Sijbrand Claassen en Marrigje Evers

[Egbert_]

Coenders Henrik, de kinderen hun neef van vaderszijde

Als Coenders Henrik de neef is van de kinderen van Sijbrand Claassen, dan moeten de ouders van Coenders Henrik broer/zus of zwager/schoonzus van Sijbrand Claassen zijn.
.

Cornelis Claessen, weduwnaar van ... tot mombers verzocht en geobtineerd Hendrik Jacobs, oom van vaders zijde

Sijbrand Claassen heeft een broer Cornelis Claassen. Maar als die in 1716 weduwnaar is, en wil hertrouwen, dan wordt niet zijn broer Sijbrand Claassen voogd, maar zijn zwager Hendrik Jacobs. Waarom niet? Is Sijbrand dan nog onmondig?
.

Mergien Herms, weduwe van Cornelis Claessen op de Nieuwe Weteringe, ... tot mombers verzocht en geobtineerd Sijbrand Claasen, oom van vaders zijde

.
Als Cornelis Claassen zelf overleden is, stelt zijn weduwe Mergien Herms wel Sijbrand Claasen aan als voogd. Sijbrand is rond die tijd getrouwd met Marrigje Everts, en alleen al daarom mondig.

Sijbrand Claassen heeft een zwager Hendrik Jacobs. Dan zou voogd Coendert Henriks diens zoon moeten zijn.

Ik heb wel een Hendrik Jacobs op het oog, maar kan nog niet vinden dat hij erbij hoort:

f61 - 24 mrt 1694
Willemtjen Clasen, weduwe van zaliger Jacob Koenders aan de Hasseler Dijck .... haar 3 kinderen met name Jentijn Jacobs, huisvrouw van Oosten Herms, en Jan Jacobs en Hendrik Jacobs, en ... haar zaliger zoons, Hermen Jacobs en Coendert Jacobs

.
Hier is een Hendrik Jacobs, en hij heeft een overleden broer Coendert, die hij vernoemd kan hebben. Maar ik heb geen trouwen van Hendrik Jacobs gevonden, dus ook geen dopen.

Morgen verder zoeken.

[ria van bessen]

Er kan sprake zijn van hertrouwen waardoor het allemaal niet zo logisch als we denken.
Beide Coenderts zijn getrouwd met een Jans.

Hasselt, 14 maart 1731:
Jantien Jacobs, weduwe van Wolter Wolters in der Velde, gaat hertrouwen met Jacob Clasen, en over de minderjarige kinderen met namen Claasje, Wolter, Jacob [niet in doopboek], Peter en Arent Wolters worden tot voogden aangesteld Jan Wolters, oom van vaders, en Hendrik Jacobs, oom van moeders zijde.
De erfuiting bestaat voor ieder kind uit 75 gulden en bij overlijden vervalt die portie op de andere kinderen. Verder zijn er nog de lijfgoederen en een stukje buitendijks land gelegen bij Zellemuiden, agter het Kolkje.
* HIER HOORT BIJ
Jacobs,Jantien X Wolter Wolters 1714 204/83


Hasselt, 9 Meert 1714:
Bij het overlijden van Geert Gerrijts, gewoond hebbende aan de Hasseler Dijck, zijn over zijn nagelaten dochter Femmechien Geerts tot mombers aangesteld Egbert Gerrijts, oom van vaders zijde en Henrick Jacobs, oud oom van moeders zijde.

[ria van bessen]

bericht verwijderd, deze akte plaats ik later [om overzicht te houden]

[ria van bessen]

bericht 3

Ook hier weer 2 [of meerdere?] Hendrik Jacobs

HFG 1723
411
Hasselerdijk [Mastebroek]
Berselt Kamerlinck – Gesw. Sijbrand Claesen en Arent Jans
Arent Jans 5
Berent Freriks 5
Egbert Jans 4
Claes Jans 3
Jan Jaspers 2
Sichart Claesen 3
Henrick Jacobs weduwe 3
Engbert Jans 3
Assien Berens 2
Claes Berens 2
Jan Jacobs 5
Henrik Nijlant 2
Bij Hendrik Jacobs wed. 1 doghter
onder 17 jaren

Mogelijk is deze dus voogd bij Cornelis Clasens én overleden voor 1723.
3 plus 1 dochter onder de 17 jr.

