albert hendriks jonker

[ria van bessen]

Egbert,

Je schreef ergens op het forum

Hilligjen Alberts, † na nov. 1697, dr. van Albert Willemsen Luijter en Geertruijt Buijs.
1e Peter Hendricks, geb. Oude Wetering, † vóór nov. 1670 en zn. van Hendrick Berents en Anna Jans;
tr. 2e (ondertr. omstr. april 1671 Arent Claesen, † vóór maart 1677;
tr. 3e Swolle 17 april 1677 Herman Willems, † na nov. 1697.

Dat is - mag ik aannemen - toch correct?

Daar hoort onderstaande bij ..

IJsselmuiden f21 - 21 apr 1671 - Erfuiting aan zoon Hendrik - moeder Hilligien Alberts en vader Peter Hendrix - voogden Jochem Lubberts en Cnelis Alberts. Notitie
Kantlijn: zie hiervan verder op 12 apr 1683.


ZWK f277 - 5 nov 1670 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Rudolf Crans en Henrik Mensink.
* In het Gericht is verschenen Jochim Lubberts, voor zich zelf en de rato caverende voor zijn huisvrouw Trijntijn Herms, Berent Lubberts, voor zich zelf en de rato caverende voor zijn huisvrouw Henrikijn Jansen, Albert Lubberts [Blanckhart] voor zich zelf en de rato caverende voor zijn huisvrouw Kornelissijn Gerrits, Derk Jacobs en Lijssijn Lubberts, tutore marito, eheluiden, Lou Lubberts Blankhart, Gerrit Lubberts, Jan Klaassen als momber over Anna Lubberts, Geert Jansen voor zich zelf en de rato caverende voor zijn huisvrouw Anna Jansen, Herman Jansen en Jannechijn Tijssen, tutore marito, eheluiden, en Sibrant Obes voor zich zelf en de rato caverende voor zijn huisvrouw Geessijn Jansen, tesamen erfgenamen van wijlen Lou Henrix, gewoond hebbende in Mastebroek op de Olde Weteringe. Zij verklaren voor hun en hun erfgenamen voor een voldane koopsom te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, gelijk zij verkopen, cederen en transporteren krachtens dezes, aan Hillichijn Alberts, nagelaten weduwe van Peter Henrix, woonachtig in Mastebroek in het Scholtambt van Isselmuiden, mede-erfgenaam van wijlen Lou Henrix, en

Peter Hendriks is een broer van Louwe Hendriks en Aeltien Hendriks (x Lubbert Jochems) - aanvulling Harm

april wordt kennelijk februari ?

IJsselmuiden f54v - 12 feb 1683 - Coram Johan De Baecke.
Keurnoten Herman De Baecke en Claes Craenhalss.
Verschenen is in het Gericht Hillichjen Alberts, voor dezen weduwe van zaliger Peter Henricksen. Zij heeft in plaats van de afgestorven mombers [doorgestreept: Cornelis] Jan [= FOUT = Jochem ] Lubbers en Cornelis Alberts, welke waren gesteld op 21 apr 1671, en het bewijs van de vaderlijke goederen daar bij te zien, uitgezonderd dat reflexx gedragen mocht worden van het huis, dat afgebrand is en opnieuw is getimmerd, voorgesteld Jochem Everts en Gerrit Lubbertsen. Zij nemen de momberschap aan.

Kantlijn: 27 aug 1688 - Coram Richter Johan De Baecke.
Keurnoten Herman De Baecke en Bernardus Hagels.
Verschenen is Hendrick Petersen. Hij heeft met consent van de Scholtis Johan De Baecke, en Jochem Evers en Gerrit Lubbers als mombers, afstand gedaan van de timmerasie [= getimmerte], zowel het huis als de bergen.

[ria van bessen]

Jacob Cornelis x Swaantje Arents is dan die andere. En dit echtpaar heeft 1 kind

Dat is nieuw voor mij. Hoe heet het kind? Geboren voor 1727 ? Want niet in het doopboek van Mastenbroek.

Dat weet ik niet. Dat stond vermeld in het inwonersregister 1741.

Maar volgens dit testament zijn er meerdere kinderen.

