Pagina 11 van 14

Re: Stamboom Hollewand - Olst-Wijhe-Zwollekerspel

Geplaatst: 19 feb 2022, 15:38
door Egbert_
ria jongman schreef:
19 feb 2022, 14:23
Jan Lubberts is de zoon van Lubbert Gerrits op kleinschoten.
Lubbert Gerrits op kleinschoten is niet de enige Lubbert, die in Wesepe een zoon Jan laat dopen.
    • 26 januari 1681:
      Lubbert Westrink
      Jan
    • 2 juni 1700
      Lubbert Westrik
      Jan
trouwboek Windesheim
  • 26-02-1719 Jan Lubberts Westrick j.m. van Wesep thans onder Raalte wonende met
    Aaltjen Bartles wed: van Stoffel Gerrits in Winsheim
    met attestatie van Wesepe en Raalte
Vraag: is dit de dopeling van 1681 of die van 1700. 18 jaar of 38 jaar bij trouwen.
Te gemakkelijk wordt er meestal van uit gegeaan, dat als er een tweede Jan gedoopt wordt, de eerste wel overleden moet zijn.
ria van bessen schreef:
13 sep 2017, 21:39
Jan Lubberts Westra treedt als keurnoot op in 1711 en hij huwt als zodanig op 26 febr 1719.
Lubbert Westra heeft een Jan als onmondig kind. De voogdijakte is van januari 1719.
Je kunt je afvragen of de Jan die een maand later huwt dan wel voogden nodig heeft, vooral omdat hij in 1711 al als keurnoot optreedt.
Het zou dus mogelijk kunnen zijn dat Lubbert Westra 2 x een Jan heeft.
Lubbert van Schooten is echt een andere en bovendien RK
Ik moet die familie Westrik nog verder uitwerken, maar mogelijk is de voogd van 1754, Jan Lubberts op den Schooten de dopeling Jan Westrik van 1700.

Jan Lubberts de zoon van Lubbert Gerrits op kleinschoten
doopboek Wesepe:
  • 13 sep 1691- Lubbert op den Schooten, zijn kind laten dopen, gen. - Jannes
doopboek Wijhe RK:
  • 27 Dec. 1716 - bap. Libertus f.l. Jois. Lubberts et Gerardae Gerrits coni. op Schoten. Matrina Maria Lubberts.
  • 29 Augusto 1739 - Catharina F.L. Joannis Lubberts et Gerardae Gerrits conj. op Zwakenberg bij Lugtenberg. Suscepit Maria Jansen.
In de volkstelling van 1748 Olst, buurschap Duir:
(nr 16) Jannes Lubberts en vrouw met 2 kinderen boven de tien jaar
(nr 17) Toon op Logtenberg en vrouw met 1 kind beneden de tien jaar.

Op nr. 16 moet dan wel Jan Lubberts de zoon van Lubbert Gerrits op kleinschoten zijn. Zwakenberg is in Duur, en niet in Middele. En deze Jan Lubberts woont naast de Lugtenberg.

Hij kan dus niet de buurman van Jan Gerrits in Middele zijn, die Jan Lubberts heet.
Jan Gerrits in Middele heet in het RK trouwboek 1750 Jannis Klein Schoten in de Middelerhoek.
En omdat zijn buurman Jan Lubberts heet, neem ik aan dat dat de voogd van 1754 Jan Lubberts op den Schooten is.
Twee verschillende personen dus. De een protestant, de ander rk.

De achternaam is in Olst en omstreken zelden de familienaam, maar de naam van waar je woont, of geboren bent. Dat laatste meestal bij ongehuwde personen.

En de zoon Jannes van Lubbert Gerrits op kleinschoten woonde na het dopen van zijn eerste kind niet meer op Klein Schoten. Dus zeer waarschijnlijk dat hij ook niet meer Klein Schoten heette.

Re: Stamboom Hollewand - Olst-Wijhe-Zwollekerspel

Geplaatst: 19 feb 2022, 16:24
door ria jongman
Egbert, wat bedoel je nu?

Jan Lubberts is de zoon van Lubbert Gerrits op klein schoten.
Maar niets wijst er op dat hij de vader is van Willemina, Janna en de broer NN [mogelijk Gerrit].
Dat zijn de kinderen van Jannes Gerrits en Janna Teunis Bannenbroek.

Dus waarom nog verder naar Jan Lubberts zoeken. Er zijn er inderdaad meer, maar die we nodig hadden hebben we toch getraceerd?

Re: Stamboom Hollewand - Olst-Wijhe-Zwollekerspel

Geplaatst: 19 feb 2022, 16:43
door ria jongman
bericht 2

VST 1751 - Middele
Oude Quohier En tegenw. Eig. - gebruiker

oude = / Derk op Schoten [= klein Schoten]
tegenwoordig / Eig. ’t Pestengasthuis te Deventer-gebruiker Jannes Gerrits 1vst

Lubbert op Schoten = groot Schoten
Eig. Jan Lubbers
N.B. dit huis staat op het provintieland - gebruiker selver 1vst

*

VOT 1748 Middele
Jan Lubberts en vrouw 1 boven 10 jr 2 onder 10 jr -

Jan Gerrits en vrouw 2 kinderen boven 10 jr - -

Re: Stamboom Hollewand - Olst-Wijhe-Zwollekerspel

Geplaatst: 19 feb 2022, 17:05
door Egbert_
In de voorafgaande bijdrages is er (soms) van uitgegaan dat Jan Lubbers op (Klein) Schoten de vader van Willemina Jans zou zijn
ria jongman schreef:
13 feb 2022, 19:30
ORA Olst deel 20
f 248
Olst den 7 Maij 1763 in de buurschap Middele.
Verwalter Scholtus Aert Brouwer, ceurnoten Jan Lubbers op den Schoten en Derk Lamberts op Spillendrajer.
Erschenen in desen Ed Gerigte Hendrik Lamberts, tegenswoordig woonagtig bij zijn zoon Jan Hendriks op den caterstede den Rodden genaamt in Middele, ter eenre, en Jan Hendriks en zijn vrouwe Willemina Jansen ehelieden marito tutore ter andere zijde. [-]

En alsik het goed heb, dan is de vader van Willemina Jans een ceurnoot.
Ik probeer dus duidelijk te maken dat deze Jan Lubbers op den Schoten (1735, 1744, 1754, 1763) niet de vader is van Willemina Jansen, en ook niet de zoon van Lubbert Gerrits op Klein Schoten. Maar gewoon de buurman.

