Forum Collectie Overijssel

Egbert_ schreef: ↑

21 dec 2020, 23:44

Louwe Cornelissen en zijn huisvrouw Henrickien Jansen die in 1645 grond verkopen. (RA Zwollerkerspel f380 - 17 juni 1645).

.
Het land dat ze verkopen heet Dongens Landt, in het Hasseler Slach.

Waarschijnlijk is het hetzelfde land dat door eerder door de gebroeders Herman en Hendrick Gosens is gekocht. Die lenen geld met als onderpand elk hun 6 morgen land, zoals de comparanten van zaliger Jonker Herman van Dongen en hopman Gerrijt Trouhert hebben aangekocht, gelegen in Mastebroeck, de ene 6 morgen in Hasseler Slach en de andere 6 morgen in Vecaten (RA Zwollerkerspel, f323 - 4 mrt 1620)

Hoe dat dan bij Louwe Cornelissen en zijn huisvrouw Henrickien Jansen is terecht gekomen, is mij nog niet helemaal duidelijk.
Van Harm had ik gekregen:
- Hermen Gosens, geb. Veecaten omstr. 1573, begr. Sallick 14 nov. 1651, tr. 1e Swolle 15 jan. 1594 Gertruid Hermans, geb. Sallick, begr. ald. 6 mei 1604; tr. 2e Sallick 14 okt. 1604 Aaltien Jacobs, geb. Der Wolde (Terwolde) omstr. 1580, begr. Sallick 29 april 1622, dr. van Jacob Lulofs;
- Henrick Gosens, † vóór sept. 1630, tr. Marrechien Hermans, † vóór okt. 1638; zij hertr. Jan Jansen.

Hendrikje Jansen de vrouw van Louwe Cornelis is de dochter van Jan Jansen en Merrigjen Herms die eerder was gehuwd met Hendrik Goosens.

ria van bessen schreef: ↑

23 dec 2020, 10:05

Hendrikje Jansen de vrouw van Louwe Cornelis is de dochter van Jan Jansen en Merrigjen Herms die eerder was gehuwd met Hendrik Goosens.

.
En worden zij ook genoemd: Jan Jansen op ten Colck, met zijn huisvrouw Marriken

Die lenen geld met als onderpand land van zaliger Herman van Dongen aangekocht. (RA Zwollerkerspel, f385 - 26 jan 1622) Aangekocht door de eerste man van Marriken: Hendrik Goosens?

En deze Jan Jansen op ten Colck, kan hij ook de vader zijn van Teunis, Hermen en Swaantien? Dan zou Hendrikje Jansen hun halfzus zijn. En zou het ook verklaren waarom Louwe Cornelis hierbij hoort:

ria van bessen schreef: ↑

15 dec 2020, 20:35

Wijhe f77 - Actum Wijhe, 6 jan 1663 - [-] Teunnis Jansen op den Colck [-] de onmondige kinderen van Hermen Jansen en Lizebeth Berents, [-] Hendrick Herms en Berent Muller, Jochem Lubberts en Lauwe Cornelissen [-] Aerentjen Jans

Héé', wat een verrassende ontwikkeling!

Inderdaad kan dit heel goed.
Jan Jansen huwde de weduwe van Hendrik Goossens. Zij laat een erfuiting opmaken in 1632, maar daarin staat vermeld dat deze nu pas is opgeschreven vanwege nalatigheid van de onderschultus Adriaan van Gelder.
Jan Jansen was dan al veel eerder getrouwd met haar, en wel na 4 mrt 1620 en voor 26 jan 1622.

En is Teunis Jansen de oom van Hendrikje Jansen de dochter van Jan Jansen en Merregien

