Sijbrand Claassen en Marrigje Evers

[Egbert_]

Sijbrand Claassen en Marrigje Evers trouwen rond 1720.
Van hem geen ouders bekend.
Marrigje is gedoopt 23-04-1700 te Zwolle, ouders Evert Willems en Jannechien Henricks Bijvank (trouwen 25-07-1699 te Zwolle)
Vraag: wie zijn de ouders van Sijbrand Claassen en wie zijn de ouders van Jannechien Henricks Bijvank

[Egbert_]

Naar de ouders van Marrigje Evers is al eens een korte zoektocht geweest:
https://www.historischcentrumoverijssel ... 90a132448c

Vader Evert is drie keer getrouwd geweest:

• Ondertrouw 24 oktober 1685, Evert Willems van der Vecht alhijr en Helena Meijers van Swarte-Sluijs De proclamatien gaen mede te Groningen

• Evert Willems w. Aeght Lubberts j.d. beijde aen d Hasselerdijck.

• 25-07-1699 Evert Willems wedunaer en Jannighien Hendrickx Bivanck j.d. SG Arent Lubbers en Hendrick Bivanck HG de vrou van Hendrick Bivanck en Lubbegien Teijnes

Wie de getuigen zijn, is mij nog niet bekend.

Evert en Jannigje krijgen twee kinderen:
Marrigje, gedoopt 23-04-1700 te Hasselt, en Aagtie gedoopt 19 februari 1702 te Zwolle.

Aagtie zal jong overleden zijn, want er is een akte waarin alleen de onmondige Marrechien genoemd wordt.

Zwollerkerspel f153 - 8 jan 1714 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Berent Langhcamp en Daniel van Campen.
Heden is in het Gericht verklaard, dat Evert Willems en Jannechien Henricks aan de Hasselerdijck bij Kijck in de Vechte waren komen te overlijden, nalatende een onmondige dochter Marrechien Evers. Bijgevolg behoren over het genoemde kind door het Gericht mombers te worden aangesteld. Zo heeft het Gericht over genoemde Marrechien Evers na genomen informatie tot mombers aangesteld Jan Bijvanck, oom van moeders zijde, en Assien Berens, als zwager. Beiden zijn mede in het Gericht gecompareerd en zij hebben deze momberschap bij handtasting aangenomen. Zonder argelist.

Wie voogd Jan Bijvanck, is mij onbekend. Maar waarschijnlijk een broer van Jannechien Henricks. Van zwager Assien Berens heb ik het volgende gevonden (lidmatenboek Mastenbroek):

• 23 Aug. 1729, Op de Nieuwe Weteringe en Hasseler Dijk: Asje Beerends obijt den 27 Junij 1741

• 23 Aug. 1729, Op de Nieuwe Weteringe en Hasseler Dijk: Jacobje Everts obijt den 10 Jannuarij 1749, sepultus den 17

Jacobje Everts is een dochter uit het tweede huwelijk van Evert Willems met Aagte Lubbers. Zij is dus een halfzus van Marrigje Evers.

Marrigje zou later, in 1742, als weduwe trouwen met Cornelis Doorn uit Genne (13 okt 1742 otr in Zwolle, 12 okt en 4 nov otr en trouwen in Mastenbroek.

Zij zijn terug te vinden in de VOT1748, nr. 5 in de Roubolligerhoek in Zwollerkerspel, kinderen boven de 10: Jan Sibrands en Jannigje Sibranda, onder de 10: Cornelis Sibrands en Grietje Cornelis

Dochter Judith (gedoopt 23-05-1734) staat daar niet bij. Maar ze hoort er wel bij. Zij gaat op 17-01-1755 te Mastenbroek in ondertrouw met Gerrit Harms [van de Maat]. Daar is een zoektocht van geweest:
https://www.historischcentrumoverijssel ... 90a132448c

Dit is dus een vervolg.
Aanvullingen zijn welkom, ook over bijv. zwager Asje Berents

[ria van bessen]

Is het niet vreemd dat Willem Everts zijn oudste kind Jacobje heet?
Geen Helena of Leentje.

