De nakomelingen Egbert Berents van Grael
De nakomelingen Egbert Berents van Grael
Aanleiding voor de zoektocht is de afkomst van Gerrit Freriks, die te Zwolle op 2 apr 1689 trouwde met Hermtie Herms, beide afkomstig uit de Diese (bij Zwolle)
Hermite Herms doet erfuiting op 24 jul 1697 aan haar drie kinderen Frerik, Hermen en Swaentje Gerrits. Berent Freriks en Otto Herms worden voogden.
Op 27 november 1700 wordt er een lening afgelost ten gunste van Berent Freriks voor zichzelf en als momber over de kinderen van Gerrijt Freriks, zijnde voor de ene helft en Klaas Meulenbelt voor de andere helft erfgenamen van wijlen Frerik Gerrits
Klaas Meulenbelt is een zoon van Derk Mollenbelt, die 19 aug 1684 erfuiting doet. Hij heeft over zijn vier onmondige kinderen (Grietjen, Klaas, Aaltjen en Gerrijt), in echte bij zijn zaliger huisvrouw Geesjen Vrericks geprocreerd, tot mombers verzocht Henrick Mollenbelt, oom van de vaders zijde, en Berent Frericks, oom van de moeders zijde.
Gerrit Freriks, Berent Freriks en Geesjen Vrericks lijken dus kinderen van ene Frerik Gerrits. Tot nu toe nog geen doopgegevens gevonden van de deze drie kinderen van Frerik Gerrits.
De vraag is nu: wie is erflater Frerik Gerrits?
Is hij degene die op 20-02-1638 te Zwolle trouwde met Swaentijn Berens, Lubbert Jansen N.W. tot Oldenniel
Swaentien Berents trouwde eerder te Zwolle: 26-04-1636 Lubbert Jansen Jan Berents s. tot Oldeneel en Swaentien Berents Berent Egbers d. tot Ittersum.
En haar vader zou deze kunnen zijn: 09-08-1608 Berent Egbers Egbert Berents s. woenende met Asien Egbers tot Harkeloe ende Anna Henricks s. Henrick Wichers n.d. tot Deese
Asien Egbers zou deze kunnen zijn: 25-02-1606 Asgen Albers Egbert van Grael s. woenende tot Harkelo ende Herman Gerdtsen Gert Gosens d. woenende tot Langenholte
Hermite Herms doet erfuiting op 24 jul 1697 aan haar drie kinderen Frerik, Hermen en Swaentje Gerrits. Berent Freriks en Otto Herms worden voogden.
Op 27 november 1700 wordt er een lening afgelost ten gunste van Berent Freriks voor zichzelf en als momber over de kinderen van Gerrijt Freriks, zijnde voor de ene helft en Klaas Meulenbelt voor de andere helft erfgenamen van wijlen Frerik Gerrits
Klaas Meulenbelt is een zoon van Derk Mollenbelt, die 19 aug 1684 erfuiting doet. Hij heeft over zijn vier onmondige kinderen (Grietjen, Klaas, Aaltjen en Gerrijt), in echte bij zijn zaliger huisvrouw Geesjen Vrericks geprocreerd, tot mombers verzocht Henrick Mollenbelt, oom van de vaders zijde, en Berent Frericks, oom van de moeders zijde.
Gerrit Freriks, Berent Freriks en Geesjen Vrericks lijken dus kinderen van ene Frerik Gerrits. Tot nu toe nog geen doopgegevens gevonden van de deze drie kinderen van Frerik Gerrits.
De vraag is nu: wie is erflater Frerik Gerrits?
Is hij degene die op 20-02-1638 te Zwolle trouwde met Swaentijn Berens, Lubbert Jansen N.W. tot Oldenniel
Swaentien Berents trouwde eerder te Zwolle: 26-04-1636 Lubbert Jansen Jan Berents s. tot Oldeneel en Swaentien Berents Berent Egbers d. tot Ittersum.
En haar vader zou deze kunnen zijn: 09-08-1608 Berent Egbers Egbert Berents s. woenende met Asien Egbers tot Harkeloe ende Anna Henricks s. Henrick Wichers n.d. tot Deese
Asien Egbers zou deze kunnen zijn: 25-02-1606 Asgen Albers Egbert van Grael s. woenende tot Harkelo ende Herman Gerdtsen Gert Gosens d. woenende tot Langenholte
Laatst gewijzigd door Egbert_ op 16 dec 2019, 12:27, 1 keer totaal gewijzigd.
