bericht voor odette
- ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: bericht voor odette
Vraag- waarom heeft Jannigjen Herms geen Wichertje of Wijgmoet als dochter?
Waar heeft Berend van Dooren die afstamming eigenlijk op gebaseerd?
Waar heeft Berend van Dooren die afstamming eigenlijk op gebaseerd?
-
- Berichten: 2730
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Re: bericht voor odette
Rotger op den Brink/Rotger Jans: overleden 1677
X 1. 14-11-1630 Janneken Cornelissen, d. van Cornelis Geertsen Top uit Genne Rotger Jansen zou een tijdje in Genne hebben gewoond, volgens blz. 410 van het artikel in Gens Nostra en later aan de Brink in Berkum.
kinderen:
1. Jan Rotgers doop Zwolle 7-10-1632
Volgens het artikel op bz. 410: ondertrouw den 16 Februarij 1656 Jan Rutgers Rutgher Jans S. van Berchem, ende Fennichje Jans Dijck j.d. van Windsheijm beijde inde melckmerckt attes: gegeven op Vlissinghen den 29 Martij
[Maar dit huwelijk wil ik nu eerst graag inruilen voor een huwelijk met Henderickien Hendricks voor de Sassenpoort op 6-9-1664. Voor beiden een eerste huwelijk. En overigens met heel veel respect voor het artikel waar ik nu veel gegevens uit haal. Het is moeilijke materie!! Maar ik vind dat Vlissingen vreemd en die Melkmarkt ook en dat huwelijk met Hendrikje komt logischer over. J.L. ]
2. Evert Rotgers woont in Haerst 1662 tr. Zwolle 17-3-1662 met Jantien Jans, j.d. te Genne, mogelijk dochter van Jan Jansen Doorn en Henrickien Arents
Janna Jans hertrouwt te Zwolle 1-7-1684 met Jannes Jans j.m. uit Genne
3. Derick Rotgers gedoopt Zwolle 19-3-1637. Overleden vóór 25-4-1638. Boek 605/346. Hij leeft al niet meer als zijn vader hertrouwt.
2e huwelijk van Rotger Jansen met Grietje Dercks van de Velde 3-4-1638
Zij is overleden na 16-1-1678 [ Volgens ORA 679/348. Die bron heb ik niet. J.L.]
3 kinderen uit het 2e huwelijk:
4. Berent Rotgers doop Zwolle 9-8-1640 trouwt Zwolle 13-2-1672 Evertien Hendriks, wede. Van Jan Hendriks te Berkum, dr. van Hendrik Everts .leenman van Essen onder Berkum. Mogelijk heette haar moeder Batte Lamberts 605/77 en 607/412 en 608/121 en 609/45
Dan de tweeling Hendrik en Willem:
5.. Willem Rotgers, onze Willem, doop Zwolle 24-7-1645
6. Hendrik Rotgers doop idem.
Of die Hermen Hendriks die getuige was in 1736 een jongere naamgenoot is van de broer van Jacob Hendriks? Hij wordt ook nog op zijn oude dag (?) voogd? Meestal denk ik dat dit toch wel een jongere uitgave met dezelfde naam was, vooral als je voogd moet zijn. Dat kost meer energie dan getuige zijn bij een huwelijk.
En bij die herkomst van Jannigje Herms uit Dalfsen, genoteerd in 1741, had ik al een vraagteken gezet omdat 20 jaar in Zwolle wonen niet overeen kwam met de huwelijksdatum van haar met Lubbert Jans. De komst naar Zwolle vanuit Dalfsen zou in 1721 zijn geweest en dat huwelijk Lubbert Jans/Jannigje Herms was in 1736. Ik begreep het toen niet, vandaar dat vraagteken. Later werd duidelijk dat Jannigje Herms vanaf 1e huwelijk in 1717 al in Berkum woonde en vermoedelijk al veel eerder. Buurmeisje van Willem Rutgers, voor ze trouwden.
Naar Wijchmoet Jans ga ik verder kijken.
X 1. 14-11-1630 Janneken Cornelissen, d. van Cornelis Geertsen Top uit Genne Rotger Jansen zou een tijdje in Genne hebben gewoond, volgens blz. 410 van het artikel in Gens Nostra en later aan de Brink in Berkum.
kinderen:
1. Jan Rotgers doop Zwolle 7-10-1632
Volgens het artikel op bz. 410: ondertrouw den 16 Februarij 1656 Jan Rutgers Rutgher Jans S. van Berchem, ende Fennichje Jans Dijck j.d. van Windsheijm beijde inde melckmerckt attes: gegeven op Vlissinghen den 29 Martij
[Maar dit huwelijk wil ik nu eerst graag inruilen voor een huwelijk met Henderickien Hendricks voor de Sassenpoort op 6-9-1664. Voor beiden een eerste huwelijk. En overigens met heel veel respect voor het artikel waar ik nu veel gegevens uit haal. Het is moeilijke materie!! Maar ik vind dat Vlissingen vreemd en die Melkmarkt ook en dat huwelijk met Hendrikje komt logischer over. J.L. ]
2. Evert Rotgers woont in Haerst 1662 tr. Zwolle 17-3-1662 met Jantien Jans, j.d. te Genne, mogelijk dochter van Jan Jansen Doorn en Henrickien Arents
Janna Jans hertrouwt te Zwolle 1-7-1684 met Jannes Jans j.m. uit Genne
3. Derick Rotgers gedoopt Zwolle 19-3-1637. Overleden vóór 25-4-1638. Boek 605/346. Hij leeft al niet meer als zijn vader hertrouwt.
2e huwelijk van Rotger Jansen met Grietje Dercks van de Velde 3-4-1638
Zij is overleden na 16-1-1678 [ Volgens ORA 679/348. Die bron heb ik niet. J.L.]
