Forum Collectie Overijssel

Hermen Herms, j.m. van DALFSEN wonend te Haerst X Zwolle 25-9-1638 Hendrikje Alberts, gedoopt 6-11-1621 Haar 2e man wordt na aug. 1657 veerman te Haerst, hij heet Egbert Jansen , komt uit Genne.

Uit Hendrikje haar 1e huwelijk: zoon Hermen Herms, gedoopt 24-1-1649, veerman te Haerst, daarna wonend in Berkum en vader van Jannigje Herms.

Met die beschrijving van verwantschappen ( neef of achterneef bijv.) steekt het wat moeilijk in elkaar. Misschien is de afkomst van Rutger Willems daar schuldig aan, hoewel hij er zelf niets aan kan doen.
Zijn moeder Jannigje Hendriks X Willem Rutgers XX Jacob Hendriks

Jacob Hendriks ( met vermoedelijk een broer Hermen Hendriks !! ) X Jannigje Hendriks krijgen 4 of 5 kinderen, waaronder Willem Jacobs, die samen met zijn vrouw Aaltje een zoon Hendrik Willems krijgt. Als van de vaders kant van Hendrik Willems zo ongeveer iedereen is overleden: zijn opa, zijn vader, zijn broertje, wordt Hendrik verder verzorgd door Jannigje haar zoon uit 1e huwelijk. Er zit dus een generatie verschil tussen Hendrik Willems en zijn voogd/verzorger Rutger Willems, de zoon van zijn oma Jannigje Hendriks. Mogelijk daardoor later moeite met aangeven van familiebanden.

Ik dacht dat Jennigjen Herms uit Dalfsen kwam. NU blijkt ze in Berkum te zijn geboren?

ZWOLLE Erfuitingen
f18 dd.22-04-1675
Momberen over Henderickien Henricks nagelaten kinderen: Jan Gerrijtsen en Willem Rotgers.
Jan Rutgers doet erfuiting aan zijn 3 kinderen Berentien, Jannechien en Aeghien bij zijn zal: huisvrouw verwekt en heeft voor moeders goed bewezen elk een somma van 100 Rijksdaalders en elk een bedde met toebehoor, en elk een zilveren bijhangsel, en dan nog aan de 3 kinderen tezamen al hetgeen tot moeders lijf behoort heeft als kleren. Zullen de kinderen door de vader in kost en kleren in kost en kleren en in nooddruft worden totdat ze 18 jaar oud zijn, en zal de vader ze laten leren lezen en schrijven. Dit alles zal vererven van het ene op het andere kind.
Actum coram Schepen Joan Holt. [kantlijn:]
Anno 1698 den 22 Junij erschenen Hendrik van Enst en Berentjen Jansen eheluiden tutore marito, en Jan Coulman [Koelman] als getrouwd aan Jennighjen Jansen, en bekenden van de 100 Rijksdaalders voldaan en betaald te zijn.
Actum coram Schepen Roijer.
Anno 1699 den 23 Meij erschenen Arent Wijchers getrouwd aan Aaghjen Jansen en bekende mede van deze 100 Rijksdaalder door haar vader Jan Rutgers voldaan te zijn.
Actum coram Schepen Mensink.


Zwollerkerspel invnr 612 f173 - 30 juli 1681 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Hermannus Holt en Hendrik Holt.
In het Gericht is verschenen Grietjen Stoffers, wonende te Langenholte, weduwe van wijlen Hendrik Gerrijts, in dezen geassisteerd met Jan Enghbers te Genne als haar momber. Zij heeft over haar onmondig kind (Agnies Hendriks), in echte verwekt bij haar voornoemde zaliger eheman geprocreerd, tot mombers verzocht Willem Rutgers aan de Brink te Berkum, aangehuwde oom van moeders zijde, en Wolter Gerrijts, oom van vaders zijde. Zij zijn daarop in het Gericht gehoord en hebben deze momberschap aangenomen, de ene zelf present en de andere door Jan Enghbers uit zijn naam.
Waarna zij comparante ten overstaan van de genoemde mombers aan haar voornoemd kind erfuiting heeft gedaan, en aan deze voor haar zaliger vaders goed bewezen heeft een bed met zijn toebehoren en een stuk doek van 12 of 13 el. Zij belooft bovendien haar kind lezen en schrijven te laten leren, en ondertussen totdat deze 18 jaren oud geworden zal zijn, in kost en kleren te onderhouden en te verplegen. Waarmee zij verklaart een oprechte erfuiting aan haar genoemd kind te hebben gedaan, waarvoor zij verbindt haar persoon en goederen. Zonder argelist.
- Juramentum per tutores remissum est.