Re: De nakomelingen Egbert Beerentsens van Grael
Er is een akte (ORA Zwollerkerspel nr. 609B f362, 13 juni 1674) waarin een verdeling waarin Graels Erve te Ittersum wordt vastgelegd. Lubbert Frerix is mede-erfgenaam.
Hij zal Lubbert Frerix zijn, gedoopt te Zwolle op 16 dec 1638 als zoon van Frerick Gerritsen en Swaentien Berents. Getrouwd met (1662) Marrighjen Hermens en (1670) Aaltien Jans
Dit echtpaar laat meerdere kinderen dopen van 1638 tot 1646. Van wie Arent Frericx (1640) twee keer trouwde, 1666 met Aaltjen Sijsen en in 1668 met Hermtjen Jacobs.
En ik vermoed dat Willemtien Frericks (1646) degene is die 1669 Seeger Asies trouwde.
Opmerkelijk is, dat Gerrijt Frericks en Berent Fredrix wel een dochter Swaantje laten dopen. En dat hun beider schoonmoeder Aaltje heet, dus ene Swaantje de moeder van beide zal zijn geweest. Maar ik heb tot nu toe geen akte gezien waarin Lubbert Frerix en/of Arent Frericx in voorkomen samen met Gerrit Freriks en/of Berent Freriks en/of Geesjen Vrericks.
Ze lijken dus wel familie, het zou kunnen passen, maar waar is het bewijs?
Hij zal Lubbert Frerix zijn, gedoopt te Zwolle op 16 dec 1638 als zoon van Frerick Gerritsen en Swaentien Berents. Getrouwd met (1662) Marrighjen Hermens en (1670) Aaltien Jans
Dit echtpaar laat meerdere kinderen dopen van 1638 tot 1646. Van wie Arent Frericx (1640) twee keer trouwde, 1666 met Aaltjen Sijsen en in 1668 met Hermtjen Jacobs.
En ik vermoed dat Willemtien Frericks (1646) degene is die 1669 Seeger Asies trouwde.
Opmerkelijk is, dat Gerrijt Frericks en Berent Fredrix wel een dochter Swaantje laten dopen. En dat hun beider schoonmoeder Aaltje heet, dus ene Swaantje de moeder van beide zal zijn geweest. Maar ik heb tot nu toe geen akte gezien waarin Lubbert Frerix en/of Arent Frericx in voorkomen samen met Gerrit Freriks en/of Berent Freriks en/of Geesjen Vrericks.
Ze lijken dus wel familie, het zou kunnen passen, maar waar is het bewijs?
Re: De nakomelingen Egbert Berents van Grael
Er is een akte van 12 mei 1638 (ORA Zwollerkerspel nr. 605 f349) waarin de broers Assien en Berent Egbertsen van Grael en de man van de schoonzus, Goossen Albertsen, van hun overleden broer Henrick Egbertsen van Grael een stuk land verkopen.
Trouwboek te Zwolle:
- 25-02-1606: Asgen Albers Egbert van Grael s. woenende tot Harkelo ende Herman Gerdtsen Gert Gosens d. woenende tot Langenholte
- 09-08-1608 Berent Egbers Egbert Berents s. woenende met Asien Egbers tot Harkeloe ende Anna Henricks s. Henrick Wichers n.d. tot Deese
- 27-06-1613: Hendrick Egbertsen sa. Egbert Beerentsens s. tot Herkelo ende Anna Hendricks sa. Hendrick Dircksens n.d. tot Winsum
- 18-10-1618: Goosen Albertsen, Albert Goosens sohn wonende tot Herkelo end Anna Hendricks, sa: Hendrick Egbertsens n.w. tot Wijnsum
Trouwboek te Zwolle:
- 25-02-1606: Asgen Albers Egbert van Grael s. woenende tot Harkelo ende Herman Gerdtsen Gert Gosens d. woenende tot Langenholte
- 09-08-1608 Berent Egbers Egbert Berents s. woenende met Asien Egbers tot Harkeloe ende Anna Henricks s. Henrick Wichers n.d. tot Deese
- 27-06-1613: Hendrick Egbertsen sa. Egbert Beerentsens s. tot Herkelo ende Anna Hendricks sa. Hendrick Dircksens n.d. tot Winsum
- 18-10-1618: Goosen Albertsen, Albert Goosens sohn wonende tot Herkelo end Anna Hendricks, sa: Hendrick Egbertsens n.w. tot Wijnsum
