Re: Onverklaarbare afwijking in aktes in het Rechterlijk Archief van Raalte
Geplaatst: 13 mar 2021, 17:12
door Egbert_
ria van bessen schreef: ↑13 mar 2021, 15:34
De vraag is - en die is niet te beantwoorden - is hij wel een zoon van Lambert Jans Ruiter en Maria Tonissen.
Dat is ook de reden dat ik een ? heb bij nr. 4 en nr. 5 in de kwartierstaat.
Vanwege het patroniem verwacht ik dat zijn vader Lambert zal heten
En de moeder, nr. 5 zou een zus zijn van
Gerarda matertera patris, uxore aan 't Kriegers (=tante vaderszijde, zus van de moeder van de vader van de dopeling). Zij zou Wilhelmina kunnen heten, maar dat heb ik nergens bevestigd gezien.
Gerarda is ook matertera patris bij de doop van (Raalte RK):
15-11-1774 z: Henricus v: Petrus Henricus op 't Juttert
m: Diderica Lamberti
g: Gerardina matertera patris - Hemen
Petrus is de zoon van
Hermina Jansen en Hendricus Peters (volgens f445 - Raalte, 5 juli 1746)
Nr. 7 heb ik nn genoemd, misschien een dochter van Hendrik Jansen van Speckbroek en Hendrikjen Jansen van Vossenbelt.
Omdat ik een verband met het erf Zomer vermoed.
Het erf waar Teunis Wijlent op de Somer woonde, kwam uiteindelijk terecht bij Gerrit Jan Tepperik, daarna bij zijn weduwe, en daarna bij haar tweede man Gerrit Vloedgraven op Tepperik, die in 1832 eigenaar was van het erf met de naam Tepperik.
Maar er is nog een erf Zomer, dat in 1832 de Zwarte Zomer heet en eigendom is van Antonij Zomer, zoon van Joannes Henrici op 't Jan Somers en Henrica Antonii van Dijkmans.
Joannes een zoon van Hendrik en Maria Jansen op 't Gentenvoord. Maria trouwde later Jan Alberts Jonkman, zoon van Albert Waanders (op Jonckman), en zij kopen
En Jan Alberts en Maria kopen
het plaatsje 't Somers genaamd van Derk Hendriks, die het gekocht heeft van Teunis Jansen op 't Somer en Maria Henriksen
En ze verkopen het aan Albert Waanders en Maria Hendriksen, die waarschijnlijk de ouders zijn van Jan Alberts.
Die laatst Maria Hendriksen is een dochter van Hendrik Spekbroek en Hendrikje Jans van Vossebelt.
Zou het kunnen, dat ze nog een dochter Maria hadden, die met Teunis trouwde, en overgrootouders waren van Teune Vossebelt. Ik acht de kans niet groot, waarschijnlijk zit het toch anders in elkaar. Maar zeker weten doe je dat ook niet.
Als dat allemaal wel klopt, dan is de verwantschap tussen Lambert Spekman alias Huis in 't Veld met Teune Vossebelt bewezen. Maar komen we niets verder met de afkomst van Joannes Lamberti van de Ruijter.
Re: Onverklaarbare afwijking in aktes in het Rechterlijk Archief van Raalte
Geplaatst: 13 mar 2021, 17:47
door ria van bessen
Dit is alles wat ik heb over Somer etc
86 - Actum Raalte, 10 jan 1700 - Coram Verwalter Joan van der Wijck.
Keurnoten Gerrit Vrijlink en Harmen Jannis.
Verschenen is Lubbeken Jansen, weduwe van Jan Lubberts, op de Somerie, hierbij geassisteerd door haar bruidegom Jan Gerritsen. Zij verklaart zich in een tweede huwelijk te willen begeven. Zij verzoekt aanstelling van gerichtelijke mombers over haar 2 onmondige kinderen (Jenneken en Tonisken) om met hen te scheiden en te delen. Benoemd worden Hend. Lubberts Rotman en Willem Hendrix Horleman. Zij nemen de momberschap aan.
