De erfgenamen van Willem Jans Knol

[Egbert_]

@Frits, blijkbaar is De heer Secretaris Golts de uitzondering. Adel eerst? Maar je hebt gelijk, dat had ik moeten vermelden.

Van Ruimzigt loopt een weg, de Milligersteeg genaamd, naar den Boksen, aan de Oude wetering, zijnde een afstand van een klein half uur gaans. Aan dezen weg, niet ver van den Boksen, woonde , in een klein, laagstaand huisje, Hendrik van den Berg, getrouwd met Egbertje Arents yan Spijker, zuster van GERRIT ARENTS VAN SPIJKER , op Ruimzigt wonende. Gehoord hebbende, dat de zeedijk dreigde door te breken, reed van SPIJKER, in den voormiddag van den 4den Februarij, met zijnen knecht, op eenen boeren wagen, met twee paarden bespannen, naar het huis van zijnen zwager yan den Berg, om dien met deszelfs huisgezin af te halen en naar zijn huis, dat veel hooger ligt, over te brengen. Aldaar gekomen zijnde, nam hij zijne zuster, met 3 kleine kinderen, op den wagen mede, terwijl haar man, Van den Berg, in huis bleef, om, zoo mogelijk, zijne beesten en goederen te redden. Toen van SPIJKER van daar afreed, was er nog geen water te zien: dan, het grootste gedeelte van den weg afgelegd hebbende, werd hij eensklaps door hetzelve overvallen, zijnde toen tot op ongeveer 500 schreden afstands genaderd aan Milligen, eene landmans woning, niet ver van Ruimzigt, aan de daarnaar genoemde Milligersteeg gelegen. Het water bereikte plotseling zulk eene hoogte, dat de knecht, van den wagen springende, middellijfs in hetzelve geraakte en met moeite weder op den wagen kwam, welke nu aanstonds opgeligt en van den weg, op het naast denzelven liggende land, gedreven werd. Verschrikkelijk was nu de toestand, in welken de daarop zittende pere sonen zich bevonden. De knecht zat voorop, VAN SPIJKER lag, op zijne knieën, achter de voorbank, en zijne zuster lag met hare drie kinderen op een bed, dat zij op den wagen had medegenomen. Met het water kwam eene groote hoeveelheid bevroren schuim aandrijven, waardoor de wagen en paarden bezet werden en mec hetwelke dezelve wegdreven, volgens de rigting van den stroom,
die van den kant van Hasselt scheen te komen. Hierdoor kwamen zij een eind verder van het huis Milligen, naar den kant van het Luibuis, aan de Oude wetering. Na eenigen tijd, toen zij misschien 1ooo schreden van Milligen verwijderd waren, werden de wagen en paarden van het ijs bevrijd, dat, waarschijnlijk door de verschillende rigting van den stroom en de golven, losgemaakt werd. Hierdoor kregen de paarden gelegenheid, om tegen den stroom te kunnen zwemmen, waarin VAN SPIJKER hen eerst wilde besturen: doch, spoedig bemerkende, dat hij daarin verkeerd handelde, liet hij de teugels los en gaf den paarden volkomene vrijheid. Deze dieren spanden nu al hunne krachten in, om het huis Milligen te bereiken, hetwelk ook scheen te zullen gelukken. Dan hier ontstond weder eene zwarigheid, welke VAN SPIJKER en de zijnen bijna geheel aan hun be houd deed wanhopen. Het huis Milligen, namelijk, is op eenigen afstand geheel door geboomte omringd, waarom het niet anders, dan door eene opening in het geboomte, van den kant der Milligersteeg, en door eene andere, van achteren aan het weideland, kan genaderd worden. De wagen van den weg gedreven zijnde, was de eerste opening niet te bereiken, en men vreesde, dat , de paarden de tweede missende, de wagen tegen het geboomte zoude geraken, wanneer zij niets dan eenen gewissen dood zouden hebben te wachten gehad. (In dezen tijd hadden zij ook nog het akelige schouwspel, van bunnen buurman Knol en deszelfs zoon in het ge zigt, daar zij dezen voor hunne oogen zagen verdrinken.) Het eene paard begon ook reeds zijne krachten te verliezen, en hield telkens op met zwemmen, waarop de knecht hetzelve met den voet aanstiet en aldus weder aan den gang deed geraken, terwijl, gelukkig, het andere zulks beter scheen vol te kunnen houden. Hoewel nu de paarden geheel aan zich zelven waren overgelaten, zwommen zij regt op de eenige opening, aan die zijde in het geboomte, aan, welke zij ook gelukkig bereikten en doorzwommen; waarna zij, het huis naderende, weder grond kregen en den wagen op het drooge trokken, dewijl het huis op cene hoogte staat, welke toen nog niet onder water stond. Aldus bleven deze 6 personen, op eene bijna wonderdadige wijze behouden, na dat een der kinderen reeds van den wagen in het water geraakt, doch nog gelukkig wedergegrepen was. Hunne wederwaardigheden waren echter hiermede nog niet geëindigd. Naauwelijks waren de paarden uitgespannen' en op stal gezet, of het huis liep onder water. De bewoner, Hillebrand Jans, moest met zijn gezin en de aangekomene, te zamen 13 personen uitmakende, naar den zolder vlugten. Het huis, schoon door het geboomte beschermd, werd, door palen van Schokland, geweldig geteisterd, en het muurwerk bijna geheel vernield, al de op stal staande runderen, behalve 4, en een paard verdronken, terwijl evenwel de paarden, die voor den wagen gezwommen hadden, het leven behielden. Zich nu niet langer op den zolder vertrouwende, vlugtte men naar eenen enkelen balk, en daarop hebben deze 13 personen van Vrijdag namiddag tot Zaturdag avond, zonder eenige verkwikking, moeten vertoeven.

