Bericht
door ria jongman » 19 feb 2022, 20:03
De huwelijksakte van Jan / Jannes Gerrits en Janna Teunis Bannenbroek had ik al eerder geplaatst.
Rk Wijhe 1720 2 Apr. - juncti Joes. Gerrits et Joanna Teunis. Test. Elis. Bughten, Aleida Brouwers et Berent Santcamp
**
f 76 19 November 1683 (uittr 3.76)
Ick Hendr van Suchtelen, secretaris der Stadt Deventer en in der tijt Verwalter Scholtes tot Olst, doe
cond en certificere in en vermits deses, dat voor mij en ceurnoten nabenoemt binnen Deventer alwaar mij de aarde vergunt was, gecompareert en erschenen is Doctor Joan van Borkuloo als gevolmachtigde van de Welgeb Heere Joan Gerrit de Vriese toe de Wesenberch ende bekende om een summa van penningen ten genoegen voldaan en betaalt, verkogt, gecedeert en getransporteert te hebben, cedeert en transporteert kragt deses aan Lubbert Gerrits op Klein Schoten en Anneken Hendricks eheluiden en haar erfgenamen een seker stucke saaijlant met sijn eijken heggehout daarop staande de Geesecamp genoemt tusschen Borgemr Sloot en het Velt gelandet in de Kerspel van Olst bourschap Middele gelegen in dier gestalt als het de cooper in het gebruick gehadt heeft, gevende jaarlix in ordinaris schattingencontributie een gulden, transporteert dan alsoo comparant voornoemt stucke lants in deses Eedele Gerigte aan en ten erfflijcken profijte van Lubbert Gerrits op Klein Schoten en Anneken Henrickx eheluiden en harer erfgenamen, belovende dese erfcoop te sullen staan wachten en waren voor allerleij evictie en opsprake na regte en lantregte van Overijssel gebruickelijk is oock soo nodich ten allen tijde daarvan beter of stercker vestenis te willen doen, sonder argelist. Daar dit aldus geschiede waren met mij Verwalter Scholtes aan en over als ceurnoten Jr Ernst van Beerde en armen Berends Koekenbacker.
Des ten oirconde hebbe ick dese gesegelt en getekent en heeft comparant dese mede getekent en gesegelt. Actum den 19 November 1683.
f 404 14 Januarij 1685. (uittr 3.404)
Gesubst Scholtes Jacob van Rossum. Cournoten Lubbert op Kleinschoten en Jan Spillendraijer.
f 268 28 Juli 1686 (uittr 3…)
Staat en inventaris van de gerede en ongerede goederen van Lubbert op Kleinschoten en desselfs overledene huisvrouw Anneken Hendricks, ter presentie van sijn overledene huisvrouwe vrinden, opgerigt als volgt.
