Dat van die 3 kinderen klopt wel, maar die Gerrit Jansen, zoon van Trijntje Gerrits, blijkt een andere Gerrit Jansen te zijn dan die uit Haerst, die hierboven in een gezin staat.
Trijntje Gerrits is voorlopig alleen nog interessant als de vrouw van Hermen Engbers. Dat was haar 3e man.
Seintje Berents X Berend Hilbers: Seintje is een dochter van Berend Engbers. Trijntje was dus een aangetrouwde tante van Seintje. Verder niks.
Als moeder van ene Gerrit Jansen ( via haar 1e man Jan Gerrits Bouwmeester te Herfte) hebben we dus niets aan Trijntje. Haar zoon Gerrit Jansen is niet de Gerrit die we moeten hebben.
Daarvoor moeten we naar Haerst, maar..... Daar zijn er zoveel die zich tegelijkertijd Gerrit Jansen noemen.......Ik had dus ook al weer een verkeerde Gerrit Jansen in 2 momberstellingen aangedragen.
Ik ga nu eerst verder met een gezin, waarin Gerrit Jansen 3 zussen heeft: Merchien, Elsien en Jantijn. Van die Jantijn/Jannegien zag ik gisteren een gedoopte dochter Elsien, 27-10-1668. Deze Gerrit had een broer Peter. Gegevens van Ria.
Bouwmeester uit Herfte
-
Janny Lalkens
- Berichten: 2730
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
-
kees224
Ik had ook nog gevonden dat
Ik had ook nog gevonden dat Trijntje op 18-09-1659 getrouwd is met Hermen Engberts.
De trouwdata met Egbert Hermsen staat er niet tussen.
De trouwdata met Egbert Hermsen staat er niet tussen.
-
Janny Lalkens
- Berichten: 2730
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Die trouwdatum is ook niet te
Die trouwdatum is ook niet te vinden. De momberstelling van Trijntje als weduwe van Jan Bouwmeester is gedateerd 25-10-1654. Meestal hertrouwde iemand dan al heel snel, nadat dit geregeld was. Echter... het trouwboek van mei 1648 tot en met december 1654 is er niet meer!!
-
Janny Lalkens
- Berichten: 2730
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
f451 - 13 juni 1676 - Richter
f451 - 13 juni 1676 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Jan Derx en Jan Arents.
In het Gericht zijn verschenen Geert Roelofs en Arentijn Engberts, eheluiden, woonachtig tot Haerst, beiden gaande en staande, gezond van lichaam en verstand, en zij geassisteerd in dezen door Henrik Queisen, gerichtschrijver, als haar momber. Zij maken een testament.
Ten eerste geeft en legateert hij Geert Roelofs aan zijn voornoemde huisvrouw Arentijn Engberts de lijftucht van al zijn na te laten goederen, zowel mobiel als immobiel, actien en credieten, niets uitgezonderd. om deze haar leven lang na zijn overlijden te gebruiken. Verder legateert en geeft hij aan dezelfde eeuwig en erfelijk het volledige eigendom van zijn gehele inboedel, rak en reetschap en al zijn beesten [bestialen], niets uitgezonderd.
En hij stelt tot zijn erfgenamen van al zijn verdere na te laten goederen zijn broer Peter Roelofs, woonachtig tot Haerst, en zijn zuster Geessijn Roelofs, huisvrouw van Jan Egberts in de Rijsebos, of bij eerder aflijvigheid van één van beiden deze hun kinderen in plaats.
Hij legateert tenslotte aan de Armen van de stad van Zwolle 50 gulden eens.
En zij Arentijn Engberts geeft en legateert insgelijks aan haar voornoemde eheman eeuwig en erfelijk het volledig eigendom van haar rak en reetschap en haar gehele levende have, uitgezonderd echter het goed, hetwelk in de keuken is. Gelijk zij mede aan dezelfde geeft en legateert de lijftucht van de hof.
En zij stelt verder tot haar erfgenamen in al haar verdere na te laten goederen haar drie kinderen Grietijn, Berentijn en Roelof Jansen, of bij eerdere aflijvigheid deze hun te krijgen kinderen in plaats.
Tenslotte legateert zij aan de Armen van Zwolle de somma van 25 gulden eens.
Zonder argelist.