3 kinderen uit het 2e huwelijk:
4. Berent Rotgers doop Zwolle 9-8-1640 trouwt Zwolle 13-2-1672 Evertien Hendriks, wede. Van Jan Hendriks te Berkum, dr. van Hendrik Everts .leenman van Essen onder Berkum. Mogelijk heette haar moeder Batte Lamberts 605/77 en 607/412 en 608/121 en 609/45
Dan de tweeling Hendrik en Willem:
5.. Willem Rotgers, onze Willem, doop Zwolle 24-7-1645
6. Hendrik Rotgers doop idem.
Of die Hermen Hendriks die getuige was in 1736 een jongere naamgenoot is van de broer van Jacob Hendriks? Hij wordt ook nog op zijn oude dag (?) voogd? Meestal denk ik dat dit toch wel een jongere uitgave met dezelfde naam was, vooral als je voogd moet zijn. Dat kost meer energie dan getuige zijn bij een huwelijk.
En bij die herkomst van Jannigje Herms uit Dalfsen, genoteerd in 1741, had ik al een vraagteken gezet omdat 20 jaar in Zwolle wonen niet overeen kwam met de huwelijksdatum van haar met Lubbert Jans. De komst naar Zwolle vanuit Dalfsen zou in 1721 zijn geweest en dat huwelijk Lubbert Jans/Jannigje Herms was in 1736. Ik begreep het toen niet, vandaar dat vraagteken. Later werd duidelijk dat Jannigje Herms vanaf 1e huwelijk in 1717 al in Berkum woonde en vermoedelijk al veel eerder. Buurmeisje van Willem Rutgers, voor ze trouwden.
Naar Wijchmoet Jans ga ik verder kijken.
-
- Berichten: 2730
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Re: bericht voor odette
Bericht 2.
f120 - 19 jan 1719 - Richter Wilhelm Vriesen. Boek 618
Keurnoten Hendrik van Werven en Berent Langkamp.
In het Gericht zijn verschenen Hermen Herms, verder diens zoon Hermen Herms [!] en Leijde Hendriks, tutore marito, en zijn dochter Jannegien Herms haar man Rutger Willems, voor zijn genoemde absente huisvrouw de rato caverende, nog Hendrik Berens als momber van diens [des selfs] dochter(s) Hendrikkien Herms en Steven Egberts hun kinderen; zijnde zijn zoon Joost Herms overleden. Zij hebben in presentie van de ondergeschreven getuigen Jochem Claessen en Jan Riters het navolgende onder hun onderling ten genoegen opgericht accoord van 28 april 1717 overgeven, welk accoord nog ten overvloede door dezen bekrachtigd wordt, met het verzoek dit ten prothocolle in majorem securitatem te registreren.
f120 - Convenant.
Ik Hermen Herms verklaar met mijn kinderen, met namen Joost Herms, Hermen Herms en Jannegien Herms en mijn aanstaande schoonzoon Rutger Willems, diens toekomstige eheman, alsmede met Joost Herms voornoemd en Hendrik Berents als voogden van de onmondige kinderen van wijlen mijn dochter Hendrikjen Herms bij Steven Engbers in het huwelijk verwekt overeengekomen te zijn, en wij genoemde kinderen en Rutger Willems voornoemd, alsmede de voorschreven mombers, zij laatsten voor zover het de voornoemde onmondigen aangaat op approbatie van de overmomberheer, verklaren mede onderling met de anderen, en met voorschreven Hermen Herms onze vader en aanstaande schoonvader en grootvader van de onmondigen te hebben gecontracteerd invoegen hierna beschreven.
Dat Hermen Herms aan de genoemde zijn kinderen en kindskinderen [= kleinkinderen] of deze hun voogden zal uitreiken het volgende. Aan Joost Herms voor hem zelf de somma van 60 Caroli gulden eens en aan hem genoemde Joost Herms en Hendrik Berents, beide qq. de somma van 58 Caroli gulden eens, ten meesten voordeel van de onmondige(n) aan te leggen, zoals een gelijke somma van 58 gulden reeds aan zijn voorschreven zoon Hermen Herms is gegeven; en vervolgens na aftrek van het voorschrevene aan zijn voorschreven aanstaande schoonzoon Rutger Willems en dochter Jannegien Herms overhandigen en cederen, "sijnen tegenwoordigen staat", zowel roerende als onroerende goederen, actien en credieten, huisraad, etc., alleen uitgezonderd een paard, thans één jaar oud (hetwelk hij tot het vier jaren oud zal zijn op kosten van zijn genoemde schoonzoon en dochter zal mogen behouden, "en voorts verkopen", het geld daarvan geprovenieerd, tot zijn gebruik behouden. Na diens overlijden zal het genoemde paard, of de daarvan nog over zijnde en bevonden wordende kooppenningen, alleen komen op en ten voordele van genoemde zijn kinderen Joost en Hermen Hermsen en de voorschreven onmondige(n), om in drie delen te verdelen). Zulks alles bij dezen aannemende te doen en na te komen, mits mijn genoemde aanstaande schoonzoon en dochter mijn schulden, "so eenige mogte hebben", zullen moeten voldoen, en verder bij dezen beloven mij gedurende de tijd van mijn leven van kost en kleding en wat daar meer toebehoort te willen voorzien, en ten enenmale van alles na staatsgelegenheid te zullen onderhouden [verplegen], en een eerlijke begrafenis te geven.
Dat daartegen de genoemde zijn kinderen Joost Herms voor hem zelf en Hermen Herms, alsmede Joost Herms voornoemd en Hendrik Berents in de kwaliteit als voogden van de voorschreven onmondigen, met die aan hun hiervoor versprokene en ten dele reeds ontvangen penningen volkomen vergenoegd, "bedankinge sullen doen", aan hun vader Hermen Herms voornoemd voor hun zaliger moeders goed, alsmede [mitsgaders] voor hun en hun erfgenamen renuntieren en afstand doen van hun hareditaire porties van hun vaderlijke nalatenschap, zo anderszins na het overlijden van "denselven" op hun zou devolveren en dit in faveur en ten behoeve van Rutger Willems voornoemd en hun zuster Jannegien Herms, aanstaande echteluiden, of hun erfgenamen, als ten enenmale in die overgave van de boedel van onze vader aan hun [haar] bewilligd en consent gedragen hebbende, op en onder de voorschreven voorwaarde echter van onderhoud [verpleginge] van welgenoemde Hermen Herms, schuldvoldoening en begrafenis van deze onze vader, zulks alles doende en krachtens dezes, zonder ons de minste actie of pretensie te willen hebben gereserveerd.
