
Johan van Voerst.
Get.: Johan Splitlof, eigen leenman, en Johan van Haerst, Stichts leenman.
Peter van Voirst.
Get.: Albert van Vylsteren en Otto van Bellynchave die olde.
Herman van Voirst, zoals zijn vader Peter van Voirst beleend was.
Get.: Herman ter Kemenade en Anthonies Reger.
Herman van Voerst zu Berse en juffer Anna Schaepes zijn vrouw, vertegenwoordigd door Anthonies Reiger, krijgen toestemming enkele goederen met 60 goudguldens te bezwaren.
De erfgenamen van wijlen Herman van Voorst krijgen uitstel van belening.
Juffer Anna van Voorst, onder hulderschap van haar man Anthonis van Dornick, zoals Herman van Voorst in 1561 beleend was.
Hidde van Voorst, als hulder voor de gezusters juffers Steven, Adrian, Anna en Maria van Voorst toe Beerse, na de dood van hun hulder Anthonis van Dornick, man van Anna van Voorst.
De juffers Steven, Adriaan, Anna en Maria van Voorst toe Beerse wordt toegestaan over het leengoed te beschikken.
Goedkeuring van het besloten testament van juffers Steven, Adriaan, Anna en Maria van Voorst.
Jonker Henrick Schaep ten Damme, als volmacht van Peter van Voerst toe Beerse, juffer Adriana van Voerst, dochter toe Beerse, en Maria van Voerst, dochter toe Beerse en abdis van Ter Hunnepe.
Peter, Adriana en Maria van Voorst, vertegenwoordigd door Allard Hellendoern IUD., na de dood van haar broer en zuster respectievelijk Peter en Adriana van Voorst.
Maria van Voorst, abdis van Ter Hunnepe, schenkt het leen aan haar neef jonker Henrick Schaep ten Dam.
Jonker Henrick Schaep ten Damme, na opdracht door Herman Schenck toe Nijdeggen, schout van Hellendoorn, als volmacht van Maria van Voorst.
Willem Cuiper uit Hellendoorn, als volmacht van Thomas van Muiden, schout van Ommen, op zijn beurt volmacht van Petronella van Tuil van Serooskerke, weduwe van Herman Schaep ten Dam, als moeder en voogdes van haar dochter Hermelina Petronella Schaep.