De moeder bewijst aan haar kinderen voor hun vaderlijk goed het lege land bij de Somerie gelegen, zijnde hooiland, groot ruim één dag werk, den Belt of van de Campien, groot omtrent 3 spint gezaai in Hofstees broek omtrent het Speckbrock [Spekbroek], en aan ieder kind een kist, een bed met 10 pond veren, en aan ieder 2 lakens, 2 kussens, 2 kussentogen en een peluwe. De kinderen zullen hun goederen profiteren als ieder tot haar 14e jaar is gekomen. De moeder zal haar kinderen bij de school houden tot zij kunnen lezen en schrijven. Indien de kinderen buitenshuis zijn en dan krank worden, dan mogen zij ten allen tijde bij hun moeder en stiefvader inkeren en zullen zij daar dan onderhouden worden.
Verder niets gevonden
*
dl 17 f445 - Raalte, 15 okt 1746 - Scholtus Egb. Westenberg.
Keurnoten Hendrik van Eerten en Gerrit Arents.
Verschenen is Hendrina Essen, weduwe van Teunis de Somer, geassisteerd door haar bruidegom Derk Jansen. Tot mombers over haar 3 minderjarige kinderen (Jan, Gesina en Lambert Teunissen) worden benoemd Jan Essen en Gerrit Wijlent. Zij zijn verschenen en nemen de momberschap aan. De mombers hebben met haar geconvenieerd:
Zij zal behouden het vrije bezit van de Somerije en zal aan de kinderen voor het aan hun aanbestorven vaderlijk goed uitkeren met hun 20ste jaar aan ieder 25 gulden. De zoons zullen bovendien genieten elk 3 ooien met lammeren en een kist, en het meisje een bed, peuluwe, 2 kussens, met 10 lb. veren, 2 slopen en 2 lakens. De moeder zal hen laten leren lezen en schrijven. Als zij buitenshuis dienende ziek worden, dan zullen zij onderhoud genieten na 't huis vermogen. Het geld zal van het ene kind op het ander kind versterven.
Dit wordt Tepperik
*
f536 - Raalte, 8 feb 1734 - Egbert Westenberg, Scholtus van Raalte.
Keurnoten Gerrijt van Eerten en Jan Aams.
In het Gericht is verschenen de E. Peter Wesselman in de kwaliteit als gevolmachtigde van de HoogWelGeb. Gestr. Heer Ditmar baron van Wijnbergen, Heer van beide de Pollen, etc., en zijn ehegemalinne Vrouw Anna Elisabeth Schimmelpennink (vermogens akte van procuratie voor de Raden des Furstendoms Gelre en [het] Graafschap Zutphen in dato 9 december 1733 tot Arnhem gepasseerd). Hij verklaart voor een wel betaalde somma van penningen te hebben verkocht, gecedeerd en overgedragen, zulks doende bij dezen, aan Jan Willems de Somer en zijn vrouw Jenne Gerrijts de katerstede, zoals die door hun zelf wordt bewoond, zoals deze in zijn bekende bepalingen, "gelijks" de kamp van Voortman en de "gemene" dijk in de boerschap Heeten en dit kerspel van Raalte kennelijk is gelegen, met alle "desselfs" raad en onraad, rechten en gerechtigheden daar bij behorende. Belovende "deselve" in de voorverhaalde kwaliteit te zullen staan wachten en waren voor de evictie en opspraak na Landrecht.
- Ten oorkonde heeft de Scholtus voornoemd dit naast de comparant getekend en gezegeld.
f537 - Raalte, 8 feb 1734 - Egbert Westenberg, Scholtus van Raalte.
Keurnoten de gemeensman Derk Walraven tot Zwoll en Evert Bosman.
