
Hermen Grubbe, na de dood van zijn vader Arnt Grubbe.
Get.: Volkier Sloeth en Hademan van Laer.
Johan Grubben.
Get.: Otto van Bellynchave en Claes toe Kemmenaede.
Hadewich van Beverforde, onder hulderschap van haar man Herman Struffelt, dochter van Berndt van Beverforde tho Geldseler. Het goed is haar geërfd.
Herman Struffel krijgt toestemming het leengoed met 900 daalders te bezwaren. De lening, die binnen zes jaar afgelost moet worden, is nodig om door brand ontstane grote nood te lenigen.
Henrick Loelevinck, burgemeester van Oldenzaal, en zijn neef Johan Loelevinck, na opdracht door Herman Struffelt.
Licentiaat Gerhardus Metelen, richter van Almelo, als hulder voor Tonisken Verwers, weduwe van Hendrick Loelevinck, en voor Cristina Lolevinck, dochter van wijlen Johan Lolevinck.
George Andriessen Loelevinck, onder hulderschap van Joost Krull, burger van Zwolle, voor het deel van zijn overleden broer Henrick Loelevinck, burgemeester van Oldenzaal.
Johan Andries Lolvinck, onder hulderschap van Jan Bussier, burger te Zwolle, voor het deel van zijn overleden vader Georg Andries Lolvinck.
Jan ten Broeck, na de dood van zijn zuster Christina Lovelincks, met 1/3 deel van het leen.
Jan ten Broeke krijgt toestemming over zijn deel in het leen te beschikken.
Anna Margrieta ten Broek, onder hulderschap van haar broer Hendrick Andries ten Broeck, met 1/3 deel van het leen, dat hem na de dood van haar vader Jan ten Broeck bij boedelscheiding was toegewezen.
Geert Jansen, zoon van Jan Geertsen Meyer en Lutgerd Jansen Geerdinck, echtelieden, op verzoek van zijn vader, met 2/3 deel van het leen, nadat dit deel op 28 november 1687 door de heer van Almelo zelf aan zijn ouders verkocht was.
Anna Margrieta ten Broek krijgt toestemming om bij testament of anders over haar deel van het leen te beschikken.
Jan Geertsen Meyer te Geesteren, na de dood van zijn zoon Geert Jansen, met 2/3 deel.
Geertien Geertsen, dochter van wijlen Geert Jansen, onder hulderschap van haar oom Hermen ten Westendorp, na de dood van haar grootvader Jan Geertsen, met 2/3 deel van het leen.
Henrick Andries Anthoni ten Broecke, als oudste mannelijke erfgenaam van zijn moeie Anna Margareta ten Broecke, met 1/3 deel van het leen.
Steffen Meyer, na opdracht door Hendrick Andries Anthonij ten Broecke, richter te Rheine, met 1/3 deel van het leen.
Jan de Meyer, na de dood van zijn vader Steffen de Meyer, met 1/3 deel van het leen.
Jan de Meyer uit Geesteren, met de ledige hand, met 1/3 deel van het leen.
Geertjen Geertsen, weduwe van Steffen de Meyer, vertegenwoordigd door haar zoon Jan de Meyer uit Geesteren, met de ledige hand, met 2/3 deel van het leen.