f170 - 12 mrt 1642 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Jan Tomassen en Henrick Berentsen.
In het Gericht zijn verschenen Peter Gerritsen en Beertien Henricksen, eheluiden, zijnde Beertien Henricksen geassisteerd met haar man en momber Peter [-], verder Hermen Gosens als momber van Warner Henricksen, alsmede Warner Henrickx, mede comparerende, en Henrick Dercksen en Willem Dercksen, als mombers van Henrickien Jansen, geassisteerd met Tonnis Jansen, mede present zijnde, als oom van deze Henrickien Jansen, tesamen kinderen en erfgenamen van zaliger Jan Jansen en Marregien Harmsen, in hun leven gewoond hebbende bij t' s' Heerenbroeck.
Zij verklaarden tesamen en elk part [besonder] in hun kwaliteiten voor hun en hun erfgenamen, na voorgaand consent en authorisatie van het Gericht te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, gelijk zij verkopen, cederen en transporteren mitsdezen, voor een somma van penningen hun comparanten ten genoegen voldaan en betaald, aan Jan Dercksen, zijn huisvrouw Geertien Willemsen en hun erfgenamen de helft van 6 morgen land, maar zonder mate, genoemd, genoemd Dongens Landt, gelegen in [het] Hasselerslach in Mastenbroeck, te weten de drie achterste morgen(s), zoals die reeds met een sloot [een slotinge] van de voorste afgescheiden zijn, daar Juffrouw Goetmans ter ener en St. Jans Camp ter anderer zijde naast geland en gelegen zijn, strekkende van de drie voorste morgen(s) (zoals de verkopers die nog behouden) af, tot aan de stad van Swols goed, zoals Albert Cornelis tot dusverre [suslange] gebruikt heeft, zijnde deze voorschreven 3 morgen land vrij eigenlijk goed en onbezwaard van alle uitgaande renten en thinsen, als alleen met 2 goudguldens jaarlijks, zoals Vrouw Coldeweijs uit die 6 morgen op Martini heeft, en de kopers in het geheel op hun voorschreven 3 morgen nemen en behouden, maar met zijn raad en onraad, recht en gerechtigheid vanouds daar toe behorende. En zij comparanten gingen de voorschreven helft van 6 morgen land, zijnde de 3 achterste morgen, met het bezwaar van 2 goudguldens jaarlijks als voorschreven, voor hun en hun erfgenamen, met zijn raad en onraad, recht en gerechtigheid, "alsoo" in het Gericht uit, aan en ten erfelijken profijte van Jan Dercksen, zijn huisvrouw en hun erfgenamen. Belovende "dieselve" te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.
- Henrick Berentsen zal voor de comparanten zegelen en tekenen.

bericht 2

Halfbroer van Hendrikje nl Werner Hendriks trouwt met Jenneken Willems dochter van Willem Hendriks Buisman en Janneke Alberts uit Herksen [Wijhe]

Werner Henrijcksen
1643-01
Tekst: zoon van wijlen Henrijck Gosens, wonende bij Claes Hermensen aan de Hasselaerdijck, gaat in ondertrouw met Janneken Willems van Harcksen(getrouwd op 04-04-1643)


Wijhe invnr. 5
f347 - Actum Wijhe, 5 mrt 1660 - Coram Richter J. van Sonsbeek.
Keurnoten Jan Jansen Zuijdtbergh en Hendrick Willemsen.
In het Gericht van Wijhe zijn verschenen Werner Hendrix en zijn huisvrouw Jannetien Willems, tutore viro. Zij verklaren dat zij aan haar broer Jan Willems en zijn huisvrouw Reintien Lubberts met consent van hun haar vader Willem Hendrix of Beuis verkocht hadden en verkopen alsnog mits dezen haar part en deel, zo zij uit de landerijen van haar moeder of schoonmoeder zaliger Jannetien Alberts bij maniere van wettelijke successie zouden kunnen of mogen profiteren, en dit voor een somma van penningen hun verkopers ten genoege voldaan en betaald. Derhalve doen zij van het voornoemde part of deel land met al diens recht en gerechtigheden, vrijdommen en las¬ten, daartoe staande cessie, transport en opdracht op handen en erfeigendommelijk bezit van Jan Willems en zijn huisvrouw Reintien Willems. Zij beloven deze koop altijd volgens de zekerste manier van het recht te zullen maintineren of gestedigen.
(De Scholtes tekent en zegelt).

Zeer content met de laatste twee berichten van Ria

Ik wilde Swaentjen Jans invoeren in mijn Aldfaer programme, toen kwam ik het volgende tegen. Ik wil nog niet geloven dat de "Blanckharts" de Hasselterdijk als oorsprong hebben. Hendrick Lubberts, Claes Lubberts en Arent Lubberts gebruiken deze familie naam niet.

27-07-1628
Joan Tonijs Tonijs Lucassens sone tot Haerkeloe en
Swane Jansen Jan Lubbers opt S HeerenBroeck

Zoals ik er nu tegen aan kijk heeft Swane Jans twee zusters, en zou ze een dochter zijn van Jan Lubberts op 's Heerenbroek (overleden kleiner10 juni 1648, of deze er mee te maken heeft kan ik niet beoordelen ) en Griete Jans (leeft nog na december 1653)

zij heeft 2 zusters Berentje Jans (x Berent Berents) en Lubbechien Jans (x Jochem Lubberts)

Deze laatste twee kopen 22 maart 1630 een huis en berg aan de Stege te Veecaten en 31 december 1653 Lubbe Jansen weduwe zal: Jochem Lubberts

Dan weer die akte uit Wijhe 6 jan. 1663, waarin Jochem Lubberts (uit Mastenbroek is dan al overleden) wordt genoemd naast Lauwe Cornelissen.