Hoort bij Willem soms ook bij deze akte én dit huwelijk?

Zwollerkerspel f205 - 8 jan 1682 - Gesurrogeerde Richter Gerrijt Holt JUDoctor.
Keurnoten Berent Enghbers en Rijkelt Klaassen, beiden aan de Hasseler Dijck.
In het Gericht zijn verschenen Evert Willems en Jacobjen Klaassen, eheluiden, woonachtig aan de Hasseler Dijk, hij Evert Willems gezond van lichaam en zij Jacobjen Klaassen wel ziek en in het kraambed liggende, "dog haar verstant en memorie zeer wel gebruikende", in dezen geassisteerd zijnde met Gerrijt Holt, gerichtschrijver, als haar momber. Zij comparanten verklaarden een testament te maken als volgt.
Ten eerste stellen, institueren en nomineren zij comparanten elkaar reciproce, de een de ander, tot hun enigste en universele erfgenaam, en geven zij elkaar al hun goederen en hun gehele nalatenschap, niets uitgezonderd, om deze tot hun tijdelijke nooddruft na eerlijke staatsgelegenheid te mogen genieten en tuchtsgewijs te gebruiken.
Hij comparant Evert Willems voornoemd stelt verder na de dood van de laatste tot zijn enigste universele erfgenamen zijn vader en moeder Willem Janzen en Jacobjen Willems, en na de dood van dezen zijn comparantens broers en zusters die dan in leven zijn, en bij voorafsterven van één of meer van dezen hun kinderen of kindskinderen [= kleinkinderen] in plaats van de overledene.
Zij testatrice [testatrix] stelde, nomineerde en institueerde na de dood van de laatste van hun beiden tot hun enigste en universele erfgenamen in haar gehele nalatenschap haar volle broer Eghbert Klaassen en haar halve broer Lubbert Klaassen, en haar beide halve zusters Hillighjen en Geertjen Albers, en bij voorafsterven van één of meer van deze kinderen of kindskinderen bij representatie, met dien verstande en onder deze voorwaarde echter, dat haar volle broer Eghbert Claasen of zijn kinderen of kindskinderen eens zo veel dan haar halve broer of halve zusters of deze hun descendenten zullen trekken en genieten, en "alsoo" twee delen tegen de andere ene krijgen [hebben].
Tenslotte legateren zij comparanten aan de huisarmen tot Zwolle elk een somma van 5 Caroli guldens een, direct na hun dood te ontrichten. Zonder argelist.
- Gerrijt Holt, gerichtschrijver, zal voor de comparanten tekenen en zegelen.

[Kantlijn hierbij op f205:] 16 mei 1696 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Jan Lubbers en Jan Wolters.
In het Gericht zijn verschenen Eghbert Clasen en zijn huisvrouw Merghjen Gerrits, tutore marito, verder Lambert Hendriks en Geertjen Albers, huisvrouw van Eghbert Koster, in dezen met voornoemde Lambert Hendriks als momber geassisteerd. Zij hebben verklaard, dat zij mitsdezen alhier hebben geaccordeerd met Evert Willems, en het daarvoor aan hun beloofde uit zijn handen ontvangen hebbende, renuntieerden en deden afstand van het hetgeen hun uit kracht van dit nevenstaande testament van hun zaliger zuster Jacobjen Clasen, nadat zulks alvorens op 4 januari 1696 aan handen van de gerichtschrijver Holt door Henrik Koster mede is geschiedt.
- Me presente,
- Gerrijt Holt, gerichtschrijver.

