f412 - 26 juni 1675 - Richter
Geplaatst: 08 feb 2014, 22:42
f412 - 26 juni 1675 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Albert van Goor en Teunis Jansen.
In het Gericht is verschenen Jantijn Jansen, weduwe van wijlen Henrik Herms, woonachtig tot Haerst, in dezen geassisteerd met Henrik Queisen, gerichtschrijver, als haar momber in dezes. Zij heeft tot mombers over haar onmondig kind genaamd Henrikijn Henrix, bij wijlen haar voornoemde eheman in echte verworven, verzocht Hessel Herms, woonachtig tot Haerst, aangehuwde oom van de moeders zijde, en Willem Herms, woonachtig tot Zalk, oom van de vaders zijde. Dewelke daarop door het Gericht verhoord zijnde, deze momberschap hebben aangenomen en beloofd na behoren waar te nemen.
Waarna zij comparante aan haar voornoemd kind ten overstaan van diens mombers erfuiting heeft gedaan en voor het vaders goed bewezen één morgen land, gelegen in de buurtschap Haarst in het Rot, en bovendien een somma van 100 gulden, item een kist en een bed met zijn toebehoren, alsmede de linnen en wollen kleren van de vader, te ontrichten als dit kind 18 jaren oud geworden zal zijn. Zij comparante belooft ondertussen dit kind in kost en kleren eerlijk te onderhouden [verplegen], en ook lezen en schrijven te laten leren. Met welk alles zij verklaarde een oprechte en sincere erfuiting te hebben gedaan, en zij verbindt daarvoor haar persoon en goederen als volgens het recht. Zonder argelist.
- Juramentum per tutores remissum est.
Ik moet dus de doop van Hendrickje zoeken. Zie ook hier onder:
f239 - [Kantlijn:] - 14 apr 1703 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Hermannus Camerits en Lambert ter Stege.
In het Gericht is verschenen Gerrit Jansen te Haerst, oom van de kinderen van moeders zijde. Hij heeft naast Willem Westra in plaats van zaliger Hessel Herms de momberschap aangenomen over Henrickien Hendriks, nagelaten dochter van Henrick Herms zaliger te Haerst, bij Jantien Jansen in echte geprocreerd. Verder heeft Willem Westra voornoemd aangenomen aan hem van zijn administratie goede rekening, bewijs en reliqua te zullen doen.
- Vide 6 juni 1703.
Keurnoten Albert van Goor en Teunis Jansen.
In het Gericht is verschenen Jantijn Jansen, weduwe van wijlen Henrik Herms, woonachtig tot Haerst, in dezen geassisteerd met Henrik Queisen, gerichtschrijver, als haar momber in dezes. Zij heeft tot mombers over haar onmondig kind genaamd Henrikijn Henrix, bij wijlen haar voornoemde eheman in echte verworven, verzocht Hessel Herms, woonachtig tot Haerst, aangehuwde oom van de moeders zijde, en Willem Herms, woonachtig tot Zalk, oom van de vaders zijde. Dewelke daarop door het Gericht verhoord zijnde, deze momberschap hebben aangenomen en beloofd na behoren waar te nemen.
Waarna zij comparante aan haar voornoemd kind ten overstaan van diens mombers erfuiting heeft gedaan en voor het vaders goed bewezen één morgen land, gelegen in de buurtschap Haarst in het Rot, en bovendien een somma van 100 gulden, item een kist en een bed met zijn toebehoren, alsmede de linnen en wollen kleren van de vader, te ontrichten als dit kind 18 jaren oud geworden zal zijn. Zij comparante belooft ondertussen dit kind in kost en kleren eerlijk te onderhouden [verplegen], en ook lezen en schrijven te laten leren. Met welk alles zij verklaarde een oprechte en sincere erfuiting te hebben gedaan, en zij verbindt daarvoor haar persoon en goederen als volgens het recht. Zonder argelist.
- Juramentum per tutores remissum est.
Ik moet dus de doop van Hendrickje zoeken. Zie ook hier onder:
f239 - [Kantlijn:] - 14 apr 1703 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Hermannus Camerits en Lambert ter Stege.
In het Gericht is verschenen Gerrit Jansen te Haerst, oom van de kinderen van moeders zijde. Hij heeft naast Willem Westra in plaats van zaliger Hessel Herms de momberschap aangenomen over Henrickien Hendriks, nagelaten dochter van Henrick Herms zaliger te Haerst, bij Jantien Jansen in echte geprocreerd. Verder heeft Willem Westra voornoemd aangenomen aan hem van zijn administratie goede rekening, bewijs en reliqua te zullen doen.
- Vide 6 juni 1703.