albert hendriks jonker
Re: albert hendriks jonker
Hier zitten nog wel wat (onbewezen) aannames bij. Volgens mij.
De vier kinderen van Hendrik Berends x Anna Jans zijn duidelijk: Jan, Louwe, Aaltje en Peter.
Maar over Lubbegien en Lijsbeth is mindere duidelijkheid.
Lubbegien wordt genoemd als overleden zuster van Louwe Henrix in 1666. En heeft dan drie kinderen nagelaten. Die in 1679 alle drie getrouw zijn, dan zal de oudste voor 1650 geboren moet zijn, En Lubbegjen voor 1630. Haar halfbroer Jan is voor 1646 overleden en heeft dan zes kinderen nagelaten. Hij zal dan vast wel dertig jaar of ouder zijn, dus geboren voor 1616. Halfzus Aeltien Hendrixen is in 1638 echtgenote van Lubbert Jochems, en dus geboren voor 1620. In 1612 had Hendrik Berends een huisvrouw. En omdat, in ieder geval, Jan en Aeltien rond die tijd geboren zijn, zal die huisvrouw Anna Jans zijn geweest.
Want, Derckien Albertssen, wordt in 1618 in stift Essen nog de vrouw van Claes Derricksen genoemd. Pas in 1640: Hendrick Berentssen als hulder van zijn vrouw Derckien Albertssen en van haar kinderen bij wijlen Claes Derckssen, met name Tryntien en Hendrick Claessen. Dus zal ze tussen 1618 en 1640 met Hendrick Berentssen getrouwd zijn.
Jammer dat er geen voogdij-aktes zijn (bewaard gebleven?). Niet voor de nagelaten kinderen van Anna Jans, en niet voor de nagelaten kinderen van Claes Derricksen, niet voor de nagelaten kinderen van Lubbegien.
En verder, in de akte wordt de vader, van de nagelaten kinderen van Lubbegien, Teunis Jans genoemd. Dat zou mooi passen bij Teunis Jans op de Colk, maar, zoals Ria al eerder heeft aangegeven, er is geen akte die bewijst dat deze Teunis Jans met Lubbegien de (half-)zus van Louw Henrix was getrouwd.
- - -
Lijsbeth heet meestal Hendricks, en soms Berends. Aannemelijk dat haar vader Hendrick Berends heet. Maar er is volgens mij geen akte die dat bewijst, dus geen zekerheid dat haar vader de man van Anna Jans is, en Jan, Louwe, Aaltje en Peter haar halfbroers en zus zijn en zij de dochter van Derckien Albertssen zou zijn. En in die aktes waar er door vererving een hechte familieband lijkt te zijn, maar die kan ook via de echtgenoten, de gebroeders op de Kolck, die broers zijn, gaan.
In de akte f41 - Actum Wijhe, 10 jan 1649, waarin een Hendrik Berends wordt genoemd, is, voor zover hier weergegeven, geen bewijs dat het om de Hendrik Berends, de zoon van de koster in Mastenbroek gaat.
Ook de akte Wijhe f77 - Actum Wijhe, 6 jan 1663, lijkt me de familierelatie eerder die van de op de Kolk's uit Wijhe, dan van de nakomelingen van Hendrik Berends, of zijn vader koster Berendt Henricxsoen. Of de Louwe Cornelissen genoemd in die akte de zoon is van Cornelis Berends, zoon van koster Berendt Henricxsoen is of niet, het lijkt me dat zijn rol in deze akte dezelfde is als die van Berent Muller en Jochem Luberts: het vertegenwoordigen van hun vrouw die de erfgenaam is. Zijn broer Jacob Cornelis zou anders ook erfgenaam zijn. (Hoewel Jacob Cornelis tussen 1646 en 1663 zonder nakomelingen overleden kan zijn. Of Jacob Cornelis voogd is over zijn nagelaten kinderen. Niet uitgesloten, maar niet vermeld.)
Tot nu toe heb ik geen akte gezien die bewijst dat Lijsbeth een dochter is van Hendrick Berends x Derckien Albertssen. Of ik heb iets over het hoofd gezien.
- - - -
Het zou mooi zijn om hier meer duidelijkheid te krijgen, maar aan bewijs voor de voorouders van Albert Hendriks Jonker voegt het waarschijnlijk weinig of niets toe. Ondanks dat het mooi illustreert hoe de families in Mastenbroek sterk met elkaar verweven waren, verwant of aanverwant.
De vier kinderen van Hendrik Berends x Anna Jans zijn duidelijk: Jan, Louwe, Aaltje en Peter.
Maar over Lubbegien en Lijsbeth is mindere duidelijkheid.
Lubbegien wordt genoemd als overleden zuster van Louwe Henrix in 1666. En heeft dan drie kinderen nagelaten. Die in 1679 alle drie getrouw zijn, dan zal de oudste voor 1650 geboren moet zijn, En Lubbegjen voor 1630. Haar halfbroer Jan is voor 1646 overleden en heeft dan zes kinderen nagelaten. Hij zal dan vast wel dertig jaar of ouder zijn, dus geboren voor 1616. Halfzus Aeltien Hendrixen is in 1638 echtgenote van Lubbert Jochems, en dus geboren voor 1620. In 1612 had Hendrik Berends een huisvrouw. En omdat, in ieder geval, Jan en Aeltien rond die tijd geboren zijn, zal die huisvrouw Anna Jans zijn geweest.
Want, Derckien Albertssen, wordt in 1618 in stift Essen nog de vrouw van Claes Derricksen genoemd. Pas in 1640: Hendrick Berentssen als hulder van zijn vrouw Derckien Albertssen en van haar kinderen bij wijlen Claes Derckssen, met name Tryntien en Hendrick Claessen. Dus zal ze tussen 1618 en 1640 met Hendrick Berentssen getrouwd zijn.
