albert hendriks jonker

[harm56]

Net als in Egbert Hendricks/ Hendrick Egberts ben ik dus de fout ingegaan met Jochem Lubberts/Lubbert Jochems. Ik was even bang dat ik de doos van Pandora had geopend,

Ook met de opmerking voor april 1619, komt uit R. A. IJsselmuiden en slaat ook op Jochem Lubberts

Fol. 151v, 19.04.1619
In het Gerecht verscheen de edele en erentfeste Jonker Tomas van Haersolte, welke verklaarde voor de tijd van drie jaar aan Jochim Lubberts en Henrick Berents tot onderpand te hebben gezet drie morgen lans aan de Oudewetering, tegenover het huis van Peter Velyken. [in de marge staat "vacat" De akte is doorgehaald]

19.04.1619
In het Gerecht verscheen de edele en erentfeste Jonker Tomas van Haersolte, welke verklaarde verkocht te hebben aan Jochim Lubberts en Henrick Berents een jaarlijkse rente van 62 1/2 goudgulden, verschijnende op Petri ad Cathedram gaande uit zijn 9 morgen land aan de Oudewetering, recht tegenover het huis van Peter Velyken.
Belendingen; oost de Oudewetering, zuid het Wyttenhuis te Zwolle, noord het kapittel van Deventer. Deze rente mag worden afgelost met 625 goudguldens.
Keurnoten Egbert Bisschop en Hans van Ittersum. [transcriptie Kees Schilder]

Fol. 69. 09.09.1616
In het gerecht verschenen de erfgenamen van wijlen Johan Dominicus, te weten;
- Johan Jansz en zijn vrouw Geertgen Henricx
- Harman Jans, instaande voor zijn vrouw Femme Arents
- Reiner Jansz en zijn vrouw Lijsken Lubberts
- Harman Sijbrants, als man en momber Trine Jans.
- Steven Henricx, mede instaande voor zijn zusters en broeders
- CLaes Sijbrants, als vader van zijn kind Aeltgen, waarvan wijlen Aertgen Jans de moeder was
- Johan Jansz en Reiner Jansz als mombers van hun halve broeder Johans Jansz, verworven bij Henricxken Bartelsen, weduwe van Johan Dominicus.
Zij allen verkopen aan Jochim Lubberts en zijn vrouw Lijsken Frerycks de helft van zes morgen land (waarvan het achste deel af moet gaan) met huis, berg en houtgewas, zoals dat er nu staat. De belendingen zijn; west de Bisschopswetering, noord Claes Arents, oost het Heilige Geest te Zwolle en zuid Henrick Harms.
Coram schout Arent Joncker en keurnoten Egbert Bisschop en Hans van Ittersum.
Bezegeld door schout Arent Joncker en op verzoek van de verkopers, door Egbert Bisschop.

In Zwollerkerspel zit op blz. 429, 1624.02.16
Jochem Lubberts en Lijsken Frericks zijn huisvrouw op de Oldewetering kopen zekere drie morgen land op de Oudewetering.

1627.05.12, blz. 8
Zit testament Jan Martins en Roeloffien Frericksen echteluiden, is deze testamentaire dispositie geschied in presentie van Gerrit Frericks en Jochem Lubberts als man en momber Lijssien Frericks ............

Ik zag net dat Ria een nieuwe reactie op het Forum heeft gezet, dus ik weet niet of deze reactie er toe doet.

Harm

[harm56]

de kinderen van Arent Lubberts met namen Lubbert, Peter, Lijsebeth en Jacobien Arents

Dit is uit de reactie van Ria 19.23

Arent Lubberts, geb. omstr. 1580, † na sept. 1637, tr. 1e Swolle 9 okt. 1608 Annegien Jacobs, geb. Holten omstr. 1580, dr. van Jacob Geerts; tr. 2e Swolle 27 nov. 1638 Derckjen Jans, geb. Rouveen, wedr. van Jacob Remmelts.

