
Arnde van Bervorde.
Get.: Hinrick van Bervorde en Johan Suest, Stichtse leenmannen.
Arnt van Bevervoerde.
Get.: Gert Mulert, rentmeester, en Seyne Mulert Henrixsen, leenmannen van het Sticht Utrecht.
Derick van Bevervoerde, na opdracht door zijn vader Arnt van Bevervoerde.
Get.: Gert Mulert, rentmeester, en Seyne Mulert Henrixsen, leenmannen van het Sticht Utrecht.
Berende van Bervorde tho Wemsel Berndessone, na opdracht door Johan van Bevervorde Arendessone, na de dood van zijn broer Deryck van Bervorde Arntssone.
Get.: Sweder van Overhagen, Stichts leenman, en Herman Grubbe, eigen leenman.
Een vrijwel identieke akte is ingeschreven in dl. B fol. 5 en vermeldt als leenman Berende van Bevervorde to Wemsel Gherdessone.
Berendt van Beverfoerde tot Weries en Wemselo vestigt op het door hem gekochte leen vruchtgebruik ten behoeve van zijn "maagd" Catharina then Asschenhoeve en haar door hem verwekte natuurlijke kinderen. Na haar overlijden moeten zijn wettige kinderen de natuurlijke kinderen 200 goudguldens uitkeren en mogen zij het leen aan zich trekken.
Get.: Toenis Reger en Diderich Goissens.
Borchardt van Oer, voor zichzelf en als voogd over zijn moeder, broers en zusters.
Get.: Anthonys de Reiger en Gerhard ter Haer, richter van Almelo.
Johan Christoffer van Beverforde tot Werrys en Wemseloe, zoals zijn grootvader Bernd van Beverforde beleend was.
Johan Christoffer van Beverforde tot Werrys en Wemseloe krijgt toestemming tot verkoop [tot zekerheid] aan Sweder Schele tho Welfelde, waarbij hij belooft Schele de hieraan verbonden kosten te vergoeden en hem wordt toegestaan zelf leenman van het goed te blijven.
Johan Christoffer van Beverforde tot Werrys en Wemseloe, zoals zijn grootvader beleend was.
Johan van Beverforde, als hulder voor Kiliana van Brabecke, weduwe van Johan Christoffer van Bevervorde toe Averwerries en Wemseloe, als voogdes over haar oudste zoon Bernhardt van Berverforde.
Engelbert van Befervoerde toe Weemseloe en Warrits.
Wilhelm Henrick Schele tot die Welborch wordt toegestaan het leengoed te verkopen.
Jan Warners, wonende te Borne, na opdracht door Joannes Meilinck, advocaat, als volmacht van Wilhelm Schele tot Welberge.
Jan Warners van Borne, met de ledige hand.
Engelbert van Beverforde, domkelner te Munster, met de ledige hand, waarbij tevens een vroegere tijdelijke verkoop van 2 maart 1614 aan de toenmalige meier Groeneman, waarvoor de leenheer geen toestemming had gegeven, vereffend wordt.
Maria Ida van Plettenborch, weduwe Van Beverforde, als moeder, alsmede Christiaan van Plettenborch en Engelbert van Beverforde, als voogden, van Ferdinand van Beverforde toe Weemselo, na opdracht door zijn oom Engelbert van Beverforde.
Godefrid Jobsten Hermans, als hulder en volmacht van Bernard Engelbert Christiaan van Beverforde te Munster, zoals voorheen de voogden over zijn broer Ferdinand beleend waren.
Henrick Berents Bolck te Almelo, na opdracht door Jan Warners van Borne.
Lambert Warninck, na opdracht door Hendrick Berentsen Bolck.
Jan Bolck en Jan Warninck, als voogden over de vier minderjarige kinderen van Lambert Warnink en zijn eerste vrouw Catharina Camphuys, met name over de oudste zoon Jannes Warninck, waarvoor Jan Warninck hulder is, onder voorwaarde, dat als Jannes meerderjarig wordt, hij voor het overige 3/4 deel zijn broer Hendricus en zijn zusters Gesina en Janna Warninck moet uitkopen.
Hendrik Mulder, getrouwd met de weduwe van Lambert Warninck, na opdracht door Jan Bolck en Jan Warninck, als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Lambert Warninck en diens eerste vrouw Catharina Camphuys, en als vertegenwoordigers voor Johanna Warninck, getrouwd met Lambert Hofstede.
Lambert Oeverink, als hulder en voogd over Henrikus en Maria Mulders, kinderen van Gesina Willems bij haar laatste man wijlen Hendrik Mulder, zoals hen bij boedelscheiding van 16 januari 1738 toebedeeld was.
Frederik Christiaan van Beverforde tot Weemselo en Werris, vertegenwoordigd door Bernard Helter IUD., rentmeester van Weemselo, met de volle en de ledige hand.
Wolter Borgerink krijgt toestemming tot verlenging van de hypotheek met zes jaar, na afdracht van het leenverzuim.
Wolter Borcherink krijgt royering van de hypotheekaantekening van 19 april 1759 ten gunste van Willem Schimmelpenninck en Jan Costers, curatoren en voogden over de nalatenschap en kinderen van Berend Schimmelpenninck, na vertoning van de kwitantie.
Gerrit Geerling, na opdracht door zijn schoonvader Wolter Borcherink uit Albergen.
Gerrit Geerling verleent hypotheek ten gunste van Jan Coster Egbertsz. en Willem Schimmelpenninck, als voogden over Bernardus en Christina Schimmelpenninck, kinderen van wijlen Baerend Schimmelpenninck, tot zekerheid van een geldlening van ?1.300,-.
Gerrit Geerling verkrijgt royering van de hypotheekaantekening, na vertoning van de door Willem Schimmelpenninck afgegeven kwitantie voor een op 14 maart 1768 door Johan Reinhard Burchard Rudolph graaf van Rechteren betaald bedrag.
Johan Reinhard Burchard Rudolph graaf van Rechteren tot Noorddeurningen na opdracht door Gerrit Geerling.
F.C. van Elferveld gen. van Beverforde, minderjarige erfgenaam van wijlen F.C. van Beverforde heer van Opper en Neder Warries, Bynk, Langen, Weemselo et., vertegenwoordigd door G.A. vrijheer Spiegel toe Diesenberg.
F.C. van Elferveld gen. van Beverforde, onder voogdij van G.A. vrijheer van Spiegel tot Diesenberg, vertegenwoordigd door de heer Bloemen, priester te Tubbergen, met de ledige hand.
David Constantijn baron du Tour, na opdracht door Johan Reinhard Burchard Rudolph graaf van Rechteren tot Noorddeurningen.
David Constantijn baron du Tour verleent hypotheek ten gunste van Jan ten Cate Jansz., tot zekerheid van een geldlening van ?1.600,-.
Volgens een marginale aantekening van 13 mei 1777 is de hypotheekinschrijving geroyeerd op verzoek van Gerrit Geerlings en Jan ten Cate Jansz.