Jammer dat er geen voogdij-aktes zijn (bewaard gebleven?). Niet voor de nagelaten kinderen van Anna Jans, en niet voor de nagelaten kinderen van Claes Derricksen, niet voor de nagelaten kinderen van Lubbegien.
En verder, in de akte wordt de vader, van de nagelaten kinderen van Lubbegien, Teunis Jans genoemd. Dat zou mooi passen bij Teunis Jans op de Colk, maar, zoals Ria al eerder heeft aangegeven, er is geen akte die bewijst dat deze Teunis Jans met Lubbegien de (half-)zus van Louw Henrix was getrouwd.
- - -
Lijsbeth heet meestal Hendricks, en soms Berends. Aannemelijk dat haar vader Hendrick Berends heet. Maar er is volgens mij geen akte die dat bewijst, dus geen zekerheid dat haar vader de man van Anna Jans is, en Jan, Louwe, Aaltje en Peter haar halfbroers en zus zijn en zij de dochter van Derckien Albertssen zou zijn. En in die aktes waar er door vererving een hechte familieband lijkt te zijn, maar die kan ook via de echtgenoten, de gebroeders op de Kolck, die broers zijn, gaan.
In de akte f41 - Actum Wijhe, 10 jan 1649, waarin een Hendrik Berends wordt genoemd, is, voor zover hier weergegeven, geen bewijs dat het om de Hendrik Berends, de zoon van de koster in Mastenbroek gaat.
Ook de akte Wijhe f77 - Actum Wijhe, 6 jan 1663, lijkt me de familierelatie eerder die van de op de Kolk's uit Wijhe, dan van de nakomelingen van Hendrik Berends, of zijn vader koster Berendt Henricxsoen. Of de Louwe Cornelissen genoemd in die akte de zoon is van Cornelis Berends, zoon van koster Berendt Henricxsoen is of niet, het lijkt me dat zijn rol in deze akte dezelfde is als die van Berent Muller en Jochem Luberts: het vertegenwoordigen van hun vrouw die de erfgenaam is. Zijn broer Jacob Cornelis zou anders ook erfgenaam zijn. (Hoewel Jacob Cornelis tussen 1646 en 1663 zonder nakomelingen overleden kan zijn. Of Jacob Cornelis voogd is over zijn nagelaten kinderen. Niet uitgesloten, maar niet vermeld.)
Tot nu toe heb ik geen akte gezien die bewijst dat Lijsbeth een dochter is van Hendrick Berends x Derckien Albertssen. Of ik heb iets over het hoofd gezien.
- - - -
Het zou mooi zijn om hier meer duidelijkheid te krijgen, maar aan bewijs voor de voorouders van Albert Hendriks Jonker voegt het waarschijnlijk weinig of niets toe. Ondanks dat het mooi illustreert hoe de families in Mastenbroek sterk met elkaar verweven waren, verwant of aanverwant.
- ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: albert hendriks jonker
Het is uitgesloten dat Louwe Cornelis zijn vrouw een nakomeling is van Hermen Jans Kolk.
Hermen heeft namelijk 3 kinderen nagelaten, en geen 4 kinderen.
De drie kinderen worden regelmatig met naam genoemd en ook met wie ze getrouwd zijn,
zie o.a. f54 - Actum Wijhe, 15 jan 1650
Teunis Jans gehuwd met Lubbegien Hendriks heeft 3 kinderen nagelaten, die met name worden genoemd in Ijsselmuiden - en ook dit aantal - dus 3 - wordt vermeld in het testament van Louwe Hendriks. Hij noemt haar zijn zus, geen halfzus. En ze is dan al overleden.
De kans dat je een echtpaar met deze namen terug vindt is al klein, en met de toevoeging Kolk was dit de aanwijzing.
Teunis Jans Kolk is aanwezig voor zichzelf en als voogd over de kinderen van Lijsbeth. Gezien de toevoeging Kolk is hij de broer van Hermen Jans. Lijsbeth haar vader was eerder getrouwd - jammer dat er geen datum is vermeld - maar ik verwacht dat die akte in Ijsselmuiden zit - en waar ik geen gegevens van heb, tenminste niet van die tijd.
Bij Hilligjen Alberts ontdekten we ook pas bij de verkoop van land door de erfgenamen Louwe Hendriks dat ook zij erfgenaam is - zij of haar man worden ook niet vermeld in het testament van Louwe Hendriks. Als je het testament nauwkeurig leest dan merk je dat er meer familie NN is dan hij aangeeft.
Derkje Alberts wordt al als weduwe vermeld in het ORA in 1626
Zwollerkerspel f548 - 25 mrt 1626 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Ambrosius Lorne en Henrick Claesen.
