Bericht
door ria jongman » 10 nov 2024, 12:37
Het is niet te bewijzen dat Maria Meijers directe familie is van Jacob Gerrits Bredenwolt alias Meijer,of van zijn broers/zussen.
Mogelijk ligt de verbinding een generatie eerder.
Bij de ouders Gerrit Hendriks en Gerregjen Derks.
Het kan ook gewoon Maria haar keuze zijn geweest om Hendrina Voorhorst als erfgenaam aan te wijzen. Omdat ze bij Hendrina inwoonde en verzorging van haar kreeg. Uiteindelijk is ze van 1702
Maria sluit haar broer en schoonzus uit, testeert wel hun kinderen en sluit verder alle mogelijke erfgenamen uit.
Jan Jansen Meijer x Maria Everts
kinderen
- Christina
- Hendrik
- Joanna
Olst testament dd 28 nov 1693. (uittr 14.6)
Ick Joan van Sugtelen in dese tijd Verw. Scholtus tot Olst doe cond en certificere mits dese, dat voor mij en Ceurnoten H.D.Heijlever en Jan Teunissen in dese Gerigte gecompareert en versche-nen is Jan Jansen Meijer gaende en staende gesonder lijve ende bij volkomen verstand, welke in betragtinge vernemende de swackheijt des menschelijker natuire en de gewijsheijt des doods, en de onsekere uijre van deselve, oversulx van sijne tijdelijke nalatenschap willende disponeren, verklaarde zij testator dit sijn testament en uijterste wille opgerigt te hebben, sulx doende kragt deses in manieren navolgende. Eerstelijk stelt en institueert testator tot sijne enige en universele erfgenamen na sijne doode in alle natelatene goederen, roerende en onroerende, allodiale en leengoederen, en in specie het lheengoed van seker stuck lants genaemt "de Hoffste" met een seker stuck lant "het Haefken"genaemt, bijde in dese Carspel van Olst en Bourschap Welsum gelegen, volgens consent en octroy van de lheengever de Weledelgeb.Hr. Joan van Coevorden en Joan van Borkels neffens Jacob Jochem [h...?] als mannen van lheenen op den 16.07.1678 sij gepasseert om ten alle tijden tegenwoordig dagelijks rigter daar over te willen disponeren, volgens inhout van de leenacte alhier in de Gerigte staant en waardig erkent] sijne 3 kinderen met name: Christina, Henrick en Joanna Jansen bij sijn huijsvrouw wijlen Maria Everts verworven, om alle desselfs nalatenschap in egale en gelijke porties soo gerede als ongerede , neffens de leengoederen hebben en genieten. Hierenboven legateert en geeft testator aan sijn soon Henrick Jansen uit sonderlinge consideratie vooraf uit sijne nalatenschap vijftig car.Gld. Blijvende nogtans in de voornoemde erfenis en goederen elk na, waarmede sluitende verklaarde zij testator dit sijn testament en uijterste wille vrij en onbedwongen sonder aanrade van iemant opgerigt te hebben, welke zij ook begeerde, dat na sijn doot in allen deels stiptelijk agtervolgt en nagekomen mogte worden ’t sij als een testament, codicil, gifte ter oorsacke des doods, ofte onder den levendige ofte andersints. Sonder argliste. Daer dit aldus geschiede , waren hier neffens mij Scholtus als ceurnoten Lubbert Joosten , Hendrik Cramer en Henrick Dercks Hijlseder. In kennisse der waarheijt hebbe ick dese gesegelt, getekent en heeft de Gerigtsschriver Jacob van Rossum dese neffens mij op ’t versoeck en uijt comparants name dese mede getekend en gesegelt. Geschied te Olst den 28 november 1693.
Zoon Hendrik
1]Hendrik Meijer x Willemina Alberts wed. Derk Hendriks
f 11 - Actum Olst 7 julij 1701 (uittr 19.11)
Verw Scholtes J Tichler Dr
Ceurnoten de Welgeb Heer Tijman Stuerman tot de Stolteberg en Derk Overenk
Ick Joan Tichler I U D en Verw Scholtes tot Olst stelle tot momberen over Jan, Aeltien en Gerrigien, onmundige kinderen van Wilhelmina Alberts bij wijlen Derk Henriks ehelik geprocreeert, de personen van Jan Alberts en Jan Schultink. W G J Tichler
Voorts erschenen in desen Ed Gerigte Wilhelmina Alberts g’assisteert met haer broeder Derk Alberts als momber in desen en heeft de 3 voorn kinderen voor vaderlik goet bewesen als volgt.