Re: De nakomelingen Egbert Berents van Grael
In de akte over de verdeling van Graels erve worden diverse (mede-)erfgenamen genoemd. (ORA Zwollerkerspel nr. 609B f362, 13 juni 1674) Op dit forum zijn diversen erfgenamen al eens voorbij gekomen. Ik heb de volgend reconstructie gemaakt:
mede-erfgenamen van Berent van Grael:
- Jan Berents van Grael = zoon van Berent van Grael
- Frans Wolters = man Annetje Albers (x 1671), dochter van Aeltijn Berents (x 1647 Albert Geerlighs) en man van kleindochter van Berent van Grael
- Jan Jansen Witte = man van Mechteltje Martens, die eerder getrouwd was met Reinder Jans, die eerder getrouwd was met Evertien Berendts, dochter van Berent van Grael
- Lubbert Frerix = zoon van dochter Swaentien Berents en kleinzoon van Berent van Grael
- Derk Geerligs = onbekend
mede-erfgenamen van Henrik van Grael:
- Jan Zuitberg = man van Swaantien Hendriks, dochter van Henrik van Grael
- Roelof Gijsberts = man van Hendrikje Hendriks, dochter van Henrik van Grael
- Nikolaes Gooswijn Dijk (Claes Gooswinus Dijck) = man van Jannighien Cornelis (otr. 02-11-1667, Zwolle) , relatie tot Hendrik van Grael onbekend
mede-erfgenamen van Assien van Grael:
- Klaes Henrix = waarschijnlijk zoon van Aeltijn Assies (x 1636 Henrick Willem), kleinzoon van Assien van Grael
- Assien Hansen = zoon van Swaentien Assiens (x 1629 Hans Gerrits), kleinzoon van Assien van Grael
- Assien Jansen = zoon van Jan Asjes (x 1632 Wilmtien Gerrits Bosch) en kleinzoon van Assien van Grael
PS: één naam gecorrigeerd
mede-erfgenamen van Berent van Grael:
- Jan Berents van Grael = zoon van Berent van Grael
- Frans Wolters = man Annetje Albers (x 1671), dochter van Aeltijn Berents (x 1647 Albert Geerlighs) en man van kleindochter van Berent van Grael
- Jan Jansen Witte = man van Mechteltje Martens, die eerder getrouwd was met Reinder Jans, die eerder getrouwd was met Evertien Berendts, dochter van Berent van Grael
- Lubbert Frerix = zoon van dochter Swaentien Berents en kleinzoon van Berent van Grael
- Derk Geerligs = onbekend
mede-erfgenamen van Henrik van Grael:
- Jan Zuitberg = man van Swaantien Hendriks, dochter van Henrik van Grael
- Roelof Gijsberts = man van Hendrikje Hendriks, dochter van Henrik van Grael
- Nikolaes Gooswijn Dijk (Claes Gooswinus Dijck) = man van Jannighien Cornelis (otr. 02-11-1667, Zwolle) , relatie tot Hendrik van Grael onbekend
mede-erfgenamen van Assien van Grael:
- Klaes Henrix = waarschijnlijk zoon van Aeltijn Assies (x 1636 Henrick Willem), kleinzoon van Assien van Grael
- Assien Hansen = zoon van Swaentien Assiens (x 1629 Hans Gerrits), kleinzoon van Assien van Grael
- Assien Jansen = zoon van Jan Asjes (x 1632 Wilmtien Gerrits Bosch) en kleinzoon van Assien van Grael
PS: één naam gecorrigeerd
- ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: De nakomelingen Egbert Berents van Grael
Nou, we zullen eens kijken of er duidelijkheid kan komen betreffende Frerik Gerrits, het liefst met bewijs. Want daar liep ik ook tegen aan; het feit dat Lubbert niet te combineren valt met ..
Misschien als alle Frerik Gerrits uit die periode behandeld worden?
De eerste..
x Swaantien Berents
Zwolle erfuitingen f646-f647 dd.02-12-1626
Momberen over zal. Jennechijn Arents nagelaten zoon: Florijs Arents en Jan Geerlichs.
