Forum Collectie Overijssel

Egbert_ schreef: ↑

18 okt 2023, 16:01

Bij grootvader van David ten Oever wordt vermeld, dat hij rentmeester van het klooster Zwartewater is geweest.
Bij zijn vader alleen het overlijdensjaar 1618. Geen vermelding dat hij lieutenant zou zijn geweest.

De vader is volgens de akte uit het boek de Ridderschap in de oorlog gegaan en als in de functie van lieutenant omgekomen en de opa was in 1642 [moet dit zijn 1612??] kinds geworden.
Zo lees ik het tenminste.
Dus hebben we het hier wel over dezelfde afstamming ten Oever?

Dit was mijn volgende vraag geweest. Hoe moet je die gegevens bij 1642 interpreteren.

De weduwe maakt aanspraak op een obligatie van 812 goltgl De schuldbekentenis is gedateerd 28 nov 1589. https://proxy.archieven.nl/0/BEA01978 ... 5CB6ECC182

J.W. Schaap in DNL koppelt de rentmeester Hendrik ten Oever, aan Hendrik die in 1607 in Hasselt overleden is.

Dus: of J.W. Schaap maakt een fout, of wij interpreteren de akte van 1679 verkeerd.

In de inleiding 0004.1.1 Ridderschappen in Overijssel
1.3.1. Het Stift Zwartewater:

Het bezit van de goederen van dit Stift heeft de Ridderschap veel zorgen gebaard. Het grootste gedeelte werd namelijk gevormd door de opbrengsten uit de rogge-, haver- en boterpachten uit landerijen onder Staphorst en Rouveen. Door gebrekkige administratie en waarschijnlijk ook door het teloor gaan van archivalia, was het niet altijd mogelijk om de juiste landerijen te traceren waaruit de diverse pachten waren verschuldigd. Dat dit de inning van die pachten bemoeilijkte, spreekt voor zich.

Ook lijkt er pas in 1639 een rentmeester te zijn aangesteld:
https://collectieoverijssel.nl/collecti ... inr=807697

Kan het ook zijn, dat in 1642 pas de obligatie (her)ontdekt is? En dat bij de laatste aantekeningen in het archief vermeld is dat de oude rentmeester kinds was geworden, en dat zijn zoon Hendrik het heeft overgenomen. Maar die was in 1618 overleden, en hebben de eigenaren van de schulbekentenis, de ridderschap, het contact verloren. En heeft de rentmeester de nazaten in 1642 ook niet kunnen vinden?

Vraag van mij - is de rentmr. Hendrik ten Oever degene die met Grietje Tiarsen trouwde?

carolina schreef: ↑

18 okt 2023, 15:59

via wiewaswie is er een Davidt ten Oever te vinden in Hasselt:

Staten-Generaal: Commissieboeken, Naam: Davidt ten Oever
Periode: 1586 - 1794
Naam Davidt ten Oever
Functie Chercher v.d. convoijen en licenten te Hasselt
Datum 13 December 1646

akte vanaf blz 210
https://www.nationaalarchief.nl/onderzo ... 272&query=

Carolina bedankt!
Hij is dan toch vertrokken naar Hasselt.

Volgens het artikel in De Nederlandse Leeuw was de Hendrik ten Oever x Margriete Tiarsen onderschulte en later schulte in Hasselt. Daarnaast was hij rentmeester en dijkgraaf van het (klooster) Zwartewater.

Inventaris /Mensema dl. 3 blz. 1107 nr. 3529

Hendrik Ten Oever c.s. tegen Johan Blyffert, als man en voogd van Anna Mulert, wegens de betaling van een jaarlijkse rente , eertijds gevestigd door wijlen Christina Tyaersen, weduwe van Thyman van Vilsteren, 1599-1601 [ Hier ook een Tyaersen.]

blz. 1031 Register met aanbestedingen enz. Hendrik Ten Oever en Johan Alberts Muys laten een aanbesteding opmaken in 1595 voor een pijper, dat is een schip.
***

Gezien het jaartal kan dit Hendrik de kunstschilder zijn:

blz. 1071 dossier nr. 2940 Erfg. Van bmr. Hendr. Keyser tegen Hendr. Ten Oever, over een vordering in geld 1660.

eppe schreef: ↑

18 okt 2023, 18:45

Volgens het artikel in De Nederlandse Leeuw was de Hendrik ten Oever x Margriete Tiarsen onderschulte en later schulte in Hasselt. Daarnaast was hij rentmeester en dijkgraaf van het (klooster) Zwartewater.

en volgens datzelfde artikel:

Als rentmeester van het klooster Zwartewater werd Hendrik ten
Oever in juli 1586, 28 november 1589 en 9 augustus 1603 vermeld,
als provisor van het weeshuis 16 maart 1588 en in juni 1589, en
als dijkgraaf van het Zwartewater in november 1599

28 november 1589 is de datum van de schuldbekentenis.