(bron: Overijssels Watersnood, J. ter Pelkwijk)

- Milligen, eene landmans woning, niet ver van Ruimzigt: daar woonden in 1723 Jacob Teunis en Hermpje Claasse op Milligen

Ooit heb ik een bewonersgeschiedenis samengesteld. Die moet ik nodig bijwerken. Maar hij is te vinden: Nieuwe Wetering.

In dat overzicht is Ruimzicht de buur van Milligen.

[Egbert_]

Van zuid naar noord.

De richting is van noord naar zuid. Millingen in het zuidelijk eind van de Nieuwe Wetering. Dat is toch bekend!

In de volkstelling 1748 wonen de Nieuwe Wetering Zuideinde o.a.
- Janna Teunis, wed Jan Reinders
- Derk Geerlichs
- Egbertien Philips wed. Marten Geerlich
- Harmen Jans

In de volkstelling 1748 wonen de Nieuwe Wetering Noordeinde o.a.
- Cornelis Gerrits
- Peter Arents
- Jan Egbers
- Peter Gerrits
[/quote]

Van zuid naar noord.
Dan zou Jan Egberts op het Vosje zitten.

het Vosje ligt op het Zuideinde. Jan Egberts woont op het Noordeinde.

[Egbert_]

Een tijdje gezocht en toch nog iets bijzonders tegengekomen:

1682 Jan Klaesen int Vosje (gebruiker) stad Hasselt (eigenaar) [vuursteden: 1]

27 sep 1704 Harmen Beniers en Geertien Lubbers verkopen Vossien aan Lubbert Egberts en Trientien Jans, uitgezonder het 'zijdelkamertien' daaraan wat Jan Claesen is toebehorende.

1751 Derk Harms int Vosje, gebruiker, Deselve, eigenaar [huis no. 11, vuursteden: 1]

1748 volkstelling Nieuwe Wetering Zuideinde: Derk Herms (man), Egbertien Martens (vrouw)

----------------------------------------------------------------------

Bij Jan Klaesen int Vosje horen nog de volgende aktes:

f421 - 13 juli 1699 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Ditmer Ulger, Doctor, en Arnoldus Fabius, Doctor.
In het Gericht zijn verschenen de WelGeboren Heer Arent van Haersolte, alsmede diens broer de WelGeb. Heer Wolf van Haersolte en de WelGeb. Vrouw Jacoba de Rode van Heeckeren, tutore marito, eheluiden. Zij verklaarden voor een somma van penningen, hun comparanten te danke voldaan en betaald, eeuwig en erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd aan Jan Claessen in t' Vossien en diens huisvrouw [niet genoemd] en hun erfgenamen hun comparantens 6 morgen Land met een huis daarop, in dit kerspel van Zwolle op de Nieuwe Weteringe in Mastebroeck in t Camperweteringer Slagh tegenover het Vosjen gelegen, waaraan oostwaarts de Nieuwe Weteringe, zuidwaarts Jacob Jacobsen tot Deventer, westwaarts Jannes Vermeer cum suis, en noordwaarts de Kerckweteringe naast aangelegen zijn; zijnde vrij eigenlijk goed, onbezwaard met enige uitgaande renten, alsmede vrij van het bezwaar van fideicommis ingevolge resolutie van Schepenen en Raden van de stad Zwolle in dato 1 februari 1699; en zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad vanouds daartoe behorende. Zonder argelist.
- De gerichtschrijver Meuwsen zal voor de comparanten mede tekenen en zegelen.

