Onverklaarbare afwijking in aktes in het Rechterlijk Archief van Raalte

[ria van bessen]

Vulker is volgens 1811

Ik had dat trouwens al eerder aangegeven

1811 Dalfsen
Jan Rietman en Janna Jans Milligen - dochter Hendrikje Jans 68 jr vermeld op nr 176 woont bij Wolter Hoonhorst

Jan Rietman x Everdina Vulker - beide dood - Millingen - zoon Jan oud 39jr -14 febr - op nr 5 - Millingen dienstknecht bij van Dedem

Vulker komt voor in Heino-
Frerik Teunis Volker trouwt een dochter van Werner Kattenbelt.

Everdina is de zus van Frerik Hekman.

Nb Er zit geen erfuiting in deel 43 Dalfsen [contentieuse zaken] - en ook niet in nr 10 [vrijwillige zaken]
Dusz ..

[Egbert_]

Er is nog een mogelijkheid, die wel aangestipt is, maar niet uitgewerkt.

[-]

Uit het NG doopboek van Heino 1694-1722
doop gesl. kind opmerking vader(voornaam) patroniem
11-01-1705 zn Teunis in 't Relaer Lambert Ruiter
24-02-1709 zn Lambert op de Ruiter Hendrick
10-11-1709 dr Gerhardina in 't Relaer Jan Ruiter
23-12-1712 dr Wilhelmina op den Ruiter Jan

Uit het NG Trouwboek van Wesepe (door Carolina gevonden)
19-12-1755 (ondertrouw)
11-01-1756 (huwelijk) Hendrik Jansen j.m. zoon van Jan de Ruiter int Relaer onder Raalte met
Willemine Gerrits weduwe van wijlen Teunis Derks aan Marsman in Heten
[-]
Mogelijk zijn Lambert Jansen, Gerhardina Jansen, Wilhelmina Jansen, Fennigjen Jansen en Hendrik Jansen broers en zusters van elkaar.

Ik heb nog een paar vragen aan Ria en Egbert om wat zaken helder te krijgen.

1) Wat is het familieverband tussen Hermiena Lamberts/Lammers en Frerik Lamberts/Lammers (Diepman / later Hekman) die voogd werd over de kinderen (Hendrik en Maria) van Gerrit Nijenhuis en Hermiena Lammers?
2) Zijn Antonia, Jannes, Fre(d)rik, Hermiena = (Wilhelmina?!) en Everdiena (Dina) wel verwant aan elkaar?
3) Was het min of meer verplicht om zowel een voogd te krijgen van zowel vaders- en moederszijde (omdat Ria dit altijd verdacht vindt als dit niet zo is?) Ik begrijp wel waarom men dit deed hoor.
4) Moest een voogd zelf ook gehuwd zijn of is dit niet noodzakelijk en moest de voogd altijd verwant zijn ?
5) Wie zij de ouders van Willemina Teunissen Tepperik / hoe heette de moeder van Willemina i.v.m. die naamsvernoeming?

.
En er is deze nog:
06-12-1778 z: Hermannus v: Joannes Lambertus
m: Wilhelmina Antonii aan 't Vossebeld
g: Gerarda matertera patris -Rielaar

14-06-1780 d: Hermina v: Joannes Lambertus
m: Wilhelmina Antonii aan Jannes Vossebeld
g: Gerarda uxore aan 't Kriegers -Rielaar

De moeder van Joannes Lambertus heeft dus een zus Gerarda. Kunnen dit dan de zussen zijn:
10-11-1709 dr Gerhardina in 't Relaer Jan Ruiter
23-12-1712 dr Wilhelmina op den Ruiter Jan