"Dien alles ten gevolge" nemen wij Rutger Willems en Jannegien Herms, beiden voornoemd, aan en beloven onze schoonvader Hermen Herms in voegen hiervoor beschreven, gedurende de tijd van zijn leven te onderhouden [verplegen], zijn schulden zo [hij] tot op heden mocht hebben, te voldoen, en verder bij overlijden deze een eerlijke begrafenis te geven, "daar en tegens erlangende ende genietende desselfs jegenwoordigen boedel, niets afgetrokken", dan alleen die aan onze twee voornoemde broers en wijlen onze zusters onmondige kinderen ons ten overstaan als voorschreven is toegelegde penningen en het voornoemde paard, de daarvan na de dood van onze voornoemde vader de kooppenningen daarvan, om eeuwig en erfelijk de bovengenoemde boedel te profiteren, zonder zich echter tot diens [desselfs] na dato dezes te makene schulden betaling te willen hebben geobligeerd, mits "denselven, si velint", als erfgenamen alleen conform voornoemde afstand te kunnen succederen. Zonder argelist.
Getekend voor ons zelf als qq. eigenhandig betekend binnen Zwolle 28 april 1717.
Was getekend: Joost Herms, Hermen Hermens, Joost Herms qq., dit is V Hendrik Berens met eigen hand getrokken, Hermen Hermsen eigen getrokken H merk, Rutger Willems, Jannegien Hermensz, Joogen Klasen eigen + getrokken merk als getuige, Jan Petere als getuige, Jakop Hendrik eigen + getrokken merk.
f126 - Op de kant stond.
Omdat de mombers in dezen vermeld mij gerelateerd hebben, dat in dezen ten aanzien van hun pupillen niet nadelig gecontracteerd "waar", zo wordt dit convenant ten respect van de minderjarige door mij ondergeschrevenen in alle delen geaccordeerd en geapprobeerd.
Actum Aalshorst 6 mei 1717.
- Was getekend J. Vriesen, Scholtus.
Naar de doop van die kinderen ga ik nog verder kijken.
f120 - 19 jan 1719 - Richter Wilhelm Vriesen. Boek 618
Keurnoten Hendrik van Werven en Berent Langkamp.
In het Gericht zijn verschenen Hermen Herms, verder diens zoon Hermen Herms [!] en Leijde Hendriks, tutore marito, en zijn dochter Jannegien Herms haar man Rutger Willems, voor zijn genoemde absente huisvrouw de rato caverende, nog Hendrik Berens als momber van diens [des selfs] dochter(s) Hendrikkien Herms en Steven Egberts hun kinderen; zijnde zijn zoon Joost Herms overleden. Zij hebben in presentie van de ondergeschreven getuigen Jochem Claessen en Jan Riters het navolgende onder hun onderling ten genoegen opgericht accoord van 28 april 1717 overgeven, welk accoord nog ten overvloede door dezen bekrachtigd wordt, met het verzoek dit ten prothocolle in majorem securitatem te registreren.
f120 - Convenant.
Ik Hermen Herms verklaar met mijn kinderen, met namen Joost Herms, Hermen Herms en Jannegien Herms en mijn aanstaande schoonzoon Rutger Willems, diens toekomstige eheman, alsmede met Joost Herms voornoemd en Hendrik Berents als voogden van de onmondige kinderen van wijlen mijn dochter Hendrikjen Herms bij Steven Engbers in het huwelijk verwekt overeengekomen te zijn, en wij genoemde kinderen en Rutger Willems voornoemd, alsmede de voorschreven mombers, zij laatsten voor zover het de voornoemde onmondigen aangaat op approbatie van de overmomberheer, verklaren mede onderling met de anderen, en met voorschreven Hermen Herms onze vader en aanstaande schoonvader en grootvader van de onmondigen te hebben gecontracteerd invoegen hierna beschreven.
Dat Hermen Herms aan de genoemde zijn kinderen en kindskinderen [= kleinkinderen] of deze hun voogden zal uitreiken het volgende. Aan Joost Herms voor hem zelf de somma van 60 Caroli gulden eens en aan hem genoemde Joost Herms en Hendrik Berents, beide qq. de somma van 58 Caroli gulden eens, ten meesten voordeel van de onmondige(n) aan te leggen, zoals een gelijke somma van 58 gulden reeds aan zijn voorschreven zoon Hermen Herms is gegeven; en vervolgens na aftrek van het voorschrevene aan zijn voorschreven aanstaande schoonzoon Rutger Willems en dochter Jannegien Herms overhandigen en cederen, "sijnen tegenwoordigen staat", zowel roerende als onroerende goederen, actien en credieten, huisraad, etc., alleen uitgezonderd een paard, thans één jaar oud (hetwelk hij tot het vier jaren oud zal zijn op kosten van zijn genoemde schoonzoon en dochter zal mogen behouden, "en voorts verkopen", het geld daarvan geprovenieerd, tot zijn gebruik behouden. Na diens overlijden zal het genoemde paard, of de daarvan nog over zijnde en bevonden wordende kooppenningen, alleen komen op en ten voordele van genoemde zijn kinderen Joost en Hermen Hermsen en de voorschreven onmondige(n), om in drie delen te verdelen). Zulks alles bij dezen aannemende te doen en na te komen, mits mijn genoemde aanstaande schoonzoon en dochter mijn schulden, "so eenige mogte hebben", zullen moeten voldoen, en verder bij dezen beloven mij gedurende de tijd van mijn leven van kost en kleding en wat daar meer toebehoort te willen voorzien, en ten enenmale van alles na staatsgelegenheid te zullen onderhouden [verplegen], en een eerlijke begrafenis te geven.
