Testament/boedelscheiding gezocht

[Egbert_]

Al een tijdje ben ik bezig met de erven in Haerst. En het blijkt dat de tellers niet altijd dezelfde route volgen. Dus dat je niet zomaar de ene bron naast de andere kunt leggen. In het overzicht heb ik daarom de volgorde/nummering van diverse bronnen weergegeven.

Wie de tussenstand wil bekijken:

reconstructie van de locaties van erven en hun bewoners in HAARST

[Janny Lalkens]

Heel mooie reconstructie, Egbert! Het Blik had inderdaad meerdere boerderijen. Minstens 2. Net voor de laatste 2 boerderijen daar werden afgebroken vanwege de komst van de Hessenpoort heb ik bij een familie/bewoners daar nog een keer koffie gedronken. Toen was het daar erg mooi/mooie omgeving.

Gisteren in aantekeningen gelezen dat iemand die rond 1960 op De Horst woonde geen contact had met de bewoners van het Blik, vanwege dat het Lichtmiskanaal er tussen zat. Maar dat gold niet voor Assien Egberts en Peter Everts. Toen was dat kanaal er nog niet. In de omgeving van De Horst was het vaak een drassig gebeuren. Dan heb ik het over meer dan een eeuw geleden.

[Herman van der Bent]

Dat is inderdaad een mooi overzicht! Leuk dat het is doorgetrokken tot de kaart van 1832. Misschien leuk om de overzichtskaart en deelkaartjes ook op te nemen op de website (of een linkje). En misschien dat de volkstelling 1795 er nog tussen past? (http://compuron.nl/vt1795/salland.html)

Ik was zelf ook al begonnen aan een reconstructie van Haerst tussen 1675 en 1701. Ik zie gelukkig veel overeenkomsten en een paar verschilletjes. Daar ga ik nog even goed naar kijken en eventuele aanvullingen zal ik je laten weten. Bij deze vast een aandachtspuntje: Egbert van Berkum zoutgeld 1694. Ik kan die nergens plaatsen. In het overzicht staat deze op de plek van Claes Peters, maar die staat zelf ook in het zoutgeld 1694.

De reeks bij die woning moet volgens mij zijn:
1689-01-03 Roelef Engerberts wonende te Haarst; is begraven op het Bergkloosterkerkhof
1690-01-22 Roelov Engberts zijn weduwe Harmje Kornelis, wonende te Haarst, gaat in ondertrouw met Sijse Jans
1690-10-14 Hermentie Cornelis en haar man Sijse Jans laten hun dochter Mergie dopen
1693-06-10 Hermtjen Cornelis weduwe van Cijse Jans, wonende te Haarst, gaat in ondertrouw met Claes Peters (huwelijk 27-06-1693)
1694 Zoutgeld: Klaas Peters

Egbert van Berkum, blijft dus over, net als Evert Jan van Haerst uit het zoutgeld 1694. Dit heeft mijn aandacht vanwege onderstaande akte.

Zwollerkerspel f171 - 6 nov 1695 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Bernard Keizer, Proc., en Peter Buis, Procur.
In het Gericht is verschenen Evert Jans van Poppelendam. Hij heeft over zijn vier onmondige kinderen (Lucas, Jan, Matthijs en Antonette), in echte geprocreerd bij zijn zaliger huisvrouw Fennighjen ... [leeg= Lucas], tot mombers verzocht Eghbert van Barcum en Willem Assijs, beide goede bekenden en naberluiden [= buren]. Zij zijn daarop door het Gericht verhoord en zij hebben deze momberschap aangenomen en beloofd als goede mombers te zullen waarnemen.
Waarna de comparant aan zijn genoemde kinderen ter presentie van de voornoemde mombers erfuiting heeft gedaan en aan hun voor hun zaliger moeders goed heeft bewezen aan ieder een somma van 25 Caroli gulden, makende tesamen 100 gulden, en bovendien aan de dochter "een bedde buire" zonder veren, met 2 kussens en 2 lakens. Hij belooft verder zijn voornoemde kinderen te onderhouden totdat ze 20 jaren oud zullen zijn geworden en hen ondertussen lezen en schrijven laten leren. Met welke 20 jaren de gezeide kinderen dit aan hun bewezene eerst zullen vermogen te vorderen. Waarmee hij comparant verklaarde een oprechte en sincere erfuiting aan zijn genoemde kinderen te hebben gedaan, waarvoor hij verbindt zijn persoon en goederen als volgens het recht. Zonder argelist.
- Juramentum per tutores remissum est.