(transcriptie Jan Rientjes)

8 mrt 1684: Jan Klasen en Lubbighjen Lubbers op de Nieuwe Wetering maken een testament. Hun kleindochter Grietjen Jans is erfgenaam. Haar moeder Jutjen Jans (de moeder van Jan Klasen heette Jutte Claesdr.) is dan al overleden. Schoonzoon is Jan Herms (Boerdijk). Mocht kleindochter Griete nog onmondig zijn als ze de erfenis ontvangt, dan zullen Klaas Everts te Westenholte en Gerrit Lubbers op de Oude Wetering de voogden zijn.

CZ ZW 700
f126 - 10 aug 1713 - Relateerde Derck ten Hope, dat hij uit naam van de gerichtschrijver Meuwsen eens voor drie maal arrest en beslag had gedaan onder Roelof Jansen Hup aan de Zeedijck, meijer van het Geesten Gasthuis tot Campen op alzodanige pachtpenningen, als hij reeds aan het genoemde Geerten Gasthuis schuldig is of nog schuldig worden zal, en zulks om daaraan kost en schadeloos te verhalen een somma van 24 Caroli gulden en 12 stuiver wegens gerichtskosten, opgelopen in zaken van panding van de Gasthuismeesters van het voorschreven Gasthuis tegen Harmen jansen, als getrouwd aan de weduwe van Jan Claessen in het Oude Vossien in Mastebroeck, en dan nog een somma van 10 Caroli gulden wegens vuurstedengeld en zoutgeld van het jaar 1711 van het erve "bij hem bewoont wordende ten achteren sijnde"

---------------------------------------------------------------------

de WelGeboren Heer Arent van Haersolte, alsmede diens broer de WelGeb. Heer Wolf van Haersolte en de WelGeb. Vrouw Jacoba de Rode van Heeckeren

Ik kwam ze tegen op internet: De geschiedenis van het pand Bloemendalstraat 11 te Zwolle

Toch zal Wolf de jonge niet het profijt van dit huis hebben genoten, daar hij nog vóór zijn vader overleed, zijn weduwe Aleida Sloet tot Buckhorst met een grote kinderschare achterlatend. Eerst in 1654 zouden deze kinderen de ouderlijke boedel scheiden. Van deze kinderschaar bleven tenslotte alleen Florentina. Helena, Wilhelmina en Gijsbert van Ittersum over. Als luitenant deed Gijsbert van Ittersum in juni 1662 belijdenis in de hervormde kerk. Hij werd in 1677 als raad gekozen en was burgemeester toen hij met zijn twee zusters Florentina en Wilhelmina in 1684 een testament opmaakte. Daarin wezen zij elkaar aan als erfgenaam om na hun overlijden hun bezittingen tenslotte te laten vererven op de kinderen van hun zuster Helena van Ittersum en haar man Dirk van Haersolte. Dat laatste vond plaats in 1698.

Dirk van Haersolte, eveneens militair, was in 1663 gehuwd met Helena van Ittersum en kreeg twee zonen: Arend en Wolf, genoemd naar de beide grootvaders. Deze jongens werden te Zwolle gedoopt, respectievelijk in 1664 en 1666. In die periode was Dirk van Haersolte commandeur op het huis Borculo, dat hij na een belegering door de bisschop van Munster op 18 september 1665 moest overgeven. Vrij spoedig na de geboorte van haar tweede zoon moet Helena van Ittersum zijn overleden; in 1669 hertrouwde Dirk (ook: Diederik van Haersolte tot de Lauwick) met Fosetta Hommens, die de havezate Zuthem ten zuiden van Zwolle bewoonde.

Erfgenamen van burgemeester Gijsbert van Ittersum. En ze maakten de erfenis van 1698 in 1699 dus te gelde.

Vuurstedenregister 1751:

• No. 11 - ... Stad Hasselt 1
  Derk Harms int Vosje Deselve

• No. 12 - ... Br. Jttersum [Ittersum] 1
  Harmen Jansen Selfs Eigenaar

Mastebroek 1742

• Den 9 Novemb. alhier ten Houwelijk opgetekent
  voor de iiide maal
  Harmen Jans, weduwenaar, met
  Geesje Jans J.D. beijde op de Nieuwe Weteringe in Mastebroek.
  Den 2 Decemb. alhier in den EheStaat bevestigt.