Uit het eerste huwelijk:

1. Lijsebeth Arents, geb. Mastenbroek, tr. Swolle 18 april 1637 Henrick Coops [Velicken], wedr. van Jantien Pieters.

2. NN Arents, tr. Albert Jansen, geb. Nieuwe Wetering Mastenbroek.

3. Lubbert Arents, geb. omstr. 1610, † Hasselerdijk vóór 1674, tr. 1e Swolle 21 april 1637 Geertien Hessels, geb. omstr. 1600, † vóór 1662, dr. van Hessel Jansen en wed. van Jacob Dercks; tr. 2e Swolle 2 febr. 1662 Aaltien Herms, geb. Hasselerdijk omstr. 1640, † na okt. 1706, dr. van Herm en Aaghte; zij hertr. (ondertr. Swolle 5 sept.) 1674 Richelt Claesen [Dou].

4. Pieter Arents, ged. Hasselt 30 maart 1615, tr. Henrickien Dercks.

Dit lijken toch aardig op de kinderen uit het testament. Ik begrijp wel dat Lubbert Arents (x Geertien Hessels en x Aeltien Herms niet is bewezen.

Nu ik Hendrick Lubberts heb bekeken kloppen de namen van de kinderen ook.

Harm

[harm56]

Relatie Jochem Lubberts, Hendrik Berents heeft waarschijnlijk deze oorzaak,

IJsselmuiden ca. mei 1615 fol. 19
Zonder datum. Voor schout Arent Joncker verscheen Johan Dominicus, mede optredende voor zijn vrouw Henricken, welke verklaarde te hebben verkocht aan Jochim Lubberts en zijn vrouw LIJsebeth Berendtz een jaarlijkse rente van zes goudguldens, gaande uit een half erf (min een achtste deel), wezende zes morgen groot met huis, berg en annexen, waarvan Peter peters de pachter is. enz.

Nu lijkt het door de testamenten van Genemuiden een heel andere kant op te gaan. Mijn gevoel kan het nog niet helemaal bijbenen. Dit is niet in overeenstemming met;

1623 apr 26 (vi:16)
Jochim Lubbertsen op de Olde Wetteringe, na opdracht door Johan Gerrytsen Keyser.

1637 dec 27 (vii:17v)
Lubbert Jochemssen na de dood van zijn vader Jochem Lubbertssen.

De nazaten van Lubbert Jochems opereren aan de westelijk kant van Mastenbroek, vaak in het Scholtambt IJsselmuiden. Zij gebruiken de familienaam Blanckhard.

Harm

[ria van bessen]

Nog een raadsel:

Wie is Willemtien Henrix ?

2.651. Schoutambt Zwolle / Mastenbroek. Pinksteren 12
(viii:138) Willemtien Henrix, mede als moeder-voogdes van haar kinderen bij wijlen Henrick Janssen Heyne, onder hulderschap van haar tegenwoordige echtgenoot Willem Janssen op de Bisschopsweteringe
Datering: 1671 dec 2

.
Hier hoort bij:
.

2.648. Schoutambt Zwolle / Mastenbroek. Pinksteren 12
Negen mergen landes, gelegen in Mastebroeck, genoempt Clockenlandt. In 1628: "... tusschen de Olde ende Nye Wetteringe voerby de kercke ...".
Hieruit afgespleten de nrs. 649 en 652.
(vi:49v) Hermen Albertsen na opdracht door Gerbrandt Brouwer Datering: 1628 jun 28
(vii:30v) Jan Hermssen na de dood van zijn vader Herman Albertssen Datering: 1641 dec 11

0197.1 Ambtman van het Stift Essen
2.649. Schoutambt Zwolle / Mastenbroek. Pinksteren 12
Afgespleten van nr. 648; naderhand hieruit afgespleten de nrs. 650 en 651.
(vii:38v) Lubbert Jochemssen na opdracht door Jan Hermsen Datering: 1644 apr 3

2.650. Schoutambt Zwolle / Mastenbroek. Pinksteren 12
Afgespleten van nr. 649.
(viii:96v) Berent Berentssen Datering: 1668 mei 16
(ix:117v) Jacob Dercksen in Mastebreock op de Olde Weteringe, mede voor zijn vrouw Hillichien Louwsen, na opdracht door Berent Berentsen Coster en diens vrouw Elisabeth Lubbertsen Datering: 1686 apr 24