Gerrijt Frerixen heeft aan zijn nagehouden zoon Frerick Gerrijtsen, bij zal. Jennechijn Arents geprocreerd, erfuiting gedaan en voor moeders goed bewezen de gerechte helft van de navolgende percelen:
1. de helft van 4 morgen weideland liggende bij Sellen Waede,
2. nog de helft van een campien ongeveer 4 morgen groot ook bij Sellen Waede,
3. nog de helft van 2 morgen liggende bij't Nije Sijltijn in Diesermarck, genaamd den Wijtenhorst,
4. nog de helft van 3 morgen gelegen in Holtenbroeck,
5. nog de helft van een cotterstede toe Diese daar d'Enckheer tegenwoordig op woont,
6. nog de helft van 4 mudde geseijs liggende in den Ooster en Wester Enck toe Diese,
7. nog de helft van Bitters landt gelegen in Mastebroeck, zo de erfuiter ten dele gevallen is van zal. Arent Florijs,
8. nog de gerechte helft van 2 mergen genaamd die Rouwhorst, in Mastebroeck, van Arent Florijs hergekomen,
9. nog de helft van 8 koene getaxeerd op 120 daell. van 30 st.,
10. nog de helft van 5 peerden getaxeerd op 160 daell.,
11. item een rentebrief holdende op een stuk land gen: den Mollenweert, bij Hasselt van 300 gg. hoofdsomma, die Frerick Gerritse geheel zal genieten en hebben, waartegen de erfuiter Gerrijt Frerixen zal behouden van gelijke een handschrift hier te Swolle van 300 ggl.
Welteverstaan dat de pupil Frerick Gerrijtsen mede tot zijn laste zal nemen de gerechte helft van alle raad en onraad, van dijken, dammen, stegen en weteringen, lasten en uitgaande renten, tot voors. landerijen gehorende, en heeft beloofd zijn zoon in kost, kleren en alle lijves nooddruft te onderhouden tot de mondige jaren en dan uit te keren, stelleden hiervoor als onderpand al zijn goederen.
Schepen Hans Alberts en Lambert Hemminck.
Zwollerkerspel f109 - 8 mei 1641 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Wilhelmus Roijer, Dr., en Jacob van Muijden.
In het Gericht zijn verschenen Gerrit Frericksen voor hem zelf, verder Frerick Gerritsen en zijn huisvrouw Swaentien Berents, deze Swaentien geassisteerd met haar man en momber Frerick Gerritsen. Zij verklaarden voor hun en hun erfgenamen eeuwig en erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd voor een somma van penningen hun comparanten ten genoegen voldaan en betaald, gelijk zij "alnoch" verkochten, cedeerden en transporteerden mitsdezen, aan Jan Henricksen, zijn huisvrouw Grietien Peters en hun erfgenamen 2 morgen land gemeenschappelijk met nog 2 andere morgens , die de kopers reeds toebehoren, gelegen in Bitters Landt in Mastebroeck op de Nije Wetteringe, oostwaarts Albert Gerrits, zuidwaarts St. Jans Camps Lant, westwaarts "de gemeene Stege", en noordwaarts Frerick ten Have, en dat met de raad en onraad, recht en gerechtigheid, vanouds daar toe behorende; zijnde vrij eigenlijk goed, en onbezwaard van alle uitgaande renten en thinsen. Belovende "dieselve" te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.
Transcripties zijn van Peter Klunder en Jan Rientjes.
Misschien als alle Frerik Gerrits uit die periode behandeld worden?
De eerste..
x Swaantien Berents
Zwolle erfuitingen f646-f647 dd.02-12-1626
Momberen over zal. Jennechijn Arents nagelaten zoon: Florijs Arents en Jan Geerlichs.
Gerrijt Frerixen heeft aan zijn nagehouden zoon Frerick Gerrijtsen, bij zal. Jennechijn Arents geprocreerd, erfuiting gedaan en voor moeders goed bewezen de gerechte helft van de navolgende percelen:
1. de helft van 4 morgen weideland liggende bij Sellen Waede,
2. nog de helft van een campien ongeveer 4 morgen groot ook bij Sellen Waede,
3. nog de helft van 2 morgen liggende bij't Nije Sijltijn in Diesermarck, genaamd den Wijtenhorst,
4. nog de helft van 3 morgen gelegen in Holtenbroeck,
5. nog de helft van een cotterstede toe Diese daar d'Enckheer tegenwoordig op woont,
6. nog de helft van 4 mudde geseijs liggende in den Ooster en Wester Enck toe Diese,
7. nog de helft van Bitters landt gelegen in Mastebroeck, zo de erfuiter ten dele gevallen is van zal. Arent Florijs,
8. nog de gerechte helft van 2 mergen genaamd die Rouwhorst, in Mastebroeck, van Arent Florijs hergekomen,
9. nog de helft van 8 koene getaxeerd op 120 daell. van 30 st.,
10. nog de helft van 5 peerden getaxeerd op 160 daell.,
11. item een rentebrief holdende op een stuk land gen: den Mollenweert, bij Hasselt van 300 gg. hoofdsomma, die Frerick Gerritse geheel zal genieten en hebben, waartegen de erfuiter Gerrijt Frerixen zal behouden van gelijke een handschrift hier te Swolle van 300 ggl.