Vaste en onroerende goederen:
1. voor eerst de kaijencamp liggende in ’t Lierderbroeck in ’t Carspel van Wijhe en bourschap Wechterholt, ongeveer een morgen lant
2. item een camp lants genaamt de Geesencamp in ’t Carspel Olst bourschap Middel gelegen, aangekogt van de Welgeb heer Vries tot den Wesenberg
3. item een camptien lants in de Schiphorst of Broecklant in ’t Carspel Raalte gelegen
4. item een huis staande in de Papenstrate tot Deventer bij executie ingenomen van Henr Jansen op den 26 Maij 1679 voor tweehondert gulden capitaal en achterstedige interesse van dien
N.B.; dit voorschreven huis staat op het Stratenboeck binnen Deventer beswaart met de volgende posten, doch is ten opsigte van het Haverhuis en Stappenhuis noijt anmaninge gedaan en bij gevolgh niet wetende of het haar alsnog competeert:
het Haverhuis ƒ 2 ½ Gld
Stappenhuis ƒ1 – 9
St Libuinij kercke ƒ 2
Het Haverhuis ƒ 2
Rentebrieven en obligaties:
1. obligatie staande ten laste van de Welgeb Heer Bernh ten Grotenhuis toe Spickerbos in dato
14 Augustus 1666 in capitaal ƒ 450 ad vier perc; de rente hiervan is tot dat in ’t jaar 1686
incluis betaalt
2. een obligatie tot laste van Jan Hermsen Smit en Geertruidt Roelofs sijn huisvrouw tot Wijhe
ad 200 gld capitaal te verrenten tegens 4 ½ perc, verschenen op kersmisse, hiervan ten achteren
een jaar rente verschenen op kersmisse 1685
3. een obligatie tot laste van Steven Bosch ad 50 gld in dato den eersten Januarij 1677 ad 50 stvr
jaarlix; hiervan ten achteren een jaar rente in dato 1686 in Januarij
4. een hantschrift tot laste van Willem Gerrits Muller en Marietien Mullers sijn huisvrouw ee somma van 30 gld waarvan het eerste jaar verschenen sal sijn op Michalij 1686
5. een schultbekenninge tot laste van de bourschap Middele in dato 1675 onder de hant van de vaandrig Henr Jordens en Jan Willems ad 28 gld, doet jaarlix een gulden ter rente, hiervan niet
te quade;
6. een hantschrift tot laste van Jan Jansen Bourleman ad hondert gulden en twee jaar rente debet, te verrenten tegens vier procent
7. idem perreste van een hantschrift tot laste van Derck op de Schoten a dato 1679 gepasseert
ƒ 7 – 10.
Belangende het beestiaal ende inboedel item het gedorste en ongedorste koorn en alle gewas bereijts van alle het lant gecopareert en nog te copareren, alsmede alle proviant en montkosten is door den erfuiter en sijns overledenen huisvrouwen erfgenamen, geconvenieert en overkomen, luidt speciaal accoort hier annex dat sij erfgenamen na doode des voornoemde Lubbert eens privative sullen hebben te profiteren de summa van hondert en vijfenseventig Car Gls mits dat alsdan tot des erfuiters laste sal sijn en blijven deses lopende jaars gelt pacht, schattinge, contributien, knegt en maagdeloon als anders.
Linnen
Is vorders luit meergemelte accoort overgekomen en tussen de erfuiter en des overledene erfgenamen alles des erfhuises gesneden en ongesneden linnen bijgevolgh op dato den 30 Julij 1686 gedeelt en hebben contraktanten het selve neffens hetgene des overledenens ende des erfuiters lijve was gehorende, elck van linnen en wullen haar porsie na sich getrocken, uitgesondert twee porsien die ene van Willem Jansen onder ’t Stift uijtregt en Her Jansen in de Betuwe wonende. En heeft Lubbert Gerritsen erfuiter de wederhelfte becomen, bestaande in volgende parcelen:
Vooreerst 10 ½ paar beddelakens.
Item een stuckien linnen halfdoek 12 ellen lanck, twee slag of elle, voor een, blijft ses elle
Noch een stuckien linnen elf elle lanck halfdoek blijft 5 ½ elle
Item nog een stuckien 9 elle halfdoek blijft lanck 4 1/2/ elle
Noch 3 stuckies linnen halfdoek 13 ellen lanck, blijft 6 1/2/ elle
Item nog 12 ellen halfdoek blijft 6 elle
og een stuckien 21 slag halfdoek bedraagt 10 ½ elle
Nog 4 paar kussen tregfels en een tafellaken.