Dat daartegen de genoemde zijn kinderen Joost Herms voor hem zelf en Hermen Herms, alsmede Joost Herms voornoemd en Hendrik Berents in de kwaliteit als voogden van de voorschreven onmondigen, met die aan hun hiervoor versprokene en ten dele reeds ontvangen penningen volkomen vergenoegd, "bedankinge sullen doen", aan hun vader Hermen Herms voornoemd voor hun zaliger moeders goed, alsmede [mitsgaders] voor hun en hun erfgenamen renuntieren en afstand doen van hun hareditaire porties van hun vaderlijke nalatenschap, zo anderszins na het overlijden van "denselven" op hun zou devolveren en dit in faveur en ten behoeve van Rutger Willems voornoemd en hun zuster Jannegien Herms, aanstaande echteluiden, of hun erfgenamen, als ten enenmale in die overgave van de boedel van onze vader aan hun [haar] bewilligd en consent gedragen hebbende, op en onder de voorschreven voorwaarde echter van onderhoud [verpleginge] van welgenoemde Hermen Herms, schuldvoldoening en begrafenis van deze onze vader, zulks alles doende en krachtens dezes, zonder ons de minste actie of pretensie te willen hebben gereserveerd.
"Dien alles ten gevolge" nemen wij Rutger Willems en Jannegien Herms, beiden voornoemd, aan en beloven onze schoonvader Hermen Herms in voegen hiervoor beschreven, gedurende de tijd van zijn leven te onderhouden [verplegen], zijn schulden zo [hij] tot op heden mocht hebben, te voldoen, en verder bij overlijden deze een eerlijke begrafenis te geven, "daar en tegens erlangende ende genietende desselfs jegenwoordigen boedel, niets afgetrokken", dan alleen die aan onze twee voornoemde broers en wijlen onze zusters onmondige kinderen ons ten overstaan als voorschreven is toegelegde penningen en het voornoemde paard, de daarvan na de dood van onze voornoemde vader de kooppenningen daarvan, om eeuwig en erfelijk de bovengenoemde boedel te profiteren, zonder zich echter tot diens [desselfs] na dato dezes te makene schulden betaling te willen hebben geobligeerd, mits "denselven, si velint", als erfgenamen alleen conform voornoemde afstand te kunnen succederen. Zonder argelist.
Getekend voor ons zelf als qq. eigenhandig betekend binnen Zwolle 28 april 1717.
Was getekend: Joost Herms, Hermen Hermens, Joost Herms qq., dit is V Hendrik Berens met eigen hand getrokken, Hermen Hermsen eigen getrokken H merk, Rutger Willems, Jannegien Hermensz, Joogen Klasen eigen + getrokken merk als getuige, Jan Petere als getuige, Jakop Hendrik eigen + getrokken merk.
f126 - Op de kant stond.
Omdat de mombers in dezen vermeld mij gerelateerd hebben, dat in dezen ten aanzien van hun pupillen niet nadelig gecontracteerd "waar", zo wordt dit convenant ten respect van de minderjarige door mij ondergeschrevenen in alle delen geaccordeerd en geapprobeerd.
Actum Aalshorst 6 mei 1717.
- Was getekend J. Vriesen, Scholtus.
Naar de doop van die kinderen ga ik nog verder kijken.
-
- Berichten: 2730
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Re: bericht voor odette
Bericht 3.
Kinderen van Hermen Herms en Wijchmoet Jans, gedoopt te Zwolle:
1. 8-4-1674 700/390 Joost Jurrijen s: van Herman Hermansz Veerman en
[ Daar staat verder niets, ook geen stippeltjes.]
2. 5-12-1676 700/429 Hendrickien Herman Hermansz en Wijchertien Jansz
3. 10-8-1679 700/472 Hermen Hermen Harms en Wychmoet Jansen en ev.
4. 13-11-1681 700/509 Hermen Herman Herms en moeder X (onzeker)
5. 7- 5-1685 701/7 Jan Herm Hermens & Wychmoet Jans
6. 3- 8-1688 701/63 Jannigje Hermen Herms en Wijchmoet Jans
Kinderen van Hermen Herms en Wijchmoet Jans, gedoopt te Zwolle:
1. 8-4-1674 700/390 Joost Jurrijen s: van Herman Hermansz Veerman en
[ Daar staat verder niets, ook geen stippeltjes.]
2. 5-12-1676 700/429 Hendrickien Herman Hermansz en Wijchertien Jansz
3. 10-8-1679 700/472 Hermen Hermen Harms en Wychmoet Jansen en ev.
4. 13-11-1681 700/509 Hermen Herman Herms en moeder X (onzeker)
5. 7- 5-1685 701/7 Jan Herm Hermens & Wychmoet Jans
6. 3- 8-1688 701/63 Jannigje Hermen Herms en Wijchmoet Jans
-
- Berichten: 2730
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Re: bericht voor odette
Bericht 4 .
f346 - 25 apr 1638 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Lucas Vriesen, hopman, en Otto Hendricksen.
- Mombers over zaliger Jannegien Cornelis [haar] nagelaten twee kinderen, geprocreerd bij Rutger Jansen.