De vader van Willemina Jansen heet dus Jan Gerrits, alias Jannis Klein Schoten in de Middelerhoek.

Maar of en hoe hij een nakomeling is van Lubbert Gerrits op Klein Schoten, dat is nog niet bewezen.
Dat hij een zoon is van Gerrit op Klein Schooten, die van 1702 tot 1708 kinderen liet dopen in Wesepe, is wel aannemelijk. Maar (nog) niet bewezen.

Ook de trouwinschrijving van Jannes Gerrits x Joanna Teunis heb ik nog niet kunnen vinden.

Lubbert op den Schoot laat 4 kinderen dopen in Wesepe, vanaf 1687.
Maria (1687?), Jannes (1691) en Anna (1697?) laten alle drie een Christiana dopen.
Aannemelijk dus uit het tweede huwelijk met Stientje Gerrits.
Gerrit Klein Schoten laat al in 1702 een kind dopen, en moet dus ouder zijn, geboren voor 1687. En dus aannemelijk een kind uit het eerste huwelijk.
Als dat allemaal klopt, dan is:
  • 1725 27-mei Joanna Joannis Gerrits Joanna Teunis op Schoten Anna Lubbers
Anna Lubbers, de halve zus van de vader van Jannes Gerrits, en dus oudtante van de dopeling. Maar dan wel een jonge oudtante. 38 jaar (27-02-1687, Anna Maria) of 28 jaar (7 maart 1697, Janna).

De dopeling van 1697 zou ook heel goed zus (van Anna Lubberts) Jennigje kunnen zijn.

NB:
Vanwege doopinschrijvingen pas vanaf 1687 en vanwege vuursteden
  • VST 1751 - Middele
    Oude Quohier En tegenw. Eig. - gebruiker

    oude = / Derk op Schoten [= klein Schoten]
    tegenwoordig / Eig. ’t Pestengasthuis te Deventer-gebruiker Jannes Gerrits 1vst

    vuursteden 1682
Is hij later, mogelijk na zijn hertrouwen Stientje Gerrits, op Klein Schoten komen wonen. En vanwege het patroniem van Stientje, is Derk op Schoten niet haar vader.

Ook mogelijk: Lubbert Gerrits op Klein Schoten woonde eerst op Groot Schoten, en pas later op Klein Schoten

vraag: In welk jaar wordt Lubbert Gerrits genoemd als wonende op Klein Schoten ?

Re: Stamboom Hollewand - Olst-Wijhe-Zwollekerspel

Geplaatst: 19 feb 2022, 20:03
door ria jongman
De huwelijksakte van Jan / Jannes Gerrits en Janna Teunis Bannenbroek had ik al eerder geplaatst.

Rk Wijhe 1720 2 Apr. - juncti Joes. Gerrits et Joanna Teunis. Test. Elis. Bughten, Aleida Brouwers et Berent Santcamp


**
f 76 19 November 1683 (uittr 3.76)
Ick Hendr van Suchtelen, secretaris der Stadt Deventer en in der tijt Verwalter Scholtes tot Olst, doe
cond en certificere in en vermits deses, dat voor mij en ceurnoten nabenoemt binnen Deventer alwaar mij de aarde vergunt was, gecompareert en erschenen is Doctor Joan van Borkuloo als gevolmachtigde van de Welgeb Heere Joan Gerrit de Vriese toe de Wesenberch ende bekende om een summa van penningen ten genoegen voldaan en betaalt, verkogt, gecedeert en getransporteert te hebben, cedeert en transporteert kragt deses aan Lubbert Gerrits op Klein Schoten en Anneken Hendricks eheluiden en haar erfgenamen een seker stucke saaijlant met sijn eijken heggehout daarop staande de Geesecamp genoemt tusschen Borgemr Sloot en het Velt gelandet in de Kerspel van Olst bourschap Middele gelegen in dier gestalt als het de cooper in het gebruick gehadt heeft, gevende jaarlix in ordinaris schattingencontributie een gulden, transporteert dan alsoo comparant voornoemt stucke lants in deses Eedele Gerigte aan en ten erfflijcken profijte van Lubbert Gerrits op Klein Schoten en Anneken Henrickx eheluiden en harer erfgenamen, belovende dese erfcoop te sullen staan wachten en waren voor allerleij evictie en opsprake na regte en lantregte van Overijssel gebruickelijk is oock soo nodich ten allen tijde daarvan beter of stercker vestenis te willen doen, sonder argelist. Daar dit aldus geschiede waren met mij Verwalter Scholtes aan en over als ceurnoten Jr Ernst van Beerde en armen Berends Koekenbacker.
Des ten oirconde hebbe ick dese gesegelt en getekent en heeft comparant dese mede getekent en gesegelt. Actum den 19 November 1683.


f 404 14 Januarij 1685. (uittr 3.404)
Gesubst Scholtes Jacob van Rossum. Cournoten Lubbert op Kleinschoten en Jan Spillendraijer.