Zwolle testamenten f222-f223-f224 dd.06-05-1742
Erschenen Albert Arents en Lubbegien Jacobs echteluiden, de eerste gaande en staande en de laatste ziek op stoel zittende, en hebben over hun tijdelijke goederen disponerende verklaard elkaar over en weer te institueren tot enige en universele erfgenaam, doch met dien verstande dat het overschot na overlijden van de langstlevende zal overgaan ten erfelijke profijte en in volle eigendom aan de kinderen van Jan Arents zijnde testators broeders en testatrices zusters kinderen. Testator prelegateert, als hij als eerste komt te overlijden, zijn klederen, linnen, wullen, zilver en goud en wat verder tot zijn lijf mocht behoren, aan de drie zonen van Jan Arents en Hermine Jacobs, en testatrice (als zij als eerste komt te sterven) prelegateert haar klederen, linnen, wullen, zilver en goud, en wat verder tot haar lijf behoort, gelijk ook de eiken kaste met hetgeen daarop gevonden wordt, aan de dochter van Jan Arents en Hermine Jacobs genaamd Aleida Jans, en zal gemelde dochter van de langstlevende niet mogen worden verstoten, maar tot zij of haar overlijden bij dezelve in huis moeten verblijven, en zal gemelde dochter van Jan Arents en Hermine Jacobs haar ouders mocht komen te overleven, zo zal de langstlevende gehouden zijn dezelve in kost en klederen te onderhouden. Legaterende testator verder aan de zoon van Jannegien Arents, of na deszelfs vooroverlijden aan zijn kinderen, zijnde testators zusters zoon, een somma van 100 car.gl., gelijk ook aan de kinderen van Jacobs Cornelis en Swaantien Arents gelijke 100 car.gl. en voorts aan de kinderen van Jacobs Arents tezamen 50 car.gl., en verder aan Geesje Arents getrouwd aan Willem van Arrien insgelijks 50 car.gl., en mocht gemelde Geesje Arents voor testator overlijden zullen deze 50 car.gl. niet worden uitgereikt, maar aan de hierboven genoemde erfgenaam vervallen. Voorts legateert testatrice aan haar broeder Jan Jacobs of bij vooroverlijden aan zijn kinderen de somma van 100 car.gl., gelijk ook aan Altien Jacobs wed. van Egbert Nieuwboer of bij vooroverlijden haar kinderen gelijke 100 car.gl., en eindelijk aan de kinderen van Jan Thijssen zijnde testatrices zusters kinderen 50 car.gl. eens. Testatoren legateren tezamen aan het kinderhuis 6 car.gl. en aan het weeshuis gelijke 6 car.gl.
Actum coram Schepenen W.A. Greven en Voet.

[Janny Lalkens]

Bij dit testament heb ik staan in aantekeningen:

1. Jan Arents X Hermina Jacobs: 10 kinderen
2. Albert Arents X Lubbigje Jacobs: geen kinderen
3. Jannegien Arents X waarsch. Claes Mouwe: 1 zoon?
4. Swaantien Arents X Jacob Cornelis: dochters Trijntje en Hermpje en mogelijk een Aaltje: geen idee waar ik die toen vandaan haalde. En of het klopt.
5. Jacob Arents X ? : wel kinderen
6. Geesje Arents X Willem van Arriën: geen kinderen.

Ik was toen, in 2004, De Bothof in Dieze aan het onderzoeken. De familie Van Arriën. Gewoon voor mijn plezier. Kijken, of ik daar wat dingen over kon vinden.

[Egbert_]

Egbert,

Je schreef ergens op het forum

Hilligjen Alberts, † na nov. 1697, dr. van Albert Willemsen Luijter en Geertruijt Buijs.
1e Peter Hendricks, geb. Oude Wetering, † vóór nov. 1670 en zn. van Hendrick Berents en Anna Jans;
tr. 2e (ondertr. omstr. april 1671 Arent Claesen, † vóór maart 1677;
tr. 3e Swolle 17 april 1677 Herman Willems, † na nov. 1697.

Dat is - mag ik aannemen - toch correct?

Daar twijfel ik nu dus aan.

Het is Harm die dit plaatste. behalve dat hij geen ouders had voor Hilligjen Alberts. Die aanvulling komt van mij. Maar bij naderinzien ga ik twijfelen. Harm had ook al twijfels, omdat Albert Willemsen Luijter geen zoon Cornelis heeft, ook niet uit zijn tweede huwelijk.