Harm

Die uit 1663 is de zoon van Lubbert Jochems en Aaltjen Hendriks.

Hij is x met Trijntje Kolk en is om die reden daar vermeld.

Huwt daarna nog een keer en heet volop Blankhart

1] Vollenhove NG 01-11- 1674 Jochem Lubberts Blankhart wedr van Mastebroek
Oetje Jans Bouwmr wed. van Albert Egberts op den Noord onder Vollenhove
att. na Mastebroek 18 nov.

f29v - 18 nov 1674 - Coram Richter Arent Juncker.
Keurnoten Tomas Hendrix en Gerrit Lubbers.
Op heden 18 nov 1674 heeft Jochem Lubbers Blanckhart, weduwnaar van zaliger Trientjen Harmsen Kolck, erfuiting gedaan in aanwezig¬heid van de 2 mombers Albert Lubbersen Blanckhart en Berent Harmsen Kolck aan zijn 5 kinderen (Anna, Hermen, Hendric, Lubbert en Warner Jochems). Anna Jochems zal krijgen voor haar zaliger moeders goed 100 Caroli gulden en een nieuw bed met toebehoren. De ander 4 bovengenoemde zonen krijgen ieder 130 Caroli gulden en zullen de 3 oudste kinderen de rente ad 4 procent, beginnende mei 1675, genieten. De 2 jongste kinderen zullen deze genoemde rente trekken wanneer zij 18 jaar oud zullen zijn. De vader belooft de 2 jongste kinderen goed lezen en schrijven te laten leren en hen te kleden en reden, zoals dat behoort. Wanneer enige van de kin¬deren komen te overlijden, dan zal de erfenis komen te erven aan de langstle-vende(n) en na het overlijden van de laatste weer terugkeren naar de vader. De kinderen hun quota en recht wordt gereser-veerd op 7 1/2 morgen land, genaamd Rouwert, waar de comparant het zevende part heeft gedaan [dit land is onderpand].
(Ondertekend wordt door de vader en de mombers).

Kantlijn: 2 mrt 1683 - Coram Richter Johan de Baecke.
Keurnoten Johan Claessen en Louwe Blanckert.
Verschenen is in het Gericht Albert Lubbersen Blanckart, als momber over de nagelaten kinderen van zijn zaliger broer Jochem Lubberssen Blanckert en Trijntjen Herms Kolck. Hij heeft in het Gericht in aanwezigheid van de kinderen (Hermen, Henrick, Lubbert en Warner Jochemssen) voor alle de vaderlijke en moederlijke goederen met kwitantie en volkomen bewijs samen bewijs en rekening ge¬daan, dit mede in aanwezigheid van Jan Claessen en Louwe Blanckhart. Waarin mede vervat is de kooi, linnen en wol, en verder alles wat aan de boedel gedependeerd mocht zijn. Door het Gericht in zijn kwaliteit en door de kinderen in aanwezigheid van de bovengenoemde getuige wordt bedankt voor de goede administratie.


Jochem Lubberts de vader van Lubbert is al in 1637 overleden volgens het stift Essen

1637 dec 27 (vii:17v)
Lubbert Jochemssen na de dood van zijn vader Jochem Lubbertssen.

NB !
Dat land de Rouwert van hierboven ?

Kan dat niet dat land uit de akte van Tonis Jans en Lubbigjen Hendriks zijn.

Ijsselmuiden dl 12 dd 10-10-1679 opgemaakt in Kampen.
Dit betreft de verkoop van een 4e deel in 10 morgen land gent. Rijart gelegen aan de Oude Wetering in het Ijsselmuider slag in het schoutambt van Ijsselmuiden wat door Willem Egberts x met Gerbrichjen Tuenis, Rutger Jansen x met Annichjen Tuenis, Johan van Wamel x Dirckje Tuenis als erfgenamen van wijlen Tuenis Jansen op de Colck en zijn vrouw Lubbichjen Hendriks - wordt verkocht aan Ditmer Everts en Egbertjen Dercks

bericht 2

Maar er is inderdaad wel wat vreemds aan de hand, Harm

Lubbigjen Jans is nog getrouwd met Jochem Lubberts in 1650 - en zij is inderdaad weduwe in 1653