Gerhardina trouwt Hendrik Gerrijts de Krijger, en heet daarna Gerarda aan 't Kriegers
Wilhelmina blijft op het erf van haar vader wonen, trouwt met Lambert Jans van Elders, die daarna Lambert Jans de Ruiter gaat heten.
En ook zo blijft heten als hij hertrouwt met Maria Teunissen.
En zo gaat het ook als zijn dochter met Antonius Hegeman trouwt, die daarna als Toon de Ruiter door het leven gaat, ook als hij hertrouwt met Joanna Jansen van de Kleijne Overmee.
En evenzo hun zoon, Antonius Jansen an de Ruiter. Zijn tweede vrouw Hendrika Gerrits Kleinjan hertrouwd Richardus Gerardi van het Rielerboom, die verder in de BS door het leven gaat als Riekeld de Ruiter. Terwijl zijn volle broer, die op het ouderlijk erf is blijven wonen door het leven gaat als Hendrikus Relaarboom.

Dat Lambert Jansen (mogelijk pas sinds zijn trouwen:) de Ruiter twee keer getrouwd is, lijkt ook te passen bij de volkstelling 1748:
VOT1748
1 De Ruiter 2 (volwassenen) 3 (kinderen boven 10 jaren) 3 (kinderen benenden10 jaren) 1 (dienstbode)
erbij: een soon van de Ficke 1 (kind boven 10 jaren)

Mijn vermoeden is dan, dat Jan en Antonia uit het eerste huwelijk zijn. Jan vanwege zijn tante, en Antonia omdat ze als eerste trouwde
En dat Hermiena, Frerik en Everdina uit het tweede huwelijk zijn. Frerik en Everdina worden met naam en toenaam genoemd in de akte van oudedagvoorziening van hun ouders.

Hermiena uit het tweede huwelijk vanwege vernoeming. En dan niet alleen haar dochter Maria, maar ook de vernoeming van haar zelf. Als Hermiena en Wilhelmina uitwisselbare namen zijn, zal ze vernoemt zijn naar de overleden eerste vrouw van Lambert Jansen.

Of het werkelijk zo gegaan is? Volgens mij was al eerder aangegeven dat er geen voogdij-akte en bewijs van een eerder huwelijk van Lambert Jansen op het Ruiter te vinden was.

Maar het past allemaal wel.
Hoewel bevestiging uit rechterlijke actes natuurlijk erg mooi zouden zijn.

[Egbert_]

Vulker is volgens 1811

Jan Rietman x Everdina Vulker - beide dood - Millingen - zoon Jan oud 39jr -14 febr - op nr 5 - Millingen dienstknecht bij van Dedem

Vulker komt voor in Heino-

.
Lambert Jans van Elders = Lambert Jans Vulker ???

[ria van bessen]

Ik ben Lambert Jans van Elders even kwijt ... maw hoe bedoel je ?

[Egbert_]

Ik ben Lambert Jans van Elders even kwijt ... maw hoe bedoel je ?

Dat is een woordgrapje dat jij volgens mij eerder eens gebruikte.
Er wordt steeds vanuit gegaan dat Lambert Jans de Ruiter ook echt van de Ruiter komt. Maar hij komt waarschijnlijk niet van de Ruiter, hij komt ergens anders vandaan = Elders.

Toen las ik jou laatste bericht nog eens goed, en realiseerde dat Lambert Jans voor zijn trouwen wel eens Lambert Jans Vulker kon heten. En dat zijn dochter in Dalfsen daarom (postuum) Everdina Vulker is gaan heten.

[ria van bessen]

Aha,

Het is vreemd dat Everdiena de naam Vulker /Volker heeft toebedacht gekregen. Je kunt dat niet zo maar afdoen als het zal wel fout zijn of zoiets.
Voor hetzelfde geld klopt het wel en is inderdaad die naam verbonden aan Lambert Jans de Ruiter.
Je hoeft maar een heel klein stapje op de goede genealogische weg te zetten en alle losse puzzelstukjes komen bij elkaar.

