Re: Wie zijn de ouders van Jan Klaassen
Geplaatst: 09 dec 2020, 11:26
Onderstaande heb ik voor je kunnen vinden.
RK Raalte dpb
27 Augusti 1760 - Dina F.L. Lamberti Derks op het Mot bij de Niewe Herberge et Zuanae Gerrits. Levante Joanna Lambers loco Wilhelmi Derks - Lotteberg.
Mogelijk is Dina dus Willemina - en is Wijchmoet jong overleden
Raalte dl 7 f636 - Raalte, 2 apr 1793 - L.J. Walraven, JUDr en Scholtus van Raalte.
Keurnoten de Heer D.J. Walraven en Antonij Westrik.
In het Gericht zijn verschenen Zwane Gerritsen, weduwe Lambert Derksen Maatman, Diena Lambertsen, en beiden geassisteerd door Lambert Helmich als momber, Gerrit Lamberts en Teune Teunissen, ehelieden, Lambert Helmich en Willemina Lambertsen, ehelieden, en Hendrikus Hendriksen de rato caverende voor zijn vrouw Geertruij Lambertsen, ter ener zijde, en Jan Lambertsen, ter anderer zijde. Welke verklaarden met elkaar dit navolgend minzaam accoord te hebben opgericht.
Ten eerste geven de eerste comparanten aan de laatste comparant in volledig eigendom over, cederen en transporteren de gehele voortvaring op de katerstede Maat Lamberts van have en vee, mobilia, zaad en zaadgewassen en in het kort de gehele inboedel, om deze direct te kunnen aanvaarden.
Waarop verschenen is de laatste comparant. Hij verklaarde al het voorschreven aan te nemen en daarvoor de eerste comparante, zijn moeder Zwane Jansen, de tijd van haar leven te onderhouden in kost en linnen en wollen kleren, en na haar dood een ordentlijke begraving aan te doen, en zo lang zij leeft jaarlijks 5 gulden zakgeld te geven. En zo het onvermoedelijk mocht gebeuren dat de oude vrouw met de jonge man of vice versa niet kan omgaan of accorderen, en zulks met redenen kunnen bewijzen, dan [zo] zal de jonge man verplicht zijn aan zijn moeder jaarlijks een somma van 65 gulden uit te keren om daaruit haar nodige alimentatie te zoeken. Verder krijgt iedere zuster een koe, waarvan Willemina Lamberts, Gerrits Lambertsen en Hendrikus Hendriksen deze reeds hebben ontvangen en [zij] quiteren hiermee bij dezen. En dan nog zal hij aan zijn zuster Diena Lambertsen een koe of 70 gulden aan geld geven. En zo lang zij ongetrouwd zijn, behouden zij bij ziekte of zucht een vrije ingang in hun ouderlijk huis.
al hetwelk de gezamenlijke contractanten van woord tot woord is voorgelezen. Zij verklaarden dit contract heilig en onverbrekelijk te zullen nakomen.
- In kennis der waarheid is dit door de Scholtus en op verzoek van de eerste comparanten door Hend. Jorink en de laatste comparant getekend en gezegeld.
en dan deze nog
22-01-1764
Wilhelmus Theodori, viduus an Vrerikshuis in Lotteberg
Hermina Joannis van de Helle
Testibus Wibrando van Boxselt et Wilhelmina Juttert - Lotteberg
Raalte dl 7 f551 - Raalte, 12 mei 1790 - L.J. Walraven, JUDr en Scholtus van Raalte.
Keurnoten Hendrik Jorink en Gerrit Bouwmeester.
In het Gericht zijn verschenen Hermiena Jansen, weduwe van Willem Derksen, voor haar zelf en als moeder en wettige voogdesse van Jan Derk en Gerriedina Willemsen, in dezen geassisteerd met Lammert Derks Maatman als haar momber, ter ener zijde, en Janna Willemsen, geassisteerd, in dezen geassisteerd met haar bruidegom Gerrit Mannessen als [haar] momber, ter andere zijde.
