
Afgespleten van nr. 72.
Henrick Tonissen en Swaentien Dertn, echtelieden, na opdracht door Egbertus van Egmont toe den Luchtenberg.
Gerrit Jans (ook Gerrit Lamberts), weduwnaar van Swaentien Derx, met ¼ deel van de weide.
Egbert Derx, als voogd over de minderjarige kinderen van wijlen zijn zuster Swaentien Derx bij Henrick Tonissen, met ¼ deel van de weide.
Derck Henrix, als oom en voogd van Hendrick Gerritsen, zoon van wijlen Gerrit Hendrix te Olst bij wijlen Swaentien Dercx, met de helft van ¼ deel van de weide.
De kinderen van wijlen Hendrick Thonissen bij Swaentie Dercx vertegenwoordigd door hun voogden Joan Dercx de Grave en Peter Bolmans, van wie de eerste tevens hulder is, met de halve weide, zoals hiervoor Egbert Dercx beleend was.
Derckien Hendricx, onder hulderschap van Hendrick Gerrits, na de dood van haar ouders Hendrick Teunis op de Kolck en Swaentien Dercx, zoals hiervoor haar voogden beleend waren en zoals het leen haar bij boedelscheiding van 13 juni 1707 toebedeeld was.
Hendrick Gerrits Kijsebrinck, na opdracht door Derckien Hendricx, onder hulderschap van Hendrick Gerrits en geassisteerd door haar man Jan Geerlings van Vilsteren.
Hendrick Kijsebrinck en zijn vrouw Catrina Rutgers verlenen hypotheek ten gunste van de dochter van wijlen Henrick van Markel, in leven burgemeester van Deventer, tot zekerheid van een geldlening van ?400,-.
Volgens een marginale aantekening van 20 juli 1726 verkrijgt Hendrik Gerritse Kijsebrinck royering van de hypotheekaantekening, na vertoning van de door Johanna C. van Markel afgegeven kwitantie.
Geerlig van den Dam, na opdracht door Hendrick Gerrits Kiesebrinck.
Geerlig van den Dam, vertegenwoordigd door Derk Bannink, verleent hypotheek ten gunste van Jacob ten Brincke IUD., burgemeester van Deventer, tot zekerheid van een lening van ?800,-.
Hendrik van Dam, na de dood van zijn vader Geerlig van Dam; tevens wordt hem toegestaan de hypotheek ten gunste van burgemeester Jacob ten Brincke te verlengen.
Hendrik van Dam verkrijgt royering van de hypotheekaantekening na vertoning van de door A.M. Roelink, weduwe Ten Brink, afgegeven kwitantie.
Gerrit van Enk, na opdracht wegens verkoop van 15 augustus 1763 door Hendrik van den Dam.
Gerrit van Enk, met de ledige hand.