Forum Collectie Overijssel

Egbert, het gaat mij er niet om dàt ik gelijk moet hebben maar dat er iets niet klopt. Ik kan er niet goed de vinger opleggen, wellicht door gebrek aan aktes of hertrouwen, overlijden etc. Maar ik heb dat gevoel al de hele tijd. Het vreemd is dat de kinderen uit het 2e huwelijk van Claas hier wel genoemd worden, de namen kloppen met de voogdijakte als de vader hertrouwt en Arent mis ik hier.  Hij is toch net zo goed erfgenaam en anders zijn nakomelingen.Dus wàt is de reden dat hij hier mist. Dat lijkt mij belangrijk. Er klopt iets niet, maar wat ?  

Ik probeer mee te denken. Het betreft de volgende rechterlijke aktes:Arent Clasen van der Wee is uit het eerste huwelijk van Claes Roelofs, zie voogdij-akte f442 - 15 juni 1639 (voogd Albert Roelofs)Klaes Roelofs, woonachtig tot Genne ... zijn vijf onmondige kinderen (Roelof, Gerrit, Wijchmont, Henrik en Jan Klaessen), bij wijlen zijn huisvrouw Evertijn Geerts ... mombers ... Albert Roelofs zie f373 - Eodem [25 juli 1674]Gerrijt Klaasen de rato cav. voor zijn vrouw Trine Teunissen, Evert Jacobs x Wijchertjen Claasen, Hendrik Klasen x Mergjen Egberts, en Jan Klasen, tezamen erfgenamen van Klaas Roelofsen en Evertjen Geers zie f327 dd 18-8-1683Hermen Enghbers voor hem zelf, verder Roelof Jansen, voor hem zelf, en Zijse Zijsen mede voor hem zelf, en tesamen de rato caverende voor hun respectievelijke zuster, moeder en schoonmoeder Arentjen Engbers, weduwe van Geert Roelofs, en dan nog Arent Claasen en Jacobjen Willems, eheluiden, Gerrijt Claassen en Claasjen Claesen, eheluiden, Hendrik Claesen en zijn huisvrouw Mergjen Egbers, Jan Klaasen en zijn huisvrouw Geesjen Peters, Evert Jacobs en zijn huisvrouw Wijghemten Claasen, de vrouwen tesamen met hun mannen als mombers geassisteerd, onder hun allen erfgenamen van zaliger Albert Roelofs. zie f199 - Eodem [5 mei 1686]Dit verhaal staat als een huis. Arent Clasen van der Wee is de zoon uit het eerste huwelijk. Daarom staat hij niet bij de onmondigen van 1674, want een andere moeder. En om dezelfde reden, wel dezelfde vader, maar niet dezelfde moeder, staat hij er niet bij in 1683. Maar in 1686 gaat het om een erfenis van vaderskant. En dan staat hij er wel bij.Tot zover is er niets aan de hand. Alles klopt.Maar dan zijn er twee aktes waarin Arent Klaassen optreedt als voogd. In 1670 als Arent Klaassen op de groter Wede en in 1679 als Arent Claessen te Holten. Als je afgaat op de woonplaats van de voogd, dan zou je zeggen dat hij dezelfde is als Arent Claasen getrouwd met Jacobjen Willems. Dan los je één probleem op, maar komt er een ander terug. Namelijk: waarom komen Geesje Claas en Fennichjen Claas niet voor bij de kinderen van Klaas Roelofsen en Evertjen Geers in 1674 en 1683. Dat ze in 1674 niet onmondig waren, komt omdat ze beide al getrouwd waren.1662, Peter Jans wed: in Mastebroeck ende Geesjen Claas j.d. van Holte1667 Jan Peters j.g. en Fennichjen Klaesen j.d. beide te HoltenAls Geesje en Fennigje erbij horen, kan dat alleen maar als kinderen van Klaas Roelofsen en Evertjen Geers. Uit het eerste huwelijk geen kinderen dan alleen Arent, en bij het derde huwelijk waren ze al getrouwd. Uit het tweede huwelijk is dan de enige mogelijkheid.Tot zover niets aan de hand. Maar dan komt het knelpunt: Geesje en Fennigje worden niet genoemd in de akte van 1683, en ook niet in de akte van 1686. Overigens komt ook Roelof, in 1674 nog onmondig, niet meer voor in de aktes van 1683 en 1686. Van Roelof weten we dat hij overleden is, want zijn weduwe hertrouwt: 1680 Tonnis Janssen j.m. bijde Berckmerbrugge