Gereet gelt, nagesien en bevonden ƒ 17 – 18
Erfhuis profitabele schulden:
Gerrit Kelderman schuldigh wegens geleverde huenen en varkens ƒ 14
Jan Bouhuis in Middele van geleverde heunen ƒ 9 – 16
Court Wever van biggen ƒ 2 – 15
Lauwerens op Wengervelde ƒ 1 – 10
Lambert op Schoten seven schepel boekweijte a 14 stvr ’t schepel ƒ 4 – 18
Veltcamp ƒ 4
Lambert op Schoten wegens een koe ƒ 30
Item hetgene hem ter goeder rehem. van huishuijr van ’t huijs in de
Papenstraat moget competeren
Item 16 daelder Egbert Grote Schipper schuldigh van geleverde riese ƒ 24
Derk Clomp wegens een peert 20 daalder, hiervan ten agteren 2 jaar rente
verschenen op Meij 1685. N.B. hiervan is geen obligatie opgerigt of eigen
hant gepasseert ƒ 30
Item huishuijr soor de Weduwe aan Herman Hagen per reste nogh schuldigh
is, luit afrekeninge ƒ 46 – 4
Erfhuis, lasten en schulden.
Aan het Cappittel van Deventer soo voor hem selven als uijt kragt van
borchtocht luit overgeleverde rekeningen door Dr Arn van Suchtelen ƒ 282
Als borge voor die resterende pacht van die fleringe van Bangebroeck per reste ƒ 14 – 10
Voor Fiddelenclomp ƒ 4 – 10
Voor Derck en Lambert op de Schoten ƒ 41
Item debet aan Dr Borkulo voor verschot voor reparatie aan het huis en
verdient salaris van het inwinnen van het huijs alsmede insake van Jan Egberts
Crul voor desen geaccordeert op 30 gulden en op de huir van het huijs
overgewesen, doch is daarvan noch niet betaalt ƒ 30
Item staat noch te betalen aan Jan Rijcken voor een goute gecomen
tusschen d’stal ƒ 3 – 10
Item is noch te agteren van schoorstenen gelt over 1677 en ’78 dubbelt,
’79, ’80 en ’81 luit overgeleverde rekeningen door Claas Everts als inmaander
en Stadsdiender ƒ 20 – 18
Item hetgene wegens het Haverhuis mochten bevonden worden ten achteren
te zijn, van de uijtganck uijt het huis waarvoor tot noch toe geen aanmaninge
is gedaan;
Item de uijtganck ten profite van de Groote Karck tot 6 jaren ad 2 gulden
jaarlix sijnde het laaste verschenen op Paasschen 1686 ƒ 16 – 16
Item aan Daniel Scheen luit rekeninge per reste ƒ 3 – 15
Item pretendeert de Lantvrouwe luijt rekeninge van achterstedige pacht
van ’72 en ’73 ad ƒ 70 jaarlix ƒ 140
Item per reste de anno 1685 ƒ 48
Item debet van het hengstegelt ƒ 5
Item van dijcklasten rakende de Caijencamp ƒ 0 – 17
Voor schattinge aan Hogecamp ƒ 1
Item vordert Dr Roijer wegens agterstedige verpondinge luit rekeningen ƒ 40 – 6 – 8
Item bedet aan Jan Herms smit tot Wijhe voor arbeijtsloon ƒ 2
Item wegens gekogte rijse van de Wesenberg toer goeder rekeninge ƒ 5 – 16
Dootschult en erfgenaamlasten.
Verschooten tot de begrafenisse met de aankleve vandien ƒ 39 – 10
Item tot sijn rouw ƒ 10 – 11
f 274 30 Juli 1686 (uittr 3….)
Coram Scholtes J v Suchtelen. Coornoten Court Wessels en Tonis Bannenbroeck.
Erschenen in desen Ed Gerigte Lubbert Gerrits op Klein Schoten en heeft overgelevert desen
bijgaanden staat en inventaris, verklarende dieselve na sijn beste geweten also waarachtigh te sijn,
waarop na Lantrechte de eedt in forma afgelegt heeft, onder conditie nochtans soo onvermoedelijk
enige profitabele schulden of oock lasten mochten comen te manifesteren dat dieselve tot beijdersijts
schade en bate sullen sijn en blijven.
f 274 28 Julij 1686 (uittr 3….)
