Familie Beumer(s) (Bomer, Boemers, Bömer(s), Böemers)

[ria jongman]

Overledene: Jennigjen Lammers Voorhorst
Geboorteplaats: niet vermeld
Geslacht: Vrouw
Leeftijd: 92

Vader: Lammert Voorhorst

Moeder: Agnita Jacobs Beumer

Gebeurtenis: Overlijden
Datum: 14-02-1821
Gebeurtenisplaats: Olst

Documenttype: BS Overlijden
Erfgoedinstelling: Collectie Overijssel
Plaats instelling: Zwolle
Collectiegebied: Overijssel
Archief: 0123
Registratienummer: 10149
Aktenummer: 12
Registratiedatum: 15-02-1821
Akteplaats: Olst
Collectie: Burgerlijke Stand in Overijssel
Boek: OLST 1811-1950__tblOverlijdensakten

(bron: wiewaswie.nl)

Dit is pas de 1e keer dat de naam Voorhorst bij dit echtpaar wordt gebruikt.
Maar mooi dat nu toch bewezen is dat hij dezelfde is als deze

Lambert Gerrits op de hofstede de Korten Oever testeert aan zijn vrouw Angenetha Beumers, en aan zijn kinderen Jennegien, Gerrit, Aertien en Willem de gehele nalatenschap - Olst invnr 15 dd 07-09-1761 folio 223

[ria jongman]

Olst deel 6 folio 69
30-03-1756 transportakte
door Gerrit Hummen Schokkenkamp x Gergjen Beumers, Evert Beumer, Woltjen Beumers, Jan Gerrits Schokkenkamp als gevolm. van Barta Beumers, wed. van Jan Aelders Voorst, Luiloff Beumers en Alberd Hendriks Bredenoord als voogden over de kinderen van wijlen Hendrik Beumer en zijn vrouw Johanna Sophia Hendriks
Aan: Jan Hengeveld en zijn vrouw Evertjen Jacobs

Ene Berent Beumer laat in Terwolde de volgende kinderen dopen: Woltjen (1692), Bartha (1695) en Evert (1697). Er moet een relatie bestaan tussen deze 3 in de akte vermelde personen met de eveneens vermelde Gerrit Hummen Schokkenkamp x Gergjen Beumers en Lulof Beumer.
Van: een stuk zaailand buitendijks Jan Lubberts Land genaamd, te Welsum

Janna Sophia is een Bredenoord

f 89 Olst den 4 Februari 1746 (uittr 20.89)
Verwalter Scholtus Aert Brouwer, ceurnoten Gerrit Voorstege en Hermen Berends.
Ik Aert Brouwer in der tijd Verwalter Scholtus van Olst stelle tot momberen over Berent, Heijltjen, Aalbert, Maghtelt, Gerritjen, Jan en Johanna Sophija, onmondige kinderen van Johanna Sophija Hendriks bij wijlen Henderik Buemer ehelijk verworven, de personen Albert Hendr Bredenoort en Berent Buemer [Beumer] om der onmondigen profijt te soeken en schade te weren. Voorts erschenen in desen Ed Gerigte Johanna Sophija Hendriks voornoemd, geadsisteerd met Lambert Willems als momber en heeft de voorschreven kinderen voor vaderlijk goed bewesen als volgt. De soons sullen ieder hebben 40 guldens aan geld of een veulen en de doghters ieder een bedde met sijn toebehoren of 40 guldens aan geld. Voorts sullen de kinderen met allen hebben en behouden de halfscheijd in dese navolgende percelen land
1. Buemers Hofstede
2. het Erve
3. het Buijtendijkse land, beneffens Gerrit Janssen in den Engel
4. de Laarsweijde
5. de Hooge Randerweert, uijtgesondert het Lheen dat de vader aangeërft is van zijn vader Berent Buemer
6. de Gaetenweert soo verre die mede haar toegedeelt is.
etc..