[Herman van der Bent]

In vrijwillige zaken ZK 612 f43 dd 04-02-1680 had ik gelezen dat het Blick te Haerst leengoed wordt van de proosdij st. Lebuinus te Deventer. Bij deze foto's van het repertorium Lebuinius van Haerst en Berkum. Geen nieuwe doorslaggevende informatie. Wel leuk om te weten wat er in staat, misschien wisten jullie dat ook wel. Het kan het overzicht van Egbert wel verder verrijken.

Repertorium op de leenregisters van de leen- en hofhorige goederen van de proosdij van st. Lebuinus te Deventer 1408-1809
Haerst: https://drive.google.com/file/d/1-DIHoj ... sp=sharing
Berkum: https://drive.google.com/file/d/1pfZwjM ... sp=sharing

Ik ben nog bezig om de contentieuze zaken ZK 1670-1680 door te kijken opzoek naar nieuwe informatie over Assijn Egberts, maar dat gaat wel even duren.

[Herman van der Bent]

Ik heb inmiddels de contentieuze zaken 1672 tot 1688 gedownload en door de computer laten lezen. Assien Egberts is er ook in te vinden, maar mijn 17e eeuws oud-Overijssels is nog niet zo goed dat ik het foutloos kan lezen. Misschien kan iemand meelezen?

ORA ZK CZ 679 f220 - dd 26-05-1677
De Heer Broekhuisen tot den Doorn hebbende tegens nu doen citeren Assien Egberts, dede contenderis tot betalinge van twaalf guldens eens em stuiver, wegens restante lantpagt; als ook dat de Geciteerde ingevolge resolutie van Ridderschap ende Steden over die pagten in die oorlogs jaren verschenen, neffens hem een arbiter soude kiesen, met eisch van kosten: Waar tegens de Geciteerde voorgevende die gevorderde twaalf guldens eene stuiver betaalt te hebben, soo is hem om sulx te bewijsen ad primam port ferias tijt vergunt; sullende ondertusschen die ge:
Eischte arbeter hebben te kiesen

ORA ZK CZ 679 f231 - dd 16-06-1677
In saken van de Heer Brockhuisen tot den Doorn, Citant, te gens: assien Egberts, Geciteerde, is bij den Gerigte verstaan, dat de Geciteerde over agt dagen die versogte arbiter sal hebben te kiesen ende die gesustineerde betalinge van die gevorderde twaalf guldens eene stuiver bewijsen, of anders dat het Gerigte sodanen arbiter voor hem sal noemen inde dat hij gecondemneert sal worden in Dis voorsz somme.

ORA ZK CZ 679 f238 - dd 23-06-1677 Origineel: https://www.familysearch.org/ark:/61903 ... cat=451963
In saken van de heer Wilhelm van Boockchuisen, tot den Doorn, Citant tegens Assien egberts, Geciteerde, is bij den Gerigte, na verhoor van Partijn, ende examinatie van saken, verstaan, dat de Geciteerde schuldig is om die gevorderde twaalf guldens een stuiver wegens restante berekende pagt aan de Heer Citant te betalen, denselven daar toe condemnerende mits desen, gelijk mede om die geeischte arbiter over die pagten, in die jaren van oorlog verschenen, ingevolge resolutie van Ridderschap ende Steden, tusschen dit ende namiddah te kiesen, of anders dat het Gerigte enen sodanen sijnent wegen sal kiesen, cum expensis. (?) Waarop de Geciteerde, nadat aan zijde van de heer Cilant gekosen was Gerrit Vonke tot arbiter aan zijde genomneert heeft Willem Everst.

