Misschien is hij deze.Herman van der Bent schreef: ↑25 okt 2021, 23:24Ik heb vanavond alle huwelijken en dopen tussen 1670 en 1700 in kaart gebracht waar mogelijk een Hendrik Remmelts uit voort kan komen die in 1720 trouwt. En net voordat ik het wilde versturen werd ik uitgelogd op het forum en was ik de analyse kwijt. Bij deze een lang verhaal in het kort:
- En van dit huwelijk kan ik verder niks terugvinden, maar het zou mogelijk kunnen.
1697-02-25 Remmelt Willems en zijn vrouw Hendrikjen Harms laten hun zoon Herman dopen.
ZWK f293 - 17 apr 1710 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Daniel van Campen en Wolbert Meijer.
In het Gericht is verschenen Jan Herms te Holten, weduwnaar van Jannetjen Herms. Hij heeft over het onmondige kind Harmen Jansen, bij zijn voornoemde huisvrouw in echte geprocreerd, tot mombers verzocht Remmelt Willems, aangehuwde oom van vaders zijde, en Roelof Herms, oom van moeders zijde. Beiden zijn gecompareerd en nemen de momberschap aan.
Hij bewijst voor het moeders goed aan zijn kind 50 Caroli gulden en een bed met toebehoren, uit te keren als deze 20 jaren is geworden, en nog 35 Caroli gulden voor de kleren van de moeder, en door de ene momber Roelof Herms zijn reeds een gouden ring, 2 zilveren oor¬ijzers, een paar zilveren gespen, een zilveren lepel, 2 haakjes aan een "onderste", en een boek met zilveren krappen ontvangen. De com¬parant zal zijn kind tot diens 20ste jaar in kost en kleren onderhouden en laten, en lezen en schrijven laten leren.
Hij verklaart hiermee een oprechte en sincere erfuiting te hebben gedaan, waarvoor hij verbindt zijn persoon en goederen als volgens het recht. Zonder argelist.
- Jusjurandem per tutores remissum est.
en dezelfde als onderstaande?
24-09-1673 Hermen Lievers wed: en
Evertien Willems j.d. beijde te Berghmen
f81 - 15 mei 1680 - Gesurrogeerde Richter Gerrijt Holt.
Keurnoten Henrick Holt, secretaris, en Hermannus Holt.
In het Gericht is verschenen Evertjen Willems, weduwe van zaliger Hermen Liefers te Berckum, in dezen geassisteerd met Gerrijt Holt, gerichtschrijver. Zij heeft over haar drie onmondige kinderen (Lubbiggijn, Willemtjen en Wijcher Herms) tot mombers verzocht Hermen Enghbers te Herfte, aangehuwde oom van vaders zijde, en Remmelt Willems te Berckum, oom van moeders zijde. Die daarop door het Gericht verhoord zijnde, deze momberschap hebben aangenomen en beloofd deze [momberschap] als goede mombers toestaat te zullen waarnemen. Waarna zij comparante, geassisteerd als boven, aan haar voornoemde kinderen erfuiting heeft gedaan en [aan hun] voor hun zaliger vaders goed heeft bewezen tesamen 300 Caroli gulden, bovendien aan de zoon een tweejarig paard, en aan de dochters elk een bed met zijn toebehoren, en alle drie een kist.
8-6-1680 Hermen Janssen j.m. en
Evertje Willems, Hermen Lieffers n.wed. beijde te Berckum
f144 - 15 jan 1687 - Richter Hermen Meuwsen.
Keurnoten Hermen Henricks Possijn en Warnar Jansen.
In het Gericht is verschenen Evertjen Willems, nagelaten weduwe van Hermen Jansen aan het Rite [ dit moet Vrijlink zijn !!] in dezen met gerichtschrijver Holt als haar momber geassisteerd. Zij heeft over haar onmondig kind met name Jan, in echte bij haar voornoemde eheman geprocreerd, tot mombers verzocht Jan Jansen te Westenholte, oom van vaders zijde, en Remmelt Willems, oom van moeders zijde. Deze zijn daarop in het Gericht verhoord en hebben de momberschap aangenomen.