Coram Verw Scholtes J v Rossum. Coornoten Court Wessels en Derk Bannebroeck.
Erschenen in dese Ed Gerigte Lubbert Gerrits op Klein Schoten als erfuiter ter eenere en desselfs overledene huisvrouw volgende erfgenamen als Jan Harinck als man en voogh sijner huisvrouw
Henriekien Jansen, Hendrik Jansen Schiphorst, Jan Jansen Bourleman, Derk Clomp, Tonis Jansen Eeckhuis, voor haar selfs, Maritien Jansen mee cum tutore ende bij vervolg Jan Gerritsen ter andere sijde, en hebben in absentie van twee uitheemsche erfgenamen als Willem Jansen en Hendrick Jansen, bij het oprigten van de inventaris met de erfuiter en ten overstaan van desen Ed Gerigte in der minne overkomen en wettelijck geaccordeert dat voornoemde erfuitter Lubbert Gerrits erfgenamen na sijnen doode aan de vrinden en de geinstitueerde erfgenamen van wijlen voornoemde Anneken Hendricks sijn overleden huisvrouw voor paarden, beesten, calver, iemen en alle andere vee off bestiaal, alsmede voor bedden en bulsters 2 paar beddelakens en twee paar kussentochten, cooper en tin en alles wat vorders aan het huisraat of bougerasch, geenes uitgesondert soude komen dependeren.
Item voor alle gedorst en ongedorst cooren en alle gewas bereijts van het lant gesepareert en noch te copareren, gelijck mede voor alle proviande en mont-costen sullen hebben ten profijte als bovens eens te betalen de summa van hondert en vijf en seventigh gulden, des sal alleen tot des erfuitters privative lasten sijn en blijven die beloofde geltpacht neffens verpondinge, contributie, knegt en maagdeloon van dese lopende jare 1686.
Wijders is overkomen en is tusschen de erfuitters en des overledene huisvrouws erfgenamen alle des erfhuijs gesneden en ongesneden linnen voort op dato gedeijlt en hebben contrahenten ’t gelt neffens het geene tot des overledenen en des erfuitters lieve was gehorende van wullen en linnen, voort elck na sich getrocken en sijn de twee porsien voor voornoemte absente erfgenamen, na gedane lotinge of deijlinge bij mij qqa versegelt en tot haren dienste in bewaring geholden. En hebben presente erfgenamen de erfuitter mits desen voor goeden hantreijckinge deses aangaande bedankt, Mits nogtans de vordere erffenisse belangende haar ende voornoemte absente vrinden, elck sijne goeden regt onverkort verbindende daarvoor elck in specie haar respectieve personen en goederen met renunciatie van alle exceptien desen eenighsints contrarierende specialik de execptie dolimali lesionis ultra dionidiu et s . c. velb. sich van effecte van dien genoegsaam geinstrueert houdende. Sonder argelist, etc.
27 feb 1687 - Lubbert op den Schoot, - Anna Maria
13 sep 1691 - Lubbert op den Schooten, zijn kind laten dopen, gen. - Jannes
25 mrt 1694 - Lubbert op den Schoot, zijn kind laten doopen, gen. - Geertruit
f 172 31 Maij 1714 (uittr 19. 172)
Verw Scholtes J Tichler Dr. Ceurnoten Jan Boerleman en Tonis Bilman.
Sijn erschenen in dese Ed Gerigte Derk Joosten op de Schoten, alsmede Tonis Cuper, Jan Spillendraejer en Engbert Bergman getuigende dese laaste uijt de mont van Lubbert op den Schoten hetselve te hebben gehoort aan de eene sijde en Gerrit Lubberts en Jan Lubberts caverende de rato voor haar absente susters, aen de andere sijde ende bekenden dat er een wettig accoord was ingegaan wegens de boedel van Lubbert op Schoten en desselfs huisvrouwe Stijntien Gerrits gewesene eheluiden ende sulx op de volgende manieren.