f 268 28 Juli 1686 (uittr 3…)
Staat en inventaris van de gerede en ongerede goederen van Lubbert op Kleinschoten en desselfs overledene huisvrouw Anneken Hendricks, ter presentie van sijn overledene huisvrouwe vrinden, opgerigt als volgt.
Vaste en onroerende goederen:
1. voor eerst de kaijencamp liggende in ’t Lierderbroeck in ’t Carspel van Wijhe en bourschap Wechterholt, ongeveer een morgen lant
2. item een camp lants genaamt de Geesencamp in ’t Carspel Olst bourschap Middel gelegen, aangekogt van de Welgeb heer Vries tot den Wesenberg
3. item een camptien lants in de Schiphorst of Broecklant in ’t Carspel Raalte gelegen
4. item een huis staande in de Papenstrate tot Deventer bij executie ingenomen van Henr Jansen op den 26 Maij 1679 voor tweehondert gulden capitaal en achterstedige interesse van dien
N.B.; dit voorschreven huis staat op het Stratenboeck binnen Deventer beswaart met de volgende posten, doch is ten opsigte van het Haverhuis en Stappenhuis noijt anmaninge gedaan en bij gevolgh niet wetende of het haar alsnog competeert:
het Haverhuis ƒ 2 ½ Gld
Stappenhuis ƒ1 – 9
St Libuinij kercke ƒ 2
Het Haverhuis ƒ 2
Rentebrieven en obligaties:
1. obligatie staande ten laste van de Welgeb Heer Bernh ten Grotenhuis toe Spickerbos in dato
14 Augustus 1666 in capitaal ƒ 450 ad vier perc; de rente hiervan is tot dat in ’t jaar 1686
incluis betaalt
2. een obligatie tot laste van Jan Hermsen Smit en Geertruidt Roelofs sijn huisvrouw tot Wijhe
ad 200 gld capitaal te verrenten tegens 4 ½ perc, verschenen op kersmisse, hiervan ten achteren
een jaar rente verschenen op kersmisse 1685
3. een obligatie tot laste van Steven Bosch ad 50 gld in dato den eersten Januarij 1677 ad 50 stvr
jaarlix; hiervan ten achteren een jaar rente in dato 1686 in Januarij
4. een hantschrift tot laste van Willem Gerrits Muller en Marietien Mullers sijn huisvrouw ee somma van 30 gld waarvan het eerste jaar verschenen sal sijn op Michalij 1686
5. een schultbekenninge tot laste van de bourschap Middele in dato 1675 onder de hant van de vaandrig Henr Jordens en Jan Willems ad 28 gld, doet jaarlix een gulden ter rente, hiervan niet
te quade;
6. een hantschrift tot laste van Jan Jansen Bourleman ad hondert gulden en twee jaar rente debet, te verrenten tegens vier procent
7. idem perreste van een hantschrift tot laste van Derck op de Schoten a dato 1679 gepasseert
ƒ 7 – 10.
Belangende het beestiaal ende inboedel item het gedorste en ongedorste koorn en alle gewas bereijts van alle het lant gecopareert en nog te copareren, alsmede alle proviant en montkosten is door den erfuiter en sijns overledenen huisvrouwen erfgenamen, geconvenieert en overkomen, luidt speciaal accoort hier annex dat sij erfgenamen na doode des voornoemde Lubbert eens privative sullen hebben te profiteren de summa van hondert en vijfenseventig Car Gls mits dat alsdan tot des erfuiters laste sal sijn en blijven deses lopende jaars gelt pacht, schattinge, contributien, knegt en maagdeloon als anders.

Linnen
Is vorders luit meergemelte accoort overgekomen en tussen de erfuiter en des overledene erfgenamen alles des erfhuises gesneden en ongesneden linnen bijgevolgh op dato den 30 Julij 1686 gedeelt en hebben contraktanten het selve neffens hetgene des overledenens ende des erfuiters lijve was gehorende, elck van linnen en wullen haar porsie na sich getrocken, uitgesondert twee porsien die ene van Willem Jansen onder ’t Stift uijtregt en Her Jansen in de Betuwe wonende. En heeft Lubbert Gerritsen erfuiter de wederhelfte becomen, bestaande in volgende parcelen:
Vooreerst 10 ½ paar beddelakens.
Item een stuckien linnen halfdoek 12 ellen lanck, twee slag of elle, voor een, blijft ses elle
Noch een stuckien linnen elf elle lanck halfdoek blijft 5 ½ elle
Item nog een stuckien 9 elle halfdoek blijft lanck 4 1/2/ elle
Noch 3 stuckies linnen halfdoek 13 ellen lanck, blijft 6 1/2/ elle
Item nog 12 ellen halfdoek blijft 6 elle
og een stuckien 21 slag halfdoek bedraagt 10 ½ elle
Nog 4 paar kussen tregfels en een tafellaken.

Gereet gelt, nagesien en bevonden ƒ 17 – 18

Erfhuis profitabele schulden:
Gerrit Kelderman schuldigh wegens geleverde huenen en varkens ƒ 14
Jan Bouhuis in Middele van geleverde heunen ƒ 9 – 16
Court Wever van biggen ƒ 2 – 15
Lauwerens op Wengervelde ƒ 1 – 10
Lambert op Schoten seven schepel boekweijte a 14 stvr ’t schepel ƒ 4 – 18
Veltcamp ƒ 4
Lambert op Schoten wegens een koe ƒ 30
Item hetgene hem ter goeder rehem. van huishuijr van ’t huijs in de
Papenstraat moget competeren
Item 16 daelder Egbert Grote Schipper schuldigh van geleverde riese ƒ 24
Derk Clomp wegens een peert 20 daalder, hiervan ten agteren 2 jaar rente
verschenen op Meij 1685. N.B. hiervan is geen obligatie opgerigt of eigen
hant gepasseert ƒ 30
Item huishuijr soor de Weduwe aan Herman Hagen per reste nogh schuldigh
is, luit afrekeninge ƒ 46 – 4