Dit bijvoorbeeld

Dpb NG Heino

D. 14 Jann. 1703 - Jan S. van Lambert Alberts in 't Relaer

11 jan 1705 - Teunis S. van Lambert Ruiter in 't Relaer

Raalte dl 17
f95 - Actum Raalte, 8 mrt 1701 - Coram Verwalter Joan van der Wijck.
Keurnoten Joannes Haffen en pr. Hendrick Hellevelt.
Verschenen is Teunis Raben, bouwman op 't erve Ruiters en Maria Wolters, eheluiden, marito tutore. Zij verklaren in volledig eigendom voor niets uit pure genegenheid over te dragen aan hun neef Lambert Alberts, die zij hebben opgevoed en grootgebracht, hun halve bouw, alsmede al hun vee en gerede goederen, niets uitgezonderd. om deze bouwing en de regering voor de helft te gebruiken. Dit mits hij Lambert Alberts ook al zijn voorraad mee inbrengt tot "het gemene beste", en met Hendrickien Hansen trouwt en haar op het erve inbrengt, die haar in te brengen goed ook in de gemeenschap moet inbrengen. Indien Tonis Raben en zijn vrouw voor Lambert Alberts en zijn toekomstige egade komt te overlijden, of ook als hij Lambert Alberts met zijn toekomstige eheliefste voor de oude luiden komt te overlijden, dan zullen de na te laten goederen op het erve blijven.
Mocht het echter gebeuren, dat Maria Wolters door het overlijden van haar voornoemde eheman als weduwe op erve blijft zitten, dan is het haar keuze te hertrouwen òf elders te gaan wonen, Indien Lambert Alberts en zijn toekomstige egade het erve verlaten, dan moeten Lambert Alberts en zijn toekomstige egade aan haar voor dit vertrek geven 100 gulden en een goede koe, alsmede haar bedding an hetgeen daartoe behoort, en verder haar kist met al haar linnen en wol. Wil zij als weduwe op her erve blijven, dan zal haar halve aandeel daarin blijven zitten.

[ria van bessen]

bericht 2

En daar hoort bij.

f134 - 2 feb 1708 - Gesubst. Richter Herm. van Ketwig.
Keurnoten Lucas Overmars en Jan Hermsen Relerboom.
Verschenen zijn Tonis Raben, bouwman op het erve Ruijter, en zijn vrouw Maria Wolters, zij geassisteerd door Dr. Joost Bern. Cremer las haar momber. Zij verklaren te hebben verkocht aan Hendrick Jansen en Henrickjen Hansen, eheluiden, zij hierbij geassisteerd door haar eheman, hun halve bouwrecht aan het voornoemde erve, alsmede de halfscheid van de paarden, koeien, schapen, varkens en alle mobiele goederen. Waarvoor de kopers de oude luiden de tijd van hun leven in kost en kleren zullen onderhouden. Verder zullen de verkopers van de 100 gulden, staande onder Wermink te Linderte, de rente mogen trekken. Dit alles conform de akte op 8 mrt 1701 opgericht tussen voornoemde Tonis Raben en zijn vrouw met Lamb. Alberts, die volledig van kracht blijft. Daarenboven zullen de verkopers jaarlijks 3 pond vlas en 8 dagen spinnens genieten.
Indien de oude luiden, of door versterf de langstlevende, met de jonge luiden niet kunnen accorderen, met als oorzaak dat deze kwalijk gehandeld hebben, dan mogen zij van het erf aftrekken en elders gaan wonen; in dat geval zullen zij van de jonge luiden 300 Caroli gulden eens genieten, alsmede jaarlijks 2 mudde rogge en 1/8 deel boter.