Jochum Lubberts (dus niet Jan) en Gerrit Lubberts horen Peter Henrix, z'n zus Aeltien Henricksen. Gerrit Lubberts zal de voogdij van zijn overleden broer hebben overgenomen.
Als Hilligjen Alberts dochter is van Albert Cornelissen en Marijken Hermens, dan zal haar broer Alber Cornelis x Arentien Gerrits voogd zijn. Maar wie is dan zijn plaatsvervanger Jochem Everts?

Waarom Peter Jansen van Milligen en Albert Everts voogd worden over de onmondigen uit het tweede huwelijk. Is mij niet bekend. Ook de afkomst van Arent Claesen is mij niet bekend, dat helpt dus ook al niet.

[Egbert_]

4. Swaantien Arents X Jacob Cornelis: dochters Trijntje en Hermpje en mogelijk een Aaltje: geen idee waar ik die toen vandaan haalde. En of het klopt.

Bedankt voor de aanvulling! Geen van drieën kan ik terugvinden in de VOT1748 Oude Wetering. Daar hun vader in januari 1748 overleden was, zou één of meerdere dochters nog in het ouderlijk huis kunnen wonen. Al of niet met echtgenoot.

Maar dat is dus niet zo.

Nog wel gevonden in het lidmatenboek van Mastenbroek:
(kerkwijk) Oude Weteringe en Zee-dijk.

• 1733
  Voor Paeschen nae gedaene geloofs-belijdenisse aangenomen.
  x Harmtje Jacobs
  1752 den 6 Decemb. attestatie na Zwol gegeven.

• 1739
  x Trijntje Jacobs op de O.W.
  1746 den 2 Junij attestatie op Campen gegeven.

Wel vreemd dat het testament f222-f223-f224 dd.06-05-1742 dus spreekt over kinderen, terwijl het huizenregister 1 kind heeft geregistreerd.

[ria van bessen]

Is hij deze?

Zwollerkerspel f64 - 31 mrt 1694 - Richter Hermen Meuwsen.
Keurnoten Gerrijt van Rijssen en Derk Lambers.
In het Gericht is verschenen Lijsebet Eghbers, weduwe van zaliger Peter Evers op de Horst, in dezen met de gerichtschrijver Holt als haar momber geassisteerd. Zij heeft over haar drie onmondige kinderen (Eghbert, Jacob en Meghtelt), in echte bij haar voornoemde zaliger eheman geprocreerd, tot mombers verzocht Jochum Evers, oom van vaders zijde, en Peter Eghbers, oom van moeders zijde. Zij zijn daarop door het Gericht verhoord en zij hebben de momberschap aangenomen. Waarna zij comparante aan haar voornoemde kinderen erfuiting heeft gedaan en aan deze voor het zaliger vaders goed bewijst een somma van 1000 gulden onder hun drieën en bovendien aan de beide zoons ieder een beest of 50 gulden daarvoor in de plaats, en aan de dochter een bed met zijn toebehoren. Zij belooft verder haar kinderen in kost en kleren te onderhouden tot zij 18 jaren oud geworden zijn, en hun ondertussen lezen en schrijven te laten leren, en dan dit aan hun bewezen goed uit te keren. Waartegen zij comparante de gehele boedel met de schuld en onschuld aan zich behoudt. Zij verklaarde hiermee een oprechte en sincere erfuiting te hebben gedaan, waarvoor zij verbindt haar persoon en goederen. Zonder argelist.
- Juramentum per tutores remissum est.

- 26-04-1712 Everts Peters te Haerst wed.naar en
Annegien Jochems jongedochter mede te Haerst
get: Jan Gerrits en Hillegien Albers

[ria van bessen]

bericht 2

= Peter Everts =Nazaat van deze
29-10-1637 Evert Pieters, Pieter Jacobs NS en Fennechen Pieters, Jan Claasen Nw beide te Haarst

[Egbert_]

Die Jochem Everts had ik ook eerder al gezien. En dat ene Hilligje Alberts getuige is bij het trouwen van zijn dochter.

Zijn vader Pieter Jacobs is een broer van Egbert Jacobs, de vader van Jacob Egbertsen voor den Doorn.
Jochem Evers had een broer Ditmer Evertsen, wonende in Mastebroeck op de Olde Weteringe, en zijn vrouw Egbertien Dercksen. (stift Essen). Maar hij had geen broer Albert.

Jochem Evers x Magteltjen Everts. Van Magteltjen Everts is mij niets bekend, ook niet of ze een broer Albert Everts had. In dat geval zou Magteltjen Everts de bloedverwant zijn, en Jochem Everts de aangetrouwde.