Erfhuis, lasten en schulden.
Aan het Cappittel van Deventer soo voor hem selven als uijt kragt van
borchtocht luit overgeleverde rekeningen door Dr Arn van Suchtelen ƒ 282
Als borge voor die resterende pacht van die fleringe van Bangebroeck per reste ƒ 14 – 10
Voor Fiddelenclomp ƒ 4 – 10
Voor Derck en Lambert op de Schoten ƒ 41
Item debet aan Dr Borkulo voor verschot voor reparatie aan het huis en
verdient salaris van het inwinnen van het huijs alsmede insake van Jan Egberts
Crul voor desen geaccordeert op 30 gulden en op de huir van het huijs
overgewesen, doch is daarvan noch niet betaalt ƒ 30
Item staat noch te betalen aan Jan Rijcken voor een goute gecomen
tusschen d’stal ƒ 3 – 10
Item is noch te agteren van schoorstenen gelt over 1677 en ’78 dubbelt,
’79, ’80 en ’81 luit overgeleverde rekeningen door Claas Everts als inmaander
en Stadsdiender ƒ 20 – 18
Item hetgene wegens het Haverhuis mochten bevonden worden ten achteren
te zijn, van de uijtganck uijt het huis waarvoor tot noch toe geen aanmaninge
is gedaan;
Item de uijtganck ten profite van de Groote Karck tot 6 jaren ad 2 gulden
jaarlix sijnde het laaste verschenen op Paasschen 1686 ƒ 16 – 16
Item aan Daniel Scheen luit rekeninge per reste ƒ 3 – 15
Item pretendeert de Lantvrouwe luijt rekeninge van achterstedige pacht
van ’72 en ’73 ad ƒ 70 jaarlix ƒ 140
Item per reste de anno 1685 ƒ 48
Item debet van het hengstegelt ƒ 5
Item van dijcklasten rakende de Caijencamp ƒ 0 – 17
Voor schattinge aan Hogecamp ƒ 1
Item vordert Dr Roijer wegens agterstedige verpondinge luit rekeningen ƒ 40 – 6 – 8
Item bedet aan Jan Herms smit tot Wijhe voor arbeijtsloon ƒ 2
Item wegens gekogte rijse van de Wesenberg toer goeder rekeninge ƒ 5 – 16

Dootschult en erfgenaamlasten.
Verschooten tot de begrafenisse met de aankleve vandien ƒ 39 – 10
Item tot sijn rouw ƒ 10 – 11

f 274 30 Juli 1686 (uittr 3….)
Coram Scholtes J v Suchtelen. Coornoten Court Wessels en Tonis Bannenbroeck.
Erschenen in desen Ed Gerigte Lubbert Gerrits op Klein Schoten en heeft overgelevert desen
bijgaanden staat en inventaris, verklarende dieselve na sijn beste geweten also waarachtigh te sijn,
waarop na Lantrechte de eedt in forma afgelegt heeft, onder conditie nochtans soo onvermoedelijk
enige profitabele schulden of oock lasten mochten comen te manifesteren dat dieselve tot beijdersijts
schade en bate sullen sijn en blijven.

f 274 28 Julij 1686 (uittr 3….)
Coram Verw Scholtes J v Rossum. Coornoten Court Wessels en Derk Bannebroeck.
Erschenen in dese Ed Gerigte Lubbert Gerrits op Klein Schoten als erfuiter ter eenere en desselfs overledene huisvrouw volgende erfgenamen als Jan Harinck als man en voogh sijner huisvrouw
Henriekien Jansen, Hendrik Jansen Schiphorst, Jan Jansen Bourleman, Derk Clomp, Tonis Jansen Eeckhuis, voor haar selfs, Maritien Jansen mee cum tutore ende bij vervolg Jan Gerritsen ter andere sijde, en hebben in absentie van twee uitheemsche erfgenamen als Willem Jansen en Hendrick Jansen, bij het oprigten van de inventaris met de erfuiter en ten overstaan van desen Ed Gerigte in der minne overkomen en wettelijck geaccordeert dat voornoemde erfuitter Lubbert Gerrits erfgenamen na sijnen doode aan de vrinden en de geinstitueerde erfgenamen van wijlen voornoemde Anneken Hendricks sijn overleden huisvrouw voor paarden, beesten, calver, iemen en alle andere vee off bestiaal, alsmede voor bedden en bulsters 2 paar beddelakens en twee paar kussentochten, cooper en tin en alles wat vorders aan het huisraat of bougerasch, geenes uitgesondert soude komen dependeren.
Item voor alle gedorst en ongedorst cooren en alle gewas bereijts van het lant gesepareert en noch te copareren, gelijck mede voor alle proviande en mont-costen sullen hebben ten profijte als bovens eens te betalen de summa van hondert en vijf en seventigh gulden, des sal alleen tot des erfuitters privative lasten sijn en blijven die beloofde geltpacht neffens verpondinge, contributie, knegt en maagdeloon van dese lopende jare 1686.
Wijders is overkomen en is tusschen de erfuitters en des overledene huisvrouws erfgenamen alle des erfhuijs gesneden en ongesneden linnen voort op dato gedeijlt en hebben contrahenten ’t gelt neffens het geene tot des overledenen en des erfuitters lieve was gehorende van wullen en linnen, voort elck na sich getrocken en sijn de twee porsien voor voornoemte absente erfgenamen, na gedane lotinge of deijlinge bij mij qqa versegelt en tot haren dienste in bewaring geholden. En hebben presente erfgenamen de erfuitter mits desen voor goeden hantreijckinge deses aangaande bedankt, Mits nogtans de vordere erffenisse belangende haar ende voornoemte absente vrinden, elck sijne goeden regt onverkort verbindende daarvoor elck in specie haar respectieve personen en goederen met renunciatie van alle exceptien desen eenighsints contrarierende specialik de execptie dolimali lesionis ultra dionidiu et s . c. velb. sich van effecte van dien genoegsaam geinstrueert houdende. Sonder argelist, etc.