2.651. Schoutambt Zwolle / Mastenbroek. Pinksteren 12
Afgespleten van nr. 649.
(viii:96v) Henrick Janssen Heyne Datering: 1668 mei 16

2.652. Schoutambt Zwolle / Mastenbroek. Pinksteren 12
(viii:82) Arent Hendrickssen te Genne, mede voor zijn zwager Egbert Claessen te Mastebroeck, na de dood van Jan Hermsen Datering: 1666 aug 4
(x:129) Grietien Henrix onder hulderschap van haar man Egbert Claessen Datering: 1671 jun 17

.

Of waren er meerdere Lubbert Jochemssen in Mastenbroek rond 1644?

Zwollerkerspel f259 - Richter Bernard Holt.dd 18 juni 1670
Keurnoten Antoni de Vos, Pr., en Jan Mensink.
* In het Gericht is verschenen Willemtijn Henrix, weduwe van wijlen Henrik Jansen Heinen op de Bisschops Weteringe, geassisteerd met Willem Jansen, haar bruidegom en momber in dezen. Zij heeft tot mombers over haar vier kinderen (Annechijn, Jan, Gerrechijn en Lubbechijn Henrix), bij haar voornoemde eheman in echte verworven, verzocht Albert Heinen, oom van de kinderen van de vaders zijde, en Peter Henrix, oom van de kinderen van moeders zijde. Dewelke daarop door het Gericht verhoord zijnde, deze momberschap hebben aangenomen en beloofd na behoren waar te nemen.
Waarna zij comparante aan haar gedachte vier kinderen tesamen ten overstaan van deze hun mombers erfuiting heeft gedaan en voor hun vaders goed heeft bewezen de helft van het eigendom, te weten:
- de helft van 3 morgen in [het] Dieserslag,
- en nog de helft van 2 morgen in [het] Dieserslag,
- verder de helft van 1 1/2 morgen in [het] Isselmuider Slag,
- de helft van een derde part van 3 morgen en "een vierdendeel" in [het] Hasselerslag,
- de helft van één morgen genaamd den Esch In Lammechijs Huis gelegen,
- en dan nog de helft van hetgeen de comparanten in het rietland [Rietlant] heeft gelegen aan de IJssel tegen de Overgunne.
Verder bewijst zij nog aan haar voorschreven vier gezamenlijke kinderen een somma van 1100 Caroli gulden, en aan iedere dochter een bed met zijn toebehoren en aan iedere zoon een "uitgevoert vullen" of 50 gulden in de plaats. Al hetwelk voorschreven uitgereikt zal worden als een ieder van de kinderen 18 jaren oud geworden al zijn, uitgezonderd alleen de kleren van de vader, dewelke direkt ten profijte van de kinderen ontricht zullen worden; alsmede zullen tussen de moeder en de kinderen verdeeld worden de potten, ketels, tin-, ijzer- en koperwerk, verder de stoelen, banken, kisten en kasten en hetgeen in het voorhuis is, uitgezonderd [exempt] het "lijnwoat". Zij comparante zal alle de andere goederen behouden en ook de schulden tot haar laste nemen. En indien één of meer van de kinderen zonder wettige lijfserven na te laten komt [komen] te sterven, dan [soo] zal deze zijn [hun] nalatenschap op de andere nog levende kinderen erven, en na de dood van de laatste op de moeder. met welk alles zij comparante verklaarde een goed en sincere erfuiting te hebben gedaan, onder verband van haar persoon en goederen. Zonder argelist.
- Juramentum per tutores remissum est.

