Jacob Klaassen "van der Maaten"

[Egbert_]

Harmen Benniers en Geertien Lubbers wonen op de N.W. in het Vossien Dat klopt niet. In die tijd woont ene Jan Clasen in ’t VossynHermen Beniers woont ertegenover, hetzelfde erf dat Jan Jans in 1769: het Erve en goed groot 16½ morgen lants met getimmerten, gelegen bij het Vosjen op de nieuwe-Weteringe in Mastenbroek. Volgens zoutgeld 1694 woont Rijkelt Clasen in Genne Overwaters, tussen Willem Lubbers en Jan Lubbers. En naast Willem Lubbers woont Evert Willems, die weer naast Hendrik Herms woont.Voor alle duidelijkheid, Genne Overwaters ligt langs de Hasselerdijk, ten noorden van de Kijk in de Vecht en de Riesebos, maar nog wel ten zuiden van Hasselt. Maar dan wel aan de andere kant van het Zwartewater dan waar Hasselt ligt. En net als bij de Zeedijk, landinwaarts vanaf de dijk is het Mastenbroek.N.B. : bericht gecorrigeerd

[Egbert_]

Volgens het zoutgeld 1694 woonde Jan Clasen in ’t Vossyn. En Hermen Beniers ertegenover. Die akte f14 dd 26-4-1700 hoort die bij de aankoop van 'Vosje ? In dat geval woonde hij er dan nog niet bij de voogdijakte van 1699. Maar dat zijn details binnen deze zoektocht. Die ik overigens wel erg leuk vind!Overigens waren beide plaatsen in 1682 nog pachtboerderijen. 't Vosje was van de stad Hasselt, het andere erf van Br. Ittersum (?). In 1682 was de pachter Andries CornelisP.S. Mijn vorige bericht heb ik aangepast, over welk erf Hermen Beniers bewoonde in 1694. 

[Egbert_]

Mastenbroek valt toch echt wel een gedeelte van de Hasseler dijk En Genne Overwaters is ook Hasselerdijk. Maar geen Mastenbroek, wel Zwollerkerspel. Langs die Hasselerdijk lag het net zo ingewikkeld als langs de Kamper Zeedijk, dat is wat ik bedoelde duidelijk te maken. Twee schoutambten: Hasselt (of Hasselterkerspel) en Zwolle. Kerkelijk Hasselt, Mastenbroek en Zwolle. (We bedoelen hetzelfde, maar drukken ons misschien net iets anders uit.)

[ria van bessen]

Hieronder de akte. Ik krijg de indruk dat ze bij elkaar of gezamenlijk woonden.f179 - 8 juli 1702 - Richter Wilhelm Vriesen.Keurnoten Henrick Sonnius en Henrick Kisvelt.In het Gericht zijn verschenen Harmen Beniers en Geertien Lubbers, tutore marito, eheluiden, woonachtig op de Nieuwe Weteringe in het Vossien. Zij verklaren, dat zij op 23 december 1697 neffens Jan Claessen hadden gehuurd van de Heren van de Magistraat van de stad Hasselt een zekere huisplaats met enige landerijen, gelegen in Mastebroeck, zo enige jaren van tevoren door Jan Claessen en Harmen Beniers meijerswijze zijn gebruikt geweest voor de tijd van 6 achtereenvolgende jaren, jaarlijks voor 185 gulden goudguldens en 20 stuiver, of 260 Caroli gulden, telkens alle jaren op Martini te betalen. Waarvoor genoemde Jan Claessen en Harmen Beniers "haer jeder in solidum hebben verbonden". En dat zij naderhand nog van de stad van Hasselt hadden gehuurd twee stukken land voor de tijd van 3 jaren, jaarlijks voor 35 goudguldens, waarvan het eerste jaar pacht is verschenen geweest op Martini 1701.Verder verklaren zij comparanten Harmen Beniers en Geertien Lubbers, tutore marito, eheluiden, dat zij voor de prompte betaling van de voornoemde reeds verschenen en nog te verschijnen pachten hadden verbonden, gelijk zij in het bijzonder [in specie] verbinden in en vermits dezen, hun twee morgen hooiland in dit kerspel van Zwolle in Mastebroeck in Lammechies Slagh gelegen, waaraan oostwaarts de Geestelijkheid van Zwolle, westwaarts Jochem Evers, zuidwaarts Gerrit Lubbers en noordwaarts de erfgenamen van Gerrit Roelofs "naest aengelandet sijn", alsook mede hun huis en schuur met de bergen en annexe kamer op de voornoemde huisplaats in Mastebroeck staande, zo zij comparanten van Jan Claessen hebben aangekocht en zij thans zelf bewonen, en dan nog hun beesten en paarden, zowel jong als oud, en al hun andere mobiele goederen, om in cas van wanbetaling zonder enige "praambulen" van procedure daaraan alles met parate executie kost en schadeloos te verhalen; onder uitdrukkelijke [expresse] renuntiatie van alle exceptien, dit enigszins contrarierende. Zonder argelist.f322 - 27 sep 1704 - Richter Wilhelm Vriesen.Keurnoten Henrick Kisvelt en Willem van Megen.In het Gericht is verschenen Harmen Beniers, voor hem zelf en als gevolmachtigde van zijn huisvrouw Geertien Lubbers (volgens procuratie in dato 26 september 1704 voor Burgemeesters, Schepenen en raden van de stad Hasselt gepasseerd, alhier in judicio vertoond, gelezen en van waarde erkend). Hij verklaart voor hem zelf en in die kwaliteit voor een somma van penningen, hun te danke voldaan en betaald, te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd te hebben, gelijk hij doet in en vermits dezen, aan Lubbert Egbers en zijn huisvrouw Trientien Jans en hun erfgenamen hun huis in dit kerspel van Zwolle in Mastebroeck op de Nieuwe Weteringe gelegen, het Vossien genaamd, cum annexis, met bergen, schuur en al het boomgewas, zo vrucht- als nadere bomen daarbij staande, uitgezonderd alleen het "zijdelkamertien" daaraan, Jan Claessen toebehorende. Zijnde tesamen vrij eigenlijk goed, onbezwaard met enige andere uitgaande renten, als ingevolge hypothecatie ten profijte van de lieutenant Derck Borcherinck met een kapitaal van 200 Caroli gulden, dewelke de kopers met drie jaren interest van dien tot hun last nemen, en verder alles met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, daartoe gehorende, onder de belofte deze ten allen tijde te zullen wachten en waren voor alle evictie en opsprake als volgens het recht. Zonder argelist.Maar als je huurt dan kun je toch niet verkopen? Opmerkelijk toch?