27 feb 1687 - Lubbert op den Schoot, - Anna Maria
13 sep 1691 - Lubbert op den Schooten, zijn kind laten dopen, gen. - Jannes
25 mrt 1694 - Lubbert op den Schoot, zijn kind laten doopen, gen. - Geertruit


f 172 31 Maij 1714 (uittr 19. 172)
Verw Scholtes J Tichler Dr. Ceurnoten Jan Boerleman en Tonis Bilman.
Sijn erschenen in dese Ed Gerigte Derk Joosten op de Schoten, alsmede Tonis Cuper, Jan Spillendraejer en Engbert Bergman getuigende dese laaste uijt de mont van Lubbert op den Schoten hetselve te hebben gehoort aan de eene sijde en Gerrit Lubberts en Jan Lubberts caverende de rato voor haar absente susters, aen de andere sijde ende bekenden dat er een wettig accoord was ingegaan wegens de boedel van Lubbert op Schoten en desselfs huisvrouwe Stijntien Gerrits gewesene eheluiden ende sulx op de volgende manieren.
Eerstelijk dat het accoord van de 24 Augustus 1710 op huiden in de Gerigte gelesen en van woort tot woort hierna ten protocolle g’insereert in sijn vollen waerde sal blijven voor soo verre hierdoor niet is verandert. Voorts heeft Derk Joosten gekogt de halfscheijt van den inboedel des huises, peerden, beesten en alle de meubile goederen, niets uitgesondert, als alleen een bedde daer Lubbert op slaept met sijn toebehoir, ’t welke de jongste dogter sal hebben, waertegens de andere kinderen sullen hebben een nieuw bedde volgens ’t vorige accoort ende sulx voor een summa van 150 Car gulden en daarenboven de schuld te betalen een summa van 68 gulden. Verders is versproken dat de vader jaarlix sal verteren 25 Car gulden waarvoor Derk Joosten het lant sal in ’t gebruijck hebben ende inkomsten trecken soo lange de vader leeft. Sullende van den gehele boedel na dode van de vader vooraf genoten worden door Gerrit Lubberts een summa van 60 Car gulden wegens verdient loon. Hebbende vorders verklaart dat door Derk Joosten voornoemt volgens het vorige accord bereits is betaalt een somma van 100 gulden, soo dat hij alsnog in alles schuldig blijft om na dode van de vader te betalen een summa van 300 Car gulden. Sullende al het land bij alle kinderen na dode van de vader voornoemt in gelijke portien gedeelt worden.
Actum ut supra.

Copia. (uittr 19.174 )
Anno 1710 den 24 Augustus.
Ick Lubbert Gerrits ende mijn huisvrouwe Stientien Gerris hebben een accoord ingegaan met onze jonge luiden te weten Derk Joosten ende sijn huisvrouw Annigje Lubberts soo dat die voornoemde jongeluiden sullen hebben uijt te keren aan dese voornoemde kinderen van Lubbert Gerris te weten die dochters elkes een stucke doek van tien elle ende een bedde met sijn toebehoir en aan die soons elk van Lubbert Gerris die somme van 20 Car gulden. Vorders sal Jennegien Lubbers bliven in het huis soo lange als het haar belieft ende dese voornoemde luiden Lubbert Gerris en Derk Joosten haar in kost en drank en linne onderholden ende of dese voornoemde dochter Jennigjen Lubbers quaam te sterven in het huis daar sal haar goet bliven ten huis besten. Vorders hebben de jonge luiden gekogt de halve inboel des huises, soo binnen als buiten, uitgenomen een kiste ende den morgen in Broeck genaamt den Haankamp en den Gerencamp uitgenomen het holtgewas om hetselve te gebruiken tot het huisses beste soo lange als dese voornoemde Lubbert Gerris leeft voor die somme van 200 en 50 Car guldens daarop te betalen alsnu 100 gulden en 100 en 50 gulden na Lubbert Gerris doot.
Onderstont
Dit is het mark van Lubbert Gerris X
Dit is het mark van Derk Joosten B
Pro vera copia J Tichler Verw Scholtes.

f201 - 29 juli 1715 – (uittr 19. 201)
Verw Scholtus J Tichler.
Ceurnoten Joan Snijder en Henrik Peters.
Sijn erschenen Herman Roscamme echtgenoot van Anna Maria Henricks, Gosen Tent, Jan Boerleman, en Joanna Hendriks, geassisteerd door Jan Boerleman als haar voogd. Voorts Jan Gerrits Wesenberg voor sich selfs en Willem Jansen, Hendrik Jansen en Teunis Jansen alle de rato caverende voor de absenten, tesamen erfgenamen van wijlen Anna Henriks, gehuwd geweest met Lubbert Gerrits op Klein Schoten ter ener zijde, en Jannes Lubberts en Derk op Schoten en Anneke Lubberts, kinderen van wijlen Lubbert op Schoten ter andere zijde, zijn met elkaar overeengekomen dat de voornoemde kinderen van wijlen Lubbert op Schoten aan de andere sijde en bekenden dat de voornoemde kinderen van Lubbert op Schoten eens zullen uitkeren aan de voornoemde erfgenamen van Anna Henriks een som van 975 gulden, met behoud van de gehele boedel, zowel roerende als onroerende goederen. Sullende van de bovengenoemde 975 gulden afgetrocken worden al hetgeen enige van de erfgenamen volgens den inhoud van de inventaris schuldig sijn. Deze som geld wordt op Allerheiligen uitbetaald. Actum als boven.

RK OLST
=dubbel 28 Martii 1713 [en onder 1711] Baptus. est Josephus, patr. Theodorus Joosten, matr. Joanna [=Anna] Lubbens. Suscepit Joanna Lubbens.
RK WIJHE
11a April. 1717- bap. Libertus f.l. Theodori Joosten et Annae Lubberts coni. Matrina Gerrigie Teunnis.
5 Nov. 1719- bap. Joes. f.l. Theodori Joosten et Annae Lubberts coni. op Klein Schoten. Matrina Maria Lubberts.
14 Dec. 1721 - bap. Christina f.l. Theodori Joosten et Annae Lubberts coni. op Schoten. Matrina Gerarda Teunis.

- Meupelenberg ligt in het Kloostergebied
27 Feb. 1729 - bap. Phenenna f.l. Theodori Jans et Anna Lubbers coni. op Meuckelenbergh. Matrina [er bovengeschreven:] nomine Mariae Jans, Albertie [doorgestreept: Jans] Hendrix.