[Kantlijn hierbij op f259:] 27 mei 1676 hebben Albert Jansen Heine als momber en Willem Egberts en Annechijn Henrix, tutore marito, eheluiden, voor hun zelf, aan handen van de Heer Scholtis verklaard, dat zij naderhand met Willemtijn Henrix, de hiernaast vermelde moeder van de kinderen, en diens huidige eheman Willem Jansen, geaccordeerd hebben, gelijk deze mede present zijn. Zij verklaarden, dat zij voor de in de nevenstaande akte van erfuiting bewezen vaders kleren de moeder aan de gezamenlijke kinderen zal geven 100 gulden en zo in het geheel in plaats van 1100 gulden 1200 gulden aan geld, waarvan zij Willem Egberts en Annechijn Henrix, eheluiden, en voor hun vierde part ad 300 gulden door hun voorschreven stiefvader en moeder verklaren te zijn voldaan en betaald, en hun daarvoor mitsdezen te quiteren.
Actum Zwolle.
- Mij present Henr. Queissen, gerichtschrijver, 1676.

Bij mijn weten was er maar 1 Lubbert Jochems.

[Egbert_]

Zwollerkerspel f259 - Richter Bernard Holt.dd 18 juni 1670
Keurnoten Antoni de Vos, Pr., en Jan Mensink.
* In het Gericht is verschenen Willemtijn Henrix, weduwe van wijlen Henrik Jansen Heinen op de Bisschops Weteringe, geassisteerd met Willem Jansen, haar bruidegom en momber in dezen. Zij heeft tot mombers over haar vier kinderen (Annechijn, Jan, Gerrechijn en Lubbechijn Henrix), bij haar voornoemde eheman in echte verworven, verzocht Albert Heinen, oom van de kinderen van de vaders zijde, en Peter Henrix, oom van de kinderen van moeders zijde. [-]
- de helft van één morgen genaamd den Esch In Lammechijs Huis gelegen,

.

2.670. Schoutambt Zwolle / Mastenbroek. Pinksteren 28
Twee margen landes gelegen in Mastebroeck op de Bisschopsweteringe, eertyts gemeen in ses margen, genaemt de Elssen.
Naderhand vereend met de nrs. 669 en 671 tot nr. 672.
(viii:68v) Peter Henrix in Mastebroeck op de Olde Weteringe, mede voor zijn zwager Henrick Janssen, na de dood van zijn vader Henrick Berentssen Datering: 1664 mei 28
2.672. Schoutambt Zwolle / Mastenbroek. Pinksteren 28
6 morgen genaamt den Elssen, gelegen in der Asschet bij Luiterszijl in Mastenbroeck

.
Niet zeker of den Esch In Lammechijs Huis hetzelfde is als den Elssen, gelegen in der Asschet bij Luiterszijl in Mastenbroeck. Lammechijs Huis is wel gelegen in der Asschet bij Luiterszijl in Mastenbroeck. Alleen onzeker of den Esch = den Elssen.

Willemtijn Henrix en Peter Henrix (oom van de kinderen van moeders zijde) zijn hoogstwaarschijnlijk broer en zus. En dan ook beide nakomelingen van Henrick Berentssen.

Dan zou Peter Henrix kort na het aannemen van de voogdij, 18 juni 1670, overleden moeten zijn. Op 5 nov 1670 is Hillichijn Alberts, nagelaten weduwe van Peter Henrix, mede-erfgenaam van Lou Henrix

Willemtijn Henrix is echter geen erfgenaam van Lou Henrix. Is Willemtijn Henrix misschien een halfzus van Lou Henrix en Peter Hendrix ?
.

0197.1 Ambtman van het Stift Essen
2.686. Schoutambt Zwolle / Mastenbroek. Pinksteren 33
(iv:4v) Claes Derricksen na de dood van zijn vader Derrick Gerrytssen Datering: 1618 mei 27
(vii:28) Hendrick Berentssen als hulder van zijn vrouw Derckien Albertssen en van haar kinderen bij wijlen Claes Derckssen, met name Tryntien en Hendrick Claessen Datering: 1640 jun 6

[ria van bessen]

Louwe Hendriks benoemt nog een zuster van hem in zijn testament, genaamd Lubbigje en die was getrouwd met ene Teunis Jans en ze hebben 3 kinderen.
Er is wel een Lummigje Jacobs x Teunis Jans van Milligen. Maar hoe kan zij dan die zus zijn?

Peter heeft één zuster volgens zijn testament. Niet duidelijk is hoe die zuster heette, Aaltje of Berentje. Dus ja - aangezien Hendrik Berents waarschijnlijk 2x trouwde is meer mogelijk.