In het Gericht zijn verschenen Jan Willems en zijn vrouw Jenne Gerrijts, tutore marito. Zij hebben verklaard wegens opgenomen en ten genoegen ontvangen penningen schuldig te zijn aan [zij hebben een hypotheek verkregen van] de Diaconie van Raalte een somma van 300 Caroli gulden van 20 stuivers het stuk. Belovende deze jaarlijks te verrenten met 3 1/2 procent, waarvan het eerste jaar zal verschijnen en moet [deze] betaald worden op "Lichtmisse" 1735. Verbindende daarvoor hun personen en goederen, en speciaal de katerstede 't Jan Somers genaamd, zoals die door hun zelf wordt bewoond, en "gelijks" de kamp van Voortman en de "gemene" dijk in de boerschap Heeten [in het] kerspel Raalte kennelijk gelegen.
- in kennis der waarheid heeft de Scholtus voornoemd dit naast de Scholtus Ar. Westenberg, die door de comparanten daartoe speciaal verzocht is, getekend en gezegeld.
[Kantlijn hierbij op f537:] 14 februari 1747 afgelost
*
dl 5 f129 - Raalte, 7 nov 1748 - Egbert Westenberg, Scholtus van Raalte.
Keurnoten Jan Veltcamp en Rense Avermeen.
In het Gericht zijn gecompareerd en verschenen Antoni Bijleman en Janna Gerrits, eheluiden, tutore marito. Zij verklaren voor een wel betaalde somma van penningen te hebben verkocht, gecedeerd en overgedragen, zulks doende bij dezen, aan Jan Eskes en Maria Jansen, eheluiden, de katerstede de Middelste Somerije of Dwarsfluite, met zijn behuizing en landerijen, recht en gerechtigheid daarbij behorende, zoals deze kennelijk gelegen in dit kerspel van Raalte [in de] boerschap Heeten. Belovende "deselve" te zullen staan wachten en waren voor de evictie en opspraak volgens Landrecht.
- Des ten oorkonde heeft de Scholtus voornoemd dit naast Evert van Ketwich, als daartoe door de comparanten speciaal verzocht zijnde, getekend en gezegeld.
f130 - Raalte, 7 nov 1748 - Egbert Westenberg, Scholtus van Raalte.
Keurnoten Jan Veltcamp en Rense Avermeen.
In het Gericht zijn verschenen Jan Eskes en zijn vrouw Maria Jansen, tutore marito. Zij verklaarden wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan [zij hebben een hypotheek verkregen van] Hendrik Huis in 't Velt. een somma van 300 Caroli gulden, van 20 stuivers het stuk. Belovende deze jaarlijks te verrenten met 3 1/2 procent, waarvan het eerste jaar interest zal verschijnen en moet deze betaald worden op Jacobi 1749 en zo vervolgens van jaar tot jaar tot aan de aflossing, welke mag en moet geschieden als de opzegging van de ene of andere zijde een half jaar voor de verschijndag is gedaan. Zij verbinden daar voor hun personen en goederen, en wel speciaal de katerstede de Middelste Somerije of Dwarsfleuite genaamd, met zijn behuizing en landerijen daar bij behorende, kennelijk gelegen in de boerschap Heeten, zoals deze door hun zelf wordt bewoond en gebruikt, teneinde [dat] de renteheffer in cas van misbetaling zich daar aan ten alle tijden kost- en schadeloos kan en mag verhalen.
- In kennis der waarheid heeft de Scholtus voornoemd dit naast Evert van Ketwich, als door de comparanten daartoe speciaal verzocht zijnde, getekend en gezegeld.
[Kantlijn hierbij op f130:] Boven op de obligatie stond:
De inhoud dezes is mij te danke voldaan en betaald op 17 december 1758. Ik mag lijden, dat het op het prothocol geroieerd wordt.
- Was getekend: Henrik Huis in 't Velt,
- quod testor Arn. Westenberg.
f424 - Raalte, 2 feb 1759 - Arnolt Westenberg, Scholtus van Holten en
Bathmen en Verw. Scholtus van Raalte.
Keurnoten burg.r. Egbert Friesendorp en Jan de Ruiter.
