
Derck ter Becke. De leenheer kan de belening lossen met 600 Rijnse guldens.
Get.: Frederick van Haren en Johan Boeck.
Hermen ther Becke, als hulder voor het convent te Diepenveen, na de dood van Derick ther Becke.
Get.: Willem Brant van den Rutenberge, Stichts leenman, en Volkier Sloet, eigen leenman.
Johan van der Beke Hermanszoon, als hulder voor het convent te Diepenveen, na de dood van Herman van der Beke.
Get.: Berent van Bevervorden tho Wemsel en Johan van Rechteren tot Rechteren.
Wilhelmus Marrienborch IUD., burgemeester van Deventer, als hulder voor het convent te Diepenveen, na de dood van de vorige hulder Jan van der Beke Harmsz.
Joan Rouse, secretaris van Deventer, als hulder voor het convent te Diepenveen, na de dood van de vorige hulder Wilhelmus Marrienborch.
Gerhard Marrienburgh, rentmeester van het convent van Diepenveen, na de dood van Johan Rouse, hulder voor het convent en vertegenwoordiger van wijlen Gerhard Hissinck.
Jasper van Marckel, burgemeester van Deventer, schout van Colmschate, als administrateur van het rentambt van het klooster Diepenveen, onder hulderschap van Arent Warners, na de dood van de vorige hulder Gerhard Marrienburch.
Roedolph Jordens, burgemeester en kameraar van Deventer, als volmacht van burgemeesters van Deventer, ten behoeve van het klooster Diepenveen, zoals Arent Warners beleend was.
Gerhard Pot, rentmeester van het klooster Diepenveen, na de dood van R[oedolph] Jordens.
G[erhard] Pot, rentmeester van het klooster Diepenveen te Deventer, met de ledige hand.