Die vader zou dan deze zijn. En zijn ook de andere kinderen uit het 2e huwelijk geboren?

f 426 9 December 1687 (uittr 3.426a en 3.426b)
Coram Scholtes J v Suchtelen. Coornoten Willem van Rossum en Henr Jansen.
Erschenen in dese Ed Gerigte Berent Alb. Boemer en heeft van dese Ed Gerigte versogt datter over sijn onmundige kinder met name Albert en Mechtelt Berents Boemer, momboiren mogen worden gestelt om der onmundigen profijt te soeken en schade te weren. Waarop dan van dese Gerigte gestelt sijn Jacob van Beeck en Willem Luilofs Boemer.

Zoon Albert Berents krijgt nl de Randerweert

Vorders heeft Berent Alberts Beumer ten overstaan van de Gerigte en ter presentie van de momboiren sijnene staat en inventaris opgerigt in manieren navolgende.
Eerstelijck sullen de twee kinderen bij sijn gewesene huisvrouwe ehelik geprocureert, genieten hebben en beholden voor haar moederlijcke goet een acker op het uijlant het Kempken bij ’t huis Manninck, [= mz. Nanninck? zie gegevens Jan Lamberts Voorhorst] neffens de Egenlijcx weert genoemt met sijn holtgewas alles in Voorst en bourschap Gietele gelegen.
Item het groene Marschen tot Voorst en drie akkers in de Voorster Enck gelegen, die Hofstee genoemt de Leudick in Empe gelegen. Waarop de vader heeft aangenomen een nieu huis op te laten setten van drie gebout met een schoorsteen daaruijt ofte driehondert Car gulden daarvoor in de plaatse, en belooft heeft te sullen betalen.
Item de tiende in de Spidtaelder kamp in Emte [Empe?]gelegen.
Noch tweehonderet Car guldens staande bij Jan Jacobs te Empe.
Item de inboedel des huises alles nagesien en opgenomen, soo peerde, koene, sterken, calveren, verkens, rack en rietschap en alles wat daar is bevonden en de boedel toebehoort en met desselfs momboiren daarover eens geworden en geaccordeert, dat de twee kinderen daarvoor sullen hebben te genieten dese bovenstaande tweehondert guldens des sal de vader tot sijnen laste nemen alle schulden wat name en waar deselve mogen sijn en de kinderen daarvan bevrijden en niet mede te doen sullen hebben.
Vorders sal de soon Albert Boemer na doode van sijn vader vooruit genieten een Schaare in de Middelweert of Lege Randerweert genoemt in dese Carspel Olst bourschap Welsum gelegen.

[Egbert_]

Er lijkt iets niet te kloppen:

• Terwolde, 1764
  15 jun. Willem Alberts Bredenoort j.m. s.v. Albert Hendriks Bredenoort kerkmeester tot Oen en
  Johanna Sophia Hendriks Bömer j.d. v.w. Hendrik Bömer thans in Terwolde

Of is de kerkmeester in Oene een andere Albert Hendriks Bredenoort, dan de voogd over Johanna Sophia Hendriks Bömer?

[Willemijn Hofstra]

Om te beginnen even over deze akte:
Lambert Gerrits op de hofstede de Korten Oever testeert aan zijn vrouw Angenetha Beumers, en aan zijn kinderen Jennegien, Gerrit, Aertien en Willem de gehele nalatenschap - Olst invnr 15 dd 07-09-1761 folio 223

Ik heb geen doop gevonden van een Aartien, wel van een Aart op 09-10-1735 te Olst. Aartien lijkt me een vrouw en Aart lijkt me een man.

[ria jongman]

Egbert

Ze zal deze zijn

19 mei 1739 Janna Sophia - Hendrik Boemer Johanna Sophia Hendriks

Johanna Sophia Hendriks Bömer j.d. v.w. Hendrik Bömer thans in Terwolde

jd van wijlen

[Willemijn Hofstra]

Egbert, dat is de dochter van Hendrik Beumer en Janna Sofia Hendriks Gerrits Bredenoort.
Die dochter trouwt met haar neef Willem Alberts Bredenoort, zoon van haar oom Albert Hendriks Bredenoort.