Voor eerst de caterstede den Crommendijck met alle ap en dependentien van dien, soo en als deseve door wijlen Derk Henrix en bovengemelde Wilhelmina Alberts is aengekogt en deselve tegenswoordig door haer beseten wort. Sullende daerenboven boven de keuken een solder in de tijt van de minderjarigheijt den kinderen gelegt en ’t ongewende santlant in d’eerste jaren tot bogaert beplant worden.
Ten tweede een stuck hooij of weidelant de Tingiene genaamt voor dese uijt het Erve den Hoff aengekogt.
Ten derde de halfscheijt van een capitaal van ses hondert gulden, makende 300 gulden.
En aan meubile goederen 8 hantdoeken, 4 grove tafellakens, 5 paer kussentogen, 24 van de vadershemden, 3 dousijn pellen servetten van eene bloeme, 11 gans-ogen servetten, 2 lange pellen tafellakens van eene bloeme, 1 ront pellen tafellaken, een ront gansogen tafellaken, een ront tierenteis tafellaken, 6 neusdoeken – voor de vaders kleere hebben de kinderen gout en silver gekregen – een hemtrock met silveren knopen voor de soom, een stuk vijffvierdel doek van 40 elle, 1 dito van 32 elle, een stuck half doek van 20 elle, een dito van 19 elle, een lappien lijeden doek van 8 elle, een lapien grof doek van 10 elle, een stuckjen fijn doek van 15 elle, een silveren beker van een mengelen, 6 silveren lepels waervan 3 de bruijdegom Henrik Meijer haer vereert heeft, het silverwerk van de moeders beijde sijden voor de beijde dochters na dod van de moeder, 3 stuckjes gout elk vijff gulden, ijder een kiste, als sij die van vader hebben, en een bedde met sijn toebehoir. En de soon een vullen [= veulen] off 20 guldens in de plaetse.
Waertegens de moeder sal behouden navolgende parcelen:
Vooreerst tweederde parten in ’t iwlant en een derde part in Gerrit Geerlichs plaatse, een sesde part uijt het goet van haer vader saliger Albert Derks tot Welsum de halfscheijt van 2 ackers op den langen Oever tot Welsum, voorts peerden, koeijen, saat, gewas op ’t lant en met een woort alle meubile goederen van wat aert off natuire deselve sijn mogte. Nemende daerentegens de moeder op haer alle schulden hoe en waer de selve moge bevonden worden ende belovende de kinderen eerlik te sullen opvoeden, lesen, schrijven en naijen te laten leeren en 18 jaren out sijnde behoorlik in kledinge uijt te setten en het hier boven beloofde aen de selve uijt te keeren. Sijnde mede expres g’accordeert, dat het kindergoet sal sterven en erven van het eene kint op het andere tot het laaste toe, na welkers aflijvigheijt het selve sal sterven op de naeastberechtigde. Aldus geschiet ten presentie van de voornoemde momberen, welke beijde, gelijck mede de moeder, bij hanttastinge verklaerden haere pupillen hiermede genoeg geschiet te sijn en voortaen haer pleegkinderen personen en goederen na haer beste vermogen en als goede momberen na rechte schuldig sijn, te sullen administreren en voorstaen. Actum Anno et die ut supra.
W.G. J Tichler Verw Scholtus.
Uit dit huwelijk
28-10-1702 Maria - Henrijck Meijer en Willemina Alberts
25 Octob. 1705 Derck - Henrijck Meijer Willemina Alberts
19 Jun.1707 Jan - Henrijck Meijer Willemina Alberts
24 Nov. 1709 Magteld - Henrik Meijer Willemina Alberts
30-10-1712 Jan -Henrick Meijer Willemina Alberts
Hendrik is overleden voor 1728