Verschenen is Derck Derckz [Dirckx] Bronneper, als man en momber van zij huisvrouw Anna Janss, present zijnde met Meuwes Rotgerss, caverende voor [doorgestreept: sijn] "haere" huisvr. en erfgenamen, "sampt" Willem Wolters, zijnde zwagers. Zij verklaarden tesamen, elk voor hun en hun erfgenamen en nakomelingen in een steden vaste erfkoop (: om een somma van penningen de laatste met de eerste ontvangen
te hebben verkocht aan Dirrickin Albertss en hun erfgenamen, weduwe van zaliger Claes Derckx, de gerechte helft van "thiende halue" [= 9 1/2] morgen land gelegen in Mastebroeck in [het] Marcelis Slach, genaamd Jacob Arians Landt [doorgestreept was: Slach], westwaarts S. Catharina Vicarie binnen Gennemuiden, noordwaarts Beerte ter Kuilen, strekkende aan dat erve, en aan dat zuid[waarts] en aan Ditmaers erfgenamen van Westerwolde, alles met de raad en onraad, oude en nieuwe recht en gerechtigheid, behorende tot deze voorschreven 9 1/2 morgen land, zoals die in hun voorschreven bepaling(en) in Mastebroeck gelegen mogen zijn, "niets uitbescheijden", breder volgens de inhoud, waarvan deze transfix "doorgesteken" is. En de verkopers in hun kwaliteit gingen de gerechte helft van de voorschreven 9 1/2 morgen land aan handen van de voorschreven kopers en hun erfgenamen voor hun en hun erfgenamen voor mij Scholtis "alsoe" met hand en mond met "aller oplaetinge vertichenisse op" aan de voorschreven kopers tot eeuwig en erfelijk eigendom van dezen. En beloven de verkopers deze voorschreven landerijen volgens Landrecht te willen wachten en waren, c. [= etc.]. Alles zonder arg of list.
Actum ut supra.
- Op verzoek van de verkopers zal Jan Martins Steenkerck mede zegelen.
Vermoedelijk is er nog meer te vinden in IJsselmuide, maar die periode heb ik niet.
En inderdaad richting Hendrik Joncker levert dit niets op.
En zal ook niets meer opleveren, ik ben namelijk wat hem betreft uitgezocht in mijn gegevens.
Hermen heeft namelijk 3 kinderen nagelaten, en geen 4 kinderen.
De drie kinderen worden regelmatig met naam genoemd en ook met wie ze getrouwd zijn,
zie o.a. f54 - Actum Wijhe, 15 jan 1650
Teunis Jans gehuwd met Lubbegien Hendriks heeft 3 kinderen nagelaten, die met name worden genoemd in Ijsselmuiden - en ook dit aantal - dus 3 - wordt vermeld in het testament van Louwe Hendriks. Hij noemt haar zijn zus, geen halfzus. En ze is dan al overleden.
De kans dat je een echtpaar met deze namen terug vindt is al klein, en met de toevoeging Kolk was dit de aanwijzing.
Teunis Jans Kolk is aanwezig voor zichzelf en als voogd over de kinderen van Lijsbeth. Gezien de toevoeging Kolk is hij de broer van Hermen Jans. Lijsbeth haar vader was eerder getrouwd - jammer dat er geen datum is vermeld - maar ik verwacht dat die akte in Ijsselmuiden zit - en waar ik geen gegevens van heb, tenminste niet van die tijd.
Bij Hilligjen Alberts ontdekten we ook pas bij de verkoop van land door de erfgenamen Louwe Hendriks dat ook zij erfgenaam is - zij of haar man worden ook niet vermeld in het testament van Louwe Hendriks. Als je het testament nauwkeurig leest dan merk je dat er meer familie NN is dan hij aangeeft.
Derkje Alberts wordt al als weduwe vermeld in het ORA in 1626
Zwollerkerspel f548 - 25 mrt 1626 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Ambrosius Lorne en Henrick Claesen.
Verschenen is Derck Derckz [Dirckx] Bronneper, als man en momber van zij huisvrouw Anna Janss, present zijnde met Meuwes Rotgerss, caverende voor [doorgestreept: sijn] "haere" huisvr. en erfgenamen, "sampt" Willem Wolters, zijnde zwagers. Zij verklaarden tesamen, elk voor hun en hun erfgenamen en nakomelingen in een steden vaste erfkoop (: om een somma van penningen de laatste met de eerste ontvangen

Actum ut supra.
- Op verzoek van de verkopers zal Jan Martins Steenkerck mede zegelen.
Vermoedelijk is er nog meer te vinden in IJsselmuide, maar die periode heb ik niet.
En inderdaad richting Hendrik Joncker levert dit niets op.
En zal ook niets meer opleveren, ik ben namelijk wat hem betreft uitgezocht in mijn gegevens.
Re: albert hendriks jonker
Nog een laatste vraag.
Jan en Derrick Werners zijn broers van de eerste vrouw van zaliger Hermen Jansens, Tonnijs Jansen de broer van zaliger Hermen Jansens (naar we aannemen). Dan zou Egbert op den Ranckenberrich halfbroer of zwager van Lijzabet Hendriks Berens moeten zijn?
Hoe is Egbert op den Ranckenberrich momber en oom van de kinderen van zaliger Hermen Jansens. In 1663: Engbert Luijckes op den Ranckenbergh en zijn huisvrouw Derckjen Gerrits.ria van bessen schreef: ↑18 dec 2020, 13:38Mechtelt is de dochter van Egbert Rankenberg.
De verbinding Kolk / Rankenberg was al bekend.
f40 - Actum Wijhe, 6 okt 1648 - [geen Richter en keurnoten vermeld].
Lijzabet Berens [= HENDRIKS Volgens andere aktes], weduwe van wijlen zaliger Hermen Jansen Kollick heeft in aanwezigheid van haar vader en zwager en met de mombers en ooms van de kinderen van zaliger Hermen Jansens, als Jan en Derrick Werners, Tonnijs Jansen en Egbert op den Ranckenberrich veraccordeerd en koop gemaakt over de gehele levende have, rack en rietschap, zoals binnenshuis bevonden mocht worden en zaliger Hermen heeft nagelaten, en dat voor een somma van 425 Caroli gulden, waarvan Lijzabet Berens de ene helft toekomt en de kinderen van Hermen Jansen de andere helft, monterende de somma van 212 Caroli gulden en 10 stuiver. Zij belooft ieder kind zijn part hiervan, 30 Caroli gulden en 9 stuiver en 2 penningen, en de voorkinderen van zaliger Hermen Jansen f 91 1 8.