[ria jongman]

Om te beginnen even over deze akte:
Lambert Gerrits op de hofstede de Korten Oever testeert aan zijn vrouw Angenetha Beumers, en aan zijn kinderen Jennegien, Gerrit, Aertien en Willem de gehele nalatenschap - Olst invnr 15 dd 07-09-1761 folio 223

Ik heb geen doop gevonden van een Aartien, wel van een Aart op 09-10-1735 te Olst. Aartien lijkt me een vrouw en Aart lijkt me een man.

BRON ORA OLST invnr 16 f 54 dd 04-06-1782
Agniete Jacobs Beumer weduwe van Lambert Gerrits en geassisteerd met Gerrit Hengeveld laat haar gehele nalatenschap aan haar zoon Willem Lamberts getrouwd met Anna Arents op voorwaarde dat hij zijn moeder haar leven lang zal verplegen. Haar verdere kinderen zijn Jennigje Lamberts, Gerrit Lamberts getrouwd aan Wendele Knoop, Aartje Lamberts gehuwd met Jan Christoffer Remmers. [Verkorte weergave]

• Jennigje Lamberts
• Gerrit Lamberts x Wendele Knoop
• Aartje Lamberts x Jan Christoffer Remmers
• Willem Lamberts x Anna Arents

[Willemijn Hofstra]

Dus de Aart in het doopboek moeten we lezen als een dochter ! Dankjewel

Uit onderstaande akte concludeert Egbert dat ook Gerrit Hunne een zoon is van Willem Lulof Bomer. HAAR lezen als HUN. Maar wie zijn dat de ouders van Gerrit Hunne zijn vrouw Gerritje Beumer ? Omdat hun huwelijk niet gevonden is, kan die naam Gerritje Beumer een vernoeming zijn naar haar man.

f 266 28 Februarij 1708 (uittr 4.266)
Ick Joan Tichler der beiden rechten Dr, Vrew Scholtes tot Olst doe kond en certificere mits desen, dat voor mij en Aert Jonker en Roeloff Jansen als ceurnoten, persoonlik in den Gerichte erschenen sijn Derk Harpste en Grietien Bomers, Jacob Bomer en Aertien Berents, Lulof Bomer en Maria Roelofs, Warner Willems en Willemtien Bomers, Henrik Bomers en Agniete Berents, te samen echtelieden, sijnde de huisvrouwen g’assisteert met haar ehemans voornoemd als haar wettige mombers, voorts Willem Bomer en Gerrit Hunne [Humme] te samen erfgenamen van wijlen haar vader Willem Lulofs Bomer ende bekenden om een summa van penningen te dancke ontfangen en genoten voor desen te hebben verkogt en althans de laaste met de eerste cooppennink betaalt sijnde, gecedeert en overgedragen, sulx doende kracht deses, aan Jan Lamberts en Henrikje Berents sijn huisvrouwe en haar beider erfgenamen seker stucke lants den acker op ’t Hondert-stuck genaamt, liggende oostwaarts aan de Gemeene Straate, suijdwaarts de Weduwe van Henrik van Markel, westwaarts ’t erve de Mate ende noortwaarts de voornoemde Wed Markel, soo en als deselve in dese Carspel Olst boerschap Welsum, vorders in sijn bekende bepalinge gelegen is. Gevende de voorschrevene acker alsoo volcomen aan coperen over sonder daarop enige actie of pretentie te reserveren, onder belofte van dit verkogte lantperceel te sullen wachten en waren voor alle evictie en opsprake, soo en als na Lantrecht van Overtijssel gebruikelijk is. Sonder argelist. In waarheitskennisse heb ik Verw Scholtes voornoemd, neffens Jacob Bomer uijt aller comparanten name als hiertoe van deselve expres versocht sijnde, desen gesegelt en eijgenhandig ondertekent. Actum Olst den 28 Februari 1708. W.g. J Tichler Verw Scholtes.
Het woord "haar" lees ik hier als "hun"

[ria jongman]

Ik heb al eens eerder aangegeven dat in de oude aktes 'haar' als bezittelijk naamwoord het tegenwoordige hun is
dus; --- haar ouders betekent dan hun ouders.