Welteverstaan dat de pupil Frerick Gerrijtsen mede tot zijn laste zal nemen de gerechte helft van alle raad en onraad, van dijken, dammen, stegen en weteringen, lasten en uitgaande renten, tot voors. landerijen gehorende, en heeft beloofd zijn zoon in kost, kleren en alle lijves nooddruft te onderhouden tot de mondige jaren en dan uit te keren, stelleden hiervoor als onderpand al zijn goederen.
Schepen Hans Alberts en Lambert Hemminck.
Zwollerkerspel f109 - 8 mei 1641 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Wilhelmus Roijer, Dr., en Jacob van Muijden.
In het Gericht zijn verschenen Gerrit Frericksen voor hem zelf, verder Frerick Gerritsen en zijn huisvrouw Swaentien Berents, deze Swaentien geassisteerd met haar man en momber Frerick Gerritsen. Zij verklaarden voor hun en hun erfgenamen eeuwig en erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd voor een somma van penningen hun comparanten ten genoegen voldaan en betaald, gelijk zij "alnoch" verkochten, cedeerden en transporteerden mitsdezen, aan Jan Henricksen, zijn huisvrouw Grietien Peters en hun erfgenamen 2 morgen land gemeenschappelijk met nog 2 andere morgens , die de kopers reeds toebehoren, gelegen in Bitters Landt in Mastebroeck op de Nije Wetteringe, oostwaarts Albert Gerrits, zuidwaarts St. Jans Camps Lant, westwaarts "de gemeene Stege", en noordwaarts Frerick ten Have, en dat met de raad en onraad, recht en gerechtigheid, vanouds daar toe behorende; zijnde vrij eigenlijk goed, en onbezwaard van alle uitgaande renten en thinsen. Belovende "dieselve" te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.
Transcripties zijn van Peter Klunder en Jan Rientjes.
Laatst gewijzigd door ria van bessen op 16 dec 2019, 15:28, 1 keer totaal gewijzigd.
- ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: De nakomelingen Egbert Berents van Grael
NUMMER 2
Zwolle Testamenten f363-f364 dd.23-12-1669
Schepenen Peter van Putten en Werner Crans.
Erschenen Berent Holthuis ruiter onder de compagnie van de heere Ritmr. en Col. Antoni van Haarsolthe en zijn huisvrouw Hermtghen [achternaam niet vermeld= Gerrits? RvB], lichamelijk zwak en geassisteerd Joannes Buis Secret. als haar momber, en hebben van hun tijdelijke goederen gedisponeerd als volgt: ten eerste legateren zij elkaar de lijftucht van al hun goederen, met macht om dezelve te mogen bezwaren en te verkopen. Verder institueren tot hun erfgenamen van de overgebleven goederen na beider dood, hij testator de kinderen van zijn broeders en zuster, kwijtscheldende ook bijzonder zijn broeder Jan Holthuis d'oude die op het erve Holthuis woont al hetgeen dezelve aan testator wegens hun ouderlijke erfenis schuldig mag zijn, en zij testatrice haar neven Gerrit, Hendrick en Herman Frerix, zonen van wijlen haar broeder Frerick Gerritsen, voorts haar zuster Eefghe zoon en dochter genaamd Gerrit en Swane Gerrissen, en dan nog haar zuster Jannechiens dochters Hendrickghe en Swantghe Nijhuis, en eindelijk ook haar nichten Geertien en Swaantghe dochter van haar zuster Arentghen, en aan de armen geven zij ieder 6 k.gl.
Zwolle Testamenten f363-f364 dd.23-12-1669
Schepenen Peter van Putten en Werner Crans.
Erschenen Berent Holthuis ruiter onder de compagnie van de heere Ritmr. en Col. Antoni van Haarsolthe en zijn huisvrouw Hermtghen [achternaam niet vermeld= Gerrits? RvB], lichamelijk zwak en geassisteerd Joannes Buis Secret. als haar momber, en hebben van hun tijdelijke goederen gedisponeerd als volgt: ten eerste legateren zij elkaar de lijftucht van al hun goederen, met macht om dezelve te mogen bezwaren en te verkopen. Verder institueren tot hun erfgenamen van de overgebleven goederen na beider dood, hij testator de kinderen van zijn broeders en zuster, kwijtscheldende ook bijzonder zijn broeder Jan Holthuis d'oude die op het erve Holthuis woont al hetgeen dezelve aan testator wegens hun ouderlijke erfenis schuldig mag zijn, en zij testatrice haar neven Gerrit, Hendrick en Herman Frerix, zonen van wijlen haar broeder Frerick Gerritsen, voorts haar zuster Eefghe zoon en dochter genaamd Gerrit en Swane Gerrissen, en dan nog haar zuster Jannechiens dochters Hendrickghe en Swantghe Nijhuis, en eindelijk ook haar nichten Geertien en Swaantghe dochter van haar zuster Arentghen, en aan de armen geven zij ieder 6 k.gl.
- ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: De nakomelingen Egbert Berents van Grael
NUMMER 3
Jenniken
Achternaam: Adams
Aangenomen: Nee
Datum: 1637-01
Tekst: weduwe van Evert Temmen, wonende buiten de Vischporte, gaat in ondertrouw met Frerick Gerris (getrouwd op -07-05-1637)
Zwolle erfuitingen f676 dd.03-09-1632
Hebben Gerrit Coops en Willem Teunissen de momberschap aangenomen over zal. Gerrit Frericks nagelaten kind genaamd Frerick, en hebben beloofd des kinds beste te doen. Borgermr. Hermen van Dedem.
Zwolle erfuitingen f75 dd.05-10-1666
Compareerden de Heer Hendrick Schimmelpenninck en Gerrijt Jacobsen Coninck als momberen over de kinderen van wijlen Frerick Gerrijtsen geprocreerd bij zal. Jennegien Adams, item Johan Truirniet en Evertien Evers vander Werff zijn huisvrouw, en bekenden luidt koopcedule dd.13-01-1652 verkocht te hebben voor een welbetaalde somme penn: aan Berent Adams karvielschipper alhier en Lijsbet Jansen zijn huisvrouw en hun erfgenamen een huis en wehre staande buiten de Vispoort, naast de erfgenamen van Jan Dercksen Schuirman ter ene en Jan Keurlinck ter andere zijde, wezende vrij van alle uitgaande thinsen en renten, en voorts met zijn recht en gerechtigheid vanouds daartoe gehorende.
Schepen Conraedt Nijlant.
Jenniken
Achternaam: Adams
Aangenomen: Nee
Datum: 1637-01
Tekst: weduwe van Evert Temmen, wonende buiten de Vischporte, gaat in ondertrouw met Frerick Gerris (getrouwd op -07-05-1637)
Zwolle erfuitingen f676 dd.03-09-1632
Hebben Gerrit Coops en Willem Teunissen de momberschap aangenomen over zal. Gerrit Frericks nagelaten kind genaamd Frerick, en hebben beloofd des kinds beste te doen. Borgermr. Hermen van Dedem.
Zwolle erfuitingen f75 dd.05-10-1666
Compareerden de Heer Hendrick Schimmelpenninck en Gerrijt Jacobsen Coninck als momberen over de kinderen van wijlen Frerick Gerrijtsen geprocreerd bij zal. Jennegien Adams, item Johan Truirniet en Evertien Evers vander Werff zijn huisvrouw, en bekenden luidt koopcedule dd.13-01-1652 verkocht te hebben voor een welbetaalde somme penn: aan Berent Adams karvielschipper alhier en Lijsbet Jansen zijn huisvrouw en hun erfgenamen een huis en wehre staande buiten de Vispoort, naast de erfgenamen van Jan Dercksen Schuirman ter ene en Jan Keurlinck ter andere zijde, wezende vrij van alle uitgaande thinsen en renten, en voorts met zijn recht en gerechtigheid vanouds daartoe gehorende.
Schepen Conraedt Nijlant.
- ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: De nakomelingen Egbert Berents van Grael
NUMMER 4
ZWOLLE f136 dd.27-03-1672
Compareerde Albertijn Hansen weduwe van zal. Gerrijt Alberts tot Berckmen, geassisteerd met Athoni Vos als haar momber, voorts Roerick Albers als oom en voogd van Albert Gerrijts, en bekenden verkocht te hebben voor een welbetaalde somme penningen aan Gerrijt Frericksen Velthuis en Aeltijn Jacobs zijn huisvrouw en hun erfgenamen een campien weideland gelegen in Dieser Mercke bij de Vrolickheijt, tussen zall. Assien Winters land aan de ene en zall. Lucas Backers land aan de andere zijde, strekkende met het ene einde aan de Wetteringe, zijnde eigenlijk goed vrij van alle uitgaande renten en thinsen, alles ingevolg de koopcedule waarop de quitantie bij de voorn. Albert Gerrijts zelf getekend is.
Schepen Conraedt Nijlant.