Waarna zij comparante, tutore quo supra, aan haar voornoemd kind erfuiting heeft gedaan en aan deze voor zijn vaderlijk goed bewezen een somma van 40 Caroli gulden en een tweejarig beest. Zij belooft dezelfde in kost en kleren te onderhouden totdat het kind 16 jaren is geworden, wanneer hem het beloofde zal worden uitgekeerd, en de moeder zal mede gehouden zijn haar voornoemd kind lezen en schrijven te laten leren. Waartegen zij de gehele inboedel met alle schuld en onschuld aan zich behoudt. Zij verklaart hiermee een oprechte en sincere erfuiting te hebben gedaan, waarvoor zij verbindt haar persoon en goederen als volgens het recht. Zonder argelist.
HIER HOORT BIJ
08-02-1687 Welmer Gerrits j.m. tot Bercum
Evertjen Wilms wed. van Hermen Jansen mede aldaer
Remmelt Willems bel. dec. 1678 wonende te Bercum Nhlidm, 1 blz 279
f306 - 19 mei 1683 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Albert Louwerman, burgemeester, en Henrik Holt, Doctor.
In het Gericht is verschenen Grietjen Willems, weduwe van wijlen Jan Wilmers te Salnee. Zij heeft over haar een onmondig kind Merghjen, in echte bij haar voornoemde eheman geprocreerd, tot mombers verzocht Hannes Willems, oom van vaders zijde, en Remmelt Willems, oom van moeders zijde. Die daarop door het Gericht verhoord zijnde, deze momberschap hebben aangenomen en beloofd na behoren te zullen waarnemen.
Waarna zij comparante aan haar voornoemd kind erfuiting heeft gedaan en aan deze voor haar [zijn] vaderlijk goed heeft bewezen een somma van 60 Caroli gulden aan geld, verder een bed met zijn toebehoor, een zondagse rok, een kist en een stukje gebleekt doek van 10 ellen lang. Met de belofte van dit kind lezen en schrijven te zullen laten leren, en haar in kost en kleren te onderhouden totdat ze 16 jaren oud geworden zal zijn, als wanneer [zij] dit bewezen goed of de opkomsten daarvan zal ontvangen. Waartegen zij comparante de gehele inboedel met alle schuld en onschuld aan zich behoudt. Zij verklaart hiermee een oprechte erfuiting aan haar voornoemd kind te hebben gedaan, waarvoor zij verbindt haar persoon en goederen als volgens het recht. Zonder argelist.
- Juramentum per tutores remissum est.
f151 - 5 mrt 1687 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Johan Calencamp, Dr., en Herman Meuwsen, Dr.
In het Gericht zijn verschenen Willem en Remmelt Willems, beiden gerichtelijk gestelde mombers over het ene onmondig kind [niet genoemd] van zaliger Jan Welmers en Grietjen Willems te Salnee, gewezen eheluiden, verder mede Klaas Willems, die na de dood van genoemde Jan Welmers is getrouwd geweest met voornoemde weduwe, verklarende [te kennen gevende] hoe dat naderhand genoemde weduwe mede is overleden, en "alsoo" het gezeide kind vader- en moederloos is geworden, en "aldewijl" zij mombers niet hadden geweten waar [ij] met hun voornoemde pupil zouden blijven, dat zij met voornoemde Klaas Willems, die nu weer staat [stont] te hertrouwen, hebben geaccordeerd en zijn zij overeengekomen, dat hij deze bij hem in huis zal behouden en in de kost en kleren onderhouden totdat het [kind] 16 jaren oud zal zijn geworden, en lezen en schrijven te laten leren, en zulks voor een somma van 30 Caroli gulden, die "deselve" zou genieten van zodanige 60 gulden als door wijlen zijn moeder Grietjen Willems op 19 mei 1683 aan het genoemde kind voor zijn vaders goed was bewezen, blijvende het verdere aldaar gemaakte alles in zijn waarde, en bovendien [zal het kind] nog genieten zijn zaliger moeders kleren. Waarop genoemde Klaas Willems, gehoord zijde, zulks bij handtasting heeft beloofd te zullen doen. waarna het Ed. Gericht dit accoord "alsoo" ten opzichte van het genoemde minderjarige kind heeft geapprobeerd. Zomder argelist.