Verschenen is Rutger Jansen, gewoond hebbende te Genne, en nu wonende op den Brinck [ten Brinck] tot Berckmen. Hij heeft ten overstaan van de voorschreven Albert Jansen en Stoffer Cornelissen, als ooms [oomen] en wettelijke gestelde mombers over zijn twee kinderen, met name(n) Jan en Evert Rutgers, bij zijn zaliger huisvrouw Jannegien Cornelissen geprocreerd, [aan] deze twee kinderen erfuiting gedaan, en voor hun moederlijke goed bewezen [aan] elk de somma van 50 Caroli gulden, de gulden tot 20 stuivers eens. Die hij erfuiter [aan] elk kind belooft te voldoen en te ontrichten, wanneer zij 16 jaren oud zullen zijn. Verder heeft hij erfuiter ingewilligd, en met de voorschreven mombers geaccordeerd, dat al hetgeen zijn zaliger kind Derck ( na de dood van zijn moeder overleden zijnde) van zijn bestemoeder [= grootmoeder], gewezen huisvrouw van Cornelis Top, bij versterf aangekomen is, zal komen en erven op zijn voorschreven twee kinderen, en niet op hem erfuiter. Ook mede heeft hij erfuiter vrijwillig geconsenteerd, en [is hij] met de mombers overeengekomen, dat "t' selve ende all" het versterf van de bestemoeder, alsook van de "bestevaeder" [= grootvader] voorschreven, zal erven en [ver]sterven van het ene kind op het ander. Verder heeft hij erfuiter beloofd de voorschreven zijn twee kinderen in kost en kleren, en lijfsnooddruft "nae sijn gelegenheijd" behoorlijk te onderhouden tot aan hun mondige jaren. Waarmee de comparant verklaard heeft, dat hij [een] goede en oprechte erfuiting aan zijn voorschreven twee kinderen heeft gedaan. En hebben de voorschreven gerichtelijke gestelde mombers deze momberschap aangenomen en beloofd "der kinderen voor te staen", en in alles het beste te doen, dat goede en getrouwe mombers toestaat en schuldig zijn te doen.
- Juramentum per tutores remissum.
f346 - 25 apr 1638 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Lucas Vriesen, hopman, en Otto Hendricksen.
- Mombers over zaliger Jannegien Cornelis [haar] nagelaten twee kinderen, geprocreerd bij Rutger Jansen.
Verschenen is Rutger Jansen, gewoond hebbende te Genne, en nu wonende op den Brinck [ten Brinck] tot Berckmen. Hij heeft ten overstaan van de voorschreven Albert Jansen en Stoffer Cornelissen, als ooms [oomen] en wettelijke gestelde mombers over zijn twee kinderen, met name(n) Jan en Evert Rutgers, bij zijn zaliger huisvrouw Jannegien Cornelissen geprocreerd, [aan] deze twee kinderen erfuiting gedaan, en voor hun moederlijke goed bewezen [aan] elk de somma van 50 Caroli gulden, de gulden tot 20 stuivers eens. Die hij erfuiter [aan] elk kind belooft te voldoen en te ontrichten, wanneer zij 16 jaren oud zullen zijn. Verder heeft hij erfuiter ingewilligd, en met de voorschreven mombers geaccordeerd, dat al hetgeen zijn zaliger kind Derck ( na de dood van zijn moeder overleden zijnde) van zijn bestemoeder [= grootmoeder], gewezen huisvrouw van Cornelis Top, bij versterf aangekomen is, zal komen en erven op zijn voorschreven twee kinderen, en niet op hem erfuiter. Ook mede heeft hij erfuiter vrijwillig geconsenteerd, en [is hij] met de mombers overeengekomen, dat "t' selve ende all" het versterf van de bestemoeder, alsook van de "bestevaeder" [= grootvader] voorschreven, zal erven en [ver]sterven van het ene kind op het ander. Verder heeft hij erfuiter beloofd de voorschreven zijn twee kinderen in kost en kleren, en lijfsnooddruft "nae sijn gelegenheijd" behoorlijk te onderhouden tot aan hun mondige jaren. Waarmee de comparant verklaard heeft, dat hij [een] goede en oprechte erfuiting aan zijn voorschreven twee kinderen heeft gedaan. En hebben de voorschreven gerichtelijke gestelde mombers deze momberschap aangenomen en beloofd "der kinderen voor te staen", en in alles het beste te doen, dat goede en getrouwe mombers toestaat en schuldig zijn te doen.
- Juramentum per tutores remissum.
Re: bericht voor odette
Steven Engberts en Henrikien Harms trouwen te Zwolle;
- 30-03-1706 Steven Engberts j.m. en Hendrickjen Herms j.d. getuijgen Zijn moeder en haar moeder de proclamatien gaan mede tot Dalfsen
In Dalfsen zijn de volgende dopen te vinden:
- 23-1-1707: Wijchmont, dochter Steven Engberts Henrikien Harms Te Gerner
- 8-1-1708: Gerrijd, zoon Steven Engberts Henrikien Harms Te Gerner
- 24-2-1709: Arentien, dochter Steven Engberts Henrikien Harms Te Gerner
Daarna zijn er dopen te vinden van Steven Egberts en Grietien Willems Te Gerner (hiaat in trb Dalfsen). o.a. :
- 17-11-1720, Harmen zoon Steven Egberts Grietien Willems Te Gerner
De nakomelingen van deze Harmen gaan zich later Snorrewind noemen. Kleinzoon Herm Jan Snorrewind trouwde Albertdina van Leussen. En die van Leusen/Lusen is al eens voorbij gekomen in deze zoektocht.
- 30-03-1706 Steven Engberts j.m. en Hendrickjen Herms j.d. getuijgen Zijn moeder en haar moeder de proclamatien gaan mede tot Dalfsen
In Dalfsen zijn de volgende dopen te vinden:
- 23-1-1707: Wijchmont, dochter Steven Engberts Henrikien Harms Te Gerner
- 8-1-1708: Gerrijd, zoon Steven Engberts Henrikien Harms Te Gerner
- 24-2-1709: Arentien, dochter Steven Engberts Henrikien Harms Te Gerner
Daarna zijn er dopen te vinden van Steven Egberts en Grietien Willems Te Gerner (hiaat in trb Dalfsen). o.a. :
- 17-11-1720, Harmen zoon Steven Egberts Grietien Willems Te Gerner
De nakomelingen van deze Harmen gaan zich later Snorrewind noemen. Kleinzoon Herm Jan Snorrewind trouwde Albertdina van Leussen. En die van Leusen/Lusen is al eens voorbij gekomen in deze zoektocht.
- ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: bericht voor odette
Janny, bedankt!