ORA ZK CZ 679 f460 - dd 02-11-1678
Heer Broekhuisen tot den Doorn ublende tegen nu deer citeren Assijn egberts dede contenderen, dat vermits de Geciteerde bij sententie van des -: 3. Junij 1677 de condemneert obas om een arbiter aan zijds zijde te nomineren over dis pagten, in die jarens van oorlog vervallen, ende hij eens genomineert hadde dewelke hetselve niet heeft willen aannemen, deselv als nog gecondemneert worden om terstont eens dis sulx aanneemt, te nomneris of dat anders eenen sodonen bij het Gerigte zal worden Genomineert, met ex. vresseh eisch van sichten: Waar tegens alsoo de geciteerde niet sonderlinge wist te seggen, soo is bij den Gerigte verstaan, dat de Geciteerde alsnog in de tijt van viertijn dagen eenen sodanen
arbiter zal nomineris of dat anders het Gerigte sulx zal doen

ORA ZK CZ 679 f469 - dd 23-11-1678
In saker van de Heer Broekhuisss tot den Doorn, Citant, tegens Assijn egberts, geciteerde, is, vermits de geciteerde, ingevolge voorgaande deroeten van den - 23 Junij 1677 ende van den 2 Novembir deses jaars nog in rebresie bleef, om aan sijn zijde een arbiter over accordeert ende aangenomen.

Ik verwacht dat deze Assien Egbert diegene is die in de VS 1675 staat genoemd als vertrocken, nu bewoond door een arme weduwe, die in de andere versie VS1675 wordt genoemd als wonende in een woning van de heer van Broekhuisen. Dit is denk ik de Assien Egberts X Geertjen Geerts Brants. Van zijn zwager Albert Geerts staat in dezelfde VS genoemd dat zijn oven/huis door de vijand is verwoest. Van 1672 tot 1674 speelt de tweede Munsterse oorlog (https://nl.wikipedia.org/wiki/Tweede_M% ... rse_Oorlog). Ik denk dat hij daarvoor is gevlucht en nadien weer teruggekomen is. De andere Assien Egberts heeft als eigenaar Weduwe Mulerts die op den Ordel woont.
-----------------


Daarnaast is er nog een andere zaak in Haerst waarin wordt genoemd een stijntje Herms X kinderen van een Egbert. Qua tijd past dat denk net niet in verhouding tot Assien Egberts en die wordt ook niet genoemd, maar wel handig om te weten dat deze namen bij elkaar horen.

ORA ZK CZ 679 f53 - dd 03-06-1676
Hessel Herms woonagtig tot Haerst hebbende tegene nu bij let doourn citeren navolgende Erfgenamen van wijlen Stijntijn Herms, als te weten Jan Egberts, Berent engberts, Wicher Quasiker als man ende Momber sijn huisvrou Geessijn engberts ende de weduw van Jacob engberts om te bekennen de hant van gemelde Stijntijn Herms, staende onder seken obligatie van twee hondert guldens kapitael in dato den - 13 Meij 1671, de dis Eenwerden verklarende het merk niet te kennen nog van de schult te weten, soo is bij den Gerigte verstaen, dat de sakie viertijn dagen sal blijven staen, sullende daer tegens de Citant de schult bewijsen.