- Henrik Queisen, gerichtschrijver, zal ter instantie van de beide testateuren mede tekenen en zegelen.
Hier missen Gerrit Jansen en Wichmoet als erfgenamen. Zijn ze overleden of onterfd?
Er zijn geen gegevens van begraven voor 1701 in Zwolle zelf en Bergklooster begint ook na 1676.
Keurnoten Jan Derx en Jan Arents.
In het Gericht zijn verschenen Geert Roelofs en Arentijn Engberts, eheluiden, woonachtig tot Haerst, beiden gaande en staande, gezond van lichaam en verstand, en zij geassisteerd in dezen door Henrik Queisen, gerichtschrijver, als haar momber. Zij maken een testament.
Ten eerste geeft en legateert hij Geert Roelofs aan zijn voornoemde huisvrouw Arentijn Engberts de lijftucht van al zijn na te laten goederen, zowel mobiel als immobiel, actien en credieten, niets uitgezonderd. om deze haar leven lang na zijn overlijden te gebruiken. Verder legateert en geeft hij aan dezelfde eeuwig en erfelijk het volledige eigendom van zijn gehele inboedel, rak en reetschap en al zijn beesten [bestialen], niets uitgezonderd.
En hij stelt tot zijn erfgenamen van al zijn verdere na te laten goederen zijn broer Peter Roelofs, woonachtig tot Haerst, en zijn zuster Geessijn Roelofs, huisvrouw van Jan Egberts in de Rijsebos, of bij eerder aflijvigheid van één van beiden deze hun kinderen in plaats.
Hij legateert tenslotte aan de Armen van de stad van Zwolle 50 gulden eens.
En zij Arentijn Engberts geeft en legateert insgelijks aan haar voornoemde eheman eeuwig en erfelijk het volledig eigendom van haar rak en reetschap en haar gehele levende have, uitgezonderd echter het goed, hetwelk in de keuken is. Gelijk zij mede aan dezelfde geeft en legateert de lijftucht van de hof.
En zij stelt verder tot haar erfgenamen in al haar verdere na te laten goederen haar drie kinderen Grietijn, Berentijn en Roelof Jansen, of bij eerdere aflijvigheid deze hun te krijgen kinderen in plaats.
Tenslotte legateert zij aan de Armen van Zwolle de somma van 25 gulden eens.
Zonder argelist.
- Henrik Queisen, gerichtschrijver, zal ter instantie van de beide testateuren mede tekenen en zegelen.
Hier missen Gerrit Jansen en Wichmoet als erfgenamen. Zijn ze overleden of onterfd?
Er zijn geen gegevens van begraven voor 1701 in Zwolle zelf en Bergklooster begint ook na 1676.
-
Janny Lalkens
- Berichten: 2730
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Nog een Gerrit Jansen te
Nog een Gerrit Jansen te Haerst. Nu een onmondige in 1674.
Zijn vader heet Jan Berents. Zijn moeder Arentijn Egberts hertrouwt 30-5-1674 met Geert Roelofs.
f353 - 30 mei 1674 stijlo retor. - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Henrik Queisen en Berent Holthuis.
In het Gericht is verschenen Arentijn Egberts, weduwe van wijlen Jan Berents, woonachtig tot Haerst, tutore Albert Roelofs. Zij heeft over haar vijf onmondige kinderen (Griete, Berentien, Roelof, Gerrit en Wijchmoet), in echte bij haar voornoemde eheman verworven, tot mombers verzocht Herman Engberts, oom van de moeders zijde, woonachtig tot Herfte, en Simon Egberts, neef van de kinderen [-], woonachtig tot Strokkel. Dewelke daarop door het Gericht verhoord zijnde, deze momberschap hebben aangenomen en beloofd na behoren waar te nemen.
De comparante, geassisteerd als voren, heeft aan haar genoemde kinderen ten overstaan van deze voorschreven mombers erfuiting gedaan en zij heeft voor het vaders goed bewezen aan een ieder van deze kinderen 200 goudguldens en aan deze kinderen tesamen de helft van de landerijen [-], en bovendien aan de dochter een bed met zijn toebehoren en een kist, en aan ieder zoon een tweejarig paard en een kist, alles te ontrichten aan een ieder van deze kinderen als zij 16 jaren oud geworden zullen zijn, uitgezonderd de bedden, de tweejarige paarden en de kisten, welke de kinderen "sullen geworden, als sij van de moeder af sullen gaen wonen". Waarmee zij comparante verklaart een oprechte en sincere erfuiting aan haar gedachte kinderen te hebben gedaan, onder verband van haar persoon en goederen als volgens het recht.