en Lubbichien Jans, Roeloff Claessens naergelaten wed. tot Diese. Wat wel vreemd is, is dat in 1683 en 1686 niemand optreedt als voogd van Evertien, de nagelaten dochter van Roelof Clasens. Dan zou dit dochtertje ook overleden zijn?En dan resten de vraagtekens bij Geesje en Fennigje. Waarom worden zij niet vermeld in 1683 en 1686, en is er niemand die namens hen optreedt?Er zijn maar twee opties.Het is ze vergaan als hun broer Roelof: overleden, evenals hun onmondige kinderen.Geesje en Fennigje horen in een ander verhaal thuis.Geen van beide is echt een bevredigende oplossing. Want bij 1) zijn de oudste drie kinderen van Evertien Geerts al overleden in 1683. En 2) is ook niet helemaal prettig, want afgezien van de aktes van 1683 en 1686 passen ze heel goed in het verhaal. Vooral omdat je de voogd Arent Klaassen op de groter Wede ongeveer naadloos over Arent Claasen (met Jacobjen Willems) heen kunt leggen.Is het knelpunt zo goed beschreven?dit bericht is gewijzigd: onderstaande vraag is toegevoegdMij is ook nog steeds niet duidelijk over welke Peter Clasen in Holten je het hebt. Hij zou een zoon moeten zijn van Claas Roelofs? In welke rechterlijke akte moet dat dan staan? Want in de kerkboeken kan ik niets terugvinden, geen trouwen in ieder geval. En iemand uit Holten (Genne) zou je verwachten in Zwolle of Hasselt.VRAAG: Wat is er bekend over Peter Clasen in Holten, zoon van Claas Roelofs?

Dank je wel Egbert, je hebt mijn dilemma goed omschreven!Toch maar gewoon verder blijven uitpluizen, denk ik.Zoals Roelof Arents. Zijn vrouw Lubbigjen is de dochter van Jan Jansen Broekhuis en Eefse Willems. Eefse had 6 voorkinderen bij Lubbert Derksen - waaronder een zoon Derk die dus voogd is over de dochter van Roelof als voogd van MZ - als [half]oom.Blijft over Peter Dercks als voogd van VZ.Er is er één in Zwollerkerspel, die als neef voogd wordt over de 5 kinderen van Megteld Jansen wed. van Gerrit Peters te Ittersum f142 dd 16-4-1681, andere voogd is de aangehuwde oom Hermen Berents.In 1698 op 18 juni te Zwollerkerspel ééntje als voogd als oom van VZ over de kinderen van Geertien Egbers wed van Gerrit Derks op de Pol. Gerrit was daarvoor X met Hendrikje Jansen en hij stelt over haar 2 kinderen de voogden Liefert Hendriks en Simon Simons dd 31-5-1695  [Simon woont in 1698 in Vollenhove] - zou deze Peter Derks op 's Herenbroek wonen en voornoemde Lieffert hertr. Geertien Egberts. Peter Derks is overleden voor 12-11-1712.  Dit zal wel bekend kunnen zijn middels een andere zoektocht.In Zwolle is er één die voogd wordt over de minderjarige kinderen van Jan Jansen dd 18-03-1700 [verder geen informatie] en één die voogd wordt over de kinderen van zal Gerrit Hendriks x Maria Jans[plus erfuiting].En wordt te Zwolle op 22-10-1711 een Peter Derks bedankt als voogd samen met Hendrik Jans door hun pupil Derk Jans [verder geen informatie ]Vanaf 1659 tot de voogdijakte Lubbigjen geen Peter Derks in Zwolle gevonden optredende als voogd.

Dit moet ik even op me laten inwerken. Ik kom er later misschien nog weer op terug. Eerst weer terug naar Peter Clasen.De overleden (1679) echtgenoot van Fennichjen Klaesen heette Jan Peters. En hij kwam uit Holten, bij zijn trouwen. Hun onmondige dochter heette Egbartien. Dus niet naar de moeder van Fennichjen, die heette Evertien. In de GL heb ik gevonden: 1639, Pieter Claessen en zijn vrouw Egbertgen Gerrits laten hun zoon Jan dopen. En in het trouwboek van Zwolle: 1628 Pieter Claesen Claes Jansen soone tot Genne en Egbert Gerritsen Gerrit Geersen dochter beijde tot Genne.Kunnen we hier wat mee?