In het Gericht zijn verschenen Jan Essies Dwarsfluite en Maria Jansen, eheluiden, marito tutore. Dewelke verklaarden wegens opgenomen en ten genoegen ontvangen penningen schuldig te zijn aan [zij hebben een hypotheek verkregen van] Evert Groote Baarle, zijn vrouw [niet genoemd] en hun erfgenamen een kapitale somma van 300 gulden. Dewelke zij comparanten beloven jaarlijks te verrenten met 3 procent, waarvan het eerste jaar zal verschijnen op kerstmis [Kersmis] 1759. Tot securiteit en nakoming van dit verbinden zij comparanten hun personen en goederen, en wel speciaal de katerstede de Middelste Somerije of Dwarsfluite, met zijn behuizing en landerijen daarbij behorende. kennelijk gelegen in de boerschap Heeten.
- In kennis der waarheid is dit door de Verw. Scholtus en op verzoek van de comparanten door Harmannus van Eerten naast de Verw. Scholtus getekend en gezegeld.
[Kantlijn hierbij op f424:] Raalte, 24 juni 1786 - Scholtus L.J. Walraven.
Keurnoten Harmen Elferink en Arent Somer.
Verschenen is Gerrit Kolkman. Hij verklaart van het nevenstaande kapitaal van 300 gulden met de interest daarvan tot dato dezes voldaan en betaald te zijn. Mogende lijden, dat dit bezwaar ten prothocolle wordt geroieerd.
- Quod attestor,
- L.J. Walraven, Scholtus.
*
Raalte invnr. 5
f49 - Raalte, 13 aug 1745 - Egbert Westenberg, Scholtus van Raalte.
Keurnoten Lambert Grote Sonnenberg en Hendrik van Eerten.
- In het Gericht is verschenen de Heer Dr. Gerhard Jordens als Markenrichter en bovendien tot deze zaak speciaal geauthoriseerd door de Heren Erfgenamen van de boerschap Heeten. Hij verklaart voor een wel betaalde somma van penningen te hebben verkocht, gecedeerd en overgedragen, zulks doende bij dezen, aan Hendrik Jonkman en zijn vrouw Maria Jansen de katerstede Jonkmans, die door hun zelf wordt bewoond en gebruikt, kennelijk gelegen in dit kerspel van Raalte [in de] boerschap Heeten, en zulks met het recht van uitdrift als de katers in de voorschreven marke ingevolge [het] markenrecht competeert. Belovende "deselve" te zullen staan wachten en waren voor de evictie en opspraak volgens Landrecht.
f51 - Raalte, 27 sep 1745 - Egbert Westenberg, Scholtus van Raalte.
Keurnoten Evert Bosman en Jan Heegeman.
In het Gericht zijn verschenen Hendrik Jonkman en Maria Jansen, eheluiden, tutore marito. Zij verklaren wegens opgenomen en ten genoegen ontvangen penningen schuldig te zijn aan Teunis Rensen Kleijne Voorde een somma van 215 gulden. Zij beloven deze jaarlijks te verrenten met 7 alzulke guldens, waarvan de eerste interest zal verschijnen en moet deze betaald worden heden over één jaar. Zij verbinden daarvoor hun personen en goederen en wel in het bijzonder [in specie] hun huis met de daarbij behorende landerijen, ap- en dependentien van dien, zoals [deze] zijn gelegen in de boerschap Heeten in dit kerspel van Raalte, zoals die door hun zelf wordt bewoond en gebruikt en genaamd wordt de katerstede Jonkmans.
- In kennis der waarheid heeft de Scholtus voornoemd dit naast Evert van Ketwich, als door de comparanten daartoe speciaal verzocht zijnde, getekend en gezegeld.
[Kantlijn hierbij op f51:] [geen datum vermeld].
Dit kapitaal is met de interest voldaan en betaald op ... [leeg].
In fidem Arn. Westenberg.
f184 - Actum an 't Poelhekke in Heten onder Raalte, 5 mei 1751 - Arnolt
Westenberg, Scholtus van Holten en Bathmen, en Verwalter Scholtus van Raalte.
Keurnoten Jan Snijder in t Poelhekke en Lambert Jansen Volbrink.