ZWOLLE f136 dd.27-03-1672
Compareerde Albertijn Hansen weduwe van zal. Gerrijt Alberts tot Berckmen, geassisteerd met Athoni Vos als haar momber, voorts Roerick Albers als oom en voogd van Albert Gerrijts, en bekenden verkocht te hebben voor een welbetaalde somme penningen aan Gerrijt Frericksen Velthuis en Aeltijn Jacobs zijn huisvrouw en hun erfgenamen een campien weideland gelegen in Dieser Mercke bij de Vrolickheijt, tussen zall. Assien Winters land aan de ene en zall. Lucas Backers land aan de andere zijde, strekkende met het ene einde aan de Wetteringe, zijnde eigenlijk goed vrij van alle uitgaande renten en thinsen, alles ingevolg de koopcedule waarop de quitantie bij de voorn. Albert Gerrijts zelf getekend is.
Schepen Conraedt Nijlant.
- ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: De nakomelingen Egbert Berents van Grael
NUMMER 5
Zwolle TRANSPORTEN f495 dd.01-05-1656
Compareerde Gesien Jansen wed. van zall. Jan Dercksen en bekende verkocht te hebben voor een welbetaalde somme penningen aan Frerick Gerrijtsen vande Vastenou en Lijsbet Jansen zijn huisvrouw en hun erfgen. een huis en wehre staande in de Bitterstrate naast Lucas Bierdrager ter ene en de wed: van Hopman Stolte ter andere zijde, wezende kommervrij.
Schepen Golts.
[onderschrift:]
Anno 1653 verkocht voor 225 ggl.
f496 dd.01-05-1656
Compareerden Frerick Gerrijsen vand. Vastenou en Lijsbett Jansen eheluiden verkocht te hebben voor een welbetaalde somme penningen aan Jan Holterman en Swane Jansen zijn huisvrouw en hun erfgenamen, een rente van 5 glgl. jaarlijks uit zijn huis in de Bitterstrate naast de wed. Stolten ter ene en Lucas Bierdrager ter andere zijde, wezende de eerste rente daaruit gaande en losbaar met 100 glgl.
Schepen Golts.
Zwolle TRANSPORTEN f495 dd.01-05-1656
Compareerde Gesien Jansen wed. van zall. Jan Dercksen en bekende verkocht te hebben voor een welbetaalde somme penningen aan Frerick Gerrijtsen vande Vastenou en Lijsbet Jansen zijn huisvrouw en hun erfgen. een huis en wehre staande in de Bitterstrate naast Lucas Bierdrager ter ene en de wed: van Hopman Stolte ter andere zijde, wezende kommervrij.
Schepen Golts.
[onderschrift:]
Anno 1653 verkocht voor 225 ggl.
f496 dd.01-05-1656
Compareerden Frerick Gerrijsen vand. Vastenou en Lijsbett Jansen eheluiden verkocht te hebben voor een welbetaalde somme penningen aan Jan Holterman en Swane Jansen zijn huisvrouw en hun erfgenamen, een rente van 5 glgl. jaarlijks uit zijn huis in de Bitterstrate naast de wed. Stolten ter ene en Lucas Bierdrager ter andere zijde, wezende de eerste rente daaruit gaande en losbaar met 100 glgl.
Schepen Golts.
Re: De nakomelingen Egbert Berents van Grael
Heel mooi dat je over Frerik Gerrits begint. Daar had AdL ook nog geen vrouw aan gekoppeld. Ik had wel een suggestie:
- 24-11-1611 Gerrit Frericksen wonen tot Diese ende Janneken Arents, Arent Floris dochter wonende in Mastenbroeck
Omdat het teveel off-topic was, heb ik hierover met Odette mail-contact gehad. En zij had ook dat Bitters Lant gezien, dat ze geërfd had van Arent Floris:
- otr Zwolle, Augustus 1595: Arent Floris, wonende in Mastebroeck, ende Griete Conders z. Derck Pelle n.w. in Masteb.
Griete Conders (alias Margreta Coenders) en Derck Pelle zijn voorouders van me.
En dat Bitters Lant, dat is vast en zeker eigendom (leengoed) geweest van Bitter van de Marsche.