Mastebroek 1751

• Den 26 Novemb. alhier ten Houwelijk opgetekent
  voor de iiide maal
  Willem Hendriks J.M. met
  Geesjen Jans, wedwe., beijde op de Nieuwe Weteringe in Masteb.
  Den 19 Decemb. alhier in den Echten Staat bevestigt.

1. JAN EGBERS KNOL. Het bevolkingsregister van het
schoutambt Zwolle van 1748 vermeldt :
Nieuwe Weteringe. Noord-Einde.
„Jan Egbers en Hendrina Jans met drie inwonende kinderen
„boven tyn jaar, te weten Willem Hendriks, Jan Jans en Hendrik
Arents”
„voorts nog inwonend 1 meyd Henderina Jans.”
Nieuwe Weteringe. Zuid-Einde.
„Harmen Jans met Geesjen Jans, geen kinderen boven tyn jaar,
„één kind onder tyn jaar, Geesjen en 1 knecht.”
Van het echtpaar Geesje Jans in tweeden echt met Willem
Hendriks, kocht Jan Jans Knol I.1 bij acte 28 op 4-VIII-1769.
Recht. Archief Zwollerkerspel 1767-1772 „het Erve en goed groot
„16½ morgen ¹) lants met getimmerten, gelegen bij het Vosjen op
„de Nieuwe-Weteringe in Mastenbroek.”

(Gens nostra janurari 1949, blz 334)

Uit de beschrijving van 1699
een huis daarop, in dit kerspel van Zwolle op de Nieuwe Weteringe in Mastebroeck in t Camperweteringer Slagh tegenover het Vosjen gelegen, waaraan oostwaarts de Nieuwe Weteringe, zuidwaarts Jacob Jacobsen tot Deventer, westwaarts Jannes Vermeer cum suis, en noordwaarts de Kerckweteringe naast aangelegen zijn
dat het verkochtte erf volgens kadaster 1832 toebehoorde aan: Egbert Cornelis Lindeboom.

trouwboek Mastebroek, 1788
Den 29 [er stond eerst: 28] Augustus zijn, na vertoonde blijk van bekomen permissie om intra tempus luctus zig te mogen veranderzaten, alsmede van gedane erfuijting en momboirstelling, ten overstaan van getuigen Cornelis Egberts, wonende in Mastebroek, en Egbert Doorn, wonende aan de Zee-dijk onder IJsselmuiden, ten Huwelijk opgetekent
Egbert Cornelisse J.M. en boerezoon in Mastebr., en
Janna Jacobs, weduwe van Jan Jans, mede alhier.
Geproclameert iii maal.
In den Huwelijken Staat bevestigt den 21 Septb.

Zelf had ik al geen twijfel om welk erf het ging. Maar nu is het nog duidelijker.

Wat ik nog niet zeker weet, is Harmen Jans de weduwenaar die Geesje Jans trouwde, dezelfde is als Harmen jansen, als getrouwd aan de weduwe van Jan Claessen in het Oude Vossien.

[Egbert_]

Bericht verwijderd, want copie van voorafgaand.

[fritsvant]

Egbert, jouw bericht heden 18.56 uur,
Ria,

Even tussen jullie kerndiscussie door, waarna ik het verder zonder commentaar zal laten:

Het verhaal over Ruimzicht van Ter Pelkwijk ken ik; een bekend familieverhaal, door mijn grootvader destijds iets ""verbeterd"":
Niet de paarden vonden instinctief hun weg naar de doorgang naar Milligen, Gerrit Arents kon zo goed de paarden besturen !!!
Waarvan akte !!

Boerderij Milligen ligt wel iets ten ZW van Ruimzicht, en is ook wel de naaste buur, maar niet aan de Nieuwe Wetering; wel aan de Milligersteeg.

Gerrit Arents van 't Spijker kocht Ruimzicht in 1814 als "'landhuis(je)"" van de (erven van de) familie Eeckhout, dat hij in 1820 liet afbreken en vervangen door een ""kapitale boerderij"", die hij in 1828 (gedwongen - de waterschade was nog niet hersteld) verkocht.

Gerrit Arents trouwde in 1811 met (de weduwe) Fennig Jans van Milligen. Kwam zij van de naastgelegen boerderij ?? Haar naam komt niet in jouw overzicht voor. Haar ouders zouden volgens mijn gegevens zijn: Jan K. Hillebrant en Stijntje S Harms (Zielman).