In het Gericht zijn verschenen Antonij Kleijne Voorde [=Overmeen] en Jenneken Jansen, eheluiden, marito tutore. Dewelke verklaarden uit handen van Jan Jansen Oostwegele ontvangen te hebben een somma van 215 [-] gulden, welke "ten haren profijte gerigte" in de katerstede Jonkmans in dato 27 september 1745 was gevestigd, in volledig eigendom overgeeft, cedeert en transporteert, zulks doende bij dezen, aan bovengemelde Jan Jansen Oostwegele en zijn erfgenamen, met de belofte als volgens het Landrecht en andere reglementen.
- Des ten oorkonde en tot vestenis dezes is dit door mij Verwalter Scholtus voornoemd en de comparanten getekend en gezegeld.
*
dl 5 f217 - Raalte, 7 juni 1752 - Arnold Westenberg, Scholtus van Holten en
Bathmen, en in dezen Verw. Scholtus van Raalte.
Keurnoten Jan Smit en Jan Roert.
In het Gericht zijn verschenen Henrik Freriks op de Somerije en zijn vrouw Hendrina Jansen, tutore marito. Dewelke verklaarden wegens opgenomen en ten genoegen ontvangen penningen schuldig te zijn aan [zij hebben een hypotheek verkregen van] Berendina Akkermans en haar erfgenamen een kapitale somma van 250 gulden. Welke zij comparanten beloven jaarlijks te verrenten met 4 procent, maar wanneer de interest [binnen] 1/4 jaar na de verschijndag betalen, dan kunnen zij volstaan met 3 1/2 procent, waarvan het eerste jaar interest zal verschijnen heden over één jaar. Tot securiteit en nakoming van dit verbinden zij comparanten hun personen en goederen, en zij stellen tot een speciale hypotheek en onderpand hun katerstede de Somerije, met nog de helft van het land den Averweg Acker genaamd, kennelijk gelegen in dit kerspel van Raalte [in de[ buurtschap Heeten.
- Tot securiteit en nakoming is dit door de Verwalter Scholtus en op verzoek van de comparanten door Hermannus van Eerten naast mij [de Verwalter Scholtus] getekend en gezegeld.
[Kantlijn hierbij op f217:] Raalte, 28 mei 1754 - Verw. Scholtus Arn. Westenberg.
Keurnoten Jan de Ruiter en Jan Berents.
Verschenen is Berent Mulder voor hem zelf en als gevolmachtigde van de andere erfgenamen van wijlen Berendina Akkermans. Verklarende deze bovenstaande obligatie ad 250 gulden te cederen en over te dragen aan Arent Henriksen en Jacob(a) Akkermans.
- In kennis der waarheid is dit door mij en de comparant getekend en gezegeld,
- Was getekend en gezegeld:
- Arn. Westenberg, Verw. Scholtus,
- B. Muller.
*
f326 - Actum Raalte, 16 apr 1756 - Arn. Westenberg, Verw. Scholtus van
Raalte.
Keurnoten als waren Jan Ruiter en Lambert Jansen Volbrink.
In dit Gericht zijn persoonlijk gecompareerd Teunis Somer en Maria Hendriks, eheluiden, marito tutore. Zij verklaarden wegens opgenomen en wel ontvangen penningen schuldig te zijn aan [zij hebben een hypotheek verkregen van] de Heer H.G. Jordens, JUDr en burgemeester van de stad Deventer, en Vrouw Agatha Aleida van Munster, eheluiden en hun erfgenamen 300 Caroli gulden, ad 20 stuivers het stuk. Belovende deze somma van 300 gulden jaarlijks en alle jaren te verrenten met 4 procent, maar [edog] als de jaarlijkse rente binnen de tijd van 6 weken na de verschijndag wordt betaald, dan kan met 3 3/4 procent worden volstaan; het eerste jaar rente zal verschijnen heden over één jaar en zo vervolgens tot aan de effectieve aflossing, die [het] wederzijds zal vrijstaan, mits 1/4 jaar voor de jaarlijkse verschijndag wordt gedenuntieerd en aangekondigd, als wanneer het voorschreven kapitaal met de dan daarop verlopen interest in een onverdeelde somma aan de renteheffers in dezen of hun erfgenamen in dezen in goed "groven" gangbaar zilvergeld weer kost- en schadeloos binnen Deventer moet worden gerestitueerd en "erlegt", alsmede de jaarlijkse rente vrij te Deventer te leveren en het kapitaal van alle lasten vrij te houden. Voor welk bovengemeld kapitaal en de daarop te verlopen renten zij comparanten verbinden hun personen en goederen, gerede of ongerede, geen uitgezonderd, en zij stellen tot een speciale vaste hypotheek en onderpand hun vrije en allodiale en tiendevrije katerplaats het Somers, gelegen in het kerspel van Raalte [in de] boerschap Heten, met de hoge en lage landerijen, al zijn getimmerte en houtgewas, recht en gerechtigheid. Zonder arg of list.