Trouwens - ook Lijsbeth Herms de wed van Jan Hendriks [en volle broer van Louwe] hertrouwt met ene Hendrik Berents in 1655.
Ik neem niet aan dat ze met haar schoonvader trouwde.

[Egbert_]

Genemuiden, 28 mei 1650:
Claes Lubbertsz en echtgenote Trijntien Gerritsz van Domselaer [-] universele erfgenamen worden testators broer Arent Lubberts, zijn zuster Lijssien Lubberts, de kinderen van Joochem Lubberts, met name Lubbert, Aechien, Henrickien, de kinderen van Henrick Lubberts (Lubbert, Peter, Lubbe, Jantien, Merrechien, Joochem en Machtelt). [-]

Zoals Harm al opmerkte, Claes Lubbertsz lijkt een zoon van Lubbert Arentsens. Trouwinschrijvingen van kinderen van Lubbert Arentsen (trouwboek Zwolle):
- 30-04-1605 Jochum Lubbertsen Lubbert Arentsens s. woenende an den Hasselerdick bij der Vechte ende Grietken Hendricks s. Henderick Jansen n.d. woenende int Lierbroeck
- 14-04-1611 Hendrick Lubbertsen Lubbert Arentsens soone voor den Vechte an de Mastenbroeckerdijcke en Aeltgen Peters Peter Jacobs d. tot Holte
- 01-05-1620 Claes Lubbertsen wonende op die Hasselerdijck tegen die Vechte, end Lisabeth Dercks, sa: Derck Cornelijs n.dochter wonende in Mastebroeck op die Nijewetering

Hendrick Lubbertsen zou hertrouwen:
- 03-04-1638 Henrijck Lubbersen wed. aen de Mastebroker dijck ende Grietijn Koops N.D. tot Genne
En zijn weduwe hertrouwt:
- 28-05-1643 Egbert Henrijcks Henrijck Willems N.S. tot Diese, ende Grietijn Koops Henrijck Lubberts N.W. tot Langenholte

Volgens RA Zwollerkerspel f313 - 11 mei 1644 gaan ze in de Dieze wonen en verkopen hun aandeel in de erfenis van Henrick Lubberts aan zijn voorkinderen Lubbert, Machtelt, Lubbe, Jantien, Peter, Marregien en Jochem.

Bij Aechien, dochter Joochem Lubberts heb ik gevonden:

0197.1 Ambtman van het Stift Essen
2.637. Schoutambt Zwolle / Mastenbroek. Pinksteren 8
Vyr mergen landes, gelegen in Mastebroeck, op de Nye Weteringe. In 1686: "een camp landes, groot vier morgen, gelegen in Mastebroeck in Dieserslach, achter de Mastebroecker kercke op de Nieuwe Weteringe".
(vii:17) Herman Janssen Oostens, als hulder van zijn vrouw Aechien Jochemssen, aan wie het leen uit de ouderlijke was toegescheiden
Datering: 1637 dec 27

Als Hermen Oosten overleden is, worden Lubbert Jochems, oom van de moeders zijde, en Derck Dercksen Pelle, aangehuwde oom van de vaders zijde, voogd. Aagte zou hetrouwen met Oosten Cornelis.

Van Claes Lubbertsen en Lisabeth Dercks heb ik twee doopinschrijvingen gevonden in Hasselt:
- 30 jun 1622: Alith (??), dochter van Clas Lubbarts overt Water, Lijsabeth Dercs getuij Machtel Peters
- 14 mrt 1624: Cornelis, ouders Clas Lubbers aen die Hasselardick Lijesbet Dercks

Vrouw en kinderen moeten dan in de jaren erna overleden zijn, als deze Claes Lubbertsen dezelfde is als de man van Trijntien Gerritsz van Domselaer

Ook de vrouw van Jochum Lubbertsen, Grietken Hendricks, moet vrij snel overleden zijn, als hij tenminste dezelfde is die in 1616 de echtgenoot van Lijssin Frerickss was. De kinderen Lubbert, Aechien en Henrickien zijn waarschijnlijk uit het eerste huwelijk. Maar ik heb nog geen voogdij-akte gezien.