Dan zouden er in 1813 toch nazaten van haar broer Hermen Herms of van Steven Egberts [x zusje Hendrikje Herms] bij de getuigen moeten zitten?
Dan zouden er in 1813 toch nazaten van haar broer Hermen Herms of van Steven Egberts [x zusje Hendrikje Herms] bij de getuigen moeten zitten?
-
- Berichten: 2730
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Re: bericht voor odette
Aangevuld.
Ik ken iemand die afstamt van dat echtpaar Snorrewind/Van Leussen. Ik weet niet of ze dat deel uit Genne/Berkum van Hermen Herms al heeft. Zal het doorgeven.
Het convenant was een overeenkomst voor zorgplicht voor Hermen Herms. De zorg voor hem opgedragen aan jongste dochter Jannegien Herms en haar a.s. man Rutger Willems, kort voor hun huwelijk in 1717. En het is gedropt in het jaar 1719, met de mededeling, dat oudste zoon Joost inmiddels was overleden. Hij is 15-1-1718 begraven op Bergklooster als Joost Herms aan den Brink. Gerechtigd. Bijna 44 jaar oud. 812/209.
Hoewel het allemaal heel mooi zou zijn: Willem Rutgers is de in 1719 geboren zoon van Rutger Willems en Jannegien Herms, lopen er inderdaad volgens mij ook nog wel weer te weinig lijntjes van de familie in Diese terug naar Berkum.
De keuze van mombers kan ik ook niet altijd volgen. Het gaat dan bijv. heel moeilijk via achterneven of een oudoom of een voogd/stiefvader, terwijl er dan toch nog wel een broer of zwager in leven is? Zoiets tenminste. In het algemeen. Maar dan wordt bijv. Lubbert Jans gevraagd, wilde die dat graag zelf of was dat gezien de afstanden van wonen praktischer?
Van die Willem Rutgers geboren in 1719 weten we in ieder geval, dat hij in 1758 nog leefde. Zijn broer Jan Rutgers leefde toen ook nog. Hun moeder noemt ze in het testament van 1758.
Maar als we de kennis die we nu hebben van de familie van Rutger Willems Bos X Geertje Herms Bos in Diese niet aan die Willem Rutgers van geboren 1719 te Berkum kunnen plakken, wat voor inhoud kunnen we die Willem Rutgers geb. 1719 te Berkum dan geven, inhoud aan zijn leven? Met wat voor feiten kunnen we zijn leven dan vullen? Hij is in ieder geval 39 jaar geworden. Dat is toch ook nog niet helemaal niets?
Omdat Hermpje Willems, die hertrouwt als Hermpje Rutgers, ook al eens was ingetrouwd in die familie in Berkum, met Frederik Jans Brinkert, hoop ik toch nog steeds, dat we bij die Willem Rutgers geb. 1719 uitkomen. Ze heeft die familie goed gekend, want ze was dus eerst met een zoon van Jan Rutgers getrouwd en omdat in 1758 die zijn broer Willem Rutgers nog leefde, zal Hermpje van die Willem hebben gehoord, al of niet haar grootvader zijnde.
Ik ken iemand die afstamt van dat echtpaar Snorrewind/Van Leussen. Ik weet niet of ze dat deel uit Genne/Berkum van Hermen Herms al heeft. Zal het doorgeven.
Het convenant was een overeenkomst voor zorgplicht voor Hermen Herms. De zorg voor hem opgedragen aan jongste dochter Jannegien Herms en haar a.s. man Rutger Willems, kort voor hun huwelijk in 1717. En het is gedropt in het jaar 1719, met de mededeling, dat oudste zoon Joost inmiddels was overleden. Hij is 15-1-1718 begraven op Bergklooster als Joost Herms aan den Brink. Gerechtigd. Bijna 44 jaar oud. 812/209.
Hoewel het allemaal heel mooi zou zijn: Willem Rutgers is de in 1719 geboren zoon van Rutger Willems en Jannegien Herms, lopen er inderdaad volgens mij ook nog wel weer te weinig lijntjes van de familie in Diese terug naar Berkum.
De keuze van mombers kan ik ook niet altijd volgen. Het gaat dan bijv. heel moeilijk via achterneven of een oudoom of een voogd/stiefvader, terwijl er dan toch nog wel een broer of zwager in leven is? Zoiets tenminste. In het algemeen. Maar dan wordt bijv. Lubbert Jans gevraagd, wilde die dat graag zelf of was dat gezien de afstanden van wonen praktischer?
Van die Willem Rutgers geboren in 1719 weten we in ieder geval, dat hij in 1758 nog leefde. Zijn broer Jan Rutgers leefde toen ook nog. Hun moeder noemt ze in het testament van 1758.
Maar als we de kennis die we nu hebben van de familie van Rutger Willems Bos X Geertje Herms Bos in Diese niet aan die Willem Rutgers van geboren 1719 te Berkum kunnen plakken, wat voor inhoud kunnen we die Willem Rutgers geb. 1719 te Berkum dan geven, inhoud aan zijn leven? Met wat voor feiten kunnen we zijn leven dan vullen? Hij is in ieder geval 39 jaar geworden. Dat is toch ook nog niet helemaal niets?
Omdat Hermpje Willems, die hertrouwt als Hermpje Rutgers, ook al eens was ingetrouwd in die familie in Berkum, met Frederik Jans Brinkert, hoop ik toch nog steeds, dat we bij die Willem Rutgers geb. 1719 uitkomen. Ze heeft die familie goed gekend, want ze was dus eerst met een zoon van Jan Rutgers getrouwd en omdat in 1758 die zijn broer Willem Rutgers nog leefde, zal Hermpje van die Willem hebben gehoord, al of niet haar grootvader zijnde.
Laatst gewijzigd door Janny Lalkens op 06 jan 2020, 14:15, 1 keer totaal gewijzigd.