- In kennis der waarheid heb ik Scholtus voornoemd en op verzoek van de comparanten Hermannus van Eerten naast mij [de Scholtus] dit getekend en gezegeld.
[Kantlijn hierbij op f326:] Onder op de obligatie stond;
3 mei 1757 is mij het bovenstaande kapitaal ad 300 gulden met de interest van dien gerestitueerd en betaald, en mag derhalve lijden dat het ten prothocolle wordt geroieerd.
- Was getekend: Hend. Gerh. Jordens.
- Quod testor, Arn. Westenberg.
f366 - Actum Raalte, 15 mei 1757 - Arnolt Westenberg, Verw. Scholtus
van Raalte.
Keurnoten Gerrijt Berents van Eerten en Hendrik Kl. Toereers.
In het Gericht zijn verschenen Teunis Somer en Maria Hendriksen, eheluiden, marito tutore. Dewelke verklaarden wegens opgenomen en ten genoegen ontvangen penningen schuldig te zijn aan [zij verkrijgen een hypotheek van] Derk Hendriksen Vuilink en Geertruit Jansen, eheluiden, een kapitale somma van 300 Caroli gulden, van 20 stuivers het stuk. Die zij comparanten beloven jaarlijks te verrenten met 3 procent, waarvan het eerste jaar interest zal verschijnen [-] mei 1758. Tot securiteit en nakoming van dit verbinden zij comparanten hun personen en goederen, en speciaal de katerstede de Somerije genaamd, met zijn behuizing en onderhorige landerijen, gelegen aan Voortmans Camp in de boerschap Heten [in het] Scholtambt van Raalte.
- In kennis der waarheid is dit door mij Verw. Scholtus en op verzoek van de comparanten door Hermannus van Eerten getekend en gezegeld.
[Kantlijn hierbij op f366:] Raalte, 26 april 1758 - Verw. Scholtus Arn. Westenberg.
Keurnoten L.J. Volbrink en Arent Mersman [= Marsman].
Verschenen is Derk Henriksen Vuilink. Hij verklaart van dit kapitaal met de interest voldaan en betaald te zijn. Met verzoek om deze ten prothocolle te roieren.
- Quod conceditat,
- in fidem Arn. Westenberg.
f391 - Raalte, 26 apr 1758 - Arnold Westenberg, Scholtus van Holten en
Bathmen en Verw. Scholtus van Raalte.
Keurnoten Lambert Jansen Volbrink en Arent Menseman.
In het Gericht zijn verschenen Teunis Jansen op 't Somer en Maria Henriksen, eheluiden, marito tutore. Dewelke verklaarden voor een wel betaalde somma van penningen te hebben verkocht, gecedeerd en overgedragen, zulks doende bij dezen, aan Derk Hendriksen het plaatsje 't Somers genaamd met zijn getimmerte, hoge en lage landerijen, houtgewas, oude en nieuwe toebehoor, kennelijk gelegen in de boerschap Heeten [in het] Scholtambt van Raalte, en zulks met zijn recht en gerechtigheid, lusten en lasten, ap- en dependentiën van dien. Met de belofte dit transport te zullen staan wachten en waren voor alle evictie en opspraak volgens Landrecht.