RK Wijhe
15a Aug.1717 - bap. Gertrudis f.l. Jois. Hendrix et Gerardae Teunnis coni. op de Kuijperije. Matrina Joa. Hendrix
24 Aug. 1719 - bap. Henricus f.l. Jois. Hendrix et Gerardae Teunnis coni. op de Kuijperie. Matrina Anna Lubberts.


RK Wijhe 23 Jun.1720 - Seine Berents et Joa. Lubberts. Testes Joes. Alberts, Teunis Hendrix, Aleida Brouwers.
uit dit huwelijk
9 Nov. 1721 - bap. Bernardus f.l. Seijne Berents et Joae. Lubberts coni. aan het Schoot. Matrina Maria Lubberts.
Van hen VERDER NIETS GEVONDEN

f250 - 17 apr 1722 – (uittr 14.250)
Ick Joan Tichler der rechten Doctor, Verw Scholtes tot Olst doe kond tuigende hiermede, dat voor mij en Willem op de Averkampe en Jan op de Bonecamp als ceurnoten persoonlijk erschenen sijn Hermannus Berents en zijn vrouw Gerritien Lubberts, zij wordt hierbij geassisteerd door Albert Arents als momber, liggende hij Hermannus Berents krank te bedde en sij Gerritien Lubberts sijnde gaande en staande en bij goede verstande en haar memorie volkomen magtig, verklarende te willen oprichten haar testament en uiterste wille sulx doende in en vermits desen ende dan vooraf revocerende hare voorgaande makingen en dispositien, stelde en institueerde den testator tot sijn erfgenamen sijn vader Berent Derks en moeder Geesjen Gerrits in de legitieme portie blood en alleen en in alle verdere goederen stelt en nomineert hij testator uit een sonderlinge genegenheit tot sijn enige universele erfgenaam sijn lieve huisvrouw Gerretien Lubberts voornoemt om alle deselve het sij koejen gust vee, inboedel des huises en met een woord alle de meubile goederen, gene uitbescheiden, erflijk te behouden en te besitten. Waarna sij Gerritien Lubberts, geassisteert als voren stelt en nomineert tot haar erfgenamen legateert haar broeder Jannes Lubberts en susters Anna, Maria en de andere Maria Lubberts om hare goederen erflijk te behouden en te besitten.

RK Wijhe
6 Sept. 1719 - bap. Catharina f.l. Antonij Kloosterman et Mariae Lubberts coni. op 't Klooster. Matrina Geertie Lubberts
20 Jul. 1721 - bap. Joes. f.l. Antonij Jans et Mariae Lubbers coni. in de Kloosterhoeck. Matrina Jannigie Gerrits.
22 Aug. 1723 - bap. Joes. f.l. Antonij Kloosterman et Mariae Lubbers coni. in de Kloosterhoeck. Matrina Anna Lubbers
21 Oct. 1725 - bap. Aleida f.l. Antonij Jans et Mariae Lubberts coni. in de Kloosterhoek. Matrina Anna Lubberts.
14 Sep. 1727 - bap. Gerardus f.l. Antonij Kloosterman et Mariae Lubbers coni. in 't Clooster. Matrina Hendrina Caspers.
1 Apr. 1730 - bap. Christina f.l. Antonij Jans et Mariae Lubbers coni. in de [doorgestreept: Koestraet] Kloosterhoeck. Matrina Anna Lubberts.
9 Martii 1734 - Bapt. est Joannes Lubbert F.L. Antonii Jans et Mariae Lubberts. Suscepit Hendrina Arents.

RK Wijhe
1720 2 Apr. - juncti Joes. Gerrits et Joanna Teunis. Test. Elis. Bughten, Aleida Brouwers et Berent Santcamp
HIAAT
27 Maij 1725 - bap. Joa. f.l. Jois. Gerrits et Joae. Teunis coni. op Schoten. Matrina Anna Lubbers.
31 [!] Nov. 1727 - bap. Willemina f.l. Jois. Gerrits et Joae. Teunis coni. op Schoten. Matrina Gerrigie Beerents.

VST 1751 -Middele
Oude Quohier En tegenw. Eig. - gebruiker
oude = / Derk op Schoten
tegenwoordig / Eig. ’t Pestengasthuis te Deventer-gebruiker Jannes Gerrits 1vst

Lubbert op Schoten [=groot Schooten?]
Eig. Jan Lubbers
N.B. dit huis staat op het provintieland - gebruiker selver 1vst


dan deze
RK Wijhe
27 Dec. 1716 - bap. Libertus f.l. Jois. Lubberts et Gerardae Gerrits coni. op Schoten. Matrina Maria Lubberts.
8 Junij 1719 - bap. Maria f.l. Jois. Lubberts et Gerardae Gerrits coni. op 't Koeslagh. Matrina Maria Gerrits.
19 Mar. 1724 - bap. Christina f.l. Jois. Lubbers et Gerardae Gerrits coni. op de Koeslagh. Matrina Gerarda Lubbers.
21 Oct. 1725 - bap. Joes. f.l. Jois. Lubberts et Gerarda Gerrits coni. op de Koeslagh. Matrina Catharina Gerrits.
3 Maij 1727 - bap. Joa. f.l. Jois. Lubberts et Gerardae Gerrits coni. op Swaeckenbergh. Matrina Catharina Gerrits
5 Jul. 1730 - bap. Gerardus f.l. Jois. Lubberts et Gerardae Gerrits coni. bij de Lughtenbergh. Matrina Anna Lubberts.
19 April 1733 - Bap. est Henricus F.L. Joannis Lubberts et Gerardae seu Geertje Gerrits conj. op Swakenberg. Suscepit Catharina Gerrits.
14 Augusto 1735- Wilhelmina F.L. Joannis Lubberts et Gerardae Alberts conj. op Zwakenberg. Suscepit Maria Lubberts.
29 Augusto 1739 - Catharina F.L. Joannis Lubberts et Gerardae Gerrits conj. op Zwakenberg bij Lugtenberg. Suscepit Maria Jansen.