Jan en Derrick Werners zijn broers van de eerste vrouw van zaliger Hermen Jansens, Tonnijs Jansen de broer van zaliger Hermen Jansens (naar we aannemen). Dan zou Egbert op den Ranckenberrich halfbroer of zwager van Lijzabet Hendriks Berens moeten zijn?
Re: albert hendriks jonker
Dat neem ik ook aan. Maar in deze akte staat hij na:ria van bessen schreef: ↑21 dec 2020, 22:26Het is uitgesloten dat Louwe Cornelis zijn vrouw een nakomeling is van Hermen Jans Kolk.
- Teunnis Jansen op den Colck, voor hem zelf
- de kinderen van Hermen Jansen, uit twee huwelijken: zelf, of vertegenwoordigd door man of momber
en voor:
- Arentien Jans [=Swaentien Jans, RvB]
Louwe Cornelis is een generatie genoot van de kinderen Jan Jans op de Kolck. De vrouwen van de gebroeders, als ze de dochters van Hendrik Berents de zoon van de koster in Mastenbroek zijn, zijn nichten van Louwe Cornelis. Louwe Cornelis zou dan met een dochter van Jan Jans op de Kolck getrouwd kunnen zijn.
Maar dat past dan weer niet bij het bericht:
Geen datum gezien bij dat testament.ria van bessen schreef: ↑19 dec 2020, 22:14Jan Jansen op ten Kolk is de broer van Aaltjen Jansen wed. van Albert Wijchers maar ze was daarvoor gehuwd met ene Berent - uit dat huwelijk een zoon Tonnis Berents [Smit] en een dochter Gerberich Berents.
Die dochter huwt met Hendrik Jansen [Smit]maar die hebben geen kinderen. Ze maakt een testament en benoemt haar broer Tonnis Berents als haar erfgenaam. Mocht haar broer geen nazaten nalaten, dan worden de 3 kinderen van haar overleden oom [NN] erfgenaam - én die kinderen heten Harmen, Tonnis en Swane.
Niet zeker of hij dezelfde is als Louwe Cornelissen en zijn huisvrouw Henrickien Jansen die in 1645 grond verkopen. (RA Zwollerkerspel f380 - 17 juni 1645). Patroniem klopt wel, maar er zijn natuurlijk veel meer Jannen dan Jan Jan op den Kolck.
- ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: albert hendriks jonker
In Wijhe is 1 akte te vinden van een Egbert Luicas die gehuwd is met Swaentje Jans.
Vermoedelijk is zij die zus van Teunis en Hermen Kolk.
Helaas staat daar geen Rankenberg bij, maar alles wijst er op dat hij dezelfde is. En zou dit verklaren waarom hij oom is.
Er is namelijk geen andere Egbert Lucas dan die op de Rankenberg.
f129 - Actum 28 mei 1653 - Peter van Sonsbeeck, Schultus tot Wijhe.
Keurnoten Jan Hermsen Backer en Herman Gerrijtsen.
In het Gericht zijn verschenen Albert Anckersmit, voor hemzelf en de rato caverende voor zijn huis¬vrouw Lijsken Henricx, item Tonnis Lenaerts van Nijkercken, custos [koster] te Twelle, als momber van Gerrijt Henricksen, zoon van Henrick Gerrijts, bij Stijntje Buijtenhuijs in het huwelijk verwekt, volgens (vermogens) authorisatie van de WelEd. Gestrenge Henrick van Essen, Landdrost van de Veluwe, in dato 29 oktober 1651, evenals Zwier Henricx, de rato caverende voor zijn huisvrouw Jenneken Jansen, die thans in het kraambed ligt, verder Rotger Woltersen en Wijcher Smit, als mombers van Henrick en Tonnis Wolters, en mede van Woltertjen Wolters echtekinderen van zaliger Wolter Henricx en zijn huisvrouw Aexele Henricx, en Willem Dijck en zijn huisvrouw Aexele Henricx. De comparanten verklaren ieder voor een derde part te hebben verkocht een zeker stuk land het Koeslach, groot ongeveer 1 1/2 morgen, maar zonder mate, zijnde vrij allodiaal goed en tiende-vrij, bezwaard met een roede IJsseldijk onder de Wijher hooffden tussen boven Jr. Joan van der Marssche en beneden de erfgenamen van zaliger Gerrijt Swaecken¬berchs, en de wetering; dit volgens de koopcedule, en gelegen in het kerspel Wijhe in de buurtschap Wengelo, rijkende oost¬waarts aan Buijricks Koeslach, zuidwaarts Klein Wengelo, westwaarts aan Ranckenberch, en noordwaarts aan de Koestrate. De koopsom is aan de verkopers door de kopers Egbert Luijcas en Swaentien Jansen, eheluiden, voldaan, en derhalve doen de verkopers van het voorschreven land met hand en mond cessie, transport en opdracht aan de kopers.
(De Schultus bekrachtigt deze opdracht met zijn hand en zegel, ge-lijk ook de E. Tonnis Lenaerts, custos te Twelle, wegens de verko-pers deze brief mede verzegelt).
Vermoedelijk is zij die zus van Teunis en Hermen Kolk.
Helaas staat daar geen Rankenberg bij, maar alles wijst er op dat hij dezelfde is. En zou dit verklaren waarom hij oom is.
Er is namelijk geen andere Egbert Lucas dan die op de Rankenberg.
f129 - Actum 28 mei 1653 - Peter van Sonsbeeck, Schultus tot Wijhe.
Keurnoten Jan Hermsen Backer en Herman Gerrijtsen.