Eerstelijk dat het accoord van de 24 Augustus 1710 op huiden in de Gerigte gelesen en van woort tot woort hierna ten protocolle g’insereert in sijn vollen waerde sal blijven voor soo verre hierdoor niet is verandert. Voorts heeft Derk Joosten gekogt de halfscheijt van den inboedel des huises, peerden, beesten en alle de meubile goederen, niets uitgesondert, als alleen een bedde daer Lubbert op slaept met sijn toebehoir, ’t welke de jongste dogter sal hebben, waertegens de andere kinderen sullen hebben een nieuw bedde volgens ’t vorige accoort ende sulx voor een summa van 150 Car gulden en daarenboven de schuld te betalen een summa van 68 gulden. Verders is versproken dat de vader jaarlix sal verteren 25 Car gulden waarvoor Derk Joosten het lant sal in ’t gebruijck hebben ende inkomsten trecken soo lange de vader leeft. Sullende van den gehele boedel na dode van de vader vooraf genoten worden door Gerrit Lubberts een summa van 60 Car gulden wegens verdient loon. Hebbende vorders verklaart dat door Derk Joosten voornoemt volgens het vorige accord bereits is betaalt een somma van 100 gulden, soo dat hij alsnog in alles schuldig blijft om na dode van de vader te betalen een summa van 300 Car gulden. Sullende al het land bij alle kinderen na dode van de vader voornoemt in gelijke portien gedeelt worden.
Actum ut supra.
Copia. (uittr 19.174 )
Anno 1710 den 24 Augustus.
Ick Lubbert Gerrits ende mijn huisvrouwe Stientien Gerris hebben een accoord ingegaan met onze jonge luiden te weten Derk Joosten ende sijn huisvrouw Annigje Lubberts soo dat die voornoemde jongeluiden sullen hebben uijt te keren aan dese voornoemde kinderen van Lubbert Gerris te weten die dochters elkes een stucke doek van tien elle ende een bedde met sijn toebehoir en aan die soons elk van Lubbert Gerris die somme van 20 Car gulden. Vorders sal Jennegien Lubbers bliven in het huis soo lange als het haar belieft ende dese voornoemde luiden Lubbert Gerris en Derk Joosten haar in kost en drank en linne onderholden ende of dese voornoemde dochter Jennigjen Lubbers quaam te sterven in het huis daar sal haar goet bliven ten huis besten. Vorders hebben de jonge luiden gekogt de halve inboel des huises, soo binnen als buiten, uitgenomen een kiste ende den morgen in Broeck genaamt den Haankamp en den Gerencamp uitgenomen het holtgewas om hetselve te gebruiken tot het huisses beste soo lange als dese voornoemde Lubbert Gerris leeft voor die somme van 200 en 50 Car guldens daarop te betalen alsnu 100 gulden en 100 en 50 gulden na Lubbert Gerris doot.
Onderstont
Dit is het mark van Lubbert Gerris X
Dit is het mark van Derk Joosten B
Pro vera copia J Tichler Verw Scholtes.
f201 - 29 juli 1715 – (uittr 19. 201)
Verw Scholtus J Tichler.
Ceurnoten Joan Snijder en Henrik Peters.
