Forum Collectie Overijssel

Altijd mooi als aktes meer duidelijkheid geven. In de akte van 1768 worden alle dopelingen van Jan Herms Kroes genoemd. Behalve Janna 1722, die zal jong overleden zijn.
En Jennigjen Jansen, ged. 1737 is dus niet de vrouw van Jan Bouwhuis, maar van Hendrik Gerrits.

Maar de getuige van Janna Jans bij haar trouwen is de vrouw van Albert Herms. En die heet Jennegien Stevens. Als zij een zus is van Janna Jans, dan een halfzus. Want verschillende patroniemen.

Dat Janna Jans de zus zou zijn van Hendrikje Jans, de derde vrouw van Jan Herms Kroes, is natuurlijk mogelijk. Maar waarom kies je dan de schoonzus van de man van je overleden zus (ovl < 1748) als getuige?

Maar waarom kies je dan de schoonzus van de man van je overleden zus (ovl < 1748) als getuige?

Die vat ik even niet, Egbert. Leg eens uit.. ben heel benieuwd.

Als Jan Jans Bouwhuis alleen een zus heeft en hij is getrouwd met Janna Jansen
- en Jan in het Bouwhuis is voogd dan lijkt het me aannemelijk dat Hendrik Jans en Janna Jans broer en zus zijn.

De vraag voor mij is - welke Jan heeft zowel een Janna als een Hendrik.

Bij Hendrik Jans Kromdijk is nog wat anders vreemd, ze worden beboet vanwege hoererij - maar er is in de verste verte geen kind te vinden als gedoopt rond die tijd.
Ik kan het kind niet vinden.
Wel die Jan en daarna zijn zus, die ook genoemd worden in de erfscheiding. Maar niet een kind wat kort nà hun huwelijk is geboren, er zit ook een flink hiaat tussen de datum huwelijk en de geboorte van Jan.

Den 10 Meij 1755 - Jan Bouhuis j.m. te Olst, met Janna Jansen j.d. te Wijtum - de proclamatien moeten te Olst gaan - den 31 Meij 1755 attestatie verleent om te Olst te trouwen - Z.G. Jannes Bruins, H.G. huisvrou van Albert Herms - Ondertr./tr. Zwolle, RBSO 732, f320.

ria van bessen schreef: ↑

18 jun 2020, 09:33

Janna Jansen de getuige zou dan de zus kunnen zijn van Hendrikje Jansen de 3e vrouw van Jan Herms.

De vrouw van Albert Herms Kroes heet Jennegien Stevens. En ik ga er van uit, dat deze Jennegien Stevens ook de getuige is van Janna Jansen in 1755.

Jennegien Stevens is de schoonzus van de voor 1748 (want niet in de volkstelling) overleden Hendrikje Jansen, vrouw van haar zwager Jan Herms Kroes.

ALS Janna Jansen en Hendrikje Jansen zussen zouden zijn, dat is het toch onlogisch dat ze Jennegien Stevens als haar getuige kiest?

De broeders Kroes hebben nog wel een zus, als ik het goed gezien heb:
- Dalfsen, RK trouwen, 1726, 3 sep Wijthmen Jan Jansen op de Vegte Emmen (en) Teunissien Hermens (te) Wijthmen
Albert Herms is er een keer doopgetuige,
- Dalfsen, RK dopen,1 juni 1729: Jan Jansen en Teunissien Hermens in de Möllen-hoek in Lente (getuige:) Albert Hermens, broer van de moeder, in Wiettem (gedoopt:) Hermen

Maar ik heb van hen geen dopen van een Janna gezien.

Sowieso in Dalfsen RK geen dopen van Hendrik (tussen 1710 en 1730), met een zus Janna (tussen 1710 en 1740) met dezelfde ouders.

O, op die manier, ik snap het.

Ik zie het even niet meer hoor. Voor dit moment.

Ik kwam in de Generale Index van HCO nog tegen een Henricus Jans in Crommedijk met Bertha Phennen op 25 oktober 1750 een zoon laten dopen.

Is er dan nog een Henricus Jans in/ bij / op Crommedijk?


Retroacta
Achternaam:
Phennen
Tekst:
PHENNEN 1750
Bertha 10
25
en haar man Henricus Jans in Crommedijk
laten hun zoon Joannes dopen
Bron: R.K. Doopb. Koestraat
RBSO. nr. 768, blz. 124
Toegangsnummer:
0709 Doop-, trouw- en begraafboeken (dtb, retroacta van de burgerlijke stand) in Zwolle en Zwollerkerspel
Inventarisnummer:
768

Dit is de Henricus Jans in Crommedijk, waarvan je de voorouders zoekt. Zijn eerste trouwen:

- 25-12-1746 Hendrik Jansen j.m. met Alleberta Sophia Jansen Crommendijk doghter van Jan Rutgers op den Crommendijk (trouwboek Windesheim)

Ook al heet de moeder in 1750 Bertha Phennen, volgens mij is er consensus, dat zij dezelfde is als Alberta Sophia Jansen, gewoon een andere schrijfwijze. Of zoals we vandaag de dag zeggen, naam en roepnaam. Bertha van Alberta. Phennen van Eufemia ?, maar mogelijk ook van Sophia.