Van de Golts moet dus eigenaar van meerdere huizen zijn geweest, maar woonde volgens mijn gegeven wel op Ruimzicht, dat toen ook als een ""spijker"" bekend stond.

Wat bedoel je met ""adel eerst "" ??

[ria van bessen]

CZ ZW 700
f126 - 10 aug 1713 - Relateerde Derck ten Hope, dat hij uit naam van de gerichtschrijver Meuwsen eens voor drie maal arrest en beslag had gedaan onder Roelof Jansen Hup aan de Zeedijck, meijer van het Geesten Gasthuis tot Campen op alzodanige pachtpenningen, als hij reeds aan het genoemde Geerten Gasthuis schuldig is of nog schuldig worden zal, en zulks om daaraan kost en schadeloos te verhalen een somma van 24 Caroli gulden en 12 stuiver wegens gerichtskosten, opgelopen in zaken van panding van de Gasthuismeesters van het voorschreven Gasthuis tegen Harmen Jansen, als getrouwd aan de weduwe van Jan Claessen in het Oude Vossien in Mastebroeck, en dan nog een somma van 10 Caroli gulden wegens vuurstedengeld en zoutgeld van het jaar 1711 van het erve "bij hem bewoont wordende ten achteren sijnde".

50e penning
F219 – Op 20 december 1732 heeft Harmen Jansen bekend gemaakt dat hij heeft aangekogt in de maand december 1732 van van der Weterings erfgenamen 4 morgen op de Nieuwe Weteringh bij het Vosjen voor 320 gulden.

50e penning
F131 – Op 12 juli 1742 heeft Harmen Jans aangegeven voor ongeveer 4 weken aangekogt te hebben van Claas Harms, Evert Jans op het Roveen, en de weduwe van Harmen Reins op Roveen, Coop Jans in Drente en de armen van Genemuiden als verplegende Aaltien Claasen alle erfgenamen van sijn zal. huisvrouw Trientjen Herms, de wederhelfte van het navolgende als van het erve bij hem bewoond, gelegen in Mastenbroek bij het vosjen, groot 16½ morgen voor 700 gulden, waarvan hem de wederhelfte competeert.

F258 – op 27 april 1751 maakt de weduwe van Harmen Jans wonende op de Nieuwe Weteringe bekent, dat sij heeft aangeerft van haar gemelde man de halfscheijd van het plaatsje bij de Vosjesbrugge.

50e penning
F31 – Op 19 september 1736 maakt Jan van Spoolde bekent dat hij binnen de 6 weken heeft aangekogt van Hermen van der Vechte en desselfs sustger Aleijda van der Vechte het halve erve het Oude Vosjen op de Nieuwe Weteringe in Mastenbroek gelegen, waarvan de wederhelfte de koper met zijn beijde susters Wibbe en Janna Derks toebehoort en sulks voor een somma van 1000 gulden

[Egbert_]

Boerderij Milligen ligt wel iets ten ZW van Ruimzicht, en is ook wel de naaste buur, maar niet aan de Nieuwe Wetering; wel aan de Milligersteeg.

Milligen viel in de registers en de dtb-boeken onder de Nieuwe Wetering. Vandaar.

Wat bedoel je met ""adel eerst "" ??

Ik zie dit vaker in tellingen, dat een belangrijk huis, bv. een havezate, eerst genoemd wordt. Dat zal de belangrijkste reden zijn geweest om met dit huis te beginnen.
convooimeester Gerrit Willems Golts behoorde tot de bestuurlijke elite van Zwolle. Of hij van adel is, weet ik niet zeker. Maar hij is wel lid van invloedrijke bestuurelite.

adel eerst is hier meer als knipoog bedoeld.

[ria van bessen]

