Bericht
door ria van bessen » 24 dec 2020, 19:04
Is het niet dit gezin?
Zwollerkerspel
Jan Lubberts x Grietje Jans
- dochter Jenneke x Derk Wilberts - 6 kinderen o.a. Jan Derks de jonge en de oude, Henrikje, Merrichien en nog 2 NN
- dochter NN x Roelof Wolters- zoon Jan en kinderen NN
- Swaentje
- Lubbe
- Gerrit
- Berent
- zoon Jan Lubberts
f286 - 10 apr 1619 - Coram Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Jan de Goijer en Gerrijt Joan Luijck.
In het Gericht is verschenen de Ed. Erentf. Zeijno Rengers, Dijkgraaf van het land van Sallant, voor hem zelf en als man en momber van zijn huisvrouw voor wie hij de rato caveert. Hij verklaarde aldaar in dit Gericht voor hem en zijn erfgenamen "stedes vaste erffcoop" erfelijk en "vmmermeer" te hebben verkocht, getransporteerd en overgedragen, gelijk zijn E. alsnog doet zulks in en vermits dezen, voor een somma van penningen ten genoegen voldaan en betaald, [aan] Derrick Wilbertsen, zijn huisvrouw Jenneken [-] en hun erfgenamen zekere 3 morgen land in Mastebroeck in [het] Voorster Slach, zoals hem Rengers deze van Zeijne [zijn] ouders aangeërfd is, aan de ene zijde Sweerder Scheel en aan de andere zijde Gijsbert van Ittersum cum suis, strekkende voor aan de Brede Stege en achter aan Gosen Henricksen [zijn] Lant, kommervrij en onbezwaard van enige uitgaande renten of thinsen, behalve 6 goudguldens jaarlijks die daar uit gaan. En dat met zijn recht en gerechtigheid, "sampt" raad en onraad daar toe behorende. Zijn Ed. van Rengers beloofden dat voorschreven land te willen wachten en waren, [en] rechte waarschap daar van te doen, "ende genge des alsoe vuijt als recht was". Zonder argelist. Zonder argelist.
- De Dijkgraaf wil zelf mede zegelen.
f17 - 5 juni 1627 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Peter Sonsbeke [,] Brouer, en Jan Martins Steenkerck.
In het Gericht is verschenen Jan Lubbers, als man en momber van Griete Janss, echteluiden. Zij hebben [dat het] hun testament en uiterste wil is als volgt.
Namelijk dat de langstlevende van hun beiden hun [haere] onbewegelijke goederen en [hun] nalatenschap in lijftucht en naar natuur van deze zal krijgen [hebben] en behouden.
En dat de langstlevende van hun beiden hun vier kinderen, nog ongetrouwd zijnde, als met name(n) Swaene, Lubbe, Gerrit en Berent Janss aan een ieder van hun zal uitkeren 300 goudgulden, gelijk Derck Wilbers [zijn] huisvrouw voor dezen heeft genoten, en dat Roeleff Wolters zijn zoontje genaamd Jan Roeleffs, die [soe] thans bij de comparanten woont, na hun comparantens dood eens zal krijgen uit hun nalatenschap 100 goudgulden, en dat de andere kinderen van voorschreven Roeleff tesamen eens zullen genieten insgelijks 100 goudgulden, zoals Roeleff zijn vrouw wegens haar bruidschat niet heeft ontvangen.
En dat na de dood van de langstlevende de zes kinderen [niet genoemd] van Dirck Wilbers aan hun comparantens nalatenschap tesamen zullen staan in hun zaliger moeders plaats. En zo het gebeurt, dat één of meer van deze voorschreven zes kinderen in hun minderjarigheid zonder wettelijke geboorte komt te sterven, in zo'n geval willen en verordonneren de voorschreven comparanten, dat diens [desseluen] kindsquota van de erfenis van hun comparanten van het ene [kind] op het andere kind zal erven en [ver]sterven. En zo het gebeurt, dat de voorschreven kinderen van voornoemde Dirck Wilbers tesamen in de Heer komen te rusten, "zonder geene" wettelijke geboorte na te laten, in zo'n geval zal de erfenis van de zes kinderen van Dirck Wilbers voorschreven, als zij "enijger maeten mochten genoeten", weer devolveren op de comparanten hun naaste erfgenamen, zoals die in leven bevonden mochten worden.
Tenslotte verklaren de comparanten, dat het mede uiterste wil is, dat hun zoon Jan Lubbers /: zoals die thans bij hen comparanten in woont :/ Nb mz Lubbert Jans ? na de dood van de eerstafstervende, zonder "inspier" van iemand "gecolcht" [bedoeld is mogelijk: gezocht] en uitgekeerd zal worden de beste merrie, waar de comparanten hun andere kinderen niets [niet] tegen zullen genieten.
En dat de langstlevende [langest] van hun comparanten na de dood van de eerststervende aan de wezen en Armen binnen Swol eens zal uitkeren en betalen 12 keizers gulden, te weten aan de wezen 6 hulden en 6 gulden aan de Armen aldaar residerende.
Waarmee de voorschreven comparanten hun uiterste wil en mening geëindigd hebben. Zonder argelist.
Op verzoek van de comparanten zal Jan Martins Steenkerck mede zegelen.
Zwollerkerspel f585 - 10 juni 1648 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Egbert Hendricksen en Jan Tijssen te Berckmen.
In het Gericht is verschenen Griete Jans, weduwe van zaliger Jan Lubberts, geassisteerd met Lucas Arents als haar momber. Zij verklaarde, bij goed verstand zijnde, gelijk door het Gericht bleek, eeuwig en erfelijk te hebben gecedeerd, getransporteerd en overgedragen, gelijk zij cedeert, transporteert en overdraagt [mitsdezen] alzodanig recht en gerechtigheid met het profijt van dien als haar competeert en geboren [is] uit kracht van het testament van zaliger Hendrickie Dercx, huisvrouw van Cellis Geerlichs, vermits deze tegen het Landrecht [is] gemaakt en zij comparante / bestemoeder [= grootmoeder] zijnde / daarbij ten enenmale vergeten is ten behoeve van haar neven Jonge Jan Dercx en Peter Tonissens [,] nagelaten zoontje van zaliger Merrichien Dercx, om gelijkelijk en ... [leeg] "na van haer beijden gevordert ende genoten te worden". Maar [doch] zij comparante daar van ten profijte als voren hiermee gerichtelijke vertichenis en afstand [doet], met renuntiatie van alle exceptie hier tegen enigszins strijdende. Zonder argelist.
- In oorkonde der waarheid, s. [&.].
Volgens IJsselmuiden dl 11 f51v dd 30-05-1660 is Cellis Geerligs gehuwd met Lubbe Hendriks, die kwam ik tegen op jacht naar Lubbigien Hendriks.