ORA ZK CZ 679 Uitstel van de zaak: f53, f65, f76, f82, f91, f105, f114,

ORA ZK CZ 679 f119 - dd 21-10-1676
Sake Hessel Herms, woonagtig tot Haarst, Citant der ...veende de Erfgenamen van wijlen Stijntjen Herms, Geciteerden ter anderen zijden, controvers in effcte over de agnitiet end vervolgens betalinge van seker obligatie van twee hondert guldens ten presite van hem Citant in dato den — 13 Meij 1671 gepasseert, waar onder aldus stont getekent. Dit is stijentijen Harmsen T: haer eigen geschreven marck Jacob Engbers Heest ht Prigts, Jartien mondelinge gedingen gehoort het geproduceerde gesiet ende verders gelet hebbende waar op te letten stonde, tusschen
Partien regt doende, verstaan, gelijk verstaat mits desen, dat die geciteerden in gevolge haar gedane prasintatie bij solim insen Eede sullen hebben te verklaren het ondergetekende merk niet te kennen, nog van de deugdelijksit van de schult, in dis obligatie vermelt, niet te weten, verklarende, na dien gepre steerden eed, de Citant bij manquement van berbijk voor als nog in sijn genomen eisch ende conclusie niet te sijn ontfachtlijk, -n de die Peciteerden over sulx van dese instantie absolverende, met compensatie nogtans waandal van hosten om eenen-. De Ci
tant versoekt tenyzus deliberaad,

ORA ZK CZ 679 f122 - dd 24-10-1676
Procurator Goijer uit name van Hessel Herms compareren de heeft aan Borgermeesteren schepenen ende Rade deser stad geappilleert van sodane sententie als op den - 21 deses in saken van hem Hessel Herms Citant, tegens die Erfgenamen van Stijntjen Herms Ceciteerden, voor desen Gerigt afgegeven is.

Deze gaat nog in hoger beroep,en ik moet even uitzoeken waar ik die aktes kan vinden. De periode die ik ik nu heb bekeken van 1672-1688 ga ik nog oprekken tot bijvoorbeeld 1665-1696. Dat kost wel tijd, want ik moet de foto's 1 voor 1 downloaden van familysearch voordat ik z door de computer kan laten scannen. Mochten andere forumleden namen hebben rond de periode 1672-1688 in Zwollerkerspel, waar ze op vastlopen dan kan ik deze aktes vrij makkelijk met de computer scannen om te kijken of ze er in voorkomen. Ik kan dan de pagina van die aktes terugsturen en dan kun je zelf bekijken of je er wat aan hebt.

PS: Bedankt Janny. voor het meelezen!

[Janny Lalkens]

23-6-1677

Wartien moet zijn Partiën, partijen

Ik ben een uitgebreid cadeau aan het maken voor een persoon die 80 jaar wordt. Dat moet zo snel mogelijk afgemaakt worden, dan kan het naar Amerika worden verstuurd. De verjaardagsdatum nadert en er gaan veel meer uren in zitten dan gehoopt. Daarna heb ik meer gelegenheid naar Assien Egberts c.s. te kunnen kijken.

[Janny Lalkens]

In dezelfde akte waar Partiën staat lees ik i.p.v. de rode zinnen aan het slot:

sodanen sijnent wegen sal kiesen, cum expensis. (?) Waarop de Geciteerde, nadat aan zijde van de heer Citant gekoren ( dus gekozen) was Gerrit Vonke,

tot arbiter aan sijn zijde genomineert heeft Willem Evers.

Dus de citant heeft eerst iemand gekozen, nl. Gerrit Vonke en daarna heeft de geciteerde van zijn kant tot arbiter gekozen Willem Evers.

Er woonde een Gerrit Vonke in Zwolle en Willem Evers kenden we toch ook al?

[ria van bessen]

Aanhakend op het overzicht van Egbert.

Jan Jansen zit toch werkelijk op het erve genaamd 't Blick volgens onderstaande gegevens.

Zwollerkerspel invnr 690 - contentieuse zaken
f491 - 1 juli 1699 - Hendrick Floris hebbende doen panden bij insuffisance van de gerede goederen van de Heer en de Vrouw van den Ordel, "desselfs" meijers Claes Peters, Albert Maet, Jan Jansen op t Blick, Peter Roelofs en Ferdinant Apollus voor zo veel als zij aan genoemde Heer of Vrouw van den Ordel wegens pacht schuldig zijn of nog schuldig zullen worden, als die pachten mede zo veel niet konden renderen, doet [hij] mede in omnem eventur aanpanding op de havezathe den Ordel en die daar onder behorende erven en landerijen, voor zo veel die allodiaal zijn, om daaraan te verhalen zodanig verwin met de kosten, als hij pandeiser ten laste van de genoemde Heer en vrouw van den Ordel heeft geobtineerd, met verzoek dat de wete van de aanpanding mag afgaan aan de pandweerder. En is vervolgens deze bovengenoemde panding tegen de meijers 8 dagen uitgesteld, zullende zo inmiddels de pandeiser niet gecontenteerd wordt, over 8 dagen de panding, opboding en aaneigening tegelijk zijn voortgang gewinnen.