bericht 2

f1 - 4 aug 1742 - Richter Tomas van Muijden.
Keurnoten Jan Roeberts en Berent Jansen, beiden van Oltleusen.
In het Gericht zijn verschenen Berent Groothuijs en Pieter Visscher, in de kwaliteit als Diaconen van de Kerk te Genemuijden, en in de kwaliteit "verplegende" Cornelis Claesen te Sellemuijden, verder Hermen Claesen te Sellemuijden en zijn vrouw Aaltjen Jans, tutore marito, Claesjen Geerts, weduwe van Hermen Rens op Roveen, in dezen met Hermen Claesen voorschreven als momber geassisteerd, Evert Jans naast zijn vrouw Fennegjen Geerts, tutore marito, en Coop Jans van 't Colderveen met zijn vrouw Hestertjen Lamberts, tutore marito, tesamen erfgenamen van wijlen Trijntjen Harms, het laatst getrouwd geweest met Herman Jansen op de Nieuwe Wetering in Mastebroek. Zij verklaren gezamenlijk voor een betaalde koopsom te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, en dit bij dezen te doen, aan Herman Jansen de helft [de halfscheid] van de plaats, die thans door hem Hermen Jansen wordt bewoond en gebruikt in Mastebroek aan de Nieuwe Wetering op de hoek van de Karkwetering in het Camperweteringer Slagh, onder dit kerspel van Zwolle gelegen, tesamen met elkaar in het geheel groot 16 1/2 morgen, en waarvan de andere helft de koper zelf toebehoord, en dit met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, die van ouds daartoe behoort. De comparanten beloven het voorschrevene ten allen tijde te zullen wachten en waren voor alle evictie en opsprake als volgens het recht.
- Dr. A.G. Vriesen, gerichtschrijver, zal op uitdrukkelijk verzoek van de comparanten voor hun tekenen en zegelen.
HIER HOORT BIJ
50e penning
F131 – Op 12 juli 1742 heeft Harmen Jans aangegeven voor ongeveer 4 weken aangekogt te hebben van Claas Harms, Evert Jans op het Roveen, en de weduwe van Harmen Reins op Roveen, Coop Jans in Drente en de armen van Genemuiden als verplegende Aaltien Claasen alle erfgenamen van sijn zal. huisvrouw Trientjen Herms, de wederhelfte van het navolgende als van het erve bij hem bewoond, gelegen in Mastenbroek bij het vosjen, groot 16½ morgen voor 700 gulden, waarvan hem de wederhelfte competeert.

[Egbert_]

50e penning
F31 – Op 19 september 1736 maakt Jan van Spoolde bekent dat hij binnen de 6 weken heeft aangekogt van Hermen van der Vechte en desselfs sustger Aleijda van der Vechte het halve erve het Oude Vosjen op de Nieuwe Weteringe in Mastenbroek gelegen, waarvan de wederhelfte de koper met zijn beijde susters Wibbe en Janna Derks toebehoort en sulks voor een somma van 1000 gulden

Hier hoort bij:
- 1682 Herman Hendriks (gebruiker) Gerrit Egberts Joncker (eigenaar) [vuursteden: 1]
- 1751 Egbert Willems, gebruiker, Andries Verhagen, eigenaar [huis no. 10, vuursteden: 1]
- 1755 Egbert Willems koopt het Oude Vosje

Zwolle transporten RA001-041
f351 dd.29-04-1722
Erschenen Jan van Spoolde en zijn huisvrouw Stijntjen Teunisz, voorts Lambert van Spoolde en zijn huisvrouw Geertruid Stinstra [Steenstra], voor henzelf en mede de rato caverende voor de andere mede-erfgenamen van wijlen Gerrit Egbertsz Jonker, en bekenden voor een welbetaalde somme penningen te hebben gecedeerd en getransporteerd aan Jan Hogenkamp een huis staande op de Nijstad tussen de wed: van Derk Reussink ter ene en Herman Smit ter andere zijde, ingevolge koopcedule van 12-01-1722.
Actum coram Schepen van Laer.

De moeder van Jan van Spoolde, Maria Egberts, is een zus van Gerrit Egbertsz Jonker

[Egbert_]

50e penning
F219 – Op 20 december 1732 heeft Harmen Jansen bekend gemaakt dat hij heeft aangekogt in de maand december 1732 van van der Weterings erfgenamen 4 morgen op de Nieuwe Weteringh bij het Vosjen voor 320 gulden.

In het lidmatenboek Mastebroek:

Naemen der ledematen welke ick gevonden heb in de Huijsvisitatie op
den 23 Aug. 1729.
Op de Nieuwe Weteringe en Hasseler Dijk:
Nieuwe Weteringe
x Egbert Jans
obijt den 30 Meij 1763.

Anna Alberts

Hij is zoon van Jan Egberts (en Dieuwertje Assies). Enige erfgenaam volgens testament van Jan Egberts van 17 dec 1741
x Jan Egberts
obijt den 29 Novemb. et sepultus den 6 Decemb. 1741.

De kinderen van zoon Albert van Egbert Jans en Anna Alberts laten zich van de Weetering noemen.