Hiervan afgespleten nr. 125.
Lubben, dochter van wijlen mr. Henrick van Eerte, onder hulderschap van Wyger Poppe.
Get.: Gheert Sobbe en Johan ten Toerne Claessoen, Stichtse leenmannen.
Lubben mr. Henricxdochter van Eyrte, onder hulderschap van Wulff van Ittersum.
Get.: Johan van Vorst en Johan van Haerst.
Lubben mr. Henricxdochter van Erthe, onder hulderschap van mr. Jacob van Twenhusen, na de dood van Wulff van Ittersum.
Get.: Derick van Twenhusen en Egbert Uutherinck.
Johanna van Langen, weduwe van Engelbert van Twickelo, geassisteerd door haar oudste zoon Herman van Twickelo, onder hulderschap van haar oom Bertholt ten Bussche, zoals Lubbe mr. Henrxdochter van Erte beleend was.
Get.: Volkier Sloet en Roloff van Langen.
Wolloff van Ittersum.
Get.: Hermen Mulert, schout van Zwolle, en Reynt van Coverden.
Werner van Holte, burgemeester der stad Zwolle. Het goed is wijlen zijn vrouw juffer Anna van Ittersum geërfd. Met toestemming van haar broer Gisbert van Ittersum, mede namens zijn zusters.
Gisbert van Ittersum en Werner van Holte. Vijf morgen land wordt verkocht aan Willem Arentzen
Juffer Cecilia van Holte, vrouw van Arent van Oldeneel, met haar voogd Bartholomeus Lantinck J.U.L.
Arent van Oldeneel en zijn vrouw Cecylia van Holte wordt toegestaan het leengoed na hun overlijden onder hun kinderen te verdelen.
Hendricus Franciscus van Oldeniel, na de dood van zijn oudoom Arent van Oldeniel.
Juffer Anna Catharina van Oldeneel, onder hulderschap van Gerrit Hermsen, na de dood van haar vader Henricus Franciscus van Oldeneel.
Joan van den Woldenbergh en zijn vrouw Anna Catharina van Oldeniel, vertegenwoordigd door Macarius Henrick Knoppert, verlenen hypotheek ten gunste van Conrad Muntz, schout van Heino, tot zekerheid van een geldlening van ?700,-.
Volgens een marginale aantekening van 25 mei 1716 is de hypotheekinschrijving op verzoek van Herman Olthof geroyeerd, na vertoning van de door Hendrick Munts, schout van Heino, afgegeven kwitantie.
Hermen Olthoff, na opdracht door Frans Pallick van Oldeneel, als volmacht van juffer Anna Catharina van Oldeneel, geassisteerd door haar man Gerhard Jan van Woldenbergh.
Herman Olthof verkrijgt royering van de hypotheekinschrijving van 9 juli 1703; tevens krijgt hij toestemming het leen bij testament te vermaken aan Elisabeth Oijen en Johanna van den Berg.
Juffer Elisabeth Oijens, als testamentair erfgename van wijlen Herman Olthof, onder hulderschap van dr. Cornelis Verhoef.
Willem van den Bergh, notaris en rentmeester te 's Gravenhage, vertegenwoordigd door Balthasar Muntz IUD., na de dood van zijn halfzuster Elisabeth Oijens.
Juffer Geertruid van den Bergh, na de dood van haar vader notaris Willem van den Bergh, onder hulderschap van burgemeester Gerhard Boom, met de volle en de ledige hand
Derk Geerlings, na opdracht door juffer Geertruid van den Bergh, vertegenwoordigd door Gerrit Camphuys.
Gerrit Derks, na de dood van zijn vader Derk Geerlings. Het door hem gepleegde leenverzuim wordt vereffend.
Gerrit Derks, vertegenwoordigd door de advocaat Elias Dull, met de ledige hand.