Zwolle 09-10-1677 Evert Willems j.m. en Jakopijn Klaesen wed. van Hermen Wolters

Zwolle 14 november 1685 met Helena Meijers (van Swarte-Sluijs overleden voor april 1689), zoon Willem gedoopt 22 februari 1687 Zwolle
* geen erfuiting in Zwolle of Zwollerkerspel

Zwolle 02-04-1689 Evert Willems w. Aeght Lubberts j.d. beijde aen d Hasselerdijck

[Egbert_]

De gegevens nog eens goed nagelopen, en met name die zoektocht van Evert Willems ca.1655 Hasselerdijk in 2016

In de GI is te vinden:

• Datering: 1688-12-12, Bron: Overig, Evert Willems van der Vecht, man van Helena Meijers

• Datering: 1688-12-12, Bron: Overig, Evert Willems van der Vecht, zoon van Hilligjen Jansen

Heel goed mogelijk dat deze Evert Willems een heel andere is dan die in 1689 met Aagte Lubbers trouwde. Aan de Hasselterdijk heette men aan de Vecht, en niet van der Vecht. Tenminste, in de 17e eeuw, later wel. En dat bij dat trouwen met Helena Meijers de proclamatien mede naar Groningen gingen, is ook opvallend.

Evert Willems in 1689 weduwnaar van Jacobje Klaassen lijkt meer te te passen.
De Evert Willems die in 1677 Jacobje Klaassen trouwde, heb ik gedoopt 20-10-1652 te Hasselt als zoon van Willem Jansz te Holten en Jacobjen Willems.

Dan kan dochter Jacobje Evers of naar zijn moeder of naar zijn overleden eerste vrouw vernoemd zijn.

Op dit moment heb ik heb ik de (half)broers van Jacobje Klaassen nog niet in beeld, maar lijkt me zeker interessant om verder uit te zoeken.

keurnoot Rijkelt Klaassen aan de Hasseler Dijck is ook een oude bekende uit de zoektocht naaar Jacob Klaassen "van der Maaten" . Die was in 1694 zoutgeld nog buurman, dus Evert Willems x Jacobje Klaassen lijkt hier goed bij aan te sluiten.

Kortom: mooie start van de zoektocht.

[ria van bessen]

Dat is een testament.

Zwolle f198-f199 dd.12-12-1688
Erschenen Evert Willems vander Vecht en Helena Meijers zijn huisvrouw, beiden gezond en zij geassisteerd met de Secr. Haecke als haar momber, en hebben over hun tijdelijke goederen disponerende elkaar wederzijds geïnstitueerd tot enige en universele erfgenaam, voorbehoudens de legitieme portie aan testateurs moeder Hilligjen Jansen. Testateuren legateren elk aan de armen alhier 6 car.gl.
Actum coram Schepenen Gijsbert van Ittersum en Herman Joan Roelink.

[ria van bessen]

bericht 2

Zwollerkerspel invnr 606 f322 - 11 juni 1644 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Diesemer Egbertsen, hopman, en Otto Jansen.
In het Gericht zijn verschenen Willem Janssen en zijn huisvrouw Jacobien Willems, [zij geassisteerd] met haar man en momber Willem Janssen, wonende ten Holte [= te Holten], verder dezelfde Willem Janssen als gevolmachtigde van zijn broer Jan Janssen, wonende tot Oostenwolde, blijkende bij zekere volmacht voor de Gesubstitueerde Richter en Onderschultes van het Scholtambt van Hasselt Henrick Backer en keurnoten Hermen Boelen en Jan Backer, door deze [den selven] Jan Jansen op 11 mei 1644 "verleden" gepasseerd en in het Gericht gezien en gelezen.
En hebben de voorschreven comparanten voor hun zelf en voorschreven Willem Jansen als gevolmachtigde voorschreven voor hun en hun erfgenamen in een steden vaste erfkoop erfelijk en eeuwig verkocht, gecedeerd en getransporteerd, gelijk zij verkopen, cederen en transporteren mitsdezen, voor een somma van penningen, die [aan] hun comparanten in de kwaliteit [qualite] voorschreven "alinge en all" voldaan en betaald is, aan en ten erfelijken behoeve van de E. Aeltien Ter Linden, weduwe van zaliger Reijner Jacobsen Maler, in zijn leven secretaris van de stad Campen, en haar erfgenamen zekere 3 morgen land "gemeen ende onverscheijden" in 12 morgen liggende in de buurtschap Ten Holte [= Holten] in dit Schultambt van Swoll, waarvan de koopster boven deze 3 morgen nog 3 morgen, Derck Jansen "vijfft halve" [= 4 1/2] morgen, en Albert Henricksen 1 1/2 morgen competeren. Aan welke 12 morgen noordwaarts Jonker Willem van Laer(s) [zijn] erfgenamen, zuidwaarts de stad van Swolle ( waarvan Jan Jacobsen Smit gebruiker is ]naast geland zijn, strekkende voor van de wetering tot over de Stouwe. Zijnde deze getransporteerde 3 morgen land een vrij eigenlijk goed, onbezwaard van enige uitgaande renten of thinsen, ook vrij van dijken, dammen, stegen en weteringen, uitgezonderd van de Stouwe en de wetering die tot deze 3 morgen behoren, die de koopster tot haar laste neemt. Belovende "de selve" te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het Landrecht. Zonder argelist.
- Jacobus van Muijden zal voor de comparanten zegelen en tekenen.

