Hiervan afgespleten nr. 92.
Herman to Kemenade.
Get.: Jacob die Bake en Johan van Bermptloe.
Claes tot Kemmenade, na de dood van zijn vader Hermen ther Kemmenade.
Get.: Otto van Bellynchoff en Johan van Bermptlo.
Herman ther Kemenade; tevens vestigt hij levenslang vruchtgebruik ten behoeve van zijn vrouw Mechtelt ter Kemenade.
Get.: Henrick Herynck en Johan Clauwessen.
Herman van der Kemnade krijgt toestemming het goed voor zes jaar te bezwaren met 50 goudguldens ten gunste van Engelbert Joerdinck en zijn echtgenote Catharina, burgers binnen Almelo.
Get.: Antoenis de Reiger en Derck Johan Goessens.
Gerhart van der Kemnade, na de dood van zijn vader Herman van der Kamnade.
Goert van der Kemnade ten Velthave en zijn vrouw Johanna Torck krijgen toestemming om bij testament over het leen te beschikken; tevens wordt de verdeling van de leengoederen tussen hun oudste dochter Catelein, gehuwd met Johan Rengers te Hattem, en hun jongste dochter Mechtelt van der Kemnade, gehuwd met Cousyn van Oldenbarnefelt.
Juffer Johanna van Kemnade gen. Dunsseler, vertegenwoordigd door Everhardt de Reyger, wordt toegestaan over haar deel van het leen te beschikken. Het deel is haar geërfd met de dood van haar vader en moeder.
Nicolaes van Oldenbarnevelt, als volmacht van zijn moeder Mechtelina van der Kemna, voor juffer Elisabeth ten Voorde, weduwe van Rechteren, en voor juffer Margrieta ten Voorde, weduwe Van Mom, allen erfgenamen van hun moeie Joanna van der Kemna gen. Donseler, verzoekt hun delen in het leen te mogen leveren aan Joan Studich toe der Kemna en juffer Hendrina Rengers.
Joffer Hendrina Rengers, geassisteerd door haar man Joan Studich tho der Kemna, na opdracht door Nicolaes van Oldenbarnevelt, als gevolmachtigde.
Jonker Johan Rengers ter Kemnade, na de dood van zijn broer Hermen Rengers.
Joan Studich en zijn vrouw Hendrina Rengers, met zowel het deel van het leen dat zij van Mechtelina van der Kemna, weduwe van Cosyn van Oldenbarnevelt gekocht hebben, als het deel dat hen als testamentaire erfgenamen van wijlen Herman van der Kemna en Mechtelde van Escheden toegevallen was.
Joan Studich toe der Kemna, burgemeester van Hasselt, als hulder voor zijn vrouw Hendrina Rengers, krijgt toestemming over het leen als geheel of in gedeelten te beschikken.
Henrick van Ysselmuiden, heer van de Rollecate, vertegenwoordigd door Aelbert Kemmena, rentmeester, na aankoop en de afdracht van het verzuim sinds de belening van Hendrina Rengers.
Herman Waegenaer en Joost van Bentheim, burgemeesters van Hasselt, alsmede Jan Vermeer en Rod. van Calfbeeck, oud-burgemeesters, als curators van de boedel van wijlen burgemeester Jan Studich, doen opdracht ten behoeve van Henrick van Ysselmuyden.
Joan van Ysselmuyden en douarière Van Ysselmuyden, respectievelijk zoon en vrouw van wijlen Henrick van Ysselmuyden tot de Rollecate, onder hulderschap van Albert te Kemna, rentmeester op de Rollecate.
Jan van Isselmuiden, meerderjarig, na de dood van zijn vader Henrick van Isselmuiden.
Henrick van Isselmuyden toe de Rollecate, na de dood van zijn vader Jan van Isselmuiden toe de Rollecate.
Jan Hendrik van Ysselmuyden, zoon van Hendrik van Ysselmuyden tot Rollecate, met zijn voogd Hendrik van Ysselmuyden tot Swollingerkamp, drost van Vollenhove, onder hulderschap van Hendrik van Ysselmuyden tot Paesloo.
T.J.M. van Dedem geb. baronesse van Ysselmuyden tot den Berge, Hoevelaken en Mourik, vertegenwoordigd door Klaas Kemna, zoals hiervoor Hendrik van Ysselmuyden tot de Rollecate beleend was.
Vrouw douarière Van Dedem toe den Berg geb. van Ysselmuyden krijgt toestemming om bij testament over het leengoed te beschikken.
Vrouw T.J.M. van Dedem toe den Berg geb. baronnesse van Ysselmuyden, onder hulderschap van Jan Hendrik Kemmena, met de ledige hand.
Wolterus Revius, na opdracht door vrouwe T.J. M. van Dedem geb. baronesse van Ysselmuyden tot de Rollecate, vertegenwoordigd door Hendrik Kronenberg, procurator.
De katersteden zijn verpacht aan Jan Velthof, Willem Velthof en Bouw Jan, terwijl de losse landerijen verhuurd zijn aan Jan Camerling en Jan Immink.
Hermannus Meyling, na opdracht door Wolterus Revius en zijn vrouw H.G. Costers, vertegenwoordigd door mr. Elias Dull, met het halve leen.
Hermannus Meylink te Tubbergen verleent hypotheek ten gunste van predikant W.Dekker, tot zekerheid van een geldlening van ?4.000,-.
Volgens een marginale aantekening van 27 mei 1796 is de hypotheekinschrijving verlengd. Volgens een aantekening van 16 januari 1804 is zij geroyeerd.