In het Gericht zijn verschenen Albert Anckersmit, voor hemzelf en de rato caverende voor zijn huis¬vrouw Lijsken Henricx, item Tonnis Lenaerts van Nijkercken, custos [koster] te Twelle, als momber van Gerrijt Henricksen, zoon van Henrick Gerrijts, bij Stijntje Buijtenhuijs in het huwelijk verwekt, volgens (vermogens) authorisatie van de WelEd. Gestrenge Henrick van Essen, Landdrost van de Veluwe, in dato 29 oktober 1651, evenals Zwier Henricx, de rato caverende voor zijn huisvrouw Jenneken Jansen, die thans in het kraambed ligt, verder Rotger Woltersen en Wijcher Smit, als mombers van Henrick en Tonnis Wolters, en mede van Woltertjen Wolters echtekinderen van zaliger Wolter Henricx en zijn huisvrouw Aexele Henricx, en Willem Dijck en zijn huisvrouw Aexele Henricx. De comparanten verklaren ieder voor een derde part te hebben verkocht een zeker stuk land het Koeslach, groot ongeveer 1 1/2 morgen, maar zonder mate, zijnde vrij allodiaal goed en tiende-vrij, bezwaard met een roede IJsseldijk onder de Wijher hooffden tussen boven Jr. Joan van der Marssche en beneden de erfgenamen van zaliger Gerrijt Swaecken¬berchs, en de wetering; dit volgens de koopcedule, en gelegen in het kerspel Wijhe in de buurtschap Wengelo, rijkende oost¬waarts aan Buijricks Koeslach, zuidwaarts Klein Wengelo, westwaarts aan Ranckenberch, en noordwaarts aan de Koestrate. De koopsom is aan de verkopers door de kopers Egbert Luijcas en Swaentien Jansen, eheluiden, voldaan, en derhalve doen de verkopers van het voorschreven land met hand en mond cessie, transport en opdracht aan de kopers.
(De Schultus bekrachtigt deze opdracht met zijn hand en zegel, ge-lijk ook de E. Tonnis Lenaerts, custos te Twelle, wegens de verko-pers deze brief mede verzegelt).
Re: albert hendriks jonker
Dat perceel, dat ze kopen, hebben we ook gezien in:
ria van bessen schreef: ↑15 dec 2020, 20:35Wijhe f77 - Actum Wijhe, 6 jan 1663 - Coram Richter J. van Sonsbeeck, Scholtes
tot Wijhe.
Keurnoten H. Spaan en R. Mensen.
[op een open bezegelde brief].
In het Gericht zijn gecompareerd Teunnis Jansen op den Colck, voor hem zelf en mede als momber van de onmondige kinderen [niet genoemd] van Hermen Jansen en Lizebeth Berents, alsmede zijn verschenen Hendrick Herms en Berent Muller, Jochem Lubberts en Lauwe Cornelissen. Zij verklaren voor een voldane koopsom te hebben verkocht aan Engbert Luijckes op den Ranckenbergh en zijn huisvrouw Derckjen Gerrits hun eigendommelijk recht en gerechtigheid in de 3 navolgende landerijen, die aan hen en aan Aerentjen Jans zijn nagelaten:
- de gerechte helft van de Truijenmergen,
- de gerechte helft van het Koeslach, en
- de gerechte helft van CampersLandt.
Zij doen hierbij met "palm en mont" cessie, transport en overdracht van de voorgeschreven landen op Ae... [vlek] aan Engbert Luijckes op den Rancken Bergh en zijn huisvrouw Derckjen Gerrits.
- ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: albert hendriks jonker
Kennelijk heeft dit er ook mee van doen?
Wijhe f177 - 1 mrt 1683 - Verwalter Richter Herm. Roeck.
Keurnoten Derk Corneliss Dwars en Everh. Deutelius.
Gecompareerd is in dit Gericht Dr. Alb. Kluppel, voor zich zelf en als gevolmachtigde van de provisoren van het Elisabeths Gasthuijs [geen plaats vermeld], hopman Gerh. van Suchtelen, Willem Egberts, Jan van Wamel, Rutger Jansen voor 't Hecke, en Joes. Bootsman, als gevolmachtigde van de erfgenamen Hollius. Zij doen hierbij met handtasting afstand van al het recht als zij uit kracht van het verwin en de daarop gevolgde verkoop in datis 14 april 1681 en 19 januari 1682 hebben verkregen op de havezathe den Gelder en de onderhorige landerijen.
HIER HOORT BIJ
f177 - Actum Wijhe, 1 mrt 1683 - Herman Roeck, Verwalter Scholtis van
Wijhe.
Keurnoten Derk Corneliss Dwars en Everh. Deutelius.
Gecompareerd is de WelGeb. Vrouw Seina van Laer, echtgenote van Hr. Johan Grobbe toe Mennigeshave, geassisteerd door de Hr. Gerhard van Laer toe Hoenloo. Zij transporteert en cedeert aan de HoogWelGeb. Hr. Conradt Wilhelm van Dedem, commandant van de stad Zwolle en ma¬joor onder een regiment voetknechten in dienst van deze landen, het adelijke huis en havezathe, genaamd den Gelder, met het recht van verschrijving ten Landdage en met de oude en nieuwe priveleges, opgaand hout en ander land, bestaande uit 20 morgen hooi-, bouw- en weideland, maar zonder "maete", namelijk het huis met zijn stallingen, brouwerij, berg, een kamp zaailand den Hogen Gelder (uit¬ge¬zon¬derd een akker, die toebehoort aan Bartha Mathijss), een stuk land genaamd den Schijvenbergh, een kamp genaamd het Voorste Broeckslagh, nog een kamp genaamd het Achterste Broekslach, 2 stukken land genaamd de Geertjes, een stuk land genaamd het Veen, een stuk land genaamd de Groote Heege, een halve morgen land genaamd Noortbergh, en tenslotte een kamp genaamd het Voorthuijs. Allen tesamen zijn deze allodiaal en tiendevrij gelegen in dit Schoutambt Wijhe. De overdracht is met de oude en nieuwe rechten en gerechtig¬heden van jacht en visserij, die behoren tot deze havezathe en de gespecificeerde goederen, dit zoals deze zijn toegedeeld aan de Vrouw comparante bij de maagscheiding over de ouderlijke goederen tussen haar WelGeb. moeder, broer en zuster op 14 april 1666. De overdracht is verder met de raad en onraad van dij¬ken, ste¬gen en weteringen, die van ouds daartoe behoren, en het overgedragene is vrij van alle uitgaande renten.
