum tot de Oosterhof verleent hypotheek ten gunste van juffer Geertruid en juffer Anna Jacoba Tidemans te Deventer, tot zekerheid van een geldlening van ?2.000,-.
Volgens een marginale aantekening van 20 september 1764 vond op verzoek van de heer van Ittersum tot de Oosterhof royering van de hypotheekinschrijving plaats, na vertoning van de op 3 maart 1763 te Amersfoort door Anna Jacoba Tideman afgegeven kwitantie.
Willem baron van Ittersum toe den Oosterhof, met de ledige hand.