Dit is de tekst

25 julij 1679
Op de Req.te [requeste] van de wed.e van zall: Davidt ten Oever remonstrerende, hoe dat haer sal: mans grootvader henrick ten oever lange jaren sijnde geweest Rentmr. Van ’t Swartewater en op den 28 novembr. 1589 hebben gedaen desselfs laeste rekeningen bij slot hij bedanckt is wegens goeder rekening en reliqua ende adminsitratie hem bij ’t selve slot was behouden te competeren de sa: van 812 goltgls en waer van hem was gegeven een obligatie de req.te annex om met 56 ggl en 21 stvs jaerlix te worden verrekent; van welcke rente de invorderinge niet sijnde gedaen als in den jare 1642 uijt redenen dat d’voorschreven rentmr. henrick ten oever sijnde een uijtgeleeft man, geheel tot kinde was geworden en naderhant desselfs soone mede Hendrick ten Oever genaemt haren sup.ten [supplianten] mans vader, welcke dese obligatie ten deele was gevallen, sigh in den oorlog begeven heeft en in qualiteit als lieutenant aldaer gestorven, soo versogte sij suppliante dat om voorschr: redenen, op het poinct van presoriptie niet precilelijk mogte worden gestaen, te meer dewijl oock haer eheman met een swaer proces sijnde besprongen geweest, alsmede geen genoegsame instantie tot betalinge van dese schuldt heeft konnen doen, maer dat aen haar sijnde 78 jaren oudt, in cas van geen restitutie van het voorschr: capitael, een liberale penninck jaarlijks voor haar leven mogte worden toegelegt.
Hierin can niet worden getreden maar om consideratie wordt suppliante begunstigt haar leven geduirende met 50 car.gulden jaarlijks, bij halve jaren op de 1e november en de 1e meij door den Rentmr Borgerinck te betaelen, waervan het eerste ½ jaer op den 1 november naestcomende sal zijn verschenen, mits dat bij extraditie van dese acte de originele obligatie waer van in de req.te vermeld sal worden ingetrocken en gecasseert.
Zijkant- de weduwe ten Oevers begunstget met vijftig guld. jaerlijx haer leven lang.


De laatste rekening is gedaan den 28 nov 1589. Neem ik aan dat hij daarna Rentmr af was

Lambert Ten Oever. Hij is rond 1541 cameraar te Zwolle. Er is in 1577 en 1597 gedoe over zijn nalatenschap tussen Hendrick Molckenbour plus zijn zus Aleid Molckenbour (X Hendrick Mensinck schepen van Zwolle 1692-1717) tegen Hilbrand Ter Kuile.

Johanna Ten Oever wordt in 1673 aangeklaagd door een weduwe vanwege belediging.

Johan Ten Oever volgens dossier 2598 als weduwnaar van Lutgerd Tyaersen tegen Johan Mulert te Berkum over een erve en goed in Ittersum in 1594.

Volgens dossier 2599 : Johan Ten Oever schijnt een weduwe te hebben beledigd, in 1594, nl. Margaretha van Flodrop, wed. van Wolter Ten Oever. [Het gaat me hier meer om een extra naam van een Ten Oever dan om een belediging.]

Dossier 3009. 1668-1670 Erfg. Van Aaltje Tobias (X bmr. Hendr. Keyser) contra Hendrik Ten Oever [ de kunstschilder neem ik aan] vanwege erfenis van Johan Ten Oever.

Ene Berend Ten Oever is rond 1608/1609 bmr. van Goor.

David Ten Oever:

Inventaris /Mensema blz. 793 dl. 3

Dossier 13277. Overdrachtsakte van David Ten Oever aan de kinderen van Herman Rutgers, van een jaarrente , gaande uit goederen van het Maatklooster, 1633. Aantekening over aflossing 1700 Regest 07487

Dossier 3669. 1633 – 1636: Koopman David Ten Oever tegen Bernhard Vullebiersnen Derk van Schuttorp te Neuenhaus over een vordering in geld wegens verkochte goederen.

Dossier 3685. 1647-1648: Koopman David tegen de borgen van Vullebiers en Schuttorp over dezelfde zaak van 1633-1636.



[Bedoelde de weduwe van David Ten Oever in 1679 met haar verzoek om geld dat David door dit soort zware processen werd besprongen of bedoelde ze ziekte/ andere persoonlijke tegenslagen?
Is deze koopman dezelfde David als David de goudsmid/ontvanger van licenten, die ook naar Hasselt verhuist ? De David Ten Oever uit Ootmarsum komt officieel pas rond 1646 in beeld in Zwolle.]

ria jongman schreef: ↑

18 okt 2023, 20:04

De laatste rekening is gedaan den 28 nov 1589. Neem ik aan dat hij daarna Rentmr af was

Daar lijkt het wel op:
0188 Klooster Zwartewater
Regestenlijst door P.A.A.M. Wubbe. aangevuld door mr. A. Hage
142

• Anna Schuffers, vrouwe en de gemeene conventuale jufferen van Zwartewater verklaren, dat hun amptman en rentmeester Henryck ten Oever zich in deze benarde tijden herhaaldelijk borg heeft gesteld, zoowel wat zijn persoon als zijn goederen betreft voor terugbetaling van verschillende nader omschreven geldsommen, waarvoor zij tot onderpand stellen alle roerende en onroerende goederen van het convent onder bereidverklaring, daarvan meerdere vestenisse te doen.
  Aldus gedaen in den jare duesent vijffhondert negen ende tachtentych, den achten twyntychsten dach des maendts November nae den olden styll.

Afschrift. (gelijktijdig) Archief Zwartewater in inv.no. 20.