- 1542: Acht morgen lants gelegen In Mastebroeck In Jutgens Ryet Wesende Leengoet: Fye van Wollen, weduwe van Seyno Mulardt, leenvrouwe, met haar zoon Egbert Mulardt als momber, beleent Bytter van der Marssche, oudste zoon van wijlen Jan ther Marsche, na zijns vaders dood met acht morgen land in Mastenbroek, gelegen naast het land van Borchert van Westerholte, strekkende van de Hasselsedijck to an het land van Seyno Mulardt, welke acht morgen zij, leenvrouwe, in leen heeft van de proost van Sinte Lebuinuskercke te Deventer. [Bronnen: HCO A.J.Mensema 1977: Inv. 958, Regest 254]
https://historischcentrumoverijssel.nl/ ... iview=inv2
Akten van belening met de 8 morgen in Mastenbroek, van: Johan van der Marssche, na de dood van zijn vader Bitter van der Marssche, 1598; Anna Cornelia van der Marssche, vrouw van Adolf van Oostrum, 1670; Winolt van Eenschate, 1684, Everhard Kockman, 1689 en Maria Glauwe, weduwe van Everhard Kockman, 1734, . [HCO, 0223.1 Huis Oldhagensdorp te Vollenhove, 2.1.1.1.3.25.2. Mastenbroek]
Het leengoed van Fye van Wullen, waar Bitters Lant deel van uit maakt, staat beschreven in het repertorium op de leenregisters van St. Lebuinus:
- Zwollerkerspel. Mastenbroek / Oldenelerslag Nr. 383
20 morgen lants in Mastbroec, in Oldenelerslag, tussen Seynen ten Water ende Geryt Ruhorst.
20 morgen landes, gelegen in Mastebroec opter Nijer Weteringe, streckende an den dijc, daer an die ene zijde naest gelandet is meyster Johan van Ittersum ende Seyne ten Waeter ende an die ander sijde de Rouwehorst.
Hieruit maak ik op dat het ongeveer tussen Ruimzicht en de Kijk in de Vecht lag.
Is dit voldoende bewijs, dat de man van Swaentien Berents, Frerick Gerrits een kleinzoon was van Arent Floris en Griete Coenders?
- 24-11-1611 Gerrit Frericksen wonen tot Diese ende Janneken Arents, Arent Floris dochter wonende in Mastenbroeck
Omdat het teveel off-topic was, heb ik hierover met Odette mail-contact gehad. En zij had ook dat Bitters Lant gezien, dat ze geërfd had van Arent Floris:
- otr Zwolle, Augustus 1595: Arent Floris, wonende in Mastebroeck, ende Griete Conders z. Derck Pelle n.w. in Masteb.
Griete Conders (alias Margreta Coenders) en Derck Pelle zijn voorouders van me.
En dat Bitters Lant, dat is vast en zeker eigendom (leengoed) geweest van Bitter van de Marsche.
- 1542: Acht morgen lants gelegen In Mastebroeck In Jutgens Ryet Wesende Leengoet: Fye van Wollen, weduwe van Seyno Mulardt, leenvrouwe, met haar zoon Egbert Mulardt als momber, beleent Bytter van der Marssche, oudste zoon van wijlen Jan ther Marsche, na zijns vaders dood met acht morgen land in Mastenbroek, gelegen naast het land van Borchert van Westerholte, strekkende van de Hasselsedijck to an het land van Seyno Mulardt, welke acht morgen zij, leenvrouwe, in leen heeft van de proost van Sinte Lebuinuskercke te Deventer. [Bronnen: HCO A.J.Mensema 1977: Inv. 958, Regest 254]
https://historischcentrumoverijssel.nl/ ... iview=inv2
Akten van belening met de 8 morgen in Mastenbroek, van: Johan van der Marssche, na de dood van zijn vader Bitter van der Marssche, 1598; Anna Cornelia van der Marssche, vrouw van Adolf van Oostrum, 1670; Winolt van Eenschate, 1684, Everhard Kockman, 1689 en Maria Glauwe, weduwe van Everhard Kockman, 1734, . [HCO, 0223.1 Huis Oldhagensdorp te Vollenhove, 2.1.1.1.3.25.2. Mastenbroek]
Het leengoed van Fye van Wullen, waar Bitters Lant deel van uit maakt, staat beschreven in het repertorium op de leenregisters van St. Lebuinus:
- Zwollerkerspel. Mastenbroek / Oldenelerslag Nr. 383
20 morgen lants in Mastbroec, in Oldenelerslag, tussen Seynen ten Water ende Geryt Ruhorst.
20 morgen landes, gelegen in Mastebroec opter Nijer Weteringe, streckende an den dijc, daer an die ene zijde naest gelandet is meyster Johan van Ittersum ende Seyne ten Waeter ende an die ander sijde de Rouwehorst.
Hieruit maak ik op dat het ongeveer tussen Ruimzicht en de Kijk in de Vecht lag.
Is dit voldoende bewijs, dat de man van Swaentien Berents, Frerick Gerrits een kleinzoon was van Arent Floris en Griete Coenders?