- Juramentum per tutores remissum est.
Zijn vader heet Jan Berents. Zijn moeder Arentijn Egberts hertrouwt 30-5-1674 met Geert Roelofs.
f353 - 30 mei 1674 stijlo retor. - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Henrik Queisen en Berent Holthuis.
In het Gericht is verschenen Arentijn Egberts, weduwe van wijlen Jan Berents, woonachtig tot Haerst, tutore Albert Roelofs. Zij heeft over haar vijf onmondige kinderen (Griete, Berentien, Roelof, Gerrit en Wijchmoet), in echte bij haar voornoemde eheman verworven, tot mombers verzocht Herman Engberts, oom van de moeders zijde, woonachtig tot Herfte, en Simon Egberts, neef van de kinderen [-], woonachtig tot Strokkel. Dewelke daarop door het Gericht verhoord zijnde, deze momberschap hebben aangenomen en beloofd na behoren waar te nemen.
De comparante, geassisteerd als voren, heeft aan haar genoemde kinderen ten overstaan van deze voorschreven mombers erfuiting gedaan en zij heeft voor het vaders goed bewezen aan een ieder van deze kinderen 200 goudguldens en aan deze kinderen tesamen de helft van de landerijen [-], en bovendien aan de dochter een bed met zijn toebehoren en een kist, en aan ieder zoon een tweejarig paard en een kist, alles te ontrichten aan een ieder van deze kinderen als zij 16 jaren oud geworden zullen zijn, uitgezonderd de bedden, de tweejarige paarden en de kisten, welke de kinderen "sullen geworden, als sij van de moeder af sullen gaen wonen". Waarmee zij comparante verklaart een oprechte en sincere erfuiting aan haar gedachte kinderen te hebben gedaan, onder verband van haar persoon en goederen als volgens het recht.
- Juramentum per tutores remissum est.
-
Janny Lalkens
- Berichten: 2730
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Op 30-5-1676 hertrouwt
Op 30-5-1676 hertrouwt weduwnaar Gerrit Jansen, wonend te Haerst met Marija Frericks.
De proclamatie gaat ook naar haar plaats van herkomst, maar die kan ik niet lezen. Het begint met een hoofdletter, dat is meestal zo en dan ee en dan iets met ling? Zie 725/145. Het is Marija's eerste huwelijk.
Is deze Gerrit Jansen voogd van iemand, zodat we hem nog ergens kunnen plaatsen? De door ons gezochte Gerrit Jansen trouwt in 1688 als jongeman en mijn voorvader Gerrit Jansen in 1681 ook.
De proclamatie gaat ook naar haar plaats van herkomst, maar die kan ik niet lezen. Het begint met een hoofdletter, dat is meestal zo en dan ee en dan iets met ling? Zie 725/145. Het is Marija's eerste huwelijk.
Is deze Gerrit Jansen voogd van iemand, zodat we hem nog ergens kunnen plaatsen? De door ons gezochte Gerrit Jansen trouwt in 1688 als jongeman en mijn voorvader Gerrit Jansen in 1681 ook.
-
Janny Lalkens
- Berichten: 2730
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Ria, is lees in één van mijn
Ria, is lees in één van mijn mappen een handgeschreven aantekening, dat Elsje Jansen, die in 1659 met Hessel Herms trouwt, als weduwe 1/3 van het Hanerick te Mastenbroek verkoopt aan Gerrit Jansen ( X Geesje Jansen) en aan Jannigje Jans ( X Lambert Herms) 30 aug. 1684 Het lijkt me een flinke aanwijzing naar het feit, dat Gerrit Jansen op het Hanerick als zussen Elsje en Jannigje heeft! Allen hadden 1/3 deel van het Hanerick in bezit, voordat Elsje haar deel verkocht.
f410 - 30 aug 1684 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Berent Visscher en Gerrijt Albers.