[ria van bessen]

bericht 3

Jan en Hendrik Bijvanck horen bij de reeks Peter Nijland.
Hun zus Aaltjen was de moeder van Peter Jans die weer met Janna Gerrits Snel trouwt.

[ria van bessen]

bericht 4

OUDERs van Peter Nijland

1695 Den 13 April - Jan Jansen J.M. en Aeltin Hendrikx wedu.
Erf uittigh doen. Heeft erfuiting daan.
Getrouwt den 7 Maij 1695.
Get. Egbert Egbertz sijn broeder [haar getuige is niet vermeld!].
[nederd. geref. (onder)trouw Zwolle, RBSO 727 - f64].

1698 den 9 April - Jan Jansen wedenaer, [en] Jannegjen Arents Jong Docht.
Moet erff uijtinge doen de bruijdegom.
Na vertoning van ervuitinge getrouwt den 26 Apr. 1698.
Getuige de vader, de bruijt haer moeder.
[nederd, geref. (onder)trouw Zwolle, RBSO 727 - f175].


rechterlijk archief Zwollerkerspel RA001-00614:
f316 - 8 apr 1698 - Richter Harman Meuwsen.
Keurnoten Derck Hendricks en Hendrick Berghorst.
In het Gericht is verschenen Jan Jansen, wonende te Westenholte. Hij heeft over zijn onmondig kind genaamd Peter Jansen, in echte geprocreerd bij zijn zaliger huisvrouw Aeltien Hendricks, tot mombers verzocht Egbert Egbers, oom van vaders zijde, en Jan Hendricks, oom van moeders zijde. Zij zijn daarop beiden door het Gericht verhoord en zij hebben deze momberschap aangenomen.
Waarna hij comparant aan zijn voornoemde zoon erfuiting heeft gedaan en [aan hem] voor zijn zaliger moeders goed heeft bewezen een somma van 8 Caroli gulden, zijnde een zesde part van "die" in het afgelopen [vergangene] jaar op Michaeli verkochte vette beesten, en een somma van 28 Caroli gulden, 4 stuiver en 4 penningen, zijnde een derde part van de penningen geprocedeerd van de nagelaten en verkochte kleren van de moeder, en 50 [-] gulden aan geld als het kind tot zijn 18 jaren gekomen is, om dan contant te betalen of te verrenten tegen 4 1/2 procent, en bovendien nog 30 Caroli gulden of een veulen [een vullen], dat zo veel waard is, alsmede nog "een drie gulden stuck". Hij belooft verder zijn genoemd kind in alles te onderhouden [verplegen] totdat het 18 jaren oud geworden zal zijn, en deze bovendien lezen en schrijven na behoren te laten leren. Waarmee hij comparant verklaarde een oprechte erfuiting aan zijn voornoemde zoon te hebben gedaan, waarvoor hij verbindt zijn persoon en goederen. Zonder argelist.
- Jusjurandum per tutores remissum est.