Ten eerste zo verklaart de eerste comparante niet in staat te zijn haar plaatsje langer te kunnen cultiveren, [en] dat zij derhalve voornemens was aan haar dochter Janna Willemsen en [haar] bruidegom Gerrit Mannessen te cederen en te transporteren, zoals zij deed bij dezen, de gehele voortvaring op de katerstede 't Freriks van have en vee, mobilia, alsmede de katerstede 't Frerik zelf, met alle profitabele en lastige boedels schulden, om de ene helft direkt en de andere helft na de dood van de eerste comparante te kunnen aanvaarden. Gevende hier bij over een staat en inventaris van haar boedel door onpartijdige mannen getaxeerd, met het verzoek dat deze met het exhibitum mag worden getekend.
Waarop verschenen is Janna Willemsen, geassisteerd al voren. Zij verklaarde het voorschrevene aan te nemen en daar voor haar moeder de eerste comparante de tijd van haar leven te onderhouden in kost en linnen en wollen kleren, en na haar dood een ordentlijke begraving aan te doen, en jaarlijks tot haar profijt een half "spint lijn" te laten zaaien en 3 gulden zakgeld te geven.
En aan haar broer en zuster Jan Derk en Willemiena Jansen uit te keren aan ieder een somma van 150 gulden. Te betalen als de oudste 25 jaren zal hebben bereikt, Maar deze zal van nu af aan tegen 3 procent moeten worden verrent en jaarlijks prompt te betalen. Alsmede krijgt ieder een kist en het meisje een boek met zilveren krappen, 6 hemden, 6 mutsen en 5 gulden aan geld "tot kleinodien". En na de dood van de eerste comparante zal aan ieder nog moeten worden gegeven een somma van 25 gulden. Verder worden zij, dienende bij ziekte of zucht zo lang zij ongetrouwd zijn, ten alle tijden een vrije ingang in hun ouderlijk huis en [zal zij ze] "besnijderen" laten.
Al hetwelk de gezamenlijke contractanten van woord tot woord is voorgelezen. Zij verklaarden dit contract heilig en onverbrekelijk te zullen nakomen.
- In kennis der waarheid is dit door mij Scholtus en op verzoek van de eerste comparante door Jan Overweg en op verzoek van Janna Willemsen door haar bruidegom Gerrit Mannessen getekend en gezegeld.
en deze
1) Jan Derksen - Fennegien (Fennigje, Fenne) Teunissen Olde Meilink (huwelijk oktober/november 1753)
Raalte dl 7 f83 - Raalte, 16 apr 1779 - L.J. Walraven, JUDr en Scholtus van Raalte.
Keurnoten C.F. Wilde en Teunis Heilersich.
In het Gericht zijn verschenen Fenne Teunissen, weduwe van Jan Bloeme, in deze geassisteerd met de Heer J.A. Boots als [haar] momber, en Gerrit Hendriks en Teune Jansen, sponso [-], en Derk Jansen en Janna Jansen, sponso tutore, ter anderer zijde. Dewelke verklaarden met elkaar te hebben gecontracteerd als volgt.
Ten eerste geven de eerste comparanten aan de laatste comparanten in volledig eigendom over, cederen en transporteren de gehele voortvaring op het erve Bloeme in Luttenberg, van bouwerij, have en vee, zaad en zaadgewassen, mobilia en alles wat daaronder begrepen wordt, credit en debet, alsmede het erve Bloeme zelf en de [daar] bij liggende hof en "maatjen" en in het kort de gehele boedel, zoals die daar ligt, om de ene halfscheid direct en de andere halfscheid na de dood van de eerste comparante te kunnen aanvaarden.
Waarop verschenen zijn Derk Jansen en Janna Jansen [-], geassisteerd als voren. Zij verklaarden het voorschrevene aan te nemen, en daarvoor hun moeder de eerste comparante de tijd van haar leven te onderhouden in kost en kleren van linnen en wol en na haar dood een ordentlijke begraving aan te doen. En aan hun broer Gerrit Hendriks en Teune Jansen eens uit te keren een somma van 300 gulden uitkeren.
Al hetwelk de gezamenlijke contractanten van woord tot woord is voorgelezen. Zij verklaarden dit contract heilig en onverbrekelijk te zullen nakomen.
- In kennis der waarheid is dit door de Scholtus en voor de eerste comparanten door Jan van Duuren en door de laatste comparant voor hem zen zijn bruid getekend en gezegeld.
Geen van de dames is hertrouwd, dus een voogdijakte is niet te vinden, daardoor mis je een toevoeging oom of neef of i.d.