(Getekend en gezegeld wordt door de Verwalter Scholtes en door de comparante, en op haar verzoek mede door Everh. Deutelius).
HIER HOORT BIJ
f220 - 10 okt 1684 - Verwalter Scholtes H. Roeck.
Keurnoten Jr. Reijndt Will. van Dotinghen en Mr. Gerrit Bavert.
Gecompareerd is in het Gericht de E. Dr. Pet. d' Jongh, met een volmacht van de E. Bartha Mathijsen de dato 2 oktober stijli novi 1684 voor Burgemeesters en Raad van de stad Vreden in het stift Munster op zijn persoon gepasseerd. De comparant qqa. verklaart uit naam van zijn principalinne aan de WelGeb. Heer Coenraet Willem van Dedem, Heer toe den GeLder, majoor van een regiment infanterie, com¬mandant van de stad Zwolle, in een vaste erfkoop te hebben verkocht, gelijk krachtens dezes te verkopen, een zekere akker land op de Gelder gelegen. De verkoopster heeft de koopsom ontvangen, en derhalve doet zij van het land volledig cessie, transport en opdracht aan de koper.
HOORT HIER OOK BIJ ?
Wijhe f310 - 18 okt 1686 - Verwalter Scholtes Herm. Roeck.
Keurnoten Lambert Boldewijns en Gerrit Crabbenbusch.
Verschenen zijn Joannes Hermsen, Jan Snell, als man en voogd van zijn huisvrouw Jennichjen Janssen, en Aeltjen Janssen, geassisteerd door Hend. ten Sande als haar momber, alsmede Berent Teunijss Smitt en Judith Geerlichs, eheluiden, tutore marito. Zij verklaren verkocht te hebben, gelijk zij hierbij verkopen, aan de HoogEd. WelGeb. Heer Coenraet Wilh. van Dedem, Heere toe den Gelder, overste lieut. over een regiment infanterie en commandant van de stad Zwolle, een zekere morgen of stuk zaailand, destijds afgedeeld uit Lijsebeths op de Colcksplaetse en bij de Gelder gelegen, zijnde vrij allodiaal, en vrij van tiendevrij, onbezwaard van weteringen en allerhande soorten van uitgangen, uitgezonderd verponding en contributie of andere Herenlasten. De koopsom is aan de verkopers voldaan en derhalve doen zij cessie, transport en opdracht van het voorschreven land aan de kopers.
Wijhe f177 - 1 mrt 1683 - Verwalter Richter Herm. Roeck.
Keurnoten Derk Corneliss Dwars en Everh. Deutelius.
Gecompareerd is in dit Gericht Dr. Alb. Kluppel, voor zich zelf en als gevolmachtigde van de provisoren van het Elisabeths Gasthuijs [geen plaats vermeld], hopman Gerh. van Suchtelen, Willem Egberts, Jan van Wamel, Rutger Jansen voor 't Hecke, en Joes. Bootsman, als gevolmachtigde van de erfgenamen Hollius. Zij doen hierbij met handtasting afstand van al het recht als zij uit kracht van het verwin en de daarop gevolgde verkoop in datis 14 april 1681 en 19 januari 1682 hebben verkregen op de havezathe den Gelder en de onderhorige landerijen.
HIER HOORT BIJ
f177 - Actum Wijhe, 1 mrt 1683 - Herman Roeck, Verwalter Scholtis van
Wijhe.
Keurnoten Derk Corneliss Dwars en Everh. Deutelius.
Gecompareerd is de WelGeb. Vrouw Seina van Laer, echtgenote van Hr. Johan Grobbe toe Mennigeshave, geassisteerd door de Hr. Gerhard van Laer toe Hoenloo. Zij transporteert en cedeert aan de HoogWelGeb. Hr. Conradt Wilhelm van Dedem, commandant van de stad Zwolle en ma¬joor onder een regiment voetknechten in dienst van deze landen, het adelijke huis en havezathe, genaamd den Gelder, met het recht van verschrijving ten Landdage en met de oude en nieuwe priveleges, opgaand hout en ander land, bestaande uit 20 morgen hooi-, bouw- en weideland, maar zonder "maete", namelijk het huis met zijn stallingen, brouwerij, berg, een kamp zaailand den Hogen Gelder (uit¬ge¬zon¬derd een akker, die toebehoort aan Bartha Mathijss), een stuk land genaamd den Schijvenbergh, een kamp genaamd het Voorste Broeckslagh, nog een kamp genaamd het Achterste Broekslach, 2 stukken land genaamd de Geertjes, een stuk land genaamd het Veen, een stuk land genaamd de Groote Heege, een halve morgen land genaamd Noortbergh, en tenslotte een kamp genaamd het Voorthuijs. Allen tesamen zijn deze allodiaal en tiendevrij gelegen in dit Schoutambt Wijhe. De overdracht is met de oude en nieuwe rechten en gerechtig¬heden van jacht en visserij, die behoren tot deze havezathe en de gespecificeerde goederen, dit zoals deze zijn toegedeeld aan de Vrouw comparante bij de maagscheiding over de ouderlijke goederen tussen haar WelGeb. moeder, broer en zuster op 14 april 1666. De overdracht is verder met de raad en onraad van dij¬ken, ste¬gen en weteringen, die van ouds daartoe behoren, en het overgedragene is vrij van alle uitgaande renten.