1710 den 12 April - Hendrick Berens J.M. en Jannegin Arens wed.
Alhier Getrouwt April 1710.
Getuige sijn moeder en haar suster.
[nederd. geref. (onder)trouw Zwolle, RBSO 728 - f330].

rechterlijk archief Zwollerkerspel RA001-00616:
f295 - 26 apr 1710 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Berent Langhcamp en Wolbert Meijer.
In het Gericht is verschenen Jannechien Arens, weduwe van Jan Jansen te Westenholte, zij in dezen met Roelof Assies als momber geassisteerd. Zij heeft over haar twee onmondige kinderen (Jan en Arent Jansen), bij haar voornoemde eheman zaliger in echte geprocreerd, tot mombers verzocht Meindert Jansen, oom van vaders zijde, en Jan Arens, oom van moeders zijde. Beiden zijn in het Gericht gecompareerd en zij hebben deze momberschap door handtasting aangenomen.
Waarna zij comparante in presentie van de genoemde mombers aan haar voornoemde twee kinderen erfuiting heeft gedaan en aan dezen voor hun zaliger vaders goed heeft bewezen tesamen een somma van 80 gulden of aan ieder kind 40 gulden, en aan ieder een uitzet [uitsettinge] na staatsgelegenheid, en al het linnen en de wol, die de lijfdracht van de vader heeft behoord.
Zij bewijst bovendien nog aan Peter Jansen, het voorkind van haar zaliger man, bij zijn vorige huisvrouw Aeltien Henricks in echte geprocreerd, voor het vaders goed mede een somma van 40 Caroli gulden.
Alles aan hun uit te keren als zij 18 jaren oud geworden zullen zijn. Zullende bij vooraflijvigheid van één van deze kinderen het goed hiervoor aan hun bewezen niet op de moeder, maar op de andere naaste erfgenaam of erfgenamen ab intestato, die dan nog in leven zijn, erven en versterven. Zij belooft verder de genoemde haar kinderen tot aan die tijd van 18 jaren in kost en kleren te zullen onderhouden, en hun ondertussen lezen en schrijven te laten leren na behoren. Waarmee zij erfuiterse verklaarde een oprechte en sincere erfuiting aan haar voornoemde kinderen te hebben gedaan, waarvoor zij verbindt haar persoon en goederen als volgens het recht. Zonder argelist.
- Jusjurandum per tutores remissum est.

rechterlijk archief Zwollerkerspel RA001-00617:
f458 - Eodem [11 juli 1717] - Judice et Assessoribus iisdem.
Heden is aan het Gericht vertoond, dat Meindert Jansen en Hendrik Bijvank, beiden voormaals door dit Gericht aangestelde mombers over de onmondige zoon [Peter Jansen] van Hendrik Jansen in de Meente en Aaltien Hendriks, eheluiden, waren komen te overlijden. In plaats van de afgestorvenen behoren twee andere mombers te worden aangesteld. Zo heeft de Scholtes voornoemd met assumtie van de bovengenoemde keurnoten na genomen informatie over de genoemde Peter Jansen tot mombers aangesteld Derk Jansen, oom van vaders zijde, en Jan Bijvank, oom van moeders zijde. Deze zijn daarop beiden persoonlijk in het Gericht verschenen en zij hebben deze momberschap bij handtasting aangenomen. Zonder argelist.

kinderen n.g. gedoopt Zwolle:

14 jul 1695 - Willemtie Jans
20 jun 1697 - Peter Jans

6 mrt 1701 - Jan Jans
19 nov 1702 - Jacob Jans
.. ... .... - Arent Jans

[Egbert_]

Over Helena Meijers in de GI nog gevonden:
- 22 feb 1687: Evert Willems en zijn vrouw Heiltie Meiers laten hun zoon Willem dopen
- 31 jan 1705: Helena Meijers weduwe van Evert Vermeulen, stelt als onderpand haar huis in de Broeren
- 26 aug 1707: Helena Meijers de weduwe van Evert Vermeulen

En over Evert Vermeulen:
- 28 sep 1697: Evert Vermeulen koopt een huis in de Broeren tegenover de Broerenkerk
- 24 mrt 1704: Evert Vermeulen zoon van Hillegien Alberts
- 2 apr 1704: Evert Vermeulen is begraven in de Broerenkerk

Zoon Willem wordt niet genoemd in testament, zal dus jong jong overleden zijn.