Juist thuis gekomen lees ik o.a. de vraag wie Peter Claes in Holten was. De enige Peter Claes die mij bekend is, is een zoon van Claes Jansen Wildeman te Genne. Deze Peter Claes huurt volgens Zwk. f. 91 10-1-1650 van zijn vader de katerstede Den Stouvenbelt in Holten. Hij heeft een broer Jan Claessen (mede eigenaar van de helft van de Stouvenbelt in 1650) en o.a. volgens momberstelling 24-8-1661 ook een broer Gerrit. Een Gerrit Claessen te Genne dus. De andere helft van Den Stouvenbelt was in 1650 in het bezit van vader Claes Jansen Wildeman en die verkochtin 1650 daaruit een jaarrente van 20 goudguldens.Bij de onmondige kinderen van Claes Roelofs in 1674 zaten ook 2 zonen Gerrit en Jan Claessen.Gerrit Wildeman in 1661 nog onmondig, en de zonen Gerrit en Jan Claessen van Claes Roelofs in 1674 nog onmondig, terwijl in 1650 Peter Claessen Wildeman al in Holten een boerderij huurde en zijn broer Jan daarvan de helft bezat.Later meer.Aanvulling: de Pieter Claes die in 1628 trouwt  lijkt me dezelfde te zijn als die huurder van de Stouvenbelt, maar of dan die Claes Jansen met zijn onmondige kinderen in 1661, met als 1e echtgenote Mergien Claessen, nog wel die Claes Jansen Wildeman is? De vader van Pieter/Peter Claessen dus? Ik betwijfel het. Of is dat al weer een andere Claes Jansen? Ik vind het tijdsverschil trouwen van Pieter Claessen in 1628 en onmondige broers en zussen van hem in 1661 erg groot. Doorgaan met zoeken, lijkt me.

Ik heb nog een andere Peter Derks gevonden - hij is de zoon van Derk Jans wonende op de O.W. in Mastenbroek. Peter heeft een broer Jan.Derk Jans wonende aan de O.W. in Mastenbroek is voogd als oom van VZ over de 10 kinderen van wijlen Kornelis Jansen x Marrichien Derks.Derk Jans w. aan de O.W. in Mastenbroek én zijn twee zoons Peter en Jan Derks verkopen op 4 mei 1672 1 1/2 m. land, gemeenschappelijk in 12 morgen, genaamd Velicken erve, gelegen in het Hogebrugger slap op de O.W. Peter Derks vermeld in VST 1682 op de NIEUWE wetering - eigenaar Br. Keijser 

Bericht 2.Eerst even wat ik gisteravond tegen kwam:ORA Zwk. 25-5-1639 f. 434 Een rente van 1 goudgulden en 14 stuivers is gezet op  Erve Ter Grooter Weede. Herman Berents woont er. Egbert Jansen en zijn vrouw bezitten samen met anderen een erve en land in Holten. Ze verkopen hun eigen aandeel. Het erve is deels bezwaard, maar als ik het goed begrijp zijn er ook inkomsten verbonden aan dit erve, waaronder deze jaarrente. Het gaat me hierbij om de naam Herman Berents.Bron: De oude archieven der gemeente Hasselt door Dr. W.J. Formsma, uitgave 1959 blz. 366 regest 708 12 sept. 1598 "Thilman Wijchers en Jan Kleijs verklaren als provisoren van het St. Mariënklooster te Hasselt met toestemming van de conventualen opgenomen te hebben van Claes Jansen ter Wehe 250 goudguldens."   En dan gaat het uiteraard om die Claes Jansen ter Wehe.Jammer, dat dopen Hasselt een hiaat heeft van 1637 tot 1648, zie VPND blz. 70 doopboek Hasselt. In die periode vallen de eerste huwelijken van Claes Roelofs: 1636 met Geese Henrix en 1639 met Evertien Geers. Nog wel daar gezien:Doop Hasselt 23-11-1636 Claes Roelofs ten Holten en Geesien Hendrijcks: * Arent.In doopboek Zwolle:  24 juli 1642 Claes Roelofsen het kind heet Gesijen.    