(Getekend en gezegeld wordt door de Verwalter Scholtes en door de comparante, en op haar verzoek mede door Everh. Deutelius).
HIER HOORT BIJ
f220 - 10 okt 1684 - Verwalter Scholtes H. Roeck.
Keurnoten Jr. Reijndt Will. van Dotinghen en Mr. Gerrit Bavert.
Gecompareerd is in het Gericht de E. Dr. Pet. d' Jongh, met een volmacht van de E. Bartha Mathijsen de dato 2 oktober stijli novi 1684 voor Burgemeesters en Raad van de stad Vreden in het stift Munster op zijn persoon gepasseerd. De comparant qqa. verklaart uit naam van zijn principalinne aan de WelGeb. Heer Coenraet Willem van Dedem, Heer toe den GeLder, majoor van een regiment infanterie, com¬mandant van de stad Zwolle, in een vaste erfkoop te hebben verkocht, gelijk krachtens dezes te verkopen, een zekere akker land op de Gelder gelegen. De verkoopster heeft de koopsom ontvangen, en derhalve doet zij van het land volledig cessie, transport en opdracht aan de koper.
HOORT HIER OOK BIJ ?
Wijhe f310 - 18 okt 1686 - Verwalter Scholtes Herm. Roeck.
Keurnoten Lambert Boldewijns en Gerrit Crabbenbusch.
Verschenen zijn Joannes Hermsen, Jan Snell, als man en voogd van zijn huisvrouw Jennichjen Janssen, en Aeltjen Janssen, geassisteerd door Hend. ten Sande als haar momber, alsmede Berent Teunijss Smitt en Judith Geerlichs, eheluiden, tutore marito. Zij verklaren verkocht te hebben, gelijk zij hierbij verkopen, aan de HoogEd. WelGeb. Heer Coenraet Wilh. van Dedem, Heere toe den Gelder, overste lieut. over een regiment infanterie en commandant van de stad Zwolle, een zekere morgen of stuk zaailand, destijds afgedeeld uit Lijsebeths op de Colcksplaetse en bij de Gelder gelegen, zijnde vrij allodiaal, en vrij van tiendevrij, onbezwaard van weteringen en allerhande soorten van uitgangen, uitgezonderd verponding en contributie of andere Herenlasten. De koopsom is aan de verkopers voldaan en derhalve doen zij cessie, transport en opdracht van het voorschreven land aan de kopers.
- ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: albert hendriks jonker
bericht 2
Jan Snel = Jan WICHERS
Jan Wijchers Snel en Jannetien Jansen Smit jd
de procl. gaan ook te Wijhe
Zwolle 09-05-1685 [RBSO 726/64]
Maar dit lijkt de familie SMIT te zijn die afdeelde van Lijsbeth Herms Kolk plaatse .. en zouden nakomelingen vanTonis Berents Smit, de oom van Hermen Jans Kolk kunnen zijn.
deel 7
f565 - Wijhe, 6 sep 1695 - Lamb. Isel, Verw. Scholtes van Wijhe.
Keurnoten de Hr. predikant J. Wierman en Hend. Clasen.
Gecompareerd zijn Jan Jansen van Keppel en zijn huisvrouw Aeltien Jansen Smit, tutore marito. Zij verklaren voor 1100 Caroli gulden of voor zoveel als Jan Snel en Jenneken Jans, eheluiden, voor hun comparanten wegens resterende Herenmiddelen moeten of mogen betalen of daarvoor als borgen ten principalen verbinden, aan genoemde Jan Snel en zijn huisvrouw als een speciaal hypotheek of onderpand daarvoor gesteld de helft van 't Gansei, de helft van 't Camperlant, de helft van de Koele, 1/3 part in de Stapel, 1/4 part van een hof [-], 1/4 part van de tiende, waarvan Berent Smit de helft heeft, 1/4 deel part van een huisplaats naast Horsmans huis, allen gelegen onder het kerkdorp, en verder een 1/4 part in Jan Herms Wijermarsch in de buurtschap Hengevelt in dit kerspel van Wijhe gelegen, verder al hun comparantens huisraad, linnen en wol, om in cas van misbetaling daarop te kunnen verhalen.
(De Scholtus tekent en zegelt, terwijl de comparanten tekenen, en om¬dat de comparanten geen zegel gebruiken, zegelt voor hen de Heer predikant J. Wierman).
Jan Snel = Jan WICHERS
Jan Wijchers Snel en Jannetien Jansen Smit jd
de procl. gaan ook te Wijhe
Zwolle 09-05-1685 [RBSO 726/64]
Maar dit lijkt de familie SMIT te zijn die afdeelde van Lijsbeth Herms Kolk plaatse .. en zouden nakomelingen vanTonis Berents Smit, de oom van Hermen Jans Kolk kunnen zijn.
deel 7
f565 - Wijhe, 6 sep 1695 - Lamb. Isel, Verw. Scholtes van Wijhe.
Keurnoten de Hr. predikant J. Wierman en Hend. Clasen.