[ria van bessen]

bericht 4

f52 - 9 mei 1718 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Berent Langkamp en Hendrik Werten.
In het Gericht zijn verschenen Hendrik Jacobs en Aegien Claessen, tutore marito, eheluiden. Zij verklaarden wegens opgenomen en ten genoegen door hun ontvangen penningen schuldig te zijn aan hopman Jan Kuinder en diens erfgenamen de somma van 250 Caroli gulden. De rente is jaarlijks 5 procent. Zij stellen daarvoor tot een speciale hypotheek en onderpand vier morgen land in het Kromme Steger Slagh, oostwaarts en westwaarts Jan Jacobs, noordwaarts hopman Kuinder voornoemd en zuidwaarts de Groene Stege, in Mastebroek onder dit kerspel van Zwolle gelegen, zijnde vrij eigenlijk goed, onbezwaard met enige uitgangen of renten.
- Dr. A.G. Vriesen, gerichtschrijver, zal voor de comparanten tekenen en zegelen.

[Kantlijn hierbij op f52:] 6 dec 1725 - Verschenen is de Heer gemeensman Johannes Nauta. Hij vertoont een brief van zijn Heer zwager Dns. Hermannus Hubert, behelzende dat de gequiteerde originele verzegeling is vertoond vanwege genoemde Dns. Hubert. Hij verklaart dat zijn Eerw. als mede-erfgenaam van wijlen de Hr. hopman Kuinder nomine uxoris van de in de tegenstaande akte vermelde somma van 250 Caroli gulden volledig is voldaan, dit met de interest daarvan. En dat zijn Eerw. zwager voornoemd wil dat deze akte ten prothocolle wordt geroieerd, daarvoor de rato caverende. Weshalve wordt deze akte geroieerd mitsdezen.
- In fidem A.G. Vriesen, gerichtschrijver.

[ria van bessen]

bericht 5

f98 - 1 dec 1725 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Henrik Lijsters en Hermannus Ten Hope.
In het Gericht is verschenen Aagien Claasen, weduwe van Henrick Jacobs, met haar zoon Jacob Henriks als momber geassisteerd. Zij verklaarde om een welvoldane somma van penningen te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, zulks doende in en vermits dezen, aan Domine Sacharias Spies, predikant tot Hasselt, en Vrouwe Catrina Elsabe van Benthem, zijn huisvrouw, 4 morgen land in het Krommestegher slagh, oostwaarts en westwaarts Jan Jacobs, noordwaarts hopman [-] Kuinderts zijn erfgenamen en zuidwaarts de Groene Steege, in Mastebroek onder dit kerspel van Zwolle gelegen, en dit met het recht en de gerechtigheid, raad en onraad, die van ouds daartoe behoren. Zij belooft dit ten allen tijden te zullen wachten en waren voor alle evictie en opsprake als volgens het recht.
- Doctor Abraham Gerhard Vriesen, gerichtschrijver, zal op verzoek van de comparanten voor deze(n) tekenen en zegelen.

[Egbert_]

Mooie vondsten!

Deze Aagien Claasen kan heel goed de zus zijn van Sijbrand Claasen.
De Kromme Steger Slagh is in of bij de Robolliger Hoek.

En ze heeft in 1725 een mondige zoon Jacob Henriks. Waarvan ik verder niets weet.

Wel gevonden in lidmatenboek Mastenbroek:
kerkwijk Nieuwe Weteringe en Hasseler-Dijk
1734 Voor Paaschen nae gedaene geloofsbelijdenis aangenomen
x Jacob Hendriks
obijt [-].

En er is een Jacob Hendriks aan de Nieuwe Wetering, volgens VOT1748 met kinderen boven de tien: Aaltjen, Willempje, Geesjen en Jannigjen. Maar geen Aagje.
Dochter Aaltje (1727) uit zijn eerste huwelijk met Janna Albers, de andere uit zijn huwelijk met Hendrikje Willems
Mogelijk is Janna Albers die als Anna Albers onder de Nieuwe Weteringe lidmaat bij de Huijsvisitatie op den 23 Aug. 1729

[Egbert_]

Ik weet niet meer hoe ik aan die akte kom, maar dit vond ik in mijn bestand:

1. Zwollerkerspel, 28 april 1680:
In het Gericht is verschenen CLAAS CORNELIS, woonachtig aan de Hasseler Dijck. Hij heeft over zijn twee onmondige kinderen (Cornelis en Annichien Claessen) tot mombers verzocht GERRIJT CLAESSEN, zijnde volle neef van vaders zijde, en GERRIJT GOSENS te Herfte, oom van moeders zijde. Die daarop door het Gericht verhoord zijnde, deze momberschap aannamen en beloofden als getrouwe mombers te zullen waarnemen.
Waarna hij comparant ter presentie van de beide mombers aan zijn genoemde kinderen erfuiting heeft gedaan en voor hun zaliger moeder AACHTE CLAESSEN heeft bewezen de helft van 3 morgen land, zoals die van moeders zijde is aangekomen, gelegen in de boerschap Haarst bij "den huize" den Doorn, waarvan de wederhelft toebehoort aan Gerrijt Gosens voornoemd. Verder zal tot profijt van de kinderen komen de helft van hetgeen nog in te vorderen is van de erfenis van Jan voor den Doorn zaliger, zijnde geweest de kinderen hun bestevader van moederszijde; de andere helft zal komen ten profijte van de comparant in dezen. Verder zal ieder kind een somma van 300 Caroli gulden krijgen.
Bovendien krijgt het zoontje "een enter valck" en het dochtertje een bed met zijn toebehoren, en elk een kist; en verder met hun beiden de kleren, die behoord hebben tot de lijfdracht van hun zaliger moeder, en het dochtertje het zilverwerk van de moeder, waartegen het zoontje één gouden ducaton krijgt. Bij voorafsterven van één van beide kinderen zal de helft van deze goederen erven en versterven op het langstlevende kind en de andere helft op de vader, die bovendien nog bij "t uitsetten" van de kinderen als zijn tot hun 18de jaar gekomen zijn, een ieder een nieuw pak kleren zal geven. De comparant belooft verder deze kinderen lezen en schrijven te zullen laten leren, en hun in kost en kleren onderhouden totdat ze 18 jaren oud geworden zullen zijn, als wanneer zij de profijten hiervan zullen beginnen te trekken. Waartegen de comparant de gehele boedel aan zich zal behouden, met alle schulden en onschulden. Hij verklaart hiermee een oprechte erfuiting aan zijn voornoemde kinderen te hebben gedaan, waarvoor hij verbindt zijn persoon en goederen als volgens het recht. Zonder argelist.

Deze Claas Cornelis is een zoon van Cornelis Claessen op Millingen en Diewertien Lambertsen
Aechte Claassen een dochter van
- 24-05-1646 Claes Claesen Claes Arentsen sone tot Genne, ende Anneken Jans Jan Jansen van de Doorne tot Haerst dochter

Met wie Claas Cornelis hertrouwde is mij niet bekend. Maar uit dat tweede huwelijk zou dan Sijbrand Claasen kunnen zijn.

[Egbert_]

Weet nu waar ik de akte gevonden heb:
In de genalogie van Ittersum, de genaealogie van Arent Jochems ook genaamd Arent Joachims, door Albert de Leeuw.

Het staat bij:
IV-f Aagte Claessen ook genaamd Aechte Claessen, geboren te Genne rond 1648, overleden voor 28 april 1680, hoogstens 32 jaar oud, dochter van Claes Claessen (III-d) en Anneken Jans van den Doorne.

En ook de volgende akte staat bij Aagte Claessen:

2. Zwollerkerspel, 30 mei 1700:
In het gericht zijn verschenen Evert Willems, woonachtig aan de Hasseler dijck, en Jannechien Hendricks, tutore marito, eheluiden. Zij verklaren voor hun en hun erfgenamen voor een somma van penningen, hun te danke voldaan en betaald, te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, gelijk zij doen mitsdezen, aan de E. Libartus Claes Tortel en zijn huisvrouw Helena Egbers Bruwers en hun erfgenamen hun comparantens aanpart in het halve erve en goed, groot 10 1/2 morgen, in dit kerspel van Zwolle in Mastebroeck in t Crommer Stegen Slagh gelegen, strekkende van de Mastbroecker dijck tot aan de Cromme Stege, waaraan zuidwaarts de ander halfscheid van het genoemde erve, en noordwaarts Claes Cornelissen en het part, dat Egbert Claessen daarin gehad heeft, naast aangelegen zijn, zijnde vrij eigenlijk goed, onbezwaard met enige uitgaande renten, en dit met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, die van ouds daartoe behoren, onder de belofte deze ten allen tijden te zullen wachten en waren voor alle evictie en opsprake als volgens het recht.
- De gerichtschrijver Meuwsen zal voor de comparanten mede tekenen en zegelen.

[ria van bessen]

Ik heb dit.