Sijn erschenen Herman Roscamme echtgenoot van Anna Maria Henricks, Gosen Tent, Jan Boerleman, en Joanna Hendriks, geassisteerd door Jan Boerleman als haar voogd. Voorts Jan Gerrits Wesenberg voor sich selfs en Willem Jansen, Hendrik Jansen en Teunis Jansen alle de rato caverende voor de absenten, tesamen erfgenamen van wijlen Anna Henriks, gehuwd geweest met Lubbert Gerrits op Klein Schoten ter ener zijde, en Jannes Lubberts en Derk op Schoten en Anneke Lubberts, kinderen van wijlen Lubbert op Schoten ter andere zijde, zijn met elkaar overeengekomen dat de voornoemde kinderen van wijlen Lubbert op Schoten aan de andere sijde en bekenden dat de voornoemde kinderen van Lubbert op Schoten eens zullen uitkeren aan de voornoemde erfgenamen van Anna Henriks een som van 975 gulden, met behoud van de gehele boedel, zowel roerende als onroerende goederen. Sullende van de bovengenoemde 975 gulden afgetrocken worden al hetgeen enige van de erfgenamen volgens den inhoud van de inventaris schuldig sijn. Deze som geld wordt op Allerheiligen uitbetaald. Actum als boven.
RK OLST
=dubbel 28 Martii 1713 [en onder 1711] Baptus. est Josephus, patr. Theodorus Joosten, matr. Joanna [=Anna] Lubbens. Suscepit Joanna Lubbens.
RK WIJHE
11a April. 1717- bap. Libertus f.l. Theodori Joosten et Annae Lubberts coni. Matrina Gerrigie Teunnis.
5 Nov. 1719- bap. Joes. f.l. Theodori Joosten et Annae Lubberts coni. op Klein Schoten. Matrina Maria Lubberts.
14 Dec. 1721 - bap. Christina f.l. Theodori Joosten et Annae Lubberts coni. op Schoten. Matrina Gerarda Teunis.
- Meupelenberg ligt in het Kloostergebied
27 Feb. 1729 - bap. Phenenna f.l. Theodori Jans et Anna Lubbers coni. op Meuckelenbergh. Matrina [er bovengeschreven:] nomine Mariae Jans, Albertie [doorgestreept: Jans] Hendrix.
RK Wijhe
15a Aug.1717 - bap. Gertrudis f.l. Jois. Hendrix et Gerardae Teunnis coni. op de Kuijperije. Matrina Joa. Hendrix
24 Aug. 1719 - bap. Henricus f.l. Jois. Hendrix et Gerardae Teunnis coni. op de Kuijperie. Matrina Anna Lubberts.
RK Wijhe 23 Jun.1720 - Seine Berents et Joa. Lubberts. Testes Joes. Alberts, Teunis Hendrix, Aleida Brouwers.
uit dit huwelijk
9 Nov. 1721 - bap. Bernardus f.l. Seijne Berents et Joae. Lubberts coni. aan het Schoot. Matrina Maria Lubberts.
Van hen VERDER NIETS GEVONDEN
f250 - 17 apr 1722 – (uittr 14.250)
Ick Joan Tichler der rechten Doctor, Verw Scholtes tot Olst doe kond tuigende hiermede, dat voor mij en Willem op de Averkampe en Jan op de Bonecamp als ceurnoten persoonlijk erschenen sijn Hermannus Berents en zijn vrouw Gerritien Lubberts, zij wordt hierbij geassisteerd door Albert Arents als momber, liggende hij Hermannus Berents krank te bedde en sij Gerritien Lubberts sijnde gaande en staande en bij goede verstande en haar memorie volkomen magtig, verklarende te willen oprichten haar testament en uiterste wille sulx doende in en vermits desen ende dan vooraf revocerende hare voorgaande makingen en dispositien, stelde en institueerde den testator tot sijn erfgenamen sijn vader Berent Derks en moeder Geesjen Gerrits in de legitieme portie blood en alleen en in alle verdere goederen stelt en nomineert hij testator uit een sonderlinge genegenheit tot sijn enige universele erfgenaam sijn lieve huisvrouw Gerretien Lubberts voornoemt om alle deselve het sij koejen gust vee, inboedel des huises en met een woord alle de meubile goederen, gene uitbescheiden, erflijk te behouden en te besitten. Waarna sij Gerritien Lubberts, geassisteert als voren stelt en nomineert tot haar erfgenamen legateert haar broeder Jannes Lubberts en susters Anna, Maria en de andere Maria Lubberts om hare goederen erflijk te behouden en te besitten.