In 1644 in Zwolle geen gedoopte dochter Fennigje met als vader een Claes Roelofs. Naar Fennigje ga ik nog verder zoeken.Wat betreft die Claes Roelofs, die in 1642 een Gesijen laat dopen: "onze" Claes Roelofs was eerst met een Geesje getrouwd, vrij gebruikelijk was het om dan een dochter uit het volgende huwelijk naar de overleden vrouw van het vorige huwelijk te noemen. Het zou dus "onze" Claes Roelofs kunnen zijn, ook vanwege die naam Geesje/Gesijen. Maar er staat geen naam van de moeder van Gesijen bij. Is het dus "onze" Claes Roelofs? Lastig, dat Hasselt dat hiaat van 1637-1648 heeft. Eerste doop van een kind van Claes Roelofs, van die Arent Claessen uit het 1e huwelijk, was immers in Hasselt.Omdat ik de naam Claes/Claessen in Genne/Holten enz. veel tegen kom, als voornaam of als patroniem of in combinatie, ga ik de volgende aktes toch maar volledig op dit Forum zetten. Jan Rientjes heeft ze bewerkt. Om hier een samenvatting van te geven wordt wat moeilijk omdat er bijv. als er sprake is van Arent Claessen en van Peter Claessen heel goed 2 verschillende vaders kunnen zijn voor deze beide heren. ( Wat in dit geval volgens mij ook zo is.) Daarom vanwege de moeilijkheidsgraad deze keer dus gekozen voor volledigheid: rechterlijk archief Zwollerkerspel RA001-00611:f98 - Eodem [24 mei 1679] - Richter Bernard Holt.Keurnoten Albert Louwerman, burgemeester, en Lucas Nilant, Doctor.In het Gericht zijn verschenen Klaas Klaassen en Tonnisjen Jansen, woonachtig tot Genne, zijnde zijn Tonnisjen Jansen geassisteerd met haar voorschreven eheman Klaas Klaassen als haar momber, verder Jan Egberts, woonachtig ten Holten, in de kwaliteit als momber over de onmondige kinderen van wijlen Arent Henrix bij voornoemde Tonnisjen Jansen in echte verworven. Zij verklaarden "alsoo" met consent van dit Ed. Gericht ten opzicht van de voorschreven onmondigen, op heden verkregen [erhouden], voor een somma van penningen, hun te danke voldaan, erfelijk te hebben verkocht, gelijk zij verkopen krachtens dezes, aan de E. Henrik van Benthem, burgemeester van de stad Hasselt, en Thimanna Pots, eheluiden, een jaarlijkse rente van 44 gulden uit en over 4 morgen land gelegen in dit kerspel van Zwolle in Mastebroek aan de Hasseler Dijk, behorende onder het erve Rouwenhorst, daar oostwaarts de weduwe en de erfgenamen van Herman Gerbrants, zuidwaarts Johan van Marssche, westwaarts de weduwe van Klaas Herms en noordwaarts de erfgenamen Kolks naast geland zijn; zijnde vrij eigenlijk goed en onbezwaard met enige renten of thinsen. En is deze rente de eerste daaruit verschreven, dewelke op heden over één jaar voor de eerste maal zal verschijnen en uit de pachten betaald worden, en zo verder jaarlijks en alle jaren tot aan de effectieve aflossing. Dewelke de renteheffers en hun erfgenamen voorbehouden wordt om [deze] altijd te mogen doen met een kapitaal van 800 gelijke Caroli guldens, naast betaling van alle achterstallige renten, wanneer zij de opzegging daarvan 1/4 jaar voor de verschijndag zullen hebben aangekondigd. Zij comparanten beloven de voorschreven rente van 43 gulden jaarlijks altijd te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak, en desnoods en verzocht zijnde [een] beter en sterker vestenis te doen. Zonder argelist.- Henrik Queisen, gerichtschrijver, zal ter instantie van de comparanten voor dezen tekenen en zegelen. rechterlijk archief Zwollerkerspel RA001-00611:f100 - Eodem [24 mei 1679] - Richter Bernard Holt.Keurnoten Hermannus Holt en Arent Klaassen.In het Gericht zijn verschenen Peter Klaassen, woonachtig ten Holten, verder Henrik Peters en Jantjen Willems, tutore marito, eheluiden, Jan ten Oever en Jantjen Peters, tutore marito, eheluiden. Zij verklaarden voor een somma van penningen, hun te danke voldaan en betaald, erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, gelijk zij verkopen, cederen en transporteren mitsdezen, aan Egbert Jansen tot Holten hun gerecht vierde part van zeven akkers bouwland, en nog het gerecht vierde part van 3 morgen weideland, samen gelegen in dit kerspel van Zwolle in de buurtschap Holten. Van welke beide percelen de erfgenamen van Willem Gerrits tot Holten de drie andere vierde parten toebehoren; zijnde vrij eigenlijk goed, maar [dog] bezwaard met een vierde part van 7 goudguldens jaarlijks; verder met zijn raad en onraad, recht en gerechtigheid daartoe behorende. Zij comparanten beloven de voorschreven percelen te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.