Re: Stamboom Hollewand - Olst-Wijhe-Zwollekerspel

Geplaatst: 19 feb 2022, 20:24
door ria jongman
verplaatst naar bericht hieronder

Re: Stamboom Hollewand - Olst-Wijhe-Zwollekerspel

Geplaatst: 20 feb 2022, 11:14
door ria jongman
bericht 2

f 350 17 Augustus 1711 (uittr 4.350)
Jacob van Warmelo en Jan Lubberts Westerik als ceurnoten.

f 253 Januarij 1719 (uittr 19.252-253)
Verw Scholtes J Tichler. Ceurnoten Gerrit Oerbelt en Gerrit Santhuis.
Ick Joan Tichler der rechten Doctor Verw Scholtes van Olst stelle tot momberen over Jan, Essele, Tonis, Reint en Willem, onmundige kinderen van wijlen Lubbert Westerik en Mechtelt sijne huisvrouwe, beide hebbende gewoond tot Wesepe, de personen Willem Hackenhaar en Jan Derks Grotenhuis om den onmondigen profijt te soeken en schade te weren, ’t welke bij handtastinge hebben belooft. Actum ut supra. W G J Tichler

Re: Stamboom Hollewand - Olst-Wijhe-Zwollekerspel

Geplaatst: 20 feb 2022, 11:23
door ria jongman
bericht 3

1689-09-14 - Den 14 Sept. - Henrik Derksz, soon van Derk van Schoten, met Lucia Stevensz, dogter van Steven Evertsz, beijde op Honlo onder Olst - Getrout alhier den 20 October op attest. van Olst - (Onder)trouw Diepenveen, RBSO 175

NG Olst
den 5 Sept. 1706 Jan Lubberts Janna Berendts Derck
den 20 Nov 1707 Jan Lubberts Janna Berendts Aeltjen
den 19 Octob.1710 Jan Lubberts Janna Berendts Gerrit
den 11 Mart.1712 Jan Lubberts Janna Berends Jan
den 8 aug 1717 Jan Lubberts Janna Berents Jennigjen


11 sept 1735 Anna Jan Ketelgat Geertruij Janssen
Geesjen-doop niet gevonden
Janna-doop niet gevonden
23 jan 1746 Lijsabeth Jan Lubbers Geertruij Janssen
23 aug 1747 Lijsabeth Jan Lubbers Geertruij Janssen
12 Oct. 1749 Aaltjen Jan Lubbers Geertruij Janssen
*Jennegien - doop niet gevonden
21 april 1754 Mannes Jan Lubberts Geertruij Jansen
2 Meij 1756 Tonis Jan Lubberts Geertruij Jansen
31 dec 1758 Jan Jan Lubberts Geertruij Jansen
30 aug 1761 Maria Jan den Nijl Geertruij Jansen
27 juli 1766 Magteld Jan den Uijl Geertruij Jansen



f 278 Olst, den 24 October 1767. (uittr 20.278)
Verwalter Scholtus Aert Brouwer, ceurnoten Lucas Juckhorst en Jan Brouwer.
Ik Aert Brouwer in desen tijd Verwalter Scholtus van Olst, stelle tot momboiren over Geesjen, Janna, Elisabeth, Aeltjen, Jennegien, Teunis, Jan, Maria en Machtelt, onmondig kinderen van Jan Lubberts bij en onder Hoenlo wonende, bij wijlen Geertrui Jansen in egte verwekt, de personen Gerrit Lubberts een Albert Jans, om de onmondigen haar profijt te soeken en schade te weren, ’t welke beijden bij handtastinge in edes plaatse in den Gerigte hebben aanbelooft en aangenomen. Voorts is in judicio erschenen de vader Jan Lubberts voornoemt en heeft de voorschreven kinderen voor moederlijk goed bewesen als volgt. Eerstelijk aan ieder kind drie Car guldens en dan de vijf eerste of oudste kinderen alle de wullen klederen tot moeders lijf gehoord hebbende, aan Geesjen de moeders boek met silveren klampen en ook de vier laatste of jongste kinderen alle het linnen tot moeders lijf gehorende. Waartegens de vader sal hebben en behouden alle de overige goederen mits dat hij mede tot zijnen laste moet nemen alle de schulden van dien gehelen boedel uitbedongen. Voorts heeft de vader belooft de kinderen eerlijk te sullen opvoeden, tamelijk lesen, schrijven en daarenboven de meijsjes het najen te laten leren en alse vijftien jaren oud geworden is, het bovengemelte uit te keren.
Voorts heeft de vader nog belooft en aangenomen, dat de dogter Geesjen bij hem om haar gebrecken altoos in huis zal verblijven en in kost, drank, huisvestinge en kleren sal moeten verplegen en jaarlijks een half spint lien sal mogen sajen en hetgeen zij met najen soo in als buitenshuis kan verdienen, voor haar sal verblijven. Eindelijk is nog expres bedongen dat een of meer van dese kinderen uit heen dienen moeten gaan, in dienen siek wierden, sal de vader verpligt wesen om die wederom in huis moeten nemen en na staatsgelegentheid moeten onderhouden tot haer beterschap toe. Waarmede de vader alsook de momboiren bij handtastinge in eedes plaatse verklaarden haere pupillen genoeg geschiet te zijn en voortaan haere pleegkinderen, personen en goederen, na haere beste vermogen en als goede momboiren na regte schuldig zijn, te zullen administreren en voorstaan. Actum dato als boven. Wg Aert Brouwer, Verwalter Scholtus.