[ria van bessen]

bericht 2Ja, dat het daar ingewikkeld ligt, klopt. Ook de Riesebos hoort gedeeltelijk onder Zwolle en over Kijk in de Vechte, waar dat nou echt precies onder hoort, daar is ook geen duidelijkheid over. 

[harm56]

Het doorlezen van het R. A. van Scholtambt Genemuiden kost enige tijd. Het eerste boek periode 1647 - 1675 is tussen de 12 en 15 cm. dik, meer dan 900 beschreven bladzijden.Een lening van Jochem Jans en Geertien [Geesjen] Gerrits op blz 70, 20 juni 1651Erschenen in den Gerichte Jan Jochems, Geertien Gerrits echteluiden. en becanden aldaer voor haer en haere erfgenamen oprecht en deugdelicken schult, schuldich te sijn Jr. Arold van Oldeneel. juffrou Christina van den Leijne sijn huisvrouwe, en de beijden erffgen: die somma van vierhondert cargl: stuijck tot 20 stuijvers, hercomende van gereede verstreckte penningen tot ons goet geneuge ontfangen,[.................]gerandt ofte onderpandt een koije en lande met sijn ............ gelegen op die Oostermaet in desen Scholtambt van Genemuijden, met recht en gerechtigheijt tot die gemelte koije en lande gehorende, ten oosten Hermen Brandtss:, ten westen die stadt Campen, ten suijden Henrick Andresen, ten noorden streckende in het kleijne Isseltien [..............] wiedere conditie dat die comprt: Jr. Oldeneel soo veelen voegelen sullen doen, als hij tot sijn huijshoudinge van noden heeft, mits betaelende daer soo veele voor als sij comprt: die hebben vercofftDe erfgenamen van Gerrichien Dircx, blz. 99 5 decemb. 1651, jammer dat de huisvrouwen niet worden vermeld.Erschenen in de Gerichte Willem Janss: Wijcher Jansen, Thoenis Stevens, Henrick Jansen, Geert Henrichss: Dirck Corneliss: Evert Egberts, Henrick Egberts, Dirck Peters en Andres Peters, caverende  die rato voor Geerlich Peters, Jacob Everts, Trintien Peters, geassisteert die ... Trijntien Peters met Jacob Cornelis de Wilde als momber, voorts Harmen Banierts, voor haer leven en mede als mannen en momberen van haer respective huijsvrouwen, voor soo veele sij getrouwt sijn, en  hebben in de beste en bestendichste forma rechtens geconstitueert en volmachtger gemaekt, constitueren en maecken volmachtich mits desen Jan Steven  woonachtich binnen Genemuiden, om al haer comparanten saecken, ende in specie tegens Claes Andresen over die erffenisse van haer zal: moeije Gerrichien Dircx gewesene  huijsvrouwe van Claes Andresen Dit is mogelijk ook een zuster van Dirck en Jacob Claesen. blz. 913 6 jan. 1675Compareert Albert Willems, ingeseten deses Scholtambt van Genemuiden te kennen gevende, dat hij sich wederom  een tweede houwelijck gedenckt te begeven,sijn ses onmondigen kinderen, soo hij in echtschap bij sijn zal: huijsvrouw  Jannichijn Clasen heeft geprocreert, haer matrimonael bewijsen ten overstaen van Cnelis Willemss: en Dirck Clasen, respective momberen en bloetvooghden over de ses onmondige kinderen.Harm