f112 - 25 mei 1650 - Richter "Substituijt" Hendr. Crouse, burgemeester.
Keurnoten Bernardt Holt, burgemeester, en Wilhelmus Roijer, Dr.
In het Gericht zijn verschenen Jan Dercksen de Jonge, woonachtig tot Isselmuijden, voor hem zelf, en als man en momber van zijn huisvrouw Aeltien Kiers, voor wie hij de rato caveert. Hij verklaarde voor hem, zijn huisvrouw en hun erfgenamen eeuwig en erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, gelijk hij verkoopt, cedeert en transporteert mitsdezen, voor een somma van penningen hem comparant ten genoegen voldaan en betaald, aan Jochem Lubberts en Lubbegien Jansen, eheluiden, respectievelijk oom en tante [moije] en hun erfgenamen zijn comparants aanpart, recht en gerechtigheid aan een stuk land, groot 6 morgen, genoemd het Blauwe Slach, en nog zijn aanpart aan 6 morgen land in de Scholten Stege in Mastenbroeck, zo hem van zijn zaliger bestevader [= grootvader] Jan Lubberts aangestorven en aangeërfd is, niets daarvan uitgezonderd, zulks met zijn raad en onraad, lasten en bezwaar daar op staande, hetwelk de kopers tot hun laste nemen. Belovende "hetselve" te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.
- Jacob van Muijden zal voor de comparant zegelen en tekenen.

Dit is dus duidelijk een andere Jochem Lubberts dan die in 1663 Wijhe.

En kan dus ook niet de opa zijn van Jochem Lubberts [1663 Wijhe] want die al in 1637 overleden.

Hoe het precies zit, weet ik ook nog niet.

Lubbegien Jansen is een dochter van Jan Lubberts x Griete Jansen.
En dat echtpaar, Jan Lubberts x Griete Jansen, koopt in 1617 ook land van Herman van Dongen. Wat de erfgenamen in 1653 verkopen, als Dongens Landt, aan Hendrik Bierman en zijn vrouw.

Maar of deze familie verwant is aan Hendrik Gosens of zijn vrouw Marregien Hermans, dat is mij niet bekend.

Overigens heb ik nergens een Swane Jansen gevonden als dochter van Jan Lubberts x Griete Jansen

De naam van de dochter die Derck Hendricks trouwde, de moeder van Jan Dercksen de Jonge, is mij ook niet bekend.

Is het niet dit gezin?

Zwollerkerspel

Jan Lubberts x Grietje Jans
- dochter Jenneke x Derk Wilberts - 6 kinderen o.a. Jan Derks de jonge en de oude, Henrikje, Merrichien en nog 2 NN
- dochter NN x Roelof Wolters- zoon Jan en kinderen NN
- Swaentje
- Lubbe
- Gerrit
- Berent
- zoon Jan Lubberts

f286 - 10 apr 1619 - Coram Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Jan de Goijer en Gerrijt Joan Luijck.
In het Gericht is verschenen de Ed. Erentf. Zeijno Rengers, Dijkgraaf van het land van Sallant, voor hem zelf en als man en momber van zijn huisvrouw voor wie hij de rato caveert. Hij verklaarde aldaar in dit Gericht voor hem en zijn erfgenamen "stedes vaste erffcoop" erfelijk en "vmmermeer" te hebben verkocht, getransporteerd en overgedragen, gelijk zijn E. alsnog doet zulks in en vermits dezen, voor een somma van penningen ten genoegen voldaan en betaald, [aan] Derrick Wilbertsen, zijn huisvrouw Jenneken [-] en hun erfgenamen zekere 3 morgen land in Mastebroeck in [het] Voorster Slach, zoals hem Rengers deze van Zeijne [zijn] ouders aangeërfd is, aan de ene zijde Sweerder Scheel en aan de andere zijde Gijsbert van Ittersum cum suis, strekkende voor aan de Brede Stege en achter aan Gosen Henricksen [zijn] Lant, kommervrij en onbezwaard van enige uitgaande renten of thinsen, behalve 6 goudguldens jaarlijks die daar uit gaan. En dat met zijn recht en gerechtigheid, "sampt" raad en onraad daar toe behorende. Zijn Ed. van Rengers beloofden dat voorschreven land te willen wachten en waren, [en] rechte waarschap daar van te doen, "ende genge des alsoe vuijt als recht was". Zonder argelist. Zonder argelist.
- De Dijkgraaf wil zelf mede zegelen.