- stamvader Claes
- zoon Cornelis
- zoon Sijbrant
- dochter Agien x Hendrik Jacobs

f324 - 11 apr 1716 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Jan Willems en Derk Jans.
In het Gericht is verschenen Cornelis Claessen, weduwnaar van ... leeg [= Anna Cornelis RvB]. Hij heeft over zijn vier onmondige kinderen (Cornelis, Agata, Peter en Grietjen), bij zijn voornoemde huisvrouw in echte geprocreerd, tot mombers verzocht en geobtineerd Hendrik Jacobs, oom van vaders zijde, en Claes Jansen, oom van moeders zijde. Deze zijn daarop persoonlijk in het Gericht verschenen en zij hebben deze momberschap bij handtasting aangenomen.
Waarna hij comparant in presentie van de genoemde mombers erfuiting doet, en aan zijn genoemde vier kinderen voor het moeders goed bewezen de somma van 150 Caroli gulden, om van het ene kind op het andere, tot het laatste toe, met uitsluiting van hem comparant, te versterven. Hij belooft zijn voornoemde kinderen tot zij 18 jaren oud zullen zijn in kost en kleding te zullen onderhouden, en dezen lezen en schrijven te laten leren na behoren. Waarmee hij comparant verklaarde aan zijn genoemde kinderen een oprechte en "sincere" erfuiting te hebben gedaan, waarvoor hij verbindt zijn persoon en goederen als volgens het recht. Zonder argelist.
- Jusjurandum per tutores remissum est.
HIER HOORT BIJ
f417 - 30 mrt 1717 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Jacobus Martens en Jacob Rutgers.
In het Gericht is verschenen, ten haren huize in Mastebroek, Geertien Peters, weduwe van Jan Claesen, hierbij geassisteerd met de gerichtschrijver Abraham Gerhard Vriesen als haar momber. Zij is alhoewel ziekelijk van lichaam en te bed liggende, bij goed blijkend verstand. Zij maakt een testament.
Ten eerste institueert zij testatrice tot haar enigste universele erfgenamen haar twee zoons Claes en Cornelis Jansen [!] en haar zaliger dochter Anna Cornelis haar vier en in echte bij Cornelis Claesen verwekte kinderen [niet genoemd], en dit om al haar zowel mobiele als immobiele goederen, actien en credieten, niets daarvan uitgezonderd; om haar nalatenschap "in stirpes" en zo in drie gelijke porties te verdelen, eeuwig en erfelijk te profiteren en te genieten.
Vervolgens prelegateert zij testatrice aan ieder van haar twee voornoemde zonen Claes en Cornelis Jansen een somma van 200 Caroli gulden eens, alsmede aan de Armen van Mastebroek 6 Caroli gulden eens.
- Dr. Abraham Gerhard Vriesen, gerichtschrijver, zal op uitdrukkelijk verzoek van de testatrice voor haar mede tekenen en zegelen.
NB zie f208 - 12 feb 1703 Geertien Peters is de dochter van Annechien Cornelis - dan weduwe van Derck Dercksen Pelle en voordien gehuwd met een Peter
HIER HOORT BIJ
f208 - 12 feb 1703 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Jan Koijte en Gerrit Willems op de Nieuwe Weteringe.
In het Gericht is verschenen Annechien Cornelis, weduwe van Derck Dercksen Pelle, in Mastebroeck aan de Hasseler dijck bij de havezathe Wolfshagen woonachtig, eerder [wel eer] getrouwd aan Peter Gerrits, in dezen met Arent Jansen als haar in deze zaken "gekoren" en toegelaten momber geassisteerd, wel ziek te bed liggende, maar bij goed blijkend verstand. Zij heeft verklaard, dat zij goedgevonden heeft een testament te maken op de navolgende manier.
Ten eerste institueert en nomineert zij testatrice tot haar enigste en universele erfgenamen in al haar goederen, geen uitgezonderd, hoe deze ook genoemd mochten worden, haar zoon Lubbert Peters, haar dochter Geertien Peters huisvrouw van Jan Claessen, de kinderen van Albert Peters [de kinderen niet genoemd], Hendrickien Peters getrouwd aan Jochem in den Velde, de kinderen van Jan Jacobs verwekt bij Lijsabeth Peters [de kinderen niet genoemd], en tenslotte haar zoons zoon Gerrit Cornelis, om deze al haar na te laten goederen in 6 egale porties te verdelen. Met dien verstande dan nog, dat genoemde haar zoons zoon Gerrit Cornelis van zijn zesde part de legitieme portie, zo zijn vader zaliger of hem na rechten competeert, alleen zal krijgen [hebben] en genieten, en dat het overschot van het bovengenoemde [opgemelte] zesde part alleen getrokken zal worden door [bij] bovengenoemde haar zoon Lubbert Peters, dit [hetselve] overschot aan dezelfde prelegaterende mitsdezen.
En vervolgens legateert zij aan de Armen in Mastebroeck twee ducatons, direkt na haar dood aan dezen te ontrichten.
- Doctor Otto Meuwsen, gerichtschrijver, zal op verzoek van de comparante voor dezen mede tekenen en zegelen.