Trouwinschrijvingen te Zwolle van Arent Lubbers:
- 09-10-1608 Arent Lubbers woenende voor die Vechte an den Hasselerdick ende Annigen Jacobs Jacob Gerts d. tot Holte
- 27-11-1638 Arent Lubbers wedenaer, ende Derckijn Jans Jacob Remmels N.W. beijde aen d'Hasselaerdijck
Niet vermeld dat hij zoon is van Lubbert Arents, en ook geen voogdij-akte gevonden.
Wel nog een doopinschrijving te Hasselt:
- 12 dec 1619: Jacobjen, dochter van Arent Lubbarts an de vegt Anna Jacobs

[Egbert_]

Dit stukje uit het testament van Louwe Hendriks.

[-]Uitgezonderd dan nog nopende de erfgenamen van de testateur Louwe Henrix voornoemd, verklaarde hij testateur, dat de drie kinderen van zijn overleden zuster Lubbechijn, bij Teunis Jansen in echte verworven, zijne ab intestato mede-erfgenamen en bij dezen mede geïnstitueerd, een ieder van hun minder als hun aandeel na zijn dood in zijn na te laten goederen zal bevonden worden te bedragen, zullen [deze] krijgen [hebben] de somma van 150 Caroli gulden, makende te samen 450 caroli gulden.

Wie is dan die zuster Lubbigien?

Over dat testament van Louwe Henrix is mij alleen dit stukje bekend. Ook geen datum of plaats. Teunis Jansen x <1674 Lubbigien kan ik niet vinden.

[ria van bessen]

Helemaal mee eens.

Is Jochem Lubberts dan 4x getrouwd?

1e x
ZWOLLE - 30-04-1605 Jochum Lubbertsen Lubbert Arentsens s. woenende an den Hasselerdick bij der Vechte ende Grietken Hendricks s. Henderick Jansen n.d. woenende int Lierbroeck

2e x met Lijsien Freriks wonende aan de O.W.

3e x
volgens
f65 - 21 mei 1628 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Willem Roeleffss en Martinus Steenkerck.
Verschenen is Jochem Lubberss, als man en momber zijn huisvrouw Aeltin Wijcherss, voor wie hij de rato caveert. Hij verklaarde voor hem, zijn huisvrouw en hun erfgenamen in een steden vaste erfkoop erfelijk en "ommermeer", om een somma van penningen ten genoegen voldaan en betaald, te hebben verkocht een halve morgen land, "doorgaenss onverschifft ende onverscheijden", gelegen in twee kampen in Mastebroeck, groot 4 morgen, die Jan Janss aan de Hasseler Dijck thans in gebruik heeft, waar naast ten oosten gelegen den Hogendijick Hoge dijk , westwaarts Gijsbert Conick, noordwaarts Henrick Albertss, [en] zuidwaarts [doorgestreept: Frerick Alberss] Berent Janss. Zijnde de voorschreven halve morgen land kommervrij van alle uitgaande renten, uitgezonderd [exempt] de helft van "derde halffe" [= 2 1/2] goudgulden jaarlijks. En de voorschreven verkoper ging de voorschreven halve morgen land, met de raad en onraad, recht en gerechtigheid, aan handen van de koper, zijn huisvrouw en hun erfgenamen "alsoe uijt" met hand en mond, met aller oplating en vertichenis. Belovende deze te willen wachten en waren voor alle evictie en opspraak, zoals hier over ontstaan mag. Zonder arg of list.
Actum ut supra.
- Op verzoek van de verkopers zal Joes. Steenkerck mede zegelen.