In het Gericht is verschenen Elsjen Jans, weduwe van Hessel herms tot Haarst, in dezen geassisteerd met Gerrijt ten Hope als haar momber. Zij verklaarde voor haar en haar erfgenamen voor een somma van penningen, haar comparante voldaan en betaald, eeuwig en erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd haar comparantes derde part in het erve en goed genaamd het Hane Rick [= het Hanerick], groot in het geheel met het huis en de hof 14 morgen, gelegen in Mastebroek op de Oude Weteringee in dit kerspel van Zwolle, en zulks aan Gerrijt Jansen en zijn huisvrouw Geesjen Jans, en aan Lambert Herms en zijn huisvrouw Jennighjen Jans, welke beiden reeds daarvan ieder een derde part toebehoren; zijnde vrij eigenlijk goed en onbezwaard met enige uitgaande renten; maar met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad vanouds daartoe behorende. Belovende "het selve" altijd te zullen wachten en waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.
- Gerrijt Holt, gerichtschrijver, zal voor de comparante tekenen en zegelen.
Deze Gerrit Jansen is nu toch wel in een gezin geplaatst en ook op een boerderij, denk ik.
Na de verkoop hebben Gerrit en Jannigje elk de helft van het Hanerick.
f410 - 30 aug 1684 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Berent Visscher en Gerrijt Albers.
In het Gericht is verschenen Elsjen Jans, weduwe van Hessel herms tot Haarst, in dezen geassisteerd met Gerrijt ten Hope als haar momber. Zij verklaarde voor haar en haar erfgenamen voor een somma van penningen, haar comparante voldaan en betaald, eeuwig en erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd haar comparantes derde part in het erve en goed genaamd het Hane Rick [= het Hanerick], groot in het geheel met het huis en de hof 14 morgen, gelegen in Mastebroek op de Oude Weteringee in dit kerspel van Zwolle, en zulks aan Gerrijt Jansen en zijn huisvrouw Geesjen Jans, en aan Lambert Herms en zijn huisvrouw Jennighjen Jans, welke beiden reeds daarvan ieder een derde part toebehoren; zijnde vrij eigenlijk goed en onbezwaard met enige uitgaande renten; maar met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad vanouds daartoe behorende. Belovende "het selve" altijd te zullen wachten en waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.
- Gerrijt Holt, gerichtschrijver, zal voor de comparante tekenen en zegelen.
Deze Gerrit Jansen is nu toch wel in een gezin geplaatst en ook op een boerderij, denk ik.
Na de verkoop hebben Gerrit en Jannigje elk de helft van het Hanerick.
-
Janny Lalkens
- Berichten: 2730
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Ria, je noemde vandaag deze
Ria, je noemde vandaag deze akte. Gecombineerd met de vorige is het wel duidelijk.
Deze Gerrit Jansen trouwt in 1688 niet als J.M. van Haerst met Aaltje Egberts en ook niet in 1681 als J.M. van Haerst met mijn voormoeder Annigje Jans, weduwe te Dieze. Want hij was getrouwd met Geesje Jansen.
f238 - 20 apr 1689 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Bernardus van Rijssen en Herman Meuwsen, Doctoren.
In het Gericht zijn verschenen Lambert Herms, wonenden te Haarst, en Jennighjen Jansen, eheluiden, [zij] in dezen met haar voornoemde eheman als momber geassisteerd. Zij hebben verklaard, hoedat zij comparante op 22 april 1673 erfuiting aan haar voorkinderen, nagehouden van haar zaliger eheman Eghbert Clasen, gedaan hebbende, "haar daar in merkelijk hadde bezwaart", en aan dezen te veel [had] bewezen, vermits de schuld aan haar landheren "vrij groter was geweest als dezelve doen ter tijd hadde geweten. Zij verzoeken derhalve daarvan vermindering te mogen krijgen [hebben]. Waarop de momberen verhoord zijnde, alsmede alle de kinderen, dit "alsoo" hebben verklaard, en daarna hebben geaccordeerd, dat [zij] in plaats van de 2000 Caroli gulden aan geld aan de genoemde kinderen bewezen, zal geven 4 morgen min één vierendeel hooiland, genaamd Cannegieters Broek, en de huizen naast Berghkoosters Land, en de helft van een haagje [hagentijn] buitendijks land aan de Meente, tesamen in de boerschap Haarst in dit kerspel van Zwolle gelegen, en bovendien 450 Caroli gulden aan geld, waarvoor de comparanten gerichtelijk en speciaal onderpand zullen stellen. Al het verdere bewezene zal zijn en verblijven, als bij de bovengenoemde akte is gesteld. Waarop het Ed. Gericht zich heeft geïnformeerd en dit heeft geapprobeerd en geratificeerd, doende in en vermits dezen.