- Henrik Queisen, gerichtschrijver, zal ter instantie van de comparanten voor dezen tekenen en zegelen. rechterlijk archief Zwollerkerspel RA001-00611:f100 - Eodem [24 mei 1679] - Richter Bernard Holt.Keurnoten Hermannus Holt en Arent Klaassen.In het Gericht zijn verschenen Peter Klaassen, woonachtig ten Holten, Henrik Peters en Jantjen Willems, tutore marito, eheluiden, Jan ten Oever en Jantjen Peters, tutore marito, eheluiden, Fennechjen Klaassen [er stond eerst: Peters], weduwe van wijlen Jan Peters, tutore Henrik Queisen, gerichtschrijver, Herman Berents voor zich zelf en de rato caverende voor zijn huisvrouw Fennechjen Gerrits, alsmede voor zijn broers en zusters als te weten Albert Berents, Jan Berents, Lutgertjen Berents, Aaltjen Berents en Derkjen Berents, verder Peter Klaassen voorschreven en Jacob Everts als mombers Egbertjen Gerrits; en dan nog Arent Klaassen als momber over de kinderen van Geesssijn Klaassen, mede caverende voor zijn mede-momber Jan Engberts, en dan nog Gerrit Goossens en Annechjen Klaassen, tutore marito, eheluiden. Zij verklaarden "alsoo" voor een somma van penningen, hun te danke voldaan, erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, gelijk zij verkopen, cederen en transporteren krachtens dezes, aan Gerrit Willems ten Holten een kamp hooiland groot 3 morgen gelegen in dit kerspel van Zwolle [in de] buurtschap Genne, de erfgenamen van Henrik Velcken ten zuiden, de erfgenamen van Gerrit Bos ten noorden, tussen de beide weteringen, strekkende het einde aan de "bour-weg"; zijnde vrij eigenlijk goed, en vrij van dijken, dammen, stegen en wegens en van enige jaarlijkse uitgang. Zij comparanten beloven de voorschreven kamp hooiland te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.- Henrik Queisen, gerichtschrijver, zal ter instantie van de comparanten voor dezen tekenen en zegelen. rechterlijk archief Zwollerkerspel RA001-00612:f23 - 25 okt 1679 - Richter Bernard Holt.Keurnoten Albert Louwerman, burgemeester, en Henrick Queisen.In het Gericht is verschenen Fennichien Claessen, weduwe van Jan Peters, woonachtig in Mastebroeck op de Nieuwe Weteringe, in dezen geassisteerd met Gerrijt Holt, gerichtschrijver. Zij heeft over haar drie onmondige kinderen (Eghbertjen, Peter en Gerrijt Jansen), in echte bij haar voornoemde eheman geprocreerd, tot mombers verzocht Hendrick Peters te Holten, oom van vaderszijde, en Arent Claessen te Holten, oom van moeders zijde. Dewelke daarop door het Gericht verhoord zijnde, deze momberschap hebben aangenomen en beloofd [deze momberschap] na behoren waar te nemen.Zij comparante heeft aan haar genoemde kinderen ten overstaan van deze voorschreven mombers erfuiting gedaan en zij heeft voor het vaders goed bewezen aan ieder van dezen 100 daalders, en aan dezen tesamen de helft van de landerijen, zoals zij die met haar man in gemeenschap bezeten heeft, liggende te Holten. Bovendien belooft zij erfuiterse aan de dochter Eghbertjen Jansen een bed met zijn toebehoren. Alles te ontrichten wanneer de kinderen 18 jaren oud geworden zullen zijn. Zij belooft de kinderen te zullen laten leren lezen en schrijven, en dezen in kost en kleren te zullen onderhouden. Waartegen zij de gehele boedel aan zich zal behouden. Waarmee zij comparante verklaarde een oprechte en sincere erfuiting aan haar genoemde kinderen te hebben gedaan, waarvoor zij verbindt haar persoon en goederen als volgens het recht. Zonder argelist.- Juramentum per tutores remissum [est].    