Re: bericht voor odette
Hermen Hermens en Aleida Hendricks trouwen te Zwolle:
- 22-12-1705 Herman Herms j.m. en Aleida Hendricks wed. getuijgen des bruijdegoms vader en der bruijts moeder
de vrouw moet erfuijtinge doen de Gebooden zijn geschut op order van de Heeren van de Magestraet den 9 Decemb 1705. en heeft twee prockelematien gehadt. op den 19 decemb: is ordre gekomen van dhr: Brurgemeester Assinck dat de geboden haer vortgang sullen nemen.
Van weet Aleida weduwe was weet ik (nog) niet. Mogelijk van Egbert Roelofs (trouwen 1704, doop Hendrik in 1705)
Van Hermen en Aleida heb ik in Zwolle de volgende dopen gevonden (GI):
- 15-09-1706: Herman Hermens en zijn vrouw Leijda Hendrix laten hun zoon Jannes dopen
- 15-02-1708: Hermen Herms en zijn vrouw Aleyda Hendrix laten hun dochter Egbertjen dopen
- 17-11-1709: Gerrit, Herman Hermens, Aleyda Hendrix
- 09-12-1710: Gerrit, Harman Harmsz, Aleijda Hendriks
- 06-08-1713: Gerrit, Hermen Hermensz, Aleijda Hendriks
- 23-01-1715: Gerrit, Harmen Harms [van der Vegte], Aleida Hendriks
blauwe tekst geeft aanvullende verduidelijking, staat er als opmerking bij de transcriptie. (Kees Braaksma, vpnd.nl)
Op de scan staat de naam Van der Vegte in ieder geval niet:
https://historischcentrumoverijssel.nl/ ... ew=viewer2
Vraag: hoort de volgende hierbij (Zwolle):
- 03-02-1736: Aleida (dochter van) Gerrit van der Vegte (en) Fenna Bergholt, onegt, sijn getrouwt den 16 april 1736
- (otr Den 3 Mart 1736) 16-04-1736 Gerrit van der Vegt j.m. bij de Gasthuis brug met Fennigjen Bergholts
S:G: Jan Nilant, H:G: de moeder, moeders Consent moet inkomen. Is gebleken.
Van dit lijntje zou je verwachten dat er nog een nakomeling leeft in 1813, die kan getuigen. Maar voorlopig kan ik geen van drieën, Derk van Dort, Roelof Teunis Hogebeen of Roelof Dekker hiermee verbinden.
- 22-12-1705 Herman Herms j.m. en Aleida Hendricks wed. getuijgen des bruijdegoms vader en der bruijts moeder
de vrouw moet erfuijtinge doen de Gebooden zijn geschut op order van de Heeren van de Magestraet den 9 Decemb 1705. en heeft twee prockelematien gehadt. op den 19 decemb: is ordre gekomen van dhr: Brurgemeester Assinck dat de geboden haer vortgang sullen nemen.
Van weet Aleida weduwe was weet ik (nog) niet. Mogelijk van Egbert Roelofs (trouwen 1704, doop Hendrik in 1705)
Van Hermen en Aleida heb ik in Zwolle de volgende dopen gevonden (GI):
- 15-09-1706: Herman Hermens en zijn vrouw Leijda Hendrix laten hun zoon Jannes dopen
- 15-02-1708: Hermen Herms en zijn vrouw Aleyda Hendrix laten hun dochter Egbertjen dopen
- 17-11-1709: Gerrit, Herman Hermens, Aleyda Hendrix
- 09-12-1710: Gerrit, Harman Harmsz, Aleijda Hendriks
- 06-08-1713: Gerrit, Hermen Hermensz, Aleijda Hendriks
- 23-01-1715: Gerrit, Harmen Harms [van der Vegte], Aleida Hendriks
blauwe tekst geeft aanvullende verduidelijking, staat er als opmerking bij de transcriptie. (Kees Braaksma, vpnd.nl)
Op de scan staat de naam Van der Vegte in ieder geval niet:
https://historischcentrumoverijssel.nl/ ... ew=viewer2
Vraag: hoort de volgende hierbij (Zwolle):
- 03-02-1736: Aleida (dochter van) Gerrit van der Vegte (en) Fenna Bergholt, onegt, sijn getrouwt den 16 april 1736
- (otr Den 3 Mart 1736) 16-04-1736 Gerrit van der Vegt j.m. bij de Gasthuis brug met Fennigjen Bergholts
S:G: Jan Nilant, H:G: de moeder, moeders Consent moet inkomen. Is gebleken.
Van dit lijntje zou je verwachten dat er nog een nakomeling leeft in 1813, die kan getuigen. Maar voorlopig kan ik geen van drieën, Derk van Dort, Roelof Teunis Hogebeen of Roelof Dekker hiermee verbinden.
- ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: bericht voor odette
Snorrewind ?
Steven Engberts boert op het Dekkers in Gerner. Heeft een Gerrit en een Arentje uit het 1e huwelijk.
Dalfsen f41vo dd 14-05-1711
Richter Jacob Vriesen
Keurnoten: De Hr. Rentmr. Joan Vriesen en Gerrit Veldink
In den Edele Gerichte gecompareerd en erschenen Steven Engberts toe Garner verklarende also gesind was sich wederom in den tweden huwelijkse staat te begeven met de in den gerichte mede present sijnde momboiren van sijne twee voorkinderen te sijn geaccordeerd en geconventieerd dat hij vader Steven Engberts an ieder kind met name Gerrit en Arentje bij zijn zall. huisvrouwe Hendrikje Herms in echte geprocreerd voor hare moederlijk goed en erffenisse sal uitkeren een sa: van vijftig car: gls: en ieder een kiste, alsmede an haar samen het linnen en wollen klederen en silverwerk so tot haar moeders lijf heeft behoort daar en boven nog an Arendje een bedde met sijn toebehoor sullen sij egter de halve waarde van voornt. bedde of in geld of uit andere toegewesene goederen an haar broeder Gerrit moeten laten toekomen en uitkeren. Dit alles met die verstande dat so wanneer een de[r] voornoemde kinderen kwam te overlijden alle toegewesen penningen en goederen zullen erven en devolderen op de langstlevende zonder dat de vader hier iets van [sal] kunnen of mogen pretenderen. Verder zullen de penningen en goederen aan de kinderen worden uitgekeerd wanneer sij 20 jaar zijn geworden en zal de vader de kinderen leren lesen en schrijven alsmede te verplegen in kost en klederen tot de 17 jaar zijn gepasseerd; waarmee de vader wetelijk is gescheiden van de kinderen. So hebben wijders de momboiren met name Joost Herms toe Bercum en Henrik Berents toe Garner beide naaste bloedverwanten der kinderen bij handtastinge in edes plaats belooft sig te sullen gedragen en alles te doen wat goede en oprechte momboirs na Landregt schuldig sijn. In waarheids oirconde en sonder arg of list heb ik scholt: voornt. desen eigenhandig geteikend en met mij pitzier bekragtigt. Actum dalfsen den 14 maij 1711
Gerner VOT 1748
1 -
2 - Grietien Wilmz.
