Stift Essen: 2.564 Schoutambt Zwolle /
buurschap Berkum https://www.archieven.nl/nl/zoeken?miv ... iview=inv2
Een Maetgravenslach, gelandet tusschen colonel Mulert ter eenre ende Willem Hermsen ter andere syden, uyt het erve ende goet Roetermansgoet, gelegen in den carspel van Swolle, buyrschap Berckman. In 1698: "...
Maatgravenslagh, genaamt Brantsslagh, tusschen d' welgeboren heeren Roebert van Heeckeren tot Enghuysen, etc., boven ter eenre ende Joan Wilhelm van Rechteren tot Verborgh beneden ter andere zyden ...". Afgespleten van de nrs. 558 en 562.
* (vii:58v) 1648-05-13 Geerts Albertssen te Haerst na opdracht door procureur Jacobus van Gelre, als volmacht van vrouw Joanna Canters, weduwe van Joachem van Keppel, richter te Hattem, en van Arent Jorrien van Haersolte, sergeant-majoor van het Overijsselse regiment
* (viii:84) 1666-11-25 Albert Gerrytssen Brants na de dood van zijn vader Geert Albertssen
* (viii:147) 1674-11-07 Gerryt Henrix te Genne als voogd van de kinderen van wijlen Albert Geertssen Brants
* (viii:150v) 1675-04-06 Gerryt Velthuis mede voor zijn vrouw Aeltien Jacobsen van Marckel, na opdracht door Albert Willemss en zijn zuster Jannechien Willemssen, kinderen van wijlen Willem Geertssen Brants, door Henrick Assienssen en zijn zuster Aeltien Assienssen, alsmede door
Gerryt Hermsen en Henrick Assienssen als voogden van het kind van wijlen Jannechien Assienssen, kinderen en kleinkind van wijlen Grietien Geertssen Brants, door Geertien Geertssen Brants en haar man Assien Egbertssen, en door Gerryt Hendrix en Assien Egbertssen als voogden van de kinderen van wijlen Albert Geertssen Brants, tezamen kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen van wijlen Geert Brants.
HIER HOORT BIJ
Zwollerkerspel contentieuse zaken
dd 04-05-1684
Deze akte betreffende Gerrijt Herm boumr in t gasthuijs als momber van 't kind van Roelof Jansen op den Venus is niet afgemaakt.
Gerrit doet verbod aan Assijn Eghberts op t Blick om ... maar waarvan of waardoor is uit die akte niet op te maken.
zie de link hierboven maar dan op image 422
Zwollerkerspel invnr 609 f385 - 28 sep 1674 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten herman Queisen en Henrik Queisen.
* In het Gericht is verschenen Roelof Jansen, woonachtig tot Spoelde. Hij heeft over zijn onmondig kind [niet genoemd], bij wijlen zijn huisvrouw
Jannechijn Assiens in echte verworven, tot mombers verzocht Henrik Assiens, oom van de moeders zijde, woonachtig tot Schelle, en Gerrit Herms, aangehuwde oom van de vaders zijde. Welke daarop door het Gericht verhoord zijnde, deze momberschap hebben aangenomen en beloofd na behoren waar te nemen.
Waarna hij comparant aan zijn voornoemd kind ten overstaan van diens voornoemde mombers erfuiting heeft gedaan en voor het goed van de moeder heeft bewezen al hetgeen het genoemde kind van diens "oude-bestevader, oude-bestemoeder" en oom [allen niet genoemd] is aangeërfd en aangestorven, en bovendien een bed met zijn toebehoren, "een kalfde veersse", de linnen en wollen kleren en het zilverwerk van de moeder. Alles terstond te ontrichten. Zodat de opkomsten van de aangestorven goederen vanaf nu ten profijte van de kinderen zullen zijn, maar het bed met zijn toebehoren en "de kalffde veersse" zal ontricht worden als het kind mondig of getrouwd zal zijn. Hij comparant belooft deze ondertussen eerlijk na staatsgelegenheid in kost en kleren te onderhouden [te verplegen], en hen ook lezen en schrijven te laten leren. Tegen al hetwelk voorschreven hij comparant aan zich behoudt de gehele boedel met alle in- en uitschulden. Hij verklaart hiermee een oprechte en sincere erfuiting te hebben gedaan, onder verband van zijn persoon en goederen als volgens het recht. Zonder argelist.
- Juramentum per tutores remissum est.
Zwollerkerspel f326 - 20 mei 1698 - Richter Harman Meuwsen.
Keurnoten Derck Hendricks en Vrerick Dercks.
In het Gericht is verschenen Hendrickien Gerrits, weduwe van zaliger Roelof Jansen op den Venus, in dezen met de gerichtschrijver Meuwsen als haar momber geassisteerd. Zij heeft over haar zes onmondige kinderen (Janna, Maria, Hester, Gerrit, Grietien en Jan Roelofs), in echte geprocreerd bij haar voornoemde zaliger eheman, tot mombers verzocht Marten Dercks, zwager van zaliger Roelof Jansen, en Berent Gerrits, zwager van zij comparante Hendrickien Gerrits. Zij zijn daarop door het Gericht verhoord en zij hebben deze momberschap aangenomen en beloofd als goede mombers waar te nemen.
Waarna zij comparante aan haar voornoemde kinderen erfuiting heeft gedaan en aan dezen voor hun zaliger vaders goed bewezen een somma van 300 Caroli gulden, waarvan de rente aanstonds tegen 5 procent begint te lopen, en bovendien aan de meisjes elk een bed met zijn toebehoren of 50 gulden aan geld in plaats daarvan. De rente van de voorschreven 300 gulden zullen door de beide zoons getrokken worden totdat zij 25 jaren oud geworden zijn, [dit] in plaats van de bedden, dewelke de dochters bewezen worden, als [mits] één of meer van de dochters komt te trouwen of meerderjarig wordt, en hun portie van de bewezen 300 gulden zullen genieten [genietende], na proportie de rente daarvan minder door de voorschreven zoons zal worden geprofiteerd. Zullende tesamen erven en versterven van het ene kind op de anderen, als [mits soo] één of meer van de kinderen voor zij erfuiterse komt (komen) te overlijden, in welk geval die nalatenschap voor de helft door de moeder en voor de helft door de andere kinderen zal worden getrokken. Zij comparante belooft verder haar gezeide kinderen in kost en kleren te onderhouden totdat ze 18 jaren oud geworden zijn, en zij zal ze ondertussen na behoren lezen en schrijven laten leren. Waarmee zij comparante verklaarde een oprechte erfuiting aan haar voornoemde kinderen te hebben gedaan, waarvoor zij verbindt haar persoon en goederen. Zonder argelist.
- Jura mentum per tutores remissum est.