Maar redenerend vanuit de telling 1811 moet je toch een heel eind kunnen komen aan achteraf bewijs, zoals nu blijkt bij Jan Lammmerts.
RK Raalte dpb
27 Augusti 1760 - Dina F.L. Lamberti Derks op het Mot bij de Niewe Herberge et Zuanae Gerrits. Levante Joanna Lambers loco Wilhelmi Derks - Lotteberg.
Mogelijk is Dina dus Willemina - en is Wijchmoet jong overleden
Raalte dl 7 f636 - Raalte, 2 apr 1793 - L.J. Walraven, JUDr en Scholtus van Raalte.
Keurnoten de Heer D.J. Walraven en Antonij Westrik.
In het Gericht zijn verschenen Zwane Gerritsen, weduwe Lambert Derksen Maatman, Diena Lambertsen, en beiden geassisteerd door Lambert Helmich als momber, Gerrit Lamberts en Teune Teunissen, ehelieden, Lambert Helmich en Willemina Lambertsen, ehelieden, en Hendrikus Hendriksen de rato caverende voor zijn vrouw Geertruij Lambertsen, ter ener zijde, en Jan Lambertsen, ter anderer zijde. Welke verklaarden met elkaar dit navolgend minzaam accoord te hebben opgericht.
Ten eerste geven de eerste comparanten aan de laatste comparant in volledig eigendom over, cederen en transporteren de gehele voortvaring op de katerstede Maat Lamberts van have en vee, mobilia, zaad en zaadgewassen en in het kort de gehele inboedel, om deze direct te kunnen aanvaarden.
Waarop verschenen is de laatste comparant. Hij verklaarde al het voorschreven aan te nemen en daarvoor de eerste comparante, zijn moeder Zwane Jansen, de tijd van haar leven te onderhouden in kost en linnen en wollen kleren, en na haar dood een ordentlijke begraving aan te doen, en zo lang zij leeft jaarlijks 5 gulden zakgeld te geven. En zo het onvermoedelijk mocht gebeuren dat de oude vrouw met de jonge man of vice versa niet kan omgaan of accorderen, en zulks met redenen kunnen bewijzen, dan [zo] zal de jonge man verplicht zijn aan zijn moeder jaarlijks een somma van 65 gulden uit te keren om daaruit haar nodige alimentatie te zoeken. Verder krijgt iedere zuster een koe, waarvan Willemina Lamberts, Gerrits Lambertsen en Hendrikus Hendriksen deze reeds hebben ontvangen en [zij] quiteren hiermee bij dezen. En dan nog zal hij aan zijn zuster Diena Lambertsen een koe of 70 gulden aan geld geven. En zo lang zij ongetrouwd zijn, behouden zij bij ziekte of zucht een vrije ingang in hun ouderlijk huis.
al hetwelk de gezamenlijke contractanten van woord tot woord is voorgelezen. Zij verklaarden dit contract heilig en onverbrekelijk te zullen nakomen.
- In kennis der waarheid is dit door de Scholtus en op verzoek van de eerste comparanten door Hend. Jorink en de laatste comparant getekend en gezegeld.
en dan deze nog
22-01-1764
Wilhelmus Theodori, viduus an Vrerikshuis in Lotteberg
Hermina Joannis van de Helle
Testibus Wibrando van Boxselt et Wilhelmina Juttert - Lotteberg
Raalte dl 7 f551 - Raalte, 12 mei 1790 - L.J. Walraven, JUDr en Scholtus van Raalte.
Keurnoten Hendrik Jorink en Gerrit Bouwmeester.
In het Gericht zijn verschenen Hermiena Jansen, weduwe van Willem Derksen, voor haar zelf en als moeder en wettige voogdesse van Jan Derk en Gerriedina Willemsen, in dezen geassisteerd met Lammert Derks Maatman als haar momber, ter ener zijde, en Janna Willemsen, geassisteerd, in dezen geassisteerd met haar bruidegom Gerrit Mannessen als [haar] momber, ter andere zijde.
Ten eerste zo verklaart de eerste comparante niet in staat te zijn haar plaatsje langer te kunnen cultiveren, [en] dat zij derhalve voornemens was aan haar dochter Janna Willemsen en [haar] bruidegom Gerrit Mannessen te cederen en te transporteren, zoals zij deed bij dezen, de gehele voortvaring op de katerstede 't Freriks van have en vee, mobilia, alsmede de katerstede 't Frerik zelf, met alle profitabele en lastige boedels schulden, om de ene helft direkt en de andere helft na de dood van de eerste comparante te kunnen aanvaarden. Gevende hier bij over een staat en inventaris van haar boedel door onpartijdige mannen getaxeerd, met het verzoek dat deze met het exhibitum mag worden getekend.