f17 - 5 juni 1627 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Peter Sonsbeke [,] Brouer, en Jan Martins Steenkerck.
In het Gericht is verschenen Jan Lubbers, als man en momber van Griete Janss, echteluiden. Zij hebben [dat het] hun testament en uiterste wil is als volgt.
Namelijk dat de langstlevende van hun beiden hun [haere] onbewegelijke goederen en [hun] nalatenschap in lijftucht en naar natuur van deze zal krijgen [hebben] en behouden.
En dat de langstlevende van hun beiden hun vier kinderen, nog ongetrouwd zijnde, als met name(n) Swaene, Lubbe, Gerrit en Berent Janss aan een ieder van hun zal uitkeren 300 goudgulden, gelijk Derck Wilbers [zijn] huisvrouw voor dezen heeft genoten, en dat Roeleff Wolters zijn zoontje genaamd Jan Roeleffs, die [soe] thans bij de comparanten woont, na hun comparantens dood eens zal krijgen uit hun nalatenschap 100 goudgulden, en dat de andere kinderen van voorschreven Roeleff tesamen eens zullen genieten insgelijks 100 goudgulden, zoals Roeleff zijn vrouw wegens haar bruidschat niet heeft ontvangen.
En dat na de dood van de langstlevende de zes kinderen [niet genoemd] van Dirck Wilbers aan hun comparantens nalatenschap tesamen zullen staan in hun zaliger moeders plaats. En zo het gebeurt, dat één of meer van deze voorschreven zes kinderen in hun minderjarigheid zonder wettelijke geboorte komt te sterven, in zo'n geval willen en verordonneren de voorschreven comparanten, dat diens [desseluen] kindsquota van de erfenis van hun comparanten van het ene [kind] op het andere kind zal erven en [ver]sterven. En zo het gebeurt, dat de voorschreven kinderen van voornoemde Dirck Wilbers tesamen in de Heer komen te rusten, "zonder geene" wettelijke geboorte na te laten, in zo'n geval zal de erfenis van de zes kinderen van Dirck Wilbers voorschreven, als zij "enijger maeten mochten genoeten", weer devolveren op de comparanten hun naaste erfgenamen, zoals die in leven bevonden mochten worden.
Tenslotte verklaren de comparanten, dat het mede uiterste wil is, dat hun zoon Jan Lubbers /: zoals die thans bij hen comparanten in woont :/ Nb mz Lubbert Jans ? na de dood van de eerstafstervende, zonder "inspier" van iemand "gecolcht" [bedoeld is mogelijk: gezocht] en uitgekeerd zal worden de beste merrie, waar de comparanten hun andere kinderen niets [niet] tegen zullen genieten.
En dat de langstlevende [langest] van hun comparanten na de dood van de eerststervende aan de wezen en Armen binnen Swol eens zal uitkeren en betalen 12 keizers gulden, te weten aan de wezen 6 hulden en 6 gulden aan de Armen aldaar residerende.
Waarmee de voorschreven comparanten hun uiterste wil en mening geëindigd hebben. Zonder argelist.
Op verzoek van de comparanten zal Jan Martins Steenkerck mede zegelen.

Zwollerkerspel f585 - 10 juni 1648 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Egbert Hendricksen en Jan Tijssen te Berckmen.
In het Gericht is verschenen Griete Jans, weduwe van zaliger Jan Lubberts, geassisteerd met Lucas Arents als haar momber. Zij verklaarde, bij goed verstand zijnde, gelijk door het Gericht bleek, eeuwig en erfelijk te hebben gecedeerd, getransporteerd en overgedragen, gelijk zij cedeert, transporteert en overdraagt [mitsdezen] alzodanig recht en gerechtigheid met het profijt van dien als haar competeert en geboren [is] uit kracht van het testament van zaliger Hendrickie Dercx, huisvrouw van Cellis Geerlichs, vermits deze tegen het Landrecht [is] gemaakt en zij comparante / bestemoeder [= grootmoeder] zijnde / daarbij ten enenmale vergeten is ten behoeve van haar neven Jonge Jan Dercx en Peter Tonissens [,] nagelaten zoontje van zaliger Merrichien Dercx, om gelijkelijk en ... [leeg] "na van haer beijden gevordert ende genoten te worden". Maar [doch] zij comparante daar van ten profijte als voren hiermee gerichtelijke vertichenis en afstand [doet], met renuntiatie van alle exceptie hier tegen enigszins strijdende. Zonder argelist.
- In oorkonde der waarheid, s. [&.].

Volgens IJsselmuiden dl 11 f51v dd 30-05-1660 is Cellis Geerligs gehuwd met Lubbe Hendriks, die kwam ik tegen op jacht naar Lubbigien Hendriks.