28 Aug. 1768 Geertruij Jan den Uijl Geesje Jansen


29 Maart 1772 Jan Lubbers Geesjen Jansen Johannes
6 Aug. 1775 Jan Lubbers Geesjen Jansen Mannes
20 april 1777 Jan Lubberts Geesje Jansen Jan

Gerrit Lubberts x Jennigjen Leeuwriks en laten NG dopen

f 16 Olst, den 28 Maij 1779 (uittr 21.16)
Verwalter Scholtus Aert Brouwer, ceurnoten Arent Hendriks en Jan Brouwer..
Ik Aert Brouwer in desen tijd Verwalter Scholtus van Olst, stelle tot momberen over Geertrui, Jannes, Mannus en Jan Lubberts, onmondige kinderen van Geesjen Jans bij wijlen Jan Lubberts in egte verweckt, de personen Gerrit Lubberts en Jannes Jansen, om de onmondigen haar profijt te soeken en schade te weren, hetwelke beijde bij handtastinge in den Gerigte hebben aanbelooft en aangenomen. Voorts is in judicio erschenen de moeder Geesien Jans voornoemd, geassisteert met haar bruidegom Gerrit Jansen in desen als momber en heeft de voorschreven kinderen voor vaderlijk goed bewesen aan ieder drie gulden aan geld. Waartegens de moeder sal behouden alle de overige goederen geene in het grote of het kleine uitgezondert alsmede de schulden van dien geheelen boedel. Voorts heeft de moeder belooft de voorschreven kinderen eerlijk te sullen opvoeden en alse twee en twintig jaaren oud geworden zijn het bovengemelte uit te keeren. Vorders is nog bedongen dat de voorschreven kinderen hen dienen mogten gaan in val in haar dienen siek mogten worden, de moeder gehouden sal wesen, om deselve, so lange ongetrouwt zijn, wederom bij haar in huis te nemen en na staatsgelegentheid te onderhouden tot haar beterschap toe. Waarmede de moeder als ook de mombers bij handtastinge in edes plaatse verklaart hare pupillen genoeg geschiet te zijn en voortaan haar pleegkinderen personen en goederen na haar beste vermogen en als goede momboiren na regten schuldig zijn, te zullen administreren en voorstaan. Olst dato als boven. Wg Aert Brouwer Verw Scholtus.

Re: Stamboom Hollewand - Olst-Wijhe-Zwollekerspel

Geplaatst: 20 feb 2022, 13:18
door Egbert_
Dat is een indrukwekkende lijst aan aktes !!!

Een paar korte opmerkingen/conclusies:
- Lubbert Gerrits vermeld als Klein Schoten o.a. 1683, 1685, 1686, 1715
- hij woonde al op Klein Schoten met zijn eerste vrouw
- prachtige en indrukwekkende inventaris lijst uit 1686. waarvan de samenvatting is, dat de eerste vrouw Anneken Hendricks (kort) voor 28 Juli 1686 overleden is, en dat Lubbert Gerrits een soort van vruchtgebruik regeling treft met de erfgenamen van zijn overleden vrouw. De waarde van de erfenis wordt bepaald, en de erfgenamen krijgen de waarde ervan uitgekeerd als Lubbert Gerrits overleden is. Als dat gebeurd op 29 juli 1715, aan de erfgenamen, of aan de erfgenamen van de erfgenamen uit 1686. Lubbert Gerrits zal dan (kort) voor 29 juli 1715 overleden zijn
- volgens de akte van 31 Maij 1714 waren Lubbert op Schoten en desselfs huisvrouwe Stijntien Gerrits gewesene eheluiden. Stijntien Gerrits zal dan (kort) voor 31 mei 1714 overleden zijn

En dan is er de overeenkomst voor overdracht van 24 Augustus 1710, opvallend:
- Derk Joosten en Annigje Lubberts zijn dan al een echtpaar, hoewel we de eerste doopinschrijving pas in 1717 vinden. Mogelijk dat hun trouwen de aanleiding was voor de overeenkomst van 24 Augustus 1710.
- zoon Gerrit, die van 1702 tot 1708 kinderen laat dopen in Wesepe, wordt niet met name genoemd. Maar zal nog wel in leven zijn omdat er sprake is van zoons. Dus naast Jannes Lubberts nog minstens één andere zoon.

De andere gegevens moet ik nog eens rustig bekijken, want veel is nieuw voor mij.

Maar wat nog ontbreekt, is de verbinding van Gerrit Klein Schoten naar Jannes Gerrits.
Afgaande op de doopboeken krijg je de volgende bewoners van Klein Schoten:
- 1687, 1691, 1694 (en 1697?) : Lubbert Geerts
- 1702, 1704, 1707, 1708: Gerrit op Klein Schooten
- 1716: Jannes Lubberts
- 1717, 1719, 1721: Anna Lubberts
- 1725, 1727: Jannes Gerrits

Klein Schoten is geen eigendom, maar een pachterf. Dus je kunt er niet van uitgaan dat opeenvolgende bewoners familie zijn. Maar het lijkt er wel veel op.

Re: Stamboom Hollewand - Olst-Wijhe-Zwollekerspel

Geplaatst: 20 feb 2022, 22:03
door ria jongman
Egbert_ schreef:
20 feb 2022, 13:18


Maar wat nog ontbreekt, is de verbinding van Gerrit Klein Schoten naar Jannes Gerrits.
Afgaande op de doopboeken krijg je de volgende bewoners van Klein Schoten:
- 1687, 1691, 1694 (en 1697?) : Lubbert Geerts
- 1702, 1704, 1707, 1708: Gerrit op Klein Schooten
- 1716: Jannes Lubberts
- 1717, 1719, 1721: Anna Lubberts
- 1725, 1727: Jannes Gerrits

Klein Schoten is geen eigendom, maar een pachterf. Dus je kunt er niet van uitgaan dat opeenvolgende bewoners familie zijn. Maar het lijkt er wel veel op.
Ik zal kijken of ik meer kan vinden over Gerrit die toch overleden moet zijn voor 1722. Ik heb niet alles van het ORA Olst maar wel de ORA nrs met erfuitingen en daar is helaas niets in te vinden. Maar mogelijk dus in een ander nummer.