Gecompareerd zijn Jan Jansen van Keppel en zijn huisvrouw Aeltien Jansen Smit, tutore marito. Zij verklaren voor 1100 Caroli gulden of voor zoveel als Jan Snel en Jenneken Jans, eheluiden, voor hun comparanten wegens resterende Herenmiddelen moeten of mogen betalen of daarvoor als borgen ten principalen verbinden, aan genoemde Jan Snel en zijn huisvrouw als een speciaal hypotheek of onderpand daarvoor gesteld de helft van 't Gansei, de helft van 't Camperlant, de helft van de Koele, 1/3 part in de Stapel, 1/4 part van een hof [-], 1/4 part van de tiende, waarvan Berent Smit de helft heeft, 1/4 deel part van een huisplaats naast Horsmans huis, allen gelegen onder het kerkdorp, en verder een 1/4 part in Jan Herms Wijermarsch in de buurtschap Hengevelt in dit kerspel van Wijhe gelegen, verder al hun comparantens huisraad, linnen en wol, om in cas van misbetaling daarop te kunnen verhalen.
(De Scholtus tekent en zegelt, terwijl de comparanten tekenen, en om¬dat de comparanten geen zegel gebruiken, zegelt voor hen de Heer predikant J. Wierman).
Re: albert hendriks jonker
Die verkoop van havezathe de Gelder staat ook beschreven in Havezaten in Salland en hun bewoners, Gevers en Mensema, blz. 350. Maar alleen de koper Coenraad Willem van Dedem. Kolck-plaets wordt niet genoemd.
Seina van Laer was in 1683 weduwe van Herman Joan Grubbe, die in 1680 overleden was. En zat in geldnood. Dat zal de reden zijn geweest dat ze voor 1683 al stukjes van haar bezit had verkocht. Wat overigens niet in het boek vermeld wordt.
Seina van Laer was in 1683 weduwe van Herman Joan Grubbe, die in 1680 overleden was. En zat in geldnood. Dat zal de reden zijn geweest dat ze voor 1683 al stukjes van haar bezit had verkocht. Wat overigens niet in het boek vermeld wordt.
- ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: albert hendriks jonker
Deze kwam ik nog tegen in de contentieuse zaken van Wijhe deel 43.
Wijhe contentieuse zaken dl 43 2 dec 1681 - Gesubst. Richter E. Deutelius.
Keurnoten De Heer Hemert en Joann. Nijhoff pr.
In het Gericht is gecompareerd Dr. Alb. Kluppel, als gevolmachtigde van de gezamenlijke erfgenamen van zaliger Teunis Janssen op den Colck. Hij verklaart dat hij comparant qqa. heden 6 weken geleden heeft gedaan en verkregen opboding aan alle immobiele allodiale goederen, de gezamenlijke erfgenamen van wijlen de Vrou Wed. Laer tot den Gelder toebehorende, en onder dit Gericht gelegen, om daaraan te verhalen een kapitaal van 1800 Caroli gulden, met de verschenen en nog te verschijnen interest.
Daar de panding niet is afgedaan met geld of recht, zo contendeert hij comparant qqa. dat, na voorgaande proclamatie bij non-comparitie, aan de gronden in contumaciam mogen worden geëigend, en dat van deze dag nog een weete uitgaan aan al degenen, welke enige renten hebben uit de aan¬geëigende goederen, namelijk aan die personen die men weet, en die men niet weet met edicten aan de 3 naaste kerspels kerken, ten fine om heden over 6 weken in dit Gericht te verschijnen, en een Heere der Goederen te maken volgens het Landrecht.
- De Heer Laer tot Honlo, persoonlijk in het Gericht verschenen, weigert hierop te handelen; verder de Vrou Wed. Grubbe tot Mennigeshave, de Heer overste lt. Bentinck tot Langeveltslo, en de lieutenant Walther, na aaneising, niet verschenen zijnde, zo wordt de verzochte aaneising, alsmede dee weeten, ten fine van executoriale distractie, volgens het Landrecht geaccordeerd.
Erfgenamen zijn dus Willem Egberts, Jan van Wamel, Rutger Jansen voor 't Hecke volgens f 177
Wijhe contentieuse zaken dl 43 2 dec 1681 - Gesubst. Richter E. Deutelius.
Keurnoten De Heer Hemert en Joann. Nijhoff pr.
In het Gericht is gecompareerd Dr. Alb. Kluppel, als gevolmachtigde van de gezamenlijke erfgenamen van zaliger Teunis Janssen op den Colck. Hij verklaart dat hij comparant qqa. heden 6 weken geleden heeft gedaan en verkregen opboding aan alle immobiele allodiale goederen, de gezamenlijke erfgenamen van wijlen de Vrou Wed. Laer tot den Gelder toebehorende, en onder dit Gericht gelegen, om daaraan te verhalen een kapitaal van 1800 Caroli gulden, met de verschenen en nog te verschijnen interest.
Daar de panding niet is afgedaan met geld of recht, zo contendeert hij comparant qqa. dat, na voorgaande proclamatie bij non-comparitie, aan de gronden in contumaciam mogen worden geëigend, en dat van deze dag nog een weete uitgaan aan al degenen, welke enige renten hebben uit de aan¬geëigende goederen, namelijk aan die personen die men weet, en die men niet weet met edicten aan de 3 naaste kerspels kerken, ten fine om heden over 6 weken in dit Gericht te verschijnen, en een Heere der Goederen te maken volgens het Landrecht.
- De Heer Laer tot Honlo, persoonlijk in het Gericht verschenen, weigert hierop te handelen; verder de Vrou Wed. Grubbe tot Mennigeshave, de Heer overste lt. Bentinck tot Langeveltslo, en de lieutenant Walther, na aaneising, niet verschenen zijnde, zo wordt de verzochte aaneising, alsmede dee weeten, ten fine van executoriale distractie, volgens het Landrecht geaccordeerd.
Erfgenamen zijn dus Willem Egberts, Jan van Wamel, Rutger Jansen voor 't Hecke volgens f 177