Of Evert van der Vecht is voor 1697 overleden, of Evert van der Vecht = Evert Vermeulen.

Hoe dan ook, Helena Meijers en haar Evert horen niet in deze zoektocht.

[ria van bessen]

bericht 5

Zwollerkerspel invnr. 615 f28 - 25 mei 1700 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Wijnandus Meijer en Jannes van der Scheer.
In het Gericht is verschenen Wolter ter Vijll. Hij verklaarde voor hem en zijn erfgenamen wegens aan hem verstrekte en ten genoegen ontvangen penningen schuldig te zijn aan vrouw Margareta Deters, weduwe van wijlen de Heer Gerhart Voorne, in zijn leven van de burgemeester van de stad Campen, een kapitale somma van 300 Caroli gulden. De rente is jaarlijks 15 Caroli gulden, waarvan heden over één jaar op 25 mei 1701 het eerste jaar rente zal komen te verschijnen. Hij stelt voor al hetgeen voorschreven boven een generaal verband van zijn persoon en goederen tot een speciale hypotheek en onderpand alzodanige 4 morgen land, zowel weide- als bouwland, in dit kerspel van Zwolle in de boerschap Westenholte gelegen, tussen de Heer brigadier Dedem ter ener zijde en het land van wijlen de Heer Landdrost van Zallant ter andere zijde, zoals dit hem comparant van de WelGeb. kinderen en erfgenamen van wijlen de Heer Joan Moulart toe Voorst den Ouden is aangekomen volgens de opdracht en de koopbrieven, die daarvan zijn. Op zodanige voorwaarde en condities dan nog, dat de voorschreven interest jaarlijks en alle jaren eerst en voor al door de meijers of gebruikers van de voorschreven landerijen "in der tijt", als met namen Jan, Henrick en Gerrit Bijvanck, broers [gebroederen] aan de Vrouw rentehefster binnen Campen betaald zal moeten worden, eer en bevorens aan de comparant ene stuiver van de voorschreven pacht betaald zal mogen worden. Welke betaling van de voorschreven interest de voorschreven pachters of meijers telkens in rekening zal worden gevalifeerd. De comparanten beloven dan nog ten allen tijden op verzoek voor het voorschreven kapitaal en de interest nader en beter vestenis te doen, gelijk ook mede bovenstaande verbintenis ten allen tijden te zullen wachten en waren voor alle evictie en opspraak als volgens het Recht. Zonder argelist.
- De gerichtschrijver Meuwsen zal voor de comparant mede tekenen en zegelen.

Jan, Hendrik en Gerrit hebben het patroniem Hendriks.
Noemen zich wisselend Bijvang of patroniem.

invnr 615
f92 - 26 jan 1701 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Wijnandus Meijer en Jan Greve.
De naaste "bloet vrinden" van wijlen Jan Hendricks Bijvanck te Westenholte hebben verklaard, dat diens weduwe Lubbechien Teunis voor enige dagen mede overleden is. De onmondige kinderen dienden van mombers te worden voorzien, zo heeft het Gericht na genomen informatie daartoe aangesteld Hendrick Hendricksen Bijvanck, oom van vaders zijde, en Swier Jansen, aangehuwde [aengehijlickte] neef van moeders zijde. Deze zijn daarop door het Gericht verhoord en hebben deze momberschap goedwillig aangenomen en zij zullen als goede mombers waarnemen. Zonder argelist.

Zocht je niet nog een Lubbichjen Teunis?