Gerrigje heeft ook als patroniem Berents?
Ze wordt in één adem genoemd met de anderen.
Ze heeft ook haar oudste zoon zo genoemd.

Lijkt ze me een dochter van Berent Beumer.
Kun je haar doop niet vinden?

[ria jongman]

bericht 2

Hetzelfde land staat hier vermeld

50e penning
4 September 1755 Jan Hengevelt op ’t Ark aangegeven dat hij op den 20 Augustus deses jaars
van de erfgenamen van Berent Gijsberts Hofmeijer had aangekogt een stuk bouwland
buitendijks Jan Lubberts land genaamt in de boerschap Welsum gelegen voor ƒ 700


Olst deel 6 folio 69
transportakte dd 30-03-1756
door Gerrit Hummen Schokkenkamp x Gergjen Beumers, Evert Beumer, Woltjen Beumers, Jan Gerrits Schokkenkamp als gevolm. van Barta Beumers, wed. van Jan Aelders Voorst, Luiloff Beumers en Alberd Hendriks Bredenoord als voogden over de kinderen van wijlen Hendrik Beumer en zijn vrouw Johanna Sophia Hendriks
Aan: Jan Hengeveld en zijn vrouw Evertjen Jacobs
Van: een stuk zaailand buitendijks Jan Lubberts Land genaamd, te Welsum

Lulof Jans Beumer is in de plaats van Gijsbert Hoffmeijer voogd geworden

f 89 Olst den 4 Februari 1746 (uittr 20.89)
Verwalter Scholtus Aert Brouwer, ceurnoten Gerrit Voorstege en Hermen Berends.
Ik Aert Brouwer in der tijd Verwalter Scholtus van Olst stelle tot momberen over Berent, Heijltjen, Aalbert, Maghtelt, Gerritjen, Jan en Johanna Sophija, onmondige kinderen van Johanna Sophija Hendriks bij wijlen Henderik Buemer [Bomer] ehelijk verworven, de personen Albert Hendr Bredenoort en Berent Buemer [Beumer] om der onmondigen profijt te soeken en schade te weren

f 177 Olst den 3 November 1754 (uittr 20.177)
Verwalter Scholtes Aert Brouwer, ceurnoten Hendrik Kiesebrink en Gerrit Dingshoff.
Ik Aert Brouwer in der tijd Verwalter Scholtes van Olst stelle tot momboiren in plaatse van wijlen Gijsberts Hoffmeijer over Berent, Heijle, Machtelt, Gerregien, Jan en Fije, onmondige kinderen van Johanna Sophia Hendriks, bij wijlen Hendrik Buemer in egte verwekt de persoon Luiloff Jans Beumer om de onmondigen haar profijt te zoeken en schade te weren, ’t welke hij Luilof Jans Buemer in de Gerigte bij handtastinge in edes plaatse heeft aangenomen en beloofd om zijn pleegkinderen, personen en goederen na zijn beste vermogen en als een goede momboire na regte schuldig is, te sullen administreren en voorstaan.
Actum dato als boven. Wg Aert Brouwer Verwalter Scholtes.

50e penning
15 Maart 1746 Johanna Sophije Hendriks bekend doen maken dat zij voor haar en hare kinderen
op den 3den Februari deses jaars met de weduwe van Gijsbert Hendriks hare schoonmoeder
met hare mede erfgenamen een deijlinge hadden gehouden wegens Beumers Hofstede
in de buirschap Welsum gelegen aan haar en aan hare kinderen te deele gevallen onder
conditie dat door haar en ahre kinderen aan haar schoonmoeder en consorten sal moeten
worden uitgekeert een summa van ƒ 734 – 1 – 5 welke summa op de 50ste penning koomt
aan te geven.