f510 - 8 juli 1699 - In de zaken van panding van Hendrick Floris tegen Claes Peters, Albert Maet, Jan Jansen op t Blick, Peter Roelofs en Ferdinand Apollus zij de gepandeten gecompareerd, en [zij] hebben verklaard:
- als ten eerste Claes Peters, dat hij op dit jaar pacht, hetwelk aankomende Martini zal verschijnen als betaald had, maar niet te kunnen weten wat [hij] nog schuldig zal zijn, voordat [hij] met zijn landheer afgerekend had;
- Albert Maet, dat hij niet schuldig was, maar dat hij alle jaren geld toe verdiende;
- Jan Jansen op t Blick, dat hij het jaar 1598 [het] meest afbetaald had, maar het jaar pacht van 1699 schuldig was;
- Peter Roelofs, dat hij geen pacht meer schuldig was, maar ter contrarie op het jaar pacht, dat aankomende Martini zal verschijnen al 50 gulden aan zij landheer had over betaald;
- Ferdinand Apollus, dat hij geld tot verdiende en bijgevolg ook geen pacht schuldig was.
Zo hebben de pandingen, opbodingen en aaneigeningen ingevolge decreet van heden [voor] 8 dagen tegelijk hun voortgang "erhouden" voor zodanige verschenen pachten, als zij tot nu toe bewijslijk aan de Heer en Vrouw van den Ordel schuldig zijn; alsmede voor die in het toekomende zullende verschijnen pachten, en zij bij het vervolg schuldig zullen worden

nr 691
f303 - 12 aug 1700 - Eodem relateerde Derck ten Hope, hiertoe geauthoriseerd zijnde, dat hij uit naam van Jan Berent Schallenbergh arrest en beslag had uit kracht van gerichtelijk verkregen verwin onder Claes Peters, Albert Maet, Jan Jansen op 't Blick, Peter Roelofs en Ferdinant Apollus, tesamen meijers van de Heer Berninckhuisen toe den Ordel, en zulks op al hun verschenen en nog te verschijnen pachten, om deze aan niemand anders als aan hem Jan Berent Schallenbergh uit te tellen, teneinde om daaraan kost- en schadeloos te kunnen verhalen zodanig verwin, als hij op 23 maart 1700 tegen de Heer van den Ordel heeft geobtineerd.

f331 / 332 - Eodem [14 sep 1700] Gesurr. Richter Doctor Otto Meuwsen, gerichtschrijver.
Keurnoten Joan Calencamp, Doctor, en Nicolaus Buis, Doctor.
De procurator Greve qqa. hebbende doen panden Peter Roelofs, Claes Peters, Jan Jansen en Albert Maet, als meijers van de Heer Berninckhuisen toe den Ordel, en gebruikers van de goederen en landerijen van de havezathe den Ordel behorende, en zulks op de pachten, zowel reeds verschenen of nog te verschijnen zullen voor een somma van 172 gulden en 10 stuiver cum interesse et expensis tot taxatie ingevolge sententie van 15 juni 1700 en daarop verkregen verwin in dato 22 juni, onder reserve echter van het verkregen recht op de gerede goederen, etc., en zulks alles met bewilliging van de Heer van den Ordel relatio tot de gicht van de gerichtsdienaar Gerrit ten Hope, alles onder reserve van het verdere reeds verkregen recht. Zullende de pandeiser zich gecontendeerd houden met de voldoening uit een of ander hoofde procederende, en dan de overige geaffectueerde goederen hier van weer los zijn.
Waarop de panding 8 dagen is uitgesteld.