Zwollerkerspel invnr 612 f263 - 2 sep 1682 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Gerrijt Holt, Doctor, en Albert van Goor.
In het Gericht is verschenen Jan Stevens, wonende te Langenholte. Hij heeft over zijn onmondig kind Fennighjen Janzen, in echte bij zijn zaliger huisvrouw Fennighjen Enghbers geteeld, tot mombers verzocht Derk Stevens, oom van de vaders zijde, en Evert Enghbers, oom van moeders zijde. Waarop de eerste zelf present en de ander door Willem Rutgers deze momberschap hebben aangenomen.
Waarna hij comparant aan zijn genoemd kind erfuiting doet en aan deze voor het moeders goed heeft bewezen een somma van 50 Caroli gulden, verder een bed, hetwelk ten huize van Peter Albers is en aldaar ook voor het kind zal worden bewaard, verder alle kleren van de moeder (uitgezonderd de beste rok ter keuze van de comparant daar uit te nemen) van linnen en wol. Met de verdere belofte om het kind lezen en schrijven te zullen laten leren, en "een half of vierendeel jaars" bij het naaien te houden, en [deze] in kost en kleren te onderhouden [verplegen] totdat het 18 jaren oud zal zijn geworden. Hij verklaart hiermee een oprechte erfuiting te hebben gedaan, waarvoor hij verbindt zijn persoon en goederen als volgens het recht. Zonder argelist.
- Juramentum per tutores remissum est.

Zwollerkerspelinvnr 612 f416 - Eodem [3 sep 1684] - Gesurrogeerde Richter Gerrijt Holt.
Keurnoten Bernard Dr. La Montagne en Jan Rutgers.
In het Gericht is verschenen Willem Rutgers, wonende in de boerschap Berkum. Hij heeft over zijn "een" onmondig kind met namen Grietjen, in echte bij zijn zaliger huisvrouw Jantijn Stoffers geprocreerd, tot mombers verzocht Jan Engbers tot Genne, aangehuwde oom van moeders zijde, en Berent Rutgers, oom van vaders zijde. Zij zijn daarop in het Gericht verschenen en zij hebben deze momberschap aangenomen.
Waarna hij comparant aan zijn genoemde dochtertje erfuiting heeft gedaan en aan deze voor haar moederlijke goed heeft bewezen de helft van 1 1/2 morgen land, gelegen in de boerschap Genne, waarvan de comparant de wederhelft toebehoort, genaamd de Crommerst, verder al het linnen, de wol, het zilver en het goud, dat tot de lijfdracht van de moeder behoord heeft, als te weten een gordel en een bijdracht, een oorijzer, een lepel en 2 gouden ringen, en dan nog een stuk hemddoek van 10 ellen en een bed met zijn toebehoren. Hij belooft verder zijn kind ook lezen en schrijven te laten leren, en deze in kost en kleren te onderhouden totdat zij 18 jaren oud zal zijn, wanneer zij dit alles zal genieten. Waartegen hij comparant de gehele boedel met alle schuld en onschuld aan zich behoudt. Hij verklaart hiermee en oprechte erfuiting te hebben gedaan, waarvoor zij verbindt zijn persoon en goederen. Zonder argelist.
- Jura mentum per tutores remissum est.

23-09-1684 Willem Rutgers wed: en Jannechien Hendricx j.d. beijde tot Bercum

Zwollerkerspelinvnr 613 f97 - 5 juni 1686 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Jan van Muiden dr. en Bernard van Rijssen dr.
In het Gericht zijn verschenen Willem Rutgers en Jentijn Henricks, eheluiden, Coendert Jacobs de rato caverende voor zijn huisvrouw Geesjen Jacobs, Jan Jansen te Spoolde en Hendrick Dijck als mombers over de kinderen van zaliger Jan Gosens, Olde Jan Olstman, Teunis Henricks te Genne en Meghjen Albers, eheluiden, Hermen Henricks en tenslotte Meghjen Henricks, met de gerichtschrijver Holt, en de andere vrouwen met hun respectievelijke ehemannen als hun momber geassisteerd, tesamen erfgenamen van wijlen Evert Jansen. Zij verklaren in gezeide kwaliteit voor hun en hun erfgenamen voor een somma van penningen, hun comparanten te danke voldaan en betaald eeuwig en erfelijk verkocht, gecedeerd en getransporteerd te hebben, gelijk zij verkopen, cederen en transporteren in en vermits dezen aan Jacob Koenders en zijn erfgenamen hun comparantens ongeveer vierde halve morgen land bij de Groene of Rijxstege, zowel binnen al buitendijks gelegen, alsmede een zekere verzegeling ten laste van Berentjen Berents land, mede in Mastebroek gelegen, zijnde vrij eigenlijk land en onbezwaard van enige uitgaande renten, edoch met zijn recht en gerechtigheden, raad en onraad, van ouds daartoe behorende. Zij beloven dit altijd te zullen wachten en waren voor alle evictie en opsprake als volgens het recht. Zonder argelist.
- Gerrijt Holt, gerichtschrijver, zal voor alle comparanten tekenen en zegelen.


