ria jongman schreef: ↑03 mar 2022, 22:46
Is het mogelijk dat Berent Jans een tijd bij hem ingewoond heeft?
Ik vind het aannemelijker dat hij bij zijn andere schoonzoon inwoonde: Claas Bergman.
Die woonde volgens het huizenregister in 1741 in Genne, maar in de volkstelling van 1748 woont hij in Streukel.
Ik ben nog steeds bezig om de proberen dat puzzeltje te leggen.
Ook omdat Berend Jochems niet in huizenregister 1741 terug te vinden is, maar wel in de volkstelling 1748 en vuursteden 1751.
Waarschijnlijk zijn dit zijn ouders:
- Zwolle, d. 20. April (otr)
07-05-1700 Jochem Engbertz j.m. en
Machtelt Berentz j.d.
Proclamatien gaan mede tot Dalfzen
doopboek Zwolle:
- 28-09-1702: Jochem Engberts en zijn vrouw Magtelt Berents laten hun dochter Geesjen dopen
- 10-03-1705: Jan Jochem Engbertsen zijn vrouw Magteltie Berents laten hun zoon Engbert dopen
- 08-11-1711: Jochem Egberts en zijn vrouw Magteltje Berendts laten hun zoon Engbert dopen
en in het doopboek van Hasselt:
- 1706
10 octob: | Jogem Egberts húisman, (Geesjen) Magtel Berends | Berent
en dan:
juli 1716: Jochem Egbers wonende te Genne; zijn vrouw is begraven op het Bergkloosterkerkhof
NB: Berend Jochems en Gerregien Gerrits Seegveld laten een Jochem en een Machteldje dopen.
Jochum Engbers is terug te vinden in zoutgeld 1694, tussen Klaas Klaasen en Henrik Arens. In vuursteden 1682 woont Engbert Claesens wed. tussen deze twee. En omdat je vuursteden 1682 en 1751 kunt koppelen: dan woont Berend Jochems op datzelfde erf, waar Engbert Claesens woonde. En dat erf was een van de drie erven die bij Glinthuis hoorde.
Jochum Engbers is niet terug te vinden in hoofdgeld 1723.
Maar het lijkt er dus wel op, dat Berend Jochems pachter is geweest van een erf, dat ook gepacht werd door zijn vader, en mogelijk zelfs zijn grootvader.
En wat ik ook vreemd vind: Glinthuis was al sinds rond 1705 in bezit van een heer van Ansen. Maar die staat wel vermeld in vuursteden 1751, maar in het huizenregister vind ik hem niet terug als eigenaar.
Dus twee van de drie pachters, die in 1751 vermeld worden, en die je ook zou verwachten daar te pachten in 1741, zijn in dat register niet te vinden.
De derde pachter van 1751 is Rutger Jurriens, die in 1741 pachtte van Freule Broekhuisen. En die hoort bij havezate den Doorn. Dus waarschijnlijk op een ander erf.