En wie zijn Gerrit Rietberg en Arent Jansen, mombers over de onmondige kinderen van Jochem Everts en Magteltjen Everts (RA Zwollerkerspel, f191 - 17 juni 1714)
Is deze Gerrit Rietberg degene die Merrigien Harms, de dochter van Hillegien Alberts, trouwde?

[harm56]

Jochem Everts en Machteltijn Evers zijn bekend aan de Kamperzeedijk op 4 mei 1685 kopen ze van de gebroeders Herms en zusters twee morgen op de Oostermaat.

24 mrt. 1676 ondertrouw Kampen
Albert Everts uit Mastebroek j. m.
Willemtje Peters van Campen j. d.


Fol. 94 9 novemb. 1694 IJsselmuiden
V: Albert Eversen
M: Willemtien Peters (overleden)
K: Evert en Jacobjen
M: Lijffert Hendricks en Herman Willemsen
Bewesen - de helfte van ’t erve daer Herman Banniers op woont, zijnde leengoet, doch sal na doode van vader egael getrocken en geprofiteert worden
- de helfte in een halff morgen lant, genaemt de ..... camp, gelegen op de nijuwe weteringe
- de helfte in drie morgen lant genaemt Righters lant
- de helfte in twee morgen lant, op de Oostermaete bij de koije van Cornelis Claesen
- nog de helfte in twee morgen aan ’t eijnde daer aen gelegen
- nog de helfte in een achste part in de koije met sijn annescretrijten, soo Egbert Hendricks in ’t gebruijck heeft
- nog de helfte in een achste part in twee morgen daer naest aen gelegen
- nog de helfte in twee morgen in ’t Isselmuijder slagh, genaemt Renggers lant
- nog de halfschijt in een huijs staande boven poort binnen Campen
- voor de soone een vollen, off vijfftigh cargl: in de plaats
- de dochter een bedde en sijn toebehoren
- de twee morgen lant op den Bijvangh, de welcke de vader voor uijt geniet, sal naer doode van de vader aan beijde kinderen ijder de helft erven en getrocken worden

24 april 1699 IJsselmuiden
V: Albert Evertsen (overleden)
M: niet genoemd
K: niet genoemd
M: Jan van Arkelens en Jochem Everts (Als naeste in bloede)

Harm

[Janny Lalkens]

Nog even over de 3 dochters van Jacob Cornelis:

De drie dochters van Jacob Cornelis en Swaantje Arenst staan met hun echtgenoten in een transportakte van de Bothof te Diese. Samen met Lambert van der Eeze ( X Johanna van Arriën) en nog wat Van Arriënsfamilie. . Nakomelingen van Jan van Arriën. (Jan heeft een kinderloze broer broer Willem.) Zij bezitten de halve Bothof. Lambert was horlogemaker en woonde in het centrum van Zwolle. Het zal dan gezien de plek waar de Bothof stond, in Diese, een Zwolse akte zijn geweest neem ik aan.

De andere helft van de Bothof is van familie van Geesje Arents, die in 1719 trouwt met Willem van Arriën. Kinderloos overleden. Dus de ene helft ging naar de familie van Willem en de andere helft naar de familie van Geesje Arents, waaronder haar tantezegsters/nichten, de drie dochters van haar zus Swaantje Arents en Jacob Cornelis.

Datum: 18-11-1754. blz. 348. Ik heb geen bewerking van deze akte, maar de gezusters staan er in als volgt:

Hermje Jacobs X Hendrik Gerrits

Trijntje Jacobs en Jan Hermsen van Dalfsen

Aaltje Jacobs, weduwe van Claes Fredriks te Hoorn. Haar zwagers treden namens haar op, geregeld op 28 oktober 1754.

Ook de rest van de familie wordt dan nog genoemd. Daarvan worden er wat geboren in de jaren 1711 tot 1730, neefjes en nichtjes van deze 3 gezusters, zodat die belijdenis datums van Hermpje Jacobs en Trijntje Jacobs in Mastenbroek zeer waarschijnlijk de datums van deze dames zijn, dezelfde leeftijden als ze behoren tot de groep rond 1714 geboren, dus dan rond 1733 belijdenis gedaan. En voor 1748 al het ouderlijk huis uit.

Kopers van de Bothof zijn Helmich Jansen en zijn vrouw Elizabeth Hendrix, die daarvoor een lening groot f 600,- afsluiten. zie blz. 349.