bericht 2Volgens f393 dd 28-12-1674 -Albert Peters wonende in Mastebroek heeft een onm. kind genaamd Evertijn bij zijn overleden vrouw Geessijn Klaassen. De stiefvader Derk Derx Pelle wordt voogd en Jan Peters als aangehuwde oom van MZ.Dit is nu duidelijk, toch? De dames zijn zussen, Arent is hun [half] broer. En is het nageslacht van Geessijn en Fennechijn overleden voor 5 mei 1696Ter controle nog de onderstaande aktes. zie de berichten van Janny 

 Prachtig wat je allemaal uit die aktes kunt halen!f100 - Eodem [24 mei 1679]In het Gericht zijn verschenen Peter Klaassen, woonachtig ten Holten, Henrik Peters en Jantjen Willems, tutore marito, eheluiden, Jan ten Oever en Jantjen Peters, tutore marito, eheluiden, Fennechjen Klaassen [er stond eerst: Peters], weduwe van wijlen Jan Peters,Als ik dit lees, dan herken ik de halfzus van Arent Clasen van der Wede, Fennichjen Klaesen, weduwe van Jan Peters. Bij wij hij samen met Henrik Peters voogd werd, volgens een akte van 25 okt 1679, vijf maanden later dat deze akte! Het verband tussen de vier lijkt me vader en zoons, waarvan één overleden.Waarom hebben vader en zoon deel in hetzelfde bezit, erfenis? Meest voor de hand liggend: van de overleden vrouw en moeder. En de moeder was Egbertien Gerritsen dv. Gerrit Geersen.En dat is mogelijk ook de reden dat Gerrit Gosens en Annegien Claassen hier bij horen. Een erfenis via zijn familie. Ik neem aan dat deze Gerrit Gosens dezelfde is die beschreven is in het leenregister van Lebuinius nr. 319 (buitendijks land, de Maete, komend uit het goed Volkerick):9 juni 1696, Gerrit Goossen, na de dood van zijn vader Goossen Gerrits10 sept 1764, Annetje Claassen, dochter van Claas Gerrits, onder hulderschap van Hendrik Willem Ravesteyn, gelijk haar overleden grootvader Gerrit Goosens daarmee beleend werdVan Gerrit Gosens en Annegien Claassen is bekend dat ze een zoon Claas hadden, gedoopt 01-08-1686 te Zwolle. En die zoon zal vast zijn moeder hebben vernoemd.Of Goossen Gerrits, overleden voor 1696, een broer was van Egbertien Gerritsen moet ik nog uitzoeken. Maar het zou goed kunnen, lijkt me.Hoe de rest met elkaar te maken heeft is me nog niet duidelijk. Er is ook nog een Cornelis Gerrits, die er mogelijk bijhoort. trb Zwolle: 1644, Cornelijs Gerrijtsen Gerrijt Geursen N.S. tot Genne, ende Marijken Frerijcks Frerijck Jansen dochter tot Barkem. Zij hetrouwde volgens trb Zwolle: 1663 Arent Arents jg t'Ittersum Marrighjen Freriks, Kornelis Gerrits N.W. te Berkmen. Nakomelingen van deze Arent Arents nemen de achternaam van Ittersum aan.Voor het verhaal van Arent Clasen op de grote Weede lijkt me dus dat Peter Klasen de schoonvader van zijn zus Fennechjen Klaassen en Annechjen Klaassen de aangetrouwde nicht van Peter Klasen. Blijven over Fennechjen Klaassen en Geesssijn Klaassen als zijn zussen en kinderen van Claes Roelofs. De vader van Peters Clasen is Claes Jans Wildeman, en de vader van Annechjen Klaassen is Claes Claessen (x Anneken Jans voor den Doorn)

Over Erve Ter Grooter Weede. Mooi om te weten dat Herman Berents (nr. 1412 in mijn kwartierstaat) er dan nog woont in 1639. Zijn vrouw Derckien Albaers was een kleindochter van Griete Velicken ter Weehe, laatst getrouwd met Claes Janssen.Hij zal degene zijn van het regest 708 12 sept. 1598.Mooi extra detail in de familiegeschiedenis!