- In kennis der waarheid is dit door mij Verw. Scholtus en op verzoek van de comparanten door Hermannus van Eerten naast mij [Verw. Scholtus] getekend en gezegeld.
dl 5 f392 - Raalte, 26 apr 1758 - Arnold Westenberg, Scholtus van Holten en
Bathmen en Verw. Scholtus van Raalte.
Keurnoten Lambert Jansen Volbrink en Arent Menseman.
In het Gericht is verschenen Derk Hendriksen. Dewelke verklaarden voor een wel betaalde somma van penningen te hebben verkocht, gecedeerd en overgedragen, zulks doende bij dezen, aan Jan Alberts en Maria Jansen Gentenvoord, eheluiden, en hun erfgenamen het plaatsje 't Somers genaamd met zijn getimmerte, hoge en lage landerijen, houtgewas, recht en gerechtigheid, oude en nieuwe toebehoor, kennelijk gelegen in de boerschap Heeten [in het] Scholtambt van Raalte. Met de belofte dit transport te zullen staan wachten en waren voor alle evictie en opspraak volgens Landrecht.
- In kennis der waarheid is dit door mij Verw. Scholtus en op verzoek van de comparant door Hermannus van Eerten naast mij [Verw. Scholtus] getekend en gezegeld.
dl 5 f392 - Raalte, 26 apr 1758 - Arnold Westenberg, Scholtus van Holten en
Bathmen en Verw. Scholtus van Raalte.
Keurnoten Lambert Jansen Volbrink en Arend Menseman.
In het Gericht zijn gecompareerd en verschenen Jan Jonkman en Maria Gentenvoord, eheluiden, marito tutore. Welke verklaarden voor hun en hun erfgenamen wegens opgenomen en ontvangen penningen schuldig te zijn aan [zij hebben ene hypotheek verkregen van] de Heer H.G. Jordens, JUDr en burgemeester van de stad Deventer, en Vrouw Agatha Aleida van Munster, eheluiden, en hun beider erfgenamen een hoofdsomma van 500 Caroli gulden, ad 20 stuivers het stuk. Belovende de gezegde hoofdsomma jaarlijks en alle jaren te zullen verrenten met 4 1/2 procent, maar als de jaarlijkse rente binnen 6 weken na de verschijndag wordt betaald, dan kan met 4 procent worden volstaan, zullende het eerste jaar rente verschijnen 15 maart 1759, en zo vervolgens van jaar tot jaar te continueren tot aan de effectieve restitutie en aflossing, die wederzijds alle jaren zal kunnen en moeten geschieden, mits de opzegging daarvan 1/4 jaar voor de verschijndag gedaan wordt, als wanneer het voorschreven kapitaal, met de dan daarop verlopen interest op het eerste daar aan volgende jaarlijkse verschijndag na de gedane denuntiatie in een onverdeelde somma aan de renteheffers in dezen of hun erfgenamen in goed "groven" gangbaar hollands zilvergeld binnen Deventer weer zal moeten worden gerestitueerd en "erlegt", alsmede de jaarlijkse rente vrij te Deventer te leveren en het kapitaal van alle lasten vrij te houden.
Voor welk bovengemeld kapitaal en de daarop te verlopen renten de comparanten verbinden hun personen en gerede en ongerede goederen, geen uitgezonderd, en zij stellen speciaal tot een speciale hypotheek en onderpand het erve en goed 't Somer genaamd, met "deszelfs" oude en nieuwe toebehoor, recht en gerechtigheden, en het daarop staande getimmerte, gelegen in het kerspel van Raalte [in de] buurtschap Heeten. Alles teneinde dat de Heer crediteur en Vrouw creditrice in dezen en hun erfgenamen zich ten alle tijden bij onverhoopte misbetaling van het voorschreven kapitaal van 500 gulden en de daarop te verlopen renten en schaden daaraan kost- en schadeloos zullen kunnen en mogen verhalen met parate executie en reële distractie, doende alleen maar "een wheete" van verkoop, ten welken einde zij comparanten samen en een ieder apart afstand doen van alle formaliteiten, welke tot het maken van een compleet verwin worden vereist, renuntiërende mede van alle exceptiën en beneficiën rechtens, die uit enigerhande hoofde hier tegen zouden kunnen worden bedacht, speciaal die van ongetelden gelde, alsmede de vrouw van het Vellejaansche raadsbesluit en authentica si qua Mulier, die de vrouwen borgtocht verbieden, van dit alles hun genoegzaam onderricht houdende, alles onder submissie van hun personen en goederen ter judicature van alle Heren, Hoven, Richters en Gerichten. Zonder arg of list.