Waarop verschenen is Janna Willemsen, geassisteerd al voren. Zij verklaarde het voorschrevene aan te nemen en daar voor haar moeder de eerste comparante de tijd van haar leven te onderhouden in kost en linnen en wollen kleren, en na haar dood een ordentlijke begraving aan te doen, en jaarlijks tot haar profijt een half "spint lijn" te laten zaaien en 3 gulden zakgeld te geven.
En aan haar broer en zuster Jan Derk en Willemiena Jansen uit te keren aan ieder een somma van 150 gulden. Te betalen als de oudste 25 jaren zal hebben bereikt, Maar deze zal van nu af aan tegen 3 procent moeten worden verrent en jaarlijks prompt te betalen. Alsmede krijgt ieder een kist en het meisje een boek met zilveren krappen, 6 hemden, 6 mutsen en 5 gulden aan geld "tot kleinodien". En na de dood van de eerste comparante zal aan ieder nog moeten worden gegeven een somma van 25 gulden. Verder worden zij, dienende bij ziekte of zucht zo lang zij ongetrouwd zijn, ten alle tijden een vrije ingang in hun ouderlijk huis en [zal zij ze] "besnijderen" laten.
Al hetwelk de gezamenlijke contractanten van woord tot woord is voorgelezen. Zij verklaarden dit contract heilig en onverbrekelijk te zullen nakomen.
- In kennis der waarheid is dit door mij Scholtus en op verzoek van de eerste comparante door Jan Overweg en op verzoek van Janna Willemsen door haar bruidegom Gerrit Mannessen getekend en gezegeld.
en deze
1) Jan Derksen - Fennegien (Fennigje, Fenne) Teunissen Olde Meilink (huwelijk oktober/november 1753)
Raalte dl 7 f83 - Raalte, 16 apr 1779 - L.J. Walraven, JUDr en Scholtus van Raalte.
Keurnoten C.F. Wilde en Teunis Heilersich.
In het Gericht zijn verschenen Fenne Teunissen, weduwe van Jan Bloeme, in deze geassisteerd met de Heer J.A. Boots als [haar] momber, en Gerrit Hendriks en Teune Jansen, sponso [-], en Derk Jansen en Janna Jansen, sponso tutore, ter anderer zijde. Dewelke verklaarden met elkaar te hebben gecontracteerd als volgt.
Ten eerste geven de eerste comparanten aan de laatste comparanten in volledig eigendom over, cederen en transporteren de gehele voortvaring op het erve Bloeme in Luttenberg, van bouwerij, have en vee, zaad en zaadgewassen, mobilia en alles wat daaronder begrepen wordt, credit en debet, alsmede het erve Bloeme zelf en de [daar] bij liggende hof en "maatjen" en in het kort de gehele boedel, zoals die daar ligt, om de ene halfscheid direct en de andere halfscheid na de dood van de eerste comparante te kunnen aanvaarden.
Waarop verschenen zijn Derk Jansen en Janna Jansen [-], geassisteerd als voren. Zij verklaarden het voorschrevene aan te nemen, en daarvoor hun moeder de eerste comparante de tijd van haar leven te onderhouden in kost en kleren van linnen en wol en na haar dood een ordentlijke begraving aan te doen. En aan hun broer Gerrit Hendriks en Teune Jansen eens uit te keren een somma van 300 gulden uitkeren.
Al hetwelk de gezamenlijke contractanten van woord tot woord is voorgelezen. Zij verklaarden dit contract heilig en onverbrekelijk te zullen nakomen.
- In kennis der waarheid is dit door de Scholtus en voor de eerste comparanten door Jan van Duuren en door de laatste comparant voor hem zen zijn bruid getekend en gezegeld.
Geen van de dames is hertrouwd, dus een voogdijakte is niet te vinden, daardoor mis je een toevoeging oom of neef of i.d.
Maar redenerend vanuit de telling 1811 moet je toch een heel eind kunnen komen aan achteraf bewijs, zoals nu blijkt bij Jan Lammmerts.