En verder hebben zij comparanten voornoemd voor de bovengenoemde 450 Caroli gulden, die zij jaarlijks beloven te verrenten tegen 5 procent, boven een generaal verband van hun personen en goederen tot eens speciale hypotheek en onderpand gesteld hun comparantens helft van een plaatsje genaamd de Hanerick, gelegen op de Oude Weteringe in Mastebroek, zoals [deze] door Gerrijt Jansen wordt bewoond; zijnde vrij eigenlijk goed, en onbezwaard met enige uitgaande renten. De jaarlijkse interest, die daarvan, zowel voor de onmondigen als de mondigen, direct [voort] zijn aanvang zal nemen, zal uit de jaarlijkse pachtpenningen worden betaald. Met de verder belofte dit altijd te zullen wachten en waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.
- De gerichtschrijver Holt zal voor de comparanten tekenen en zegelen.
Deze Gerrit Jansen trouwt in 1688 niet als J.M. van Haerst met Aaltje Egberts en ook niet in 1681 als J.M. van Haerst met mijn voormoeder Annigje Jans, weduwe te Dieze. Want hij was getrouwd met Geesje Jansen.
f238 - 20 apr 1689 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Bernardus van Rijssen en Herman Meuwsen, Doctoren.
In het Gericht zijn verschenen Lambert Herms, wonenden te Haarst, en Jennighjen Jansen, eheluiden, [zij] in dezen met haar voornoemde eheman als momber geassisteerd. Zij hebben verklaard, hoedat zij comparante op 22 april 1673 erfuiting aan haar voorkinderen, nagehouden van haar zaliger eheman Eghbert Clasen, gedaan hebbende, "haar daar in merkelijk hadde bezwaart", en aan dezen te veel [had] bewezen, vermits de schuld aan haar landheren "vrij groter was geweest als dezelve doen ter tijd hadde geweten. Zij verzoeken derhalve daarvan vermindering te mogen krijgen [hebben]. Waarop de momberen verhoord zijnde, alsmede alle de kinderen, dit "alsoo" hebben verklaard, en daarna hebben geaccordeerd, dat [zij] in plaats van de 2000 Caroli gulden aan geld aan de genoemde kinderen bewezen, zal geven 4 morgen min één vierendeel hooiland, genaamd Cannegieters Broek, en de huizen naast Berghkoosters Land, en de helft van een haagje [hagentijn] buitendijks land aan de Meente, tesamen in de boerschap Haarst in dit kerspel van Zwolle gelegen, en bovendien 450 Caroli gulden aan geld, waarvoor de comparanten gerichtelijk en speciaal onderpand zullen stellen. Al het verdere bewezene zal zijn en verblijven, als bij de bovengenoemde akte is gesteld. Waarop het Ed. Gericht zich heeft geïnformeerd en dit heeft geapprobeerd en geratificeerd, doende in en vermits dezen.
En verder hebben zij comparanten voornoemd voor de bovengenoemde 450 Caroli gulden, die zij jaarlijks beloven te verrenten tegen 5 procent, boven een generaal verband van hun personen en goederen tot eens speciale hypotheek en onderpand gesteld hun comparantens helft van een plaatsje genaamd de Hanerick, gelegen op de Oude Weteringe in Mastebroek, zoals [deze] door Gerrijt Jansen wordt bewoond; zijnde vrij eigenlijk goed, en onbezwaard met enige uitgaande renten. De jaarlijkse interest, die daarvan, zowel voor de onmondigen als de mondigen, direct [voort] zijn aanvang zal nemen, zal uit de jaarlijkse pachtpenningen worden betaald. Met de verder belofte dit altijd te zullen wachten en waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.
- De gerichtschrijver Holt zal voor de comparanten tekenen en zegelen.