[Egbert_]

Mooi dat de erfgenamen van moeije Gerrichien Dircx  nu ook gevonden zijn.Derck Cornelis, de vader Aeltien Dercksen, de tweede vrouw van Claes Andriessen staat er ook bij. Maar ik heb geen broers of zussen van Derck Cornelis kunnen ontdekken. Als Derck Cornelis twee jaar later overlijdt, stelt zijn vrouw Joochem Alphertsen aan als voogd. In Zwolle trouwen in 1638 Jochum Alpherts en Aefien Cornelis. Hij zal de aangehuwde oom van vaders kant zijn. Maar er wordt nog een voogd aangesteld: Geert Henricksen, oom van de moeders zijde. En die Geert Henricksen komt wel voor bij de erfgenamen van tante Gerregien Dercksen, precies voor Derck Cornelis.Ergo: Aeltien Dercksen is bloedverwant niet via vaders kant, zoals eerder is aangenomen, maar via moeders kant. Als de ouders van Aeltien Dercksen trouwen, is heet haar moeder: Albertijn Henricks s. Henrick Gerrits n.d. in Mastebrock. Het meest voor de hand liggend is dan dat Henrick Gerrits met N.N. Dercksen getrouwd was, een zus van Gerregien Dercksen. Gerregien Dercksen was dus niet de zus van Albertijn Henricks vaders vaders, maar van moeders moeder.Verder valt op dat Geerlich Peters in het rijtje voortkomt. Er is ook een Geerlich Peters erfgenaam in 1668 van Klaes Andries, weduwnaar van Gerregien Dercksen en Aeltien Dercksen. Als het steeds om dezelfde Geerlich Peters gaat, zou zijn vader een broer moeten zijn van Klaes Andries, en Peter Andries heten getrouwd met een zus van Gerregien Dercksen, of Peter Dercksen heten getrouwd met een zus van Klaes Andries. De twee andere erfgenamen in 1668 zijn Evert Jacobs en Jacob Derx. Die zouden dan zoons kunnen zijn van zijn overleden zwager Jacob Everts en zijn overleden broer Dirck Peters.Zo klopt het verhaal, maar of het ook het juiste is, is natuurlijk de vraag. Geerlich Peters woonde in 1668 in IJsselmuiden. Dat kan natuurlijk nog steeds Mastenbroek zijn. De zus van Gerregien Dercksen kwam bij haar trouwen uit Mastenbroek. De erfgenamen van tante Gerregien Dercksen kunnen dus mogelijk ook in rechterlijke archieven van Zwolle en IJsselmuiden voorkomen. Een tijdje terug kreeg ik het idee dat bijna alle erfgenamen van tante Gerregien Dercksen in Genne Overwaters zouden wonen, maar dat blijkt nu toch wel een stuk ruimer te zijn.En dat Jacob Claesen op de Oostermate of zijn vrouw Arentien Claes op één of andere manier familie zijn van Claes Andriessen, van wie ze het erf in de Oostermate kochten, of van zijn vrouw Gerregien Dercksen, lijkt steeds onwaarschijnlijker.

[Egbert_]

Wat ik me nog wel afvraag, is wat de rol is van Harmen Banierts bij de erfgenamen van moeije Gerrichien Dircx. Want ik neem aan dat het zijn kleinzoon is, Hermen Beniers (x Geertien Lubbers) die bij Jan Clasen in ’t Vossyn introk. En die Jan Clasen in ’t Vossyn is een leeftijdsgenoot van Jacob Claesen op de Oostermate en Arentien Claes. Maar daarmee natuurlijk niet persé een bloedverwant.

[ria van bessen]

Jammer dat de erfgenamen van Gerrigjen Derks niets oplevert voor de zoektocht. Er zit in ieder geval geen Claas NN bij, dat is nu wel duidelijk.'Leven' zal selve zijn, dat is de meest gangbare term; voor sig selve[n] en mede voor ..Hopelijk levert Albert Willems nog wat op, maar [even zo uit het hoofd] is Derk Clasen die gekoppeld is aan Jacob Clasen in 1675 allang overleden. NB Nou niet allang, hij kan zelfs de juiste zijn, want Jacob wordt op 15 mei 1675 voogd in zijn plaats. Eigenlijk zou er dus ook betr. deze Albert Willems een andere voogd over zijn kinderen moeten zijn aangesteld [en genoteerd zijn], dan zouden we het zeker weten, zou wel mooi zijn, dan is er weer een 'opening' mijn inziens. 

[ria van bessen]

bericht 2Hieronder mijn gewijzigd bericht. **Egbert,  is het inderdaad de vraag, welke Harmen Benier[s]/Bannier wordt hier bedoeld.