En 4e x
volgens
f179 - 22 mrt 1630 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Jan Martinss Steenkerck en Willem Wolters.
* Verschenen is Berent Wolters voor hem zelf, caverende de rato voor zijjn absente huisvrouw Derrickin Henrix. Hij verklaarde voor hem, zijn voorschreven huisvrouw en hun erfgenamen in een steden vaste erfkoop erfelijk en "ommermeer" /: om een somma van penningen ten genoegen voldaan en betaald :/ aan Jochem Lubberss, zijn huisvrouw Lubbegin Janss en hun erfgenamen te hebben verkocht [een] zeker huis en berg, met enig gewas, staande op de Steege te Vekaeten in Mastebroeck in het scholtambt van Zwol, in aller manieren als de verkoper deze voor dezen bezeten en bewoond [heeft]. en de verkoper ging het huis, de berg en enig gewas, met de raad en onraad, recht en gerechtigheid als voorschreven, aan de koper en zijn huisvrouw, "sampt" hun erfgenamen "alsoe uijt" volgens Landrecht. Belovende "deselve" te willen wachten en waren voor alle evictie en opspraak. Zonder argelist.
Actum ut supra.
- Op verzoek van de verkopers zal [-] Steenkerck voorschreven mede zegelen.

De Jochem x Lubbe Jans is overleden voor 4 mrt 1654.
Daarna geen Jochem Lubberts meer gevonden.

[ria van bessen]

bericht 2

Dit is het testament. Volgens transcriptie JR

f119 - Copia.
* Actum 5 feb 1666 - Bernard Holt, Scholtis van Zwolle en over
Zwoller Carspel doet kont en certificeert krachtens dezes, dat hij op verzoek van Louwe Henrix en Jacobjen Gerrits, eheluiden, heeft geauthoriseerd D. Henricus van Marle, predikant in Mastebroeck, om hem te vervoegen in Mastebroeck ten huize van de voorschreven eheluiden en aldaar af te nemen de testamentaire dispositie, zoals de voorschreven eheluiden deze begeerden te maken. En heeft D. H. van Marle voornoemd, gelijk ook de hierna beschreven keurnoten en [de] momber, hem [de Scholtus] gerelateerd, dat hij ten huize van voorschreven is geweest, en dat de voorschreven eheluiden voor hem en keurnoten Lubbert Henrix en Klaes Clijssen, speciaal daartoe geroepen hun testament hebben gemaakt. Zij eheluiden beiden bij volkomen kennis en verstand, en genoemde Louwe Henrix zwak van lichaam aan de droevige ziekte de "swaricheit", en genoemde Jacobjen Gerrits in dezen geassisteerd met Cnelis Jansen als haar tot deze zaken verzochte en door het Gericht geapprobeerde momber, hebben gedisponeerd als volgt.
Ten eerste bevelen zij eheluiden hun zielen in de handen van God Almachtig hun Schepper en Zaligmaker, en hun lichamen ter aarde hun begrafenis.
De voorschreven eheluiden hebben uit zonderlinge conjugale liefde "reciproquelijck", de een de ander, de eerststervende aan de langstlevende, gelegateerd, gelijk zij legateren bij dezen, het vruchtgebruik of de lijftucht van hun huis met al hetgeen dat daar in is en daar in behoort (: "merendeels tegenwoordigh bij deze trouble tijt elders verbraght" - hetzij kisten, kasten, paarden, beesten =, zo en in aller gestalte als het voorschreven huis met zijn inboedel en beesten [bestialen] door hun testateuren wordt bewoond en bezeten, niets uitgezonderd; verder de lijftucht van hun 5 morgen land liggende achter het huis opwaarts naar de wetering, alsmede nog de lijftucht van de koeweide zijnde 3 morgen land tegenover de kerk liggende. Wel te verstaan dan nog dat de langstlevende nog aan de erfgenamen van de afgestorvene dadelijk na diens overlijden zal laten volgen het linnen en de wol, die tot de lijfdracht van de afgestorven behorenDaarnaast [daerbeneffens] hebben de genoemde eheluiden een ieder na zijn dood gelegateerd aan de Armen en de Kerk van Mastebroeck de somma van 150 Caroli gulden, tesamen 300 Caroli gulden, te emploieren ten behoeve van de voorschreven Kerk en Armen door de predikant die dan in Mastebroeck is.
Verder legateert de testateur nog aan zijn neef Louwe Lubberts Koster in Mastebroeck vooruit 450 Caroli gulden boven zijn apart tot de erfenis.
De testatrice legateert aan haar broer Geerligh [zijn] kinderen, Annechijn, Geertien, Jacobjen en Gerrit Geerlighs, vooruit tot een legaat onder hun vieren 1000 gulden boven hun aanpart tot testatrices erfenis. En zo één van deze kinderen zonder lijfserven mocht komen te sterven, zal dat op elkaar erven tot aan de laatste, en de laatste stervende zal het erven in die boezem, waar het vandaan gekomen is.
Tenslotte hebben de genoemde testateur en testatrice in al hun na te laten goederen, hetzij mobiele, immobiele, obligaties, actien en credieten tot hun universele erfgenamen geïnstitueerd, gelijk zij institueren bij dezen, hun vrienden en bloedverwanten, te weten een ieder de zijne, zoals die ten tijde van hun overlijden hun erfgenamen ab intestato te zijn, bevonden zullen worden.
Uitgezonderd [exempt] dan nog nopende de erfgenamen van de testateur Louwe Henrix voornoemd, verklaarde hij testateur, dat de drie kinderen van zijn overleden zuster Lubbechijn, bij Teunis Jansen in echte verworven, zijne ab intestato mede-erfgenamen en bij dezen mede geïnstitueerd, een ieder van hun minder als hun aandeel na zijn dood in zijn na te laten goederen zal bevonden worden te bedragen, zullen [deze] krijgen [hebben] de somma van 150 Caroli gulden, makende te samen 450 caroli gulden.
En zulks alles zonder detractie van de falcidice portie. Zonder argelist.
- In waarheids oorkonde heeft de Scholtus voorschreven dit met zijn eigen hand en zegel bevestigd.
- Onder stond: Bernard Holt.