-
Janny Lalkens
- Berichten: 2730
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Quote van Ria: " Gerrit
Quote van Ria: " Gerrit Jansen te Haarst is voogd van moederszijde op 14 april 1703
over het kind van Jantijn Jans en haar 2e man Hendrik Herms.
Hij neemt de plaats in van Hessel Herms die is overleden voor 26 juni 1675 – de andere voogd is Willem Westra [uit Zalk].
Wie is deze Gerrit! "
Ik ben er ook nog niet uit, wie deze voogd is.
Want zoals je het hierboven allemaal beschrijft, zo kijk ik er nu ook tegenaan:
Jan Willems had o.a. 2 kinderen:
1. Geesje Jansen, die met een Gerrit Jansen op het Hanerick in Mastenbroek gaat wonen. Hij is een zoon van Jan Rotgers. Hij heeft 3 zussen: Merchien, Elsien en Jantijn en een broer Peter. Met de zussen Elsien en Jantijn bezat hij het Hanerick en samen met Jantijn koopt hij Elsien in 1684 uit.
2. Onze gezochte Gerrit Jansen X Aaltje Egberts. Van hun 6 of meer kinderen blijven er 3 over: Jan, Egbert en Grietje Jansen. Egbert ongehuwd, Jan Gerrits de vader van Berend Jans Bouwmeester. Gerrit Jansen heet al vrij vroeg Bouwmeester, woont in Herfte met Aaltje en is niet de momber die Gerrit Jansen uit Haerst heet, momber van moeders zijde, in 1703, van het kind van Jantijn.
Hij is so wie so niet die momber uit 1703 denk ik, want waarom zou Gerrit Jansen Bouwmeester uit Herfte momber moeten zijn van een kind van een zus van zijn zwager?
dat ligt niet heel erg voor de hand. Bovendien woonde hij toen al lang in Herfte.
Gerrit Jansen Bouwmeester is nu duidelijk geplaatst als een zoon van Jan Willems ( oorspronkelijk uit Berkum) en van Griete Willems, oorspronkelijk uit Haerst, die later in Haerst gingen wonen.
over het kind van Jantijn Jans en haar 2e man Hendrik Herms.
Hij neemt de plaats in van Hessel Herms die is overleden voor 26 juni 1675 – de andere voogd is Willem Westra [uit Zalk].
Wie is deze Gerrit! "
Ik ben er ook nog niet uit, wie deze voogd is.
Want zoals je het hierboven allemaal beschrijft, zo kijk ik er nu ook tegenaan:
Jan Willems had o.a. 2 kinderen:
1. Geesje Jansen, die met een Gerrit Jansen op het Hanerick in Mastenbroek gaat wonen. Hij is een zoon van Jan Rotgers. Hij heeft 3 zussen: Merchien, Elsien en Jantijn en een broer Peter. Met de zussen Elsien en Jantijn bezat hij het Hanerick en samen met Jantijn koopt hij Elsien in 1684 uit.
2. Onze gezochte Gerrit Jansen X Aaltje Egberts. Van hun 6 of meer kinderen blijven er 3 over: Jan, Egbert en Grietje Jansen. Egbert ongehuwd, Jan Gerrits de vader van Berend Jans Bouwmeester. Gerrit Jansen heet al vrij vroeg Bouwmeester, woont in Herfte met Aaltje en is niet de momber die Gerrit Jansen uit Haerst heet, momber van moeders zijde, in 1703, van het kind van Jantijn.
Hij is so wie so niet die momber uit 1703 denk ik, want waarom zou Gerrit Jansen Bouwmeester uit Herfte momber moeten zijn van een kind van een zus van zijn zwager?
dat ligt niet heel erg voor de hand. Bovendien woonde hij toen al lang in Herfte.
Gerrit Jansen Bouwmeester is nu duidelijk geplaatst als een zoon van Jan Willems ( oorspronkelijk uit Berkum) en van Griete Willems, oorspronkelijk uit Haerst, die later in Haerst gingen wonen.
-
Janny Lalkens
- Berichten: 2730
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Ik heb heel veel aan Albert
Ik heb heel veel aan Albert te danken. Alleen al, dat hij de familie Aalberts heeft uitgewerkt!