RK Wijhe
6 Sept. 1719 - bap. Catharina f.l. Antonij Kloosterman et Mariae Lubberts coni. op 't Klooster. Matrina Geertie Lubberts
20 Jul. 1721 - bap. Joes. f.l. Antonij Jans et Mariae Lubbers coni. in de Kloosterhoeck. Matrina Jannigie Gerrits.
22 Aug. 1723 - bap. Joes. f.l. Antonij Kloosterman et Mariae Lubbers coni. in de Kloosterhoeck. Matrina Anna Lubbers
21 Oct. 1725 - bap. Aleida f.l. Antonij Jans et Mariae Lubberts coni. in de Kloosterhoek. Matrina Anna Lubberts.
14 Sep. 1727 - bap. Gerardus f.l. Antonij Kloosterman et Mariae Lubbers coni. in 't Clooster. Matrina Hendrina Caspers.
1 Apr. 1730 - bap. Christina f.l. Antonij Jans et Mariae Lubbers coni. in de [doorgestreept: Koestraet] Kloosterhoeck. Matrina Anna Lubberts.
9 Martii 1734 - Bapt. est Joannes Lubbert F.L. Antonii Jans et Mariae Lubberts. Suscepit Hendrina Arents.
RK Wijhe
1720 2 Apr. - juncti Joes. Gerrits et Joanna Teunis. Test. Elis. Bughten, Aleida Brouwers et Berent Santcamp
HIAAT
27 Maij 1725 - bap. Joa. f.l. Jois. Gerrits et Joae. Teunis coni. op Schoten. Matrina Anna Lubbers.
31 [!] Nov. 1727 - bap. Willemina f.l. Jois. Gerrits et Joae. Teunis coni. op Schoten. Matrina Gerrigie Beerents.
VST 1751 -Middele
Oude Quohier En tegenw. Eig. - gebruiker
oude = / Derk op Schoten
tegenwoordig / Eig. ’t Pestengasthuis te Deventer-gebruiker Jannes Gerrits 1vst
Lubbert op Schoten [=groot Schooten?]
Eig. Jan Lubbers
N.B. dit huis staat op het provintieland - gebruiker selver 1vst
dan deze
RK Wijhe
27 Dec. 1716 - bap. Libertus f.l. Jois. Lubberts et Gerardae Gerrits coni. op Schoten. Matrina Maria Lubberts.
8 Junij 1719 - bap. Maria f.l. Jois. Lubberts et Gerardae Gerrits coni. op 't Koeslagh. Matrina Maria Gerrits.
19 Mar. 1724 - bap. Christina f.l. Jois. Lubbers et Gerardae Gerrits coni. op de Koeslagh. Matrina Gerarda Lubbers.
21 Oct. 1725 - bap. Joes. f.l. Jois. Lubberts et Gerarda Gerrits coni. op de Koeslagh. Matrina Catharina Gerrits.
3 Maij 1727 - bap. Joa. f.l. Jois. Lubberts et Gerardae Gerrits coni. op Swaeckenbergh. Matrina Catharina Gerrits
5 Jul. 1730 - bap. Gerardus f.l. Jois. Lubberts et Gerardae Gerrits coni. bij de Lughtenbergh. Matrina Anna Lubberts.
19 April 1733 - Bap. est Henricus F.L. Joannis Lubberts et Gerardae seu Geertje Gerrits conj. op Swakenberg. Suscepit Catharina Gerrits.
14 Augusto 1735- Wilhelmina F.L. Joannis Lubberts et Gerardae Alberts conj. op Zwakenberg. Suscepit Maria Lubberts.
29 Augusto 1739 - Catharina F.L. Joannis Lubberts et Gerardae Gerrits conj. op Zwakenberg bij Lugtenberg. Suscepit Maria Jansen.