dl 17 f135 - 2 feb 1708 - Gesubst. Richter Herm. van Ketwig.
Keurnoten Lucas Overmars en Jan Hermsen Relerboom.
Verschenen is Henrickjen Hansen, geassisteerd door haar tegenwoordige eheman Henrick Jansen. Zij verklaart, dat zij nog niet van haar kinderen is gescheiden en verzoekt over hen gerichtelijke mombers aan te stellen. Benoemd worden tot mombers de beste vader van de kinderen Hannes Gerritsen en Jacob Alberts. Zij nemen de momberschap aan over de kinderen Jan en Tonis Lamberts.
De moeder zal aan de beide kinderen voor hun vaderlijk goed geven ieder 75 gulden, waarvan zij heden over 6 jaren een rente van 4 procent zullen trekken. Verder krijgen zij, als zij gaan trouwen of als zij tot hun mondige jaren zijn gekomen, ieder voor een kleed 25 gulden, alsmede een kist; verder krijgt elk een schaap, waarvan zij direkt het profijt zullen trekken, en krijgen zij de kleren van de vader, die hun direkt gegeven zullen worden. Bij versterf zal het bewezene van het ene kind op het andere erven en versterven. De moeder laat de kinderen naar school gaan tot zij kunnen lezen en schrijven. Indien zij buitenshuis dienende ziek of zuchtig worden, dan mogen zij bij hun moeder en stiefvader inkeren om verpleegd te worden. Ook zullen de kinderen, zo lang zij ongetrouwd zijn, in het ouderlijk huis besnijderd worden.
Voor het nakomen van het bovenstaande bewijst de moeder haar gerede goederen, in het bijzonder een obligatie van 100 gulden, staande onder Coopman [Koopman] te Linderte, en een obligatie van 50 gulden, staande onder Willem Harink.

Heino Ng dpb
24 febr 1709 - Lambert S. van Hendrick op d. Ruiter

[Egbert_]

Die dopeling Jan 14-01-1703 van Lambert Alberts in 't Relaer [=op de Ruiter], hoort daar dit bij:

dl 4 f427 - Gschied tot Raalte, 14 mrt 1730 - Egbert Westenberg, Verw.
Scholtus van Raalte.
Keurnoten Jan Harink en Lambert Everts.
In het Gericht zijn verschenen Jan Lamberts de Ruiter en zijn vrouw Martha Jansen, tutore marito. Zij verklaren voor een wel betaalde somma van penningen te hebben verkocht, gecedeerd en overgedragen, zulks doende bij dezen, aan Gerrijt Eerten, zijn huisvrouw [niet genoemd] en hun erfgenamen een akkertje land van ongeveer een halve mudde(s) gezaai; zijnde verdeeld uit het erve ten Blecke, gelegen in dit kerspel van Raalte [in de] boerschap Tijenraan tussen Wilhelmus Aams ter ener zijde en Galgenbelts land ter anderer zijde. Welke halve mudde(s) land Aldus gecedeerd en overgedragen wordt met speciale approbatie in dato 26 februari 1730 van zijn Excellentie de Heer graaf van Rechteren als Landdrost van Sallant als overmomber van de minderjarige kinderen, door de comparant bij zijn eerste vrouw zaliger [niet genoemd] in echte verwekt.
- En verzochten de comparanten dat Hermen van Ketwich dit voor hun mag tekenen en zegelen.
- Des ten oorkonde heeft de Verw. Scholtus voornoemd dit naast Hermen van Ketwich getekend en gezegeld.

dl 5 f427 - Raalte, 26 mrt 1759 - Arnold Westenberg, wegens Ridderschap
en Steden de Heren Staten van Overijssel als exercerende de hoge voogdij over de minderjarige Heer Erfstadhouder van de gedachte provincie, in deze tijd Verw. Scholtus van Raalte.
Keurnoten als waren de Heren L.J. Walraven en J. Westenberg.
In het Gericht zijn gecompareerd Arent Menseman en Fija Jansen, eheluiden, marito tutore. Dewelke verklaarden wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan [zij hebben een hypotheek verkregen van] Jan de Ruiter en Martha Jansen een kapitale somma van 150 gulden. Die zij comparanten beloven jaarlijks te verrenten met 4 procent.