Maar vooral door die beide akten uit 1684 en 1689, waarin dat bezit van die Hanerick wordt geregeld, maakt, dat ik alleen maar tegen deze families kan aankijken, zoals we het nu doen.
Jan van Swol: ja, ik heb die naam vaker gelezen, maar waar? Ook wel richting Windesheim?
Het kind uit het 2e huwelijk van Jantijn Jansen heb ik nog niet gedoopt gevonden, terwijl het maar een heel kort huwelijk was. Iets van 22-4-1673 tot einde 1674 ongeveer, want 26-6-1675 ( 725/121) is haar 3e huwelijk al. Deze keer met die Lambert Herms. Mogelijk heb ik datums van ondertrouw gegeven.
Als het bij die Gerrit Jansen om een voogd van moederszijde gaat in 1703, dan zou het toch een echtgenoot van zus Merchien Jans of van Elsien Jans moeten zijn? Bijv. een 2e man van Elsien, na het overlijden van Hessel Herms?
Ik heb ( nog) geen antwoorden op je vragen in je laatste reactie hier net boven staande. Is het een idee, om die bijdrage over te hevelen naar een nieuw topic Gerrit Jansen te Haerst? Ik ben zo benieuwd, of die G.J. van mij ook nog eens wat achtergrond zal krijgen. Hij was geen momber in 1703. Was 1681 al naar Dieze gegaan en zijn weduwe hertrouwde in 1702.
Berichten van hoelang iemand onmondig was spreken elkaar tegen. De ene beweert, dat het met 25 jaar wel klaar was, de ander noemt 27. Weer iemand heb ik 30 of 31 horen zeggen. Ik vind een kind uit een huwelijk wat eind 1674 al geëindigd is, toch behoorlijk oud voor een momber in 1703. Het zou een gehandicapt kind kunnen zijn of toch dat men behoorlijk oud moest zijn als men ongehuwd eens een keer mondig werd verklaard.
Met wie Lambert Driessen zijn weduwe hertrouwde, weet ik niet. Ze zat op 's Heerenbroek en daar heb ik bitter weinig van.
En yes!! we zitten op pagina 2.
Maar vooral door die beide akten uit 1684 en 1689, waarin dat bezit van die Hanerick wordt geregeld, maakt, dat ik alleen maar tegen deze families kan aankijken, zoals we het nu doen.
Jan van Swol: ja, ik heb die naam vaker gelezen, maar waar? Ook wel richting Windesheim?
Het kind uit het 2e huwelijk van Jantijn Jansen heb ik nog niet gedoopt gevonden, terwijl het maar een heel kort huwelijk was. Iets van 22-4-1673 tot einde 1674 ongeveer, want 26-6-1675 ( 725/121) is haar 3e huwelijk al. Deze keer met die Lambert Herms. Mogelijk heb ik datums van ondertrouw gegeven.
Als het bij die Gerrit Jansen om een voogd van moederszijde gaat in 1703, dan zou het toch een echtgenoot van zus Merchien Jans of van Elsien Jans moeten zijn? Bijv. een 2e man van Elsien, na het overlijden van Hessel Herms?
Ik heb ( nog) geen antwoorden op je vragen in je laatste reactie hier net boven staande. Is het een idee, om die bijdrage over te hevelen naar een nieuw topic Gerrit Jansen te Haerst? Ik ben zo benieuwd, of die G.J. van mij ook nog eens wat achtergrond zal krijgen. Hij was geen momber in 1703. Was 1681 al naar Dieze gegaan en zijn weduwe hertrouwde in 1702.
Berichten van hoelang iemand onmondig was spreken elkaar tegen. De ene beweert, dat het met 25 jaar wel klaar was, de ander noemt 27. Weer iemand heb ik 30 of 31 horen zeggen. Ik vind een kind uit een huwelijk wat eind 1674 al geëindigd is, toch behoorlijk oud voor een momber in 1703. Het zou een gehandicapt kind kunnen zijn of toch dat men behoorlijk oud moest zijn als men ongehuwd eens een keer mondig werd verklaard.
Met wie Lambert Driessen zijn weduwe hertrouwde, weet ik niet. Ze zat op 's Heerenbroek en daar heb ik bitter weinig van.
En yes!! we zitten op pagina 2.