Annegien, Jutte, Geessien, Hermen, Griete en Berentien Janssen zijn nichten en neef van Louwe Hendriks [kinderen van zijn overleden broer Jan Hendriks]

Genoemd in 1670
- Anna - Hermen - Geessien [de anderen zijn overleden?]

ZWOLLERKERSPEL f277 - 5 nov 1670 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Rudolf Crans en Henrik Mensink.
* In het Gericht is verschenen Jochim Lubberts, voor zich zelf en de rato caverende voor zijn huisvrouw Trijntijn Herms [= Kolck], Berent Lubberts, voor zich zelf en de rato caverende voor zijn huisvrouw Henrikijn Jansen, Albert Lubbert voor zich zelf en de rato caverende voor zijn huisvrouw Kornelissijn Gerrits, Derk Jacobs en Lijssijn Lubberts, tutore marito, eheluiden, Lou Lubberts Blankhart, Gerrit Lubberts, Jan Klaassen als momber over Anna Lubberts, Geert Jansen voor zich zelf en de rato caverende voor zijn huisvrouw Anna Jansen, Herman Jansen en Jannechijn Tijssen, tutore marito, eheluiden, en Sibrant Obes voor zich zelf en de rato caverende voor zijn huisvrouw Geessijn Jansen, tesamen erfgenamen van wijlen Lou Henrix, gewoond hebbende in Mastebroek op de Olde Weteringe. Zij verklaren voor hun en hun erfgenamen voor een voldane koopsom te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, gelijk zij verkopen, cederen en transporteren krachtens dezes, aan Hillichijn Alberts, nagelaten weduwe van Peter Henrix, woonachtig in Mastebroek in het Scholtambt van Isselmuiden, mede-erfgenaam van wijlen Lou Henrix, en haar erfgenamen, "drie en een vierdendeel" morgen land, maar zonder mate, gelegen in dit kerspel van Zwolle in Mastebroek in Lammechijs Huis, genaamd Vilsterens Lant, oostwaarts burgemeester Ram, zuidwaarts de Stege, westwaarts de stad van Campen en noordwaarts Henrik Egberts zijn kooi [koeije]; en zulks voor vrij eigenlijk goed, onbezwaard met enige uitgaande renten, thinsen of tienden, maar met zijn raad en onraad, recht en gerechtigheid, daartoe behorende, waarin de koopster reeds een derde part toebehoort. Zij comparanten beloven dit land te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.