VOT 1748 [Relaar]
blz 27 Jan de Ruiter 2 2 - -
blz 30 De Ruiter 2 3 3 1

En bij dat erve ten Blecke hoort? :

f410 - Raalte, 16 apr 1744 - Richter E. Westenberg.
Keurnoten Hendrik van Eerten en Gerrijt Fackert.
Verschenen zijn Willemina Hendriks, weduwe van Gerrijt Drosten, geassisteerd met haar zoon Jan Drosten als haar momber, verder Jan Drosten voor hem zelf en zijn vrouw Willemina Avermars, Antonij Drosten en Willemina Rijnties [Rientjes], eheluiden, en dan nog Hendrik Drosten, nu wonende op het Coopmans [Koopmans], en zijn vrouw Berendina Berents, zijnde de vrouwen geassisteerd door hun ehemannen. Zij verklaren omtrent hun gemeenschappelijke boedel de navolgende minnelijke maagscheiding en verdeling te hebben opgericht:
Van nu af aan zullen Jan Drosten en zijn vrouw Willemina Avermars in eigendom krijgen en behouden de bouwerij, have en vee, rak en gereedschap, inboedel van het huis, dit zoals het op het erve gevonden wordt, alsmede de helft van de akker op uit ten Blecke, waarvan de moeder de andere helft behoudt voor zo lang zij leeft, maar die na haar overlijden mede op hen zal vervallen.
Waartegen Jan Drosten en Willemina Avermars aannemen hun moeder haar leven lang te zullen alimenteren en verplegen, en haar na haar overlijden te laten begraven. De moeder mag tot haar voordeel bij "den drop" [trop] houden een ooi met een lam.
Bovendien moeten zij aan zijn broer Antonij Drosten en Willemina Rijnties betalen 400 gulden met een beest, en aan Hendrik Drosten en zijn vrouw Berendina Berents 220 gulden.

[ria van bessen]

Lijkt me wel.

Gezien onderstaande akte

dl 7 f137 - Raalte, 21 nov 1780 - L.J. Walraven, JUDr en Scholtus.
Keurnoten de Heer Pastoor Pas en Herm. Reinink.
In het Gericht zijn verschenen Jan Overmars, en Jacob Jansen Overmars en Berendiena Overmars, ehelieden, marito tutore. Welke verklaarden voor een wel betaalde somma van penningen hun ten genoegen voldaan en betaald te hebben verkocht, gecedeerd en overgedragen, zulks doende krachtens dezes, aan Egbert Scheper Hermen en Maria Teunissen, ehelieden, hun eigendommelijke akker zaailand den Pastoors Akker genaamd, ongeveer 2 mudde gezaai groot, gelegen in den Raalter Enck langs 't Moolenpadt, oorspronkelijk [afkomstig] uit het erve Ten Blekke, zijnde vrij en allodiaal goed, maar tiendbaar onder het erve Ten Blekke, en doende jaarlijks in het voorschreven erve in ordinaris [= gewone] verponding 1 hulden, 1 stuiver en 5 penningen en in ordinaris contributie 1 gulden, 4 stuiver en 2 penningen, verder met zijn lusten en lasten, en zo en in diervoegen als de comparanten [deze] in eigendom bezeten hebben. Met de belofte om dit transport te zullen wachten en waren voor de evictie en opspraak als volgens Landrecht.
- In kennis der waarheid is dit door mij Scholtus en op verzoek van de comparanten door Jan van Duuren getekend en gezegeld.

NB Is het je opgevallen dat Jan de Ruiter kinderen heeft uit een eerder huwelijk?

[Egbert_]

NB Is het je opgevallen dat Jan de Ruiter kinderen heeft uit een eerder huwelijk?

.
Nee, dat is me niet opgevallen. Over welke Jan de Ruiter gaat het dan?
Jan de Ruiter x Martha Jansen ?
Als deze Jan de Ruiter de dopeling uit 14-01-1703 zn Jan in 't Relaer Lambert Alberts kan hij niet dezelfde zijn als Jan Ruiter die in 1709 en 1712 dochters Gerhardina en Wilhelmina liet dopen.

Wat me wel is opgevallen, is dat er maar 9 maanden verschil is tussen deze doopinschrijvingen:
24-02-1709 zn Lambert op de Ruiter Hendrick
10-11-1709 dr Gerhardina in 't Relaer Jan Ruiter