f539 - 23 apr 1701 - De apotheker Harmen van Sonsbeecke hebbende doen panden Jan Jansen, als meijer van de Heer van den Ordel op het erve het Blick te Haerst, en zulks voor zijn verschenen en nog te verschijnen pachten. Waarop genoemde Jan Jansen in het Gericht is gecompareerd, en [hij] heeft verklaard, dat zijn pachten, zowel verschenen als nog te verschijnen waren geassigneerd en gecedeerd aan Jan Berent Schallenbergh, en dat hij ook aangenomen had deze aan Schallenbergh te zullen betalen. En heeft vervolgens de panding zijn voortgang erhouden.

f553 - 7 mei 1701 - De apotheker Harmen van Sonsbeecke heeft opboding en aaneigening erhouden tegen de Heer van den Ordel op het erve het Blick, en zulks ingevolge voortgegane aanpanding van heden [voor] 14 dagen.

f556 - 7 mei 1701 - De apotheker Harmen van Sonsbeecke heeft opboding en aaneigening erhouden tegen Jan Jansen als meijer van de Heer van den Ordel op het erve het Blick, en zulks ingevolge voortgegane panding van heden [voor] 14 dagen.

** f195 - 11 oktober 1701 heeft Gerrit ten Hope, gerichtsdienaar gerelateerd, dat hij op den 3 dito uit naam van Henrick Floris en Philippus Lindenhof als kopers van het erve het Blick onder de havezathe den Ordel gelegen, onder Jan Jansen Witte, meijer op het voorschreven erve het Blick op alle reeds verschenen en nog te verschijnen pachten arrest en beslag had gedaan, om deze aan niemand anders als aan hun uit te tellen.

f262 - [26 nov 1701] - Henrick Floris en Philippus Lindenhof hebbende doen panden Jan Jansen Witte [-] op het Blick te Haerst, voor een somma van 150 Caroli gulden wegens één jaar pacht op martini 1701 verschenen, onder afslag van alle bewijslijke betaling.
Waarop de gepandete Jan Jansen Witte in het Gericht is gecompareerd. Hij heeft voor deze bovenstaande eis vrijwillig verwin gepasseerd, en zulks met die kracht en dat effect, alsof daar voor met panding en aaneigening voor het Gericht verwonnen is.

f85 - 23 jan 1703 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Jan van Campen en Hendrick Kisvelt.
In het Gericht zijn verschenen Jan Jansen op het Blick te Haerst en Geertien Jansen, tutore marito, eheluiden. Zij hebben ten profijte van Henrick Floris en Philippus Lindenhof op al hun goederen vrijwillig verwin gepasseerd voor twee jaren verschenen pacht, jaarlijks ter somma van 150 Caroli gulden, onder afslag van alle bewijslijke betaling, en zulks met de kracht en het effect, alsof daarvoor met panding, opboding en aaneigening voor het Gericht is verwonnen

f132 - 31 mrt 1702 - Philippus Lindenhof en Henrick Floris hebbende doen panden Jan Jansen op het Blick te Haerst voor 2 jaren landpacht en het lopende jaar ad 150 Caroli gulden jaarlijks. Zo is deze panding op verzoek van de gepandete ad primam post ferias uitgesteld.
f239 - 21 juli 1703 - Henrick Floris en Philippus Lindenhof hebbende doen panden Jan Jansen Witte, meijer op het erve het Blick te Haerst, voor twee jaren pacht op Martini 1701 en 1702 verschenen, ad 150 Caroli gulden jaarlijks, onder afslag van alle bewijslijke betaling, hebben na gedane aaneising en daarop gevolgde non comparitie van de gepandete, of iemand voor hem, voortgang van panding in contumaciam erhouden.

f259 - 5 sep 1703 - In het Gericht is verschenen Jan Jansen Witte op het Blick te Haerst. Hij heeft ten profijte van Henrick Floris en Philippus Lindenhof vrijwillig verwin gepasseerd voor zodanige eis van panding, als hier op 21 juli laatstleden ten prothocolle is [op] getekend, en zulks met die kracht en dat effect alsof daarvoor met panding, opboding en aaneigening voor het Gericht verwonnen is.