En ook als je de trouwinschrijving leest, Henricus Jans is op het erf van zijn schoonvader gaan boeren, op de Krommendijk in Herxen. En sindsdien heet hij Kromdijk, Krommendijk, in Crommedijk (etc.

Volkstelling 1748, Schoutambt Wijhe, boerschap Herxen, no. 8

Hendrik heet hier Krommendijk. En haar naam: Barte Fije ? En verder opvallend dat Gesina, die in 1746 gedoopt zou zijn in Zwolle, Koestraat, er niet bij staat. Wel als kostgangen Jan Rutgers. De vader van Alberta Sophia?

Gesina is gedoopt in 1749, dus klopt het dat ze niet in de VOT1748 voorkomt.

R.K. Doopb. Koestraat RBSO. nr. 768, blz. 121

Moeder heet hier Bertha Phenen.

Doopinschrijving van kind in de volkstelling kon ik niet vinden, tussen 1746 en 1749, Koestraat.

Over die doop van Gesina in 1746 verbaas ik me ook.
Ik kan die doop nergens vinden.
Hoe komt men aan die informatie?

Dit zijn de dopen

Koestraat Zwolle RK
3 Maij 1749 - Gesina filia Hendrici Jans in Crommedijk et Berthae Phenen conjugum. Suscepit Judith Rietberge.
25 Oct. 1750 - Joannes filius Henrici Jans in Crommedijk et Berthae Phennen conjugum. Suscepit Euphemia van t Lint
4 Junij 1752 - Alberta Sophia filia Henrici Jansen et Albertae Jansen conjugum. Suscepit Joanna Jansen


Onderstaande geeft wel aan dat er een kind is geboren in 1747 ...

deel 53, f300 - Wijhe, 9 nov 1747 - Verw. Richter R.W. van Hemert.
Keurnoten de Heer D.A. van Hemert en Antonij Tonissen.
De advocaat fiscaal D. Berg doet op heden namens de HoogWelgeb. Gestr. Heer Landdrost van Salland nomine fiscii omni meliori modo panding aan al de mobiele goederen van Hendrik Jansen en diens vrouw Barta Sophie Jansen op den Crommendijk, teneinde om daaraan te verhalen een boete ter somma van 20 olde schilden, verschuldigd wegens "haer hoerige en ontugtige levenswijse voor dato des huwlijks met elkanderen gehouden", en waarvan op 14 oktober jongstleden reeds sommatie gedaan is, cum expensis. Verzoekende dat de bepandede Henrik Jansen pro se et nomine uxoris hiervan "per dubbeld in forma insinuatie moge worden gedaan", met mondelinge aanzegging om deze panding binnen 14 dagen met geld of met recht af te maken.
- De verzochte panding wordt als na Landrecht en reglementen geaccordeerd en de Verw. Onderscholtus de bepandede bij de overgave van dit extract dezes mondeling zal aanzeggen, dat [hij] deze panding binnen 14 dagen met geld of met recht moet afmaken.
[Kantlijn f300:] 10 november 1747 is de inhoud dezes in absentie van Hend. Jansen op den Krommendijk [aan] diens huisvrouw "voorhoofds" gelezen, extract overhandigend, mondelinge aanzegging gedaan, relatere bij dezen /: was getekend :/ Jan Huinink, Verw. Onderscholtus.

NG Windesheim
Den 25 Dec. 1746 - Hendrik Jansen j.m. met Alleberta Sophia Jansen Crommendijk doghter van Jan Rutgers op den Crommendijk.

Ik heb beide data gecontroleerd, er zijn geen hiaten in deel 53.

Een nazaat van de dopeling Joannes uit 1750, Anton Krommedijk, woonde tot voor kort nog op de oude plek:

Familie Krommedijk woont sinds mensenheugenis op de Krommedijk
Familie Krommedijk, augustus 1935

Anton doet in 2012 één onjuiste opmerking: hij haalt de namen Jan en Hermanus door elkaar. Zijn naamgever, Antonius Krommedijk (x 1879 Johanna Maria Logtenberg) was een zoon van Hermanus Krommedijk (1795-1859) en Janna Holterman.

Maar wel een prachtig stukje geschiedenis!