- In kennis der waarheid heb ik Verw. Scholtus voornoemd dit naast de comparanten getekend en gezegeld.
[Kantlijn hierbij op f392:] Onder op de obligatie stond:
15 maart 1767 is het kapitaal ad 500 gulden in deze obligatie vermeld voldaan met de rente, en mag derhalve lijden dat dit kapitaal ad 500 gulden ten prothocolle wordt geroieerd, maar met de 50 gulden, waarvan een aparte obligatie is, welke 50 gulden in deze obligatie vermelde goederen gerichtelijk zijn gevestigd en de 50 gulden met de rente nog niet gerestitueerd en betaald, dus die 50 gulden op het prothocol niet geroieerd moet worden.
- W.g. H.G. Jordens.
- Quod Testor, L.J. Walraven, Scholtus.
f391 - Raalte, 26 apr 1758 - Arnold Westenberg, Scholtus van Holten en
Bathmen en Verw. Scholtus van Raalte.
Keurnoten Lambert Jansen Volbrink en Arent Menseman.
In het Gericht zijn verschenen Jan Alberts op 't Jan Somer en Maria Jansen, eheluiden, marito tutore. Dewelke verklaarden voor een wel betaalde somma van penningen te hebben verkocht, gecedeerd en overgedragen, zulks doende bij dezen, aan Albert Waanders en Maria Hendriksen het plaatsje Jan Somers, met zijn getimmerte, hoge en lage landerijen, houtgewas, oude en nieuwe toebehoor, zo en in dier voegen als zij deze hebben bezeten en bewoond, gelegen in de boerschap Heeten [in het] Scholtambt van Raalte, bij ten Voorde en Spekschate. Met de belofte dit transport te zullen staan wachten en waren voor alle evictie en opspraak volgens Landrecht.
- In kennis der waarheid is dit door mij Verw. Scholtus en op verzoek van de comparanten door Hermannus van Eerten naast mij [Verw. Scholtus] getekend en gezegeld.
f343 - Raalte, 11 dec 1769 - L.J. Walraven, JUDr en Scholtus van Raalte.
Keurnoten Teunis Heilersich en Teindt Bruntink.
In het Gericht zijn verschenen Albert Waanders en Maria Hendriks, ehelieden, marito tutore. Welke verklaarden wegens opgenomen en ten genoegen ontvangen penningen schuldig te zijn aan [zij hebben een hypotheek verkregen van Gerrit Berentsen Cappert in Overloo een kapitale somma van 250 Caroli gulden. Zij beloven deze jaarlijks en alle jaren te verrenten met 3 procent, waarvan het eerste jaar interest zal verschijnen en moet deze betaald worden heden over één jaar.
Voor al hetwelk zij comparanten "in 't generaal" verbinden hun personen en goederen, en zij stellen tot een speciale hypotheek en onderpand hun katerstede 't Jonkmans, gelegen in de boerschap Heten [in het] kerspel Raalte, zijnde het voorschreven plaatsje vrij en onbezwaard als alleen met een kapitaal van 215 gulden ten profijte van Oostwegele in dato 5 mei 1751.
- In kennis der waarheid is dit door mij Scholtus en de comparant voor hem en zijn vrouw getekend en gezegeld.
[Geen aflossing vermeld].
Ik begrijp niet goed wat je hiermee voorhebt.
Het zal duidelijkheid brengen - geen aanname bijv. - het lost andere zaken op, maar niets richting Spekbroek of Ruiter.