[Janny Lalkens]

Wat ik al eerder schreef: Het Blik of de Blikken/ De Blekken is een groep van minimaal 2 boerderijen. Met eigen ogen kunnen constateren toen er nog 2 boerderijen stonden voor ze ruimte moesten maken voor de inrichting van De Hessenpoort.

[Egbert_]

Jan Jansen op t Blick

1694: Jan Janssen j.m. en Geertien Jansen wed: (trouwboek Zwolle)
Geertien Jansen is weduwe van:

14-10-1690: Aelbert Assis j.m. & Gertin Jans j.d. (trouwboek Zwolle)
Albert Assijns op het blick – 11 st. mrt 1694 (begraafboek Bergklooster)

1741: huis no. 26, Eigenaren Doctoren Kock en Kock, bewoners: Jan Jans (van Helderen) en zijn zoon Hendrik Jans (register de huizen, Haarst)

VOT 1748: (Haarst nr. 24) Henrik Jans (man), Arentien Stevens (vrouw), - (kinderen boven tijn jaren), - (kinderen onder tijn jaren), 1 meijd (dienstboden), Jan Jansen, Geertjen Jansen (inwonende)

1751 (Haarst nr. 25) Hendrik Jansen (bewoner), Secretaris Tobias, 1 vuurstede

Dit lijkt mij allemaal bij elkaar te horen, en op één erf af te spelen.

Dan repertorium leenregisters Lebuinus, Zwollerkerspel, Haarst, nr. 345 (met dank aan de tip van Herman):

Het halve erve het Blick, onder de havesate den Ordel gehoirt hebbende ende onder het scholtengericht van Zwolle ende buirschap Haerst gelegen.

- 1743 oktober 25. Dr. Frederik Lodewijk Kok, na de dood van zijn moeder Willemina Floris, weduwe van Garrit Kok

- 1760 oktober 17. Dr. Joan Hendrik Tobias, secretaris van de stad Zwolle. als volmacht van dr. Frederik Lodewijk Cocq, burgemeester van de stad Vollenhoo, verkrijgt approbatie van het transport aan Willem Gerrits

(nr. 347 samengevoegd uit 345 en 346:)

1783 december 22. Wycher Willems na opdracht door zijn vader Willem Gerrits

Willem Gerrits met een zoon Wycher Willems heet Schroten:

19-04-1750; Willem Gerrits j.m. op den Venus met Gesien Wijggers j.d. te Haarst (trouwboek Zwolle)
31-01-1751: Wijgger Willem Gerrits Geessien Wijggerts (doopboek Zwolle)
03-06-1776: Wicher Schroten J.M..bouwman,wonende te Haarst, gaat in ondertrouw met Marregje Reuvekamp (trouwboek Zwolle)

------------------------------------------------+++++++++++++++++++++++++++++++++++++-----------------------------------------------

Tot zover lijkt alles duidelijk. Maar dan komt het register de huizen van 1806:

Het huis dat is 1741 in bezit was van Doctoren Kock en Kock, is volgens dit register in 1806 in bezit van de Heer A.C.W. van Haarsolte, en Frerik Jans (of Keuterman) is huurder.

Wijcher Schroten komt ook voor in het register van de huizen van 1806:
eigenaar: Wijcher Schroten, huurder: Gerrit op Blik. Eigenaren in 1741: Arnoldus van Deutekem en Grimbergen, huurder Evert Jans van Schellen.

De enige conclusie die ik kan trekken, is dat de aanname dat in het register der huizen, de gegevens van een huis in 1806 gekoppeld kunnen worden aan het direct er aan vooraf gaande huis met gegevens uit 1741 niet juist is voor de buurtschap Haarst. De volgorde van de huizen in 1741 is niet de volgorde van de huizen in 1806.