3 - Derk en Gerrit Stevens.
4 -
5 -
6 -
Ng Dalfsen trb
Den 18 April 1761 - Dirk Stevens J.M. uit Gerner, met Janna Hendriks J.D. uit Gerner. Getrouwt alhier op Pinxter Maandag den 11 maij 1761.
Den 6 Februarij 1768 - Gerrit Stevens J.M. in Gerner, met Grietje Jochems J.D. in Ancum. Getrouwt alhier den 21 februarij 1768.
Hun zoon STEVEN noemt zich in 1811 van der KOLK, beroep bouwman en huwde met Johanna Frelinks.
Dalfsen invnr 11 f132 dd.11-10-1769
Scholtus Jan Fabius
Keurnoten Jeremias van Wijhe en Michiel Gebauwr
Persoonlijk erschenen Gerrit Stevens en Grietjen Jochems eheluiden tutore marito en verklaarden om een welbetaalde somma van penningen te hebben gecedeerd en getransporteerd sulks doende kragt deses aan Derk Stevens en desselfs ehevrouw en erfgenamen 1/6 part in de katerstede het Dekkers gent. gelegen in de boerschap Gerner, sijnde hetselve vrij alodiaal goed en zonder enig bezwaar.
Actum Dalfsen den 11 Octobr. 1769.
Steven Engberts boert op het Dekkers in Gerner. Heeft een Gerrit en een Arentje uit het 1e huwelijk.
Dalfsen f41vo dd 14-05-1711
Richter Jacob Vriesen
Keurnoten: De Hr. Rentmr. Joan Vriesen en Gerrit Veldink
In den Edele Gerichte gecompareerd en erschenen Steven Engberts toe Garner verklarende also gesind was sich wederom in den tweden huwelijkse staat te begeven met de in den gerichte mede present sijnde momboiren van sijne twee voorkinderen te sijn geaccordeerd en geconventieerd dat hij vader Steven Engberts an ieder kind met name Gerrit en Arentje bij zijn zall. huisvrouwe Hendrikje Herms in echte geprocreerd voor hare moederlijk goed en erffenisse sal uitkeren een sa: van vijftig car: gls: en ieder een kiste, alsmede an haar samen het linnen en wollen klederen en silverwerk so tot haar moeders lijf heeft behoort daar en boven nog an Arendje een bedde met sijn toebehoor sullen sij egter de halve waarde van voornt. bedde of in geld of uit andere toegewesene goederen an haar broeder Gerrit moeten laten toekomen en uitkeren. Dit alles met die verstande dat so wanneer een de[r] voornoemde kinderen kwam te overlijden alle toegewesen penningen en goederen zullen erven en devolderen op de langstlevende zonder dat de vader hier iets van [sal] kunnen of mogen pretenderen. Verder zullen de penningen en goederen aan de kinderen worden uitgekeerd wanneer sij 20 jaar zijn geworden en zal de vader de kinderen leren lesen en schrijven alsmede te verplegen in kost en klederen tot de 17 jaar zijn gepasseerd; waarmee de vader wetelijk is gescheiden van de kinderen. So hebben wijders de momboiren met name Joost Herms toe Bercum en Henrik Berents toe Garner beide naaste bloedverwanten der kinderen bij handtastinge in edes plaats belooft sig te sullen gedragen en alles te doen wat goede en oprechte momboirs na Landregt schuldig sijn. In waarheids oirconde en sonder arg of list heb ik scholt: voornt. desen eigenhandig geteikend en met mij pitzier bekragtigt. Actum dalfsen den 14 maij 1711
Gerner VOT 1748
1 -
2 - Grietien Wilmz.
3 - Derk en Gerrit Stevens.
4 -
5 -
6 -
Ng Dalfsen trb
Den 18 April 1761 - Dirk Stevens J.M. uit Gerner, met Janna Hendriks J.D. uit Gerner. Getrouwt alhier op Pinxter Maandag den 11 maij 1761.
Den 6 Februarij 1768 - Gerrit Stevens J.M. in Gerner, met Grietje Jochems J.D. in Ancum. Getrouwt alhier den 21 februarij 1768.
Hun zoon STEVEN noemt zich in 1811 van der KOLK, beroep bouwman en huwde met Johanna Frelinks.
Dalfsen invnr 11 f132 dd.11-10-1769
Scholtus Jan Fabius
Keurnoten Jeremias van Wijhe en Michiel Gebauwr
Persoonlijk erschenen Gerrit Stevens en Grietjen Jochems eheluiden tutore marito en verklaarden om een welbetaalde somma van penningen te hebben gecedeerd en getransporteerd sulks doende kragt deses aan Derk Stevens en desselfs ehevrouw en erfgenamen 1/6 part in de katerstede het Dekkers gent. gelegen in de boerschap Gerner, sijnde hetselve vrij alodiaal goed en zonder enig bezwaar.
Actum Dalfsen den 11 Octobr. 1769.
Laatst gewijzigd door ria van bessen op 06 jan 2020, 15:07, 1 keer totaal gewijzigd.