Zwollerkerspel invnr 613 f316 - 1 aug 1690 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Otto Meuwsen, Doctor, en Gerrijt van Rijssen.
In het Gericht is verschenen Jennighjen Hendriks, weduwe van Willem Rutgers te Berkum, in dezen geassisteerd met de gerichtschrijver Holt als momber. Zij heeft over haar twee onmondige kinderen (Rutger en Jan), tot mombers verzocht Berent Rutgers, oom van vaders zijde, en Jannes Jansen, halve oom van moeders zijde. Zij zijn daarop in het Gericht verschenen en zij hebben deze momberschap aangenomen.
Waarna zij comparante aan haar voornoemde kinderen erfuiting heeft gedaan een aan dezen voor hun zaliger vaders goed heeft bewezen een "kalfde vierse", de beste uit de stal, als zij 16 jaren zullen zijn geworden, tot welke tijd de moeder hun in kost en kleren zal onderhouden, en hun dan, of als ze komen te trouwen, geven een eerlijke uitzet [uitsettinge] of een bruidegoms kleed, en bovendien aan elk 4 nieuwe hemden en 2 neusdoeken, met verder de belofte van ze lezen en schrijven te zullen laten leren. Zij verklaarde hiermee een oprechte erfuiting te hebben gedaan aan haar voornoemde kinderen. Zij verbindt daarvoor haar persoon en goederen. Zonder argelist.
- Juramentum per tutores remissum est.


18-08-1690 Zwolle NG
Jacob Henrix jg en Jennighjen Henrix weduwe van Willem Ruthgers te Berkum


Zwollerkerspel invrn 613 f448 - 21 jan 1693 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Albert Assinck en Otto Meuwsen, Doctoren.
In het Gericht zijn verschenen Claas Claassen en Claasjen Hendriks, tutore marito, eheluiden. Zij verklaarden voor hun en hun erfgenamen ter zake van verstrekte penningen schuldig te zijn aan Jan Enghbers en Berent Rutgers in de kwaliteit als mombers over Grietjen Willems, nagelaten dochter van Willem Rutgers en Jantjen Stoffers zaliger een kapitale somma van 200 Caroli gulden van 20 stuivers het stuk. Die zij comparanten beloofden jaarlijks te verrenten met 4 1/2 procent, waarvan op 1 juli 1693 de eerste rente zal verschijnen. Zij stellen voor al hetgeen voorschreven boven een generaal verband van hun personen en goederen tot een speciaal onderpand hun comparantens akker bouwland groot 3 schepel gezaai, genaamd de Roemer, zuidwaarts de Vrouw "colonelse" Haarsolte en oostwaarts de Heer Nimphius, in de boerschap [niet vermeld!] in dit kerspel van Zwolle; zijnde vrij eigenlijk land, onbezwaard met enige uitgaande renten. Zonder argelist.
- De gerichtschrijver Holt zal voor de comparanten tekenen en zegelen.
[Geen aflossing vermeld].

Doopboek 701 Zwolle blz. 63 gedoopt 3 Aug. 1688 Jannigje d. van Hermen Herms en Wijchmoet Jans.

en dan het huwelijk



25-05-1717 Rutger Willems j.m. en
Jannigjen Herms j.d. beide te Berkum
S.Get: Jacob Hendricks, bruidegoms stiefvader
haar get: Jannigjen Hendriks, huisvrouw van voorschr

volgens het artikel van B. van Dooren Gens Nostra 62e jrg. 2007 blz. 404

Bericht 2

Jan Rotgers hertrouwt 16-5-1675 als wed. buiten de Sassenpoort met Hendrickjen Dercks. Eerste vrouw heette Henderickien Hendriks.

Uit dat 1e huwelijk:
1. Berentien Jans j.d. X 19-10-1697 Hendrik (Berents) van Enst j.m

ZG Hendrick van Kucke HG de zuster en de zwager Dat kunnen zus Jennighje en Jan Coulman zijn, want beide echtparen vragen tegelijk het geld van moeders erfdeel aan bij de vader, Jan Rotgers.
1e dochter van Berentien heet Hendrika, gedoopt 15-3-1698

2. Jennighjen Jans X Jan Coulman/Koelman [zoon van Willem?]

3. Aaghjen Jans, trouwt als Aefijn Jans j.d. X 9-5-1699 Arent Wijchers/Wichers j.m. Z. G. de moeder Z.G. de vader [Jan Rutgers, hierna vraagt dit echtpaar moederlijk deel = 100 rijksdaalders op.]

Register 500e penning 1675 voor de Sassenpoort/omgeving Assendorp o.a.:

Wicher Willems en Wicher Gerrits. [één ervan vader van Arent Wichers?]
Willem Rotgers Willem Coulman Jan Rutgers


Onze Willem Rotgers woonde in 1678 in Berkum:

08-10-1678 Willem Rotgers j.m. te Berkum en Jannetijn Stoffers j.d. te Genne en dan in 1690 zijn 2e huwelijk met Jannegje Hendriks.

Egbert haalde in een vorige post dit aan ...

Janny heeft hiervoor, 10 nov 2019, 16:48, aangegeven dat zij het was die, volgens het Register 1741-1748/1806 boek 655 van huizen, twintig jaar woonde in huis 54, en van Dalfsen afkomstig was

Maar in dat register staat dit vermeld

f270:
A - Huis No. : 54
- Eigenaren der Huizen : D Heer van Tautenburg
- Huerluiden en bewoners: Lubbert Jans
en Vrouw
- waar van : Dalfsen
- hoe lange gewoont : 20
- hoe veel kinderen : 4
- koswinninge : bouwerk
- Religie : G

Komt Lubbert van Dalfsen, niet zij.
Dat wil ik toch even recht zetten.

Die akte 613 f97 - 5 juni 1686, is wel een mooie.

Coendert Jacobs woonde aan de Hasseler Dijk, tussen Hasselt en Genemuiden. Laat twee keer een Jacob dopen, in 1679 en 1688. Beide keren moeder Gesien, maar de ene keer Geesien Hendricks en later Geesie Jacobs. Dat klopt ook, want op 13 maart gaat hij, als weduwnaar in ondertrouw met Geesie Jacobs in Hasselt en trouwt in Mastebroek op 18 april 1688.

Het lijkt erop dat hij dat hij land in Mastenbroek in gebruik heeft dat aan de familie van zijn overleden vrouw toebehoord, en koopt dit, nu hij hertrouwd is.

Ik neem aan dat de Hendriksen broers en zussen zijn. Daar zit ook een Hermen Henricks. Dat is dan een echte, hele, oudoom. Dat is aannemelijker dan een aangetrouwde oudoom, broer van Jacob Hendriks.

Opvallend wel, dat de kinderen van Henderickien Hendricks niet genoemd worden. Willem Rutgers zou als hun voogd aan tafel kunnen zitten, maar dat wordt niet vermeld.

En wie erflater Evert Jans is, weet ik niet. (Maar ik ben wel nieuwsgierig.

Maar wat opvallend is, als Jennighje Henrix de overgrootmoeder is van de bruid (1813) Hermpje Willems, dan zouden er nog wel achterneven in leven zijn. Bijvoorbeeld Gerrit Hendriks Pierik. Maar ik heb nog geen nakomelingen van Jennighje Henrix gezien onder de getuigen. En dat geeft weer twijfel, of haar vader wel een kleinzoon is van Jennighje Henrix

bericht 2

1e huwelijk
06-09-1664 Jan Rutgers j.g. te Berckmen ende
Hendrickien Hendricks j.d. buijten de Sassenpoort

en Berent hoort hier ook bij?

13-02-1672 Berendt Rotgers j.m. te Berckmen en Evert[ien] Hendricks Jan Hendricks nae gelaeten wed: beijde te Berckmen - volgens het ORA.

Hopelijk geeft dit meer duidelijkheid in de diverse familieverhoudingen?

In de generale index vond ik de doop van Jennigjen Herms, in 1688.
Ook gevonden met dezelfde ouders: Hermen in 1679.
Verder een Jan in 1685 met ouders Hermen Hermens en Wychmaet Jans.
Mogelijk dat dit het bijbehorende huwelijk is:
- 22-08-1673 Herman Hermans, j.m. ende Wichertien Jansen, j.d. beijde te Haarst
Wichertien kun je lezen als Wijchmoet ?
Er is ook nog een doop van Hendrickien in 1676 met moeder Wijchertien Janszen

Nog niet gevonden of broers of zus van Jennigjen Herms getrouwd zijn en nakomelingen hebben gekregen. Want dat zouden ook zeer geschikt getuigen kunnen zijn.

Die Hermen Hendriks [de oudoom -dus broer van Jennigjen Hendriks] is wel getrouwd.
Of is dit een andere?

24-09-1736 Lubbert Jansen j.m. met Jannigien Herms wed: van Rutger Willems beide te Bercum
S:G: Hermen Hendriks
H:G: de vrouw van voorn: Hermen Hendriks
's Consent van zijn moeder